Absurd dat een stel nare mannen beslist over het lot van vele vrouwen. Ook hier zijn we in alle staten, maar wel ten faveure van de vrouwen in het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Arooj Aftab, Amenra & Cave In & Marissa Nadler, Naima Bock, Gazelle Twin, Ghost Woman, François Robin & Mathias Delplanque, Soccer Mommy en Zola Jesus.
Jan Willem
Arooj Aftab – Vulture Prince (cd, Verve)
Door haar optredens hier in de lage landen en elders is er plots een verhoogde aandacht voor de in de VS gevestigde Pakistaanse zangeres. En terecht! Nadat ze in 2014 haar verbluffend goede mini album Bird Under Water het licht had laten zien, leek de wereld al aan haar voeten te liggen met haar betoverend mooie bitterzoete zang in Urdu en Engels. Haar combinatie van jazz, sufi, Pakistaanse folk en neoklassiek blijkt ook een geweldige combinatie. Vorig jaar is haar officiële debuut Vulture Prince verschenen, waarop ze die eerder ingezette lijn met verve doortrekt. Ze wordt daarbij geholpen door gasten op harp, viool, drums, percussie, contrabas, akoestische & elektrische gitaar, accordeon, trompet, bansuri en sitar. Het is een werelds album vol bezinnende. Nu is dit album op Verve opnieuw uitgebracht met twee extra tracks, waarmee het totaal op 8 tracks en 51 minuten komt. Ze mag nu in één track ook rekenen op de Indiase sitar-speelster Anoushka Shankar. De nummers vormen een fraaie aanvulling op het toch al schitterende album, dat leunt op de geweldig mooie stem van Aftab. Een bijzondere en mysterieuze verrijking in het muzikale landschap!
Amenra & Cave In & Marissa Nadler – Songs Of Townes Van Zandt Vol. III (cd, My Proud Mountain/ Neurot / Konkurrent)
Iedereen heeft wel eens van die artiesten, waar je altijd nog aan wil beginnen maar niet zo goed weet waar. Ik kan me levendig voorstellen dat dit ook het geval is bij de Amerikaanse folk/countryzanger Townes Van Zandt. Als ik een tip mag geven, dan zou ik beginnen met de 4cd boxset Texas Troubadour. Dan heb je veel uit zijn meest creatieve periode. In 2012 krijgt deze veel te vroeg in 1997 overleden held weer de nodig aandacht als Scott Kelly, Steve Von Till en Wino in 2012 een deel van zijn songs op hun manier naar buiten brengen op Songs Of Townes Van Zandt. Niet de meest voor hand liggende artiesten wellicht om dat te doen, aangezien Scott Kelly (Absent In Body, Mirrors For Psychic Warfare, Shrinebuilder, Blood & Time) en Steve Von Till (Harvestman, Culper Ring) naast alle projecten tussen haakjes toch vooral bekend zijn van de post-hardcore/ doommetal band Neurosis en Wino ook in de hardere stonerhoek opereert. Maar Von Till is diep in zijn hart ook een singer-songwriter en hij wordt diep geraakt door het werk van Van Zandt en stort zich er volledig op. Dat levert de eerste in wat later blijkt een serie op. Diverse klassiekers worden op geheel eigenzinnige wijze gebracht door de drie deelnemers. In 2014 volgt het tweede deel, ditmaal met als uitvoerders Mike Scheidt (Yob), Nate Hall (U.S. Christmas) en John Baizley (Baroness), die wederom meer een metal achtergrond hebben. Het toont maar eens te meer aan dat het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Qua melancholische en grimmige sfeer sluit het eigenlijk allemaal wel naadloos aan bij Van Zandt’s leven. Het project leek daarmee ten einde, maar dit jaar is er Songs Of Townes Van Zandt Vol. III, met als uitvoerenden de Belgische poëtische krachtpatsers Amenra, de stevige Amerikaanse rockers Cave In en de Amerikaanse singer-songwriter Marissa Nadler. Ze brengen hier respectievelijk 3, 4 en 4 covers op hun eigen wijze. Dat wil zeggen dat Nadler het dichtst bij zichzelf blijft en de andere twee met enig respect was gas terugnemen. Dat laatste vind ik doorgaans niet nodig als je iets covert, maar zowel Amenra als Cave In doen dat op zo’n fraaie en gepaste wijze, dat het enkel genieten geblazen is. Tevens is nog goed te horen hoe sterk de tijdloze originelen waren. Op geweldige manier brengen ze een ode aan deze klasbak! En het opent deuren om deze serie in leven te houden, net als de artiest in kwestie.
Naima Bock – Giant Palm (cd, Sub Pop / Konkurrent)
De leuke post-punkband Goat Girl heeft twee albums uitgebracht, die er beide mogen wezen. Eén van de vier dames uit die band, te weten Naima Redina-Bock heeft nu kortweg als Naima Bock haar eigen vleugels uitgeslagen. Ze is een kind van een Braziliaanse vader en een Griekse moeder en heeft zowel in Brazilië als Engeland gewoond, dus de muzikale wortels hebben vele gronden gekend. Over grond gesproken, nadat ze band verliet is ze een tuinbouwbedrijf gestart en begon ze aan de studie archeologie aan University College London. Door de jaren heen schreef Naima steeds al liedjes, die putten uit familie, de aarde en het doorgeven van muziek door generaties heen; traditionals is ze dol op. Maar eigenlijk wist ze niet zo goed wat ze ermee moest doen, totdat Dan Carey van Speedy Wunderground zijn studio gratis aanbood en producer en arrangeur Joel Burton te hulp schoot, kon het lang geleden geplante zaadje eindelijk groeien. Daaruit is samen met vele muzikanten nu het debuut Giant Palm voortgekomen. Het is stemmige singer-songwritermuziek geworden, dat een mix is van traditionele folk, alternatieve rock en Braziliaanse elementen. De arrangementen zitten sterk in elkaar en weten dikwijls prettig te verrassen. Ondanks de bijdrage van zo’n 30 gasten weet ze het behoorlijk sober te houden. Haar zomerzwoele stem, die wel wat weg heeft van een kruising van Molly Drake Jarboe, maakt ook dat het allemaal extra aangenaam klinkt. Stiekem is dit ook nog beter dan wat ze met haar vorige band liet horen. Als slotnummer gooit ze er nog een fraaie Braziliaanse cover uit. Geweldig debuut dat wel zal aarden!
Gazelle Twin – The Entire City (2cd, Anti-Ghost Moon Ray records)
De Britse muzikante Elizabeth Walling (ook wel bekend als Elizabeth Bernholz) laat al zo’n twaalf jaar op experimentele wijze van zich horen als Gazelle Twin. Dat gaat van bijna klassieke en fim-muziek tot bijna ondoorwaadbare mixen van elektronica, dark ambient en industrial, al heeft ze ook horror-folk en pastorale muziek op het menu staan. Haar debuut The Entire City (2011) is opnieuw uitgebracht en aangevuld met een tweede schijf getiteld Wastelands. Dit is een niet eerder uitgegeven werk, dat in dezelfde periode als het moederalbum is gemaakt. Het 12 nummers tellende debuut was al een indrukwekkend begin van haar muzikale carrière met een etherische en gedurfde mix van dark ambient, synthpop, industrial en wave. Het is ondanks dat het zich aan de meer schaduwrijke kant van de muziek afspeelt best toegankelijk, zij het met een creepy twist. Maar dat is eigenlijk ook hetgeen wat haar muziek zo interessant maakt. Op de tweede schijf brengt ze nog eens 6 tracks van samen bijna 20 minuten, die mooi aansluiten op het debuut en toch weer een net ander en meer elektronische sound laten horen. Het is wel geweldig dat dit nu ook eens een officiële release krijgt. Dit alles zal de fans van The Knife, Fever Ray, Planningtorock, Chelsea Wolfe, Miranda Sex Garden, Björk, Insides en Coil wel aanspreken.
Ghost Woman – Ghost Woman (cd, Full Time Hobby / Konkurrent)
Voordat ik ook maar iets had gehoord van de gelijknamige cd van Ghost Woman, dacht ik door de naam en cover dat ik een vrouw zou horen. Maar niets is minder jaar, want dit is het soloproject van de Canadees Evan John Ushenko. Hij werkt hard en timmert al een tijdje aan de weg, maar komt nu pas met zijn debuut. Dat daar de nodige noeste arbeid inzit is wel goed te horen, want zijn muziek is opgebouwd als een huis dat tegen een aardbeving kan. Toch brengt hij ook de nodige psychedelica, die wellicht wat minder vaste grond onder de voeten doet vermoeden. Verder lijkt hij geen genre of tijd voor ogen te hebben, wat maakt dat zijn muziek op tijdloze wijze zich door meerdere decennia boort. Met zijn pakkende stem voert hij je moeiteloos mee. En dat klinkt dan als een onwaarschijnlijke en steeds wisselende kruisbestuiving van Thee Hypnotics, The Doors, Beak>, The Jesus And Mary Chain, Velvet Underground, The Telescopes en The Byrds. Duidelijk toch? Misschien niet, maar wel zo lekker en interessant dat je dit gewoon zelf even moet proberen.
François Robin & Mathias Delplanque – L’Ombre De La Bête (cd, Parenthèses/ À La Zim! / Xango Music Distribution)
Mathias Delplanque, geboren in Ouagadougou (Burkina Faso), is een Franse componist die muziek maakt op het snijvlak van musique concrète, neoklassiek en experimentele elektronica. Ik leer hem kennen via de uiterst interessante “Mind Travels”-serie van het prestigieuze Franse label Ici D’Alleurs. Inmiddels ben ik al wat meer ingeluisterd in zijn overige, veelal experimentele werken. Op het album L’Ombre De La Bête, hetgeen “de schaduw van het beest” betekent, werkt hij samen met de muzikant François Robin. Deze heeft de afgelopen 15 jaar zich verdienstelijk gemaakt in het elektro-akoestische muziekgebied en is met name bekend om zijn gebruik van de veuze, hetgeen een Bretonse doedelzak is. Hij heeft net als Delplanque met vele artiesten en groepen samengewerkt. De twee blijken prima bij elkaar te passen. Robin zorgt voor de wereldse en Middeleeuwse inbreng met veuze, Armeense duduk, mizmar en viool, terwijl Delplanque dit met synthesizers en live sampling in moderne en meer Westerse ambiance plaatst. De spanningsbogen die ze daarmee genereren zijn niet alleen fascinerend maar ook van een ongekende schoonheid. Het klinkt haast als een hybride van David Shea, Dead Can Dance, Mechtild Von Leusch, Faust, Can en Akira Rabelais, maar dan gestoken in een David Lynch-achtige setting. Het moge duidelijk zijn dat dit een beestachtig goed album is, dat het verdient om in de schijnwerpers te staan.
Soccer Mommy – Sometimes Forever (cd, Loma Vista)
Het verbaast me niks dat de doeltreffende mix van alternatieve en indie-rock van Soccer Mommy naar een sublabel van Warner Bros verhuist. En dat terwijl de pas 25-jarige Sophie Allison eigenlijk pas net komt kijken. Maar haar eerdere albums maken wel op overtuigende wijze een diepe indruk. Ondanks het platgetreden muzikale pad waarop ze zich bevindt, weet ze toch een authentiek geluid aan de dag te leggen. Op haar nieuwe album Sometimes Forever pakt ze het allemaal nog een tikje robuuster aan en brengt ze naast de genoemde stijlen ook shoegaze, droompop, surf en noise. Qua zang weet ze je wederom al snel in de houdgreep te nemen, maar die vlieger gaat nu meer dan ooit ook voor haar muziek op. Ze gaat los van de stap die ze labelgewijs maakt eigenlijk nog meer haar eigen gang, waarbij ze in het straatje van Japanese Breakfast, Angel Olsen, Nina Nastasia, Phoebe Bridgers, Pinback, Big Thief en Cat Power past. En daar is het fijn vertoeven. Soccer Mommy scoort hier veel bonuspunten!
Zola Jesus – Arkhon (cd, Sacred Bones / Konkurrent)
Het is gewoon alweer zo’n 5 jaar geleden dat het laatste album van Zola Jesus is verschenen. De tijd vliegt gek soms, want zo lang voelt het echt niet. Dit project van de in Amerika geboren en getogen Nika Roza Danilova of eigenlijk Nicole Rose Hummel, maar van Russische komaf, is eigenlijk sinds de start in 2008 niet meer weg te denken uit de alternatieve muziekscene. Ze grijpt met haar muziek altijd stevig terug naar de jaren 70 en 80, waarbij haar voorbeelden als Diamanda Galas, Swans, Throbbing Gristle, Joy Division, Cabaret Voltaire en Lydia Lunch deels terug te horen zijn. De muziek bestaat meestal uit een blend van wave, gothic, klassiek, industrial, avant-garde, synthpop elektronische en experimentele muziek. En dan heb ik het nog niet eens over haar krachtige, imponerende en sterk op Siouxsie gelijkende stem gehad, want die is alleen voldoende om een diepe indruk te maken. Toch bijzonder voor een van huis uit operazangeres, hetgeen je nog wel eens terug hoort als ze de hoogte in gaat. Maar ze is nu terug met Arkhon, waarop Nika (zang, piano, synthesizers, programmering) samenwerkt met drummer/percussionist Matt Chamberlain en niet in de laatste plaats toetsenist, programmeur en producent Randall Dunn (Sunn O))), Secret Chiefs 3, Master Musicians Of Bukkake). Wellicht dat dit voor wat extra gif heeft gezorgd, want ze komt op overtuigende wijze uit de hoek. De hulptroepen had ze ingeroepen omdat ze muurvast zat in haar creatieve proces. Daarvan is hier niks terug te horen, want ze maakt vlijmscherpe combinaties van de eerder genoemde genres en weeft er tevens wat shoegaze doorheen. Toch zijn er ook momenten die je enkel als wonderschoon kunt bestempelen. Zola Jesus lijkt vooral iets over te willen brengen, dan zich druk te maken over in welk genre haar muziek belandt. Ze is een soort sirene, zij het dat ze je niet op de klippen laat lopen maar je door de scherpe spelonken van de kliffen meevoert naar de duistere en toch ook fraaie en bovenal fascinerende kanten van het leven. Liefhebbers van onder meer Fever Ray, Austra, Chelsea Wolfe, Nadine Shah, Siouxsie & The Banshees, Beach House en Jenny Hval. Het is een net zo krachtig als machtig mooi album geworden.