Het was voor Nederland niet doorbijten als Uruguay maar wel tot op het bot gaan in Panama helaas. Dóór naar onze lijstjes uit het:
We luisterden naar: EF, Foxpockets, Boris Kovač & La Campanella, Lewis, Edvard Graham Lewis (2x), Sean Piñeiro, Röyksopp & Robyn, Venetian Snares, Various Artists: Elements One – Five (地 | 水 | 火 | 風 | 空), Loren Connors / Vapour Theories, Ben Vida, Mats/Morgan en Jett Rebel.
EF – Ceremonies (cd, And The Sound)
Ook helemaal gemist dat de Zweedse formatie EF alweer hun vierde cd Ceremonies vorig jaar heeft uitgebracht. Maar bij deze. De groep start in 2003 en brengt veelal stemmige postrock met heel veel dromerige momenten. De groep bestaat in basis uit het vijftal Tomas Torsson (gitaar, zang), Daniel Öhman (gitaar, keyboards, laptop), Niklas Åström (drums), Erik Jardestig (gitaar) en Emanuel Olsson (bas). In basis, want op hun nieuwste cd krijgen ze ondersteuning van vele gasten op cello, viool, trompet, trombone, drums en zang. Hiermee brengen ze wederom heerlijk droefgeestige maar tegelijkertijd warme postrock die het midden houdt tussen Sigur Rós, Immanu El, Explosions In The Sky, I Like Trains en Mono. En dat zijn bepaald niet de minste referenties dacht ik zo? Een ijzersterk album dat gehoord mag worden!
Foxpockets – Hope Can Make Feeble Ones Earnest & Brave (cd-r, Reverb Worship)
Het leuke microlabel Reverb Worship in bijzondere folk, experimentele muziek en donkere singer-songwritermuziek. En als een release uitverkoopt, zijn ze ook niet de beroerdste om er soms weer een tweede editie van te persen. Zo kwamen onlangs twee albums van The Hare And The Moon en één van Moonswift weer tot leven. En tot de laatste paar nieuwere releases behoren (verzameld) werk van Heidi Harrid en Sand Snowman. Foxpockets is een Brits experimenteel folkgezelschap, dat al eerder een release op het label heeft uitgebracht. Nu hun tweede Hope Can Make Feeble Ones Earnest & Brave. Katharine Simner (zang, lepels), Justin Schamotta (accordeon, klokkenspel), Jennifer Schamotta (harp, zang), Samuel Tetley (banjo, percussie, zang) en Tim Eastwood (contrabas, viool) laten hierop weer een heerlijk folkgeluid horen dat druipt van de melancholie. Ze larderen dat alles met speelse elementen en lichte experimenten. Lichter dan Doomed Bird Of Providence en donkerder dan Beirut. Wonderschoon!
Boris Kovač & La Campanella – Eastern Moon Rising (cd, World Music Network/Riverboat)
Boris Kovač leer ik begin jaren 90 kennen als een geweldige avant-garde dan nog Joegoslavische componist, al dan niet met het Ritual Nova ensemble. Nadien ontvlucht hij zijn land dat geteisterd wordt door oorlogen en woont 5 jaar lang in Italië, Slovenië en Oostenrijk, hetgeen hem ook bij diverse internationale labels brengt. Zijn muziek varieert ook telkens, van avant-garde, dark cabaret en klassiek tot folk, etnische muziek en experimentele muziek. Maar wat hij ook maakt, je hoort altijd de Oost-Europese invloeden, die niet enkel Joegoslavische roots hebben maar ook Hongaarse, Roemeense en Bulgaarse. Na de bombardementen in 1999 formeert hij zijn LaDaABa Orchest, dat staat voor La Danza Apocalyptica Balcanica, die op smaakvolle wijze op de Balkan Beats aansluiten en waarmee ze de oorlog uit hun systeem proberen te dansen. Hierna maakt hij muziek met het La Campanella Ensemble, waarvan de schitterende cd’s World After History (2005) en Fly By (2012) verschijnen. Grof gezegd klinkt het als een Servische variant op Tuxedomoon; dezelfde nachtelijkheid maar dan met een droefgeestig Balkan sausje. Het Trikont label brengt nu Eastern Moon Rising, dat in feite een compilatie is van beide albums, zij het dat er her en der nog wat aan de arrangementen is gesleuteld. Neemt niet weg dat dit een prachtige instapplaat is geworden van dit bijzondere gezelschap.
Luister Online:
Eastern Moon Rising
Lewis – L’Amour (cd, Light In The Attic)
Toen deze release L’Amour van ene Lewis aangeprezen werd door de diverse mailorder
s, twijfelde ik nog even omdat het een al een album uit 1983 was en ik mijn retro inkopen probeer te beperken. Maar door het zeer overtuigende en fraaie stuk van mede-Subjectivist Gerrard ben ik compleet om. Ommer dan om misschien wel. Eén van mijn allergrootste helden ooit is namelijk Nick Drake en daar komt deze ook echt in de buurt, zij het dat hier wat meer piano en synthesizer in plaats van akoestische gitaar te horen is. Maar die breekbare stem, sjonge! Daarom ben ik ook fan van artiesten als Jackson C. Frank van vroeger en Gareth Dickson (ook wel als Nicked Drake optredend) van nu. Ik wil ook graag verwijzen naar het artikel van Gerard, want mooier kan ik zijn borsthaar toch niet duiden. Maar dit is zo’n vergeten parel die ineens boven komt drijven, dat je enkel verguld kunt zijn van vondst van een verloren schat als deze. Een enorme aanrader voor eenieder die isolationistische, melancholische en mysterieuze pracht hoog in het vaandel heeft staan. Niemand weet wie hij is, maar hij heeft een stem die iedereen horen moet.
Luister Online:
L’Amour
Edvard Graham Lewis – All Over (cd, Editions Mego)
Edvard Graham Lewis – All Under (cd, Editions Mego)
Graham Lewis geniet waarschijnlijk de grootste bekendheid als bassist van de legendarische Britse formatie Wire en het daarop volgende Wir. Maar de vele zijprojecten die hij erop nahoudt mogen er ook wezen. Wat te denken van Dome, P’o, Cupol, Duet Emmo, H-A-L-O Lewis, He Said, He Said Omala, Hox, Ocsid, 27#11 of gewoon het duo Bruce Gilbert & Graham Lewis? Stuk voor stuk toonaangevende experimentele avant-garde projecten. Toch is het nu al geruime tijd angstvallig stil rond deze, tegenwoordig in Zweden woonachtige held. En dan is daar ineens All Over, waarop je meteen hoort dat hij een groot aandeel heeft gehad in het geluid van Wire. Met zijn lekker herfstige licht galmende zang en zijn typische, verstrooiende basspel. Hij omlijst dit alles verder met experimentele elektronica, synthesizerpartijen en allerhande geluiden. En eigenlijk komt hij met dit alles uit op een dwarsdoorsnede van alles wat hij ooit gemaakt. De betere 4ad en Mute tijden herleven op hedendaagse wijze. Hij krijgt her en der nog steun van Andreas Karperyd (Omala, He Said Omala, Obconic, Hox), Jan Lundkvist (Webstarna), Michael Begg (Human Greed), Paul Thompsen Kirk (Akatombo) en Linda Dahl. Ouderwets genieten van modernismen, die gaan van avant-garde, drones en industrial tot pop en techno. Een prachtig unicum!
De zusterrelease All Under is net als de vorige zo’n 40 minuten lang maar telt slechts 4 composities in plaats van 12 op de andere schijf. Hierop brengt hij een compilatie van soundtracks en installaties. Alle werken op beide cd’s zijn tussen 2003-2013 geschreven. Dit is wel andere koek. De muziek is veel abstracter, duisterder en ook moeilijker. Dat wil niet zeggen dat het niet genieten geblazen is van deze intrigerende wonderlijke klanklandschappen al dan niet voorzien van spoken word en zang. Ook hier krijgt hij hulp van P.T. Kirk en tevens van Thomas Öberg (27#11, Bob Hund, Bergman Rock, Oven And Stove, Ski-Fi SKANE) en zangeres Pauline Svanerö. Lewis mag dan al 61 zijn, hij toont aan dat goede muziek niet gaat over leeftijd, zoals in het dagelijks leven dat ook geen issue is. Dat zit tussen de oren van de mensen. Hij brengt in elk geval weer een hoop luisteravonturen tussen de oren. Hij brengt hier twee totaal verschillende en toch in elkaars verlengde liggende spannende albums. Wat een ongelooflijke klasbak is deze man!
Sean Piñeiro – Saved Once Twice (cd, Kí)
Op de vraag of platenlabels er nog toe doen is het antwoord volmondig “ja!”. Zeker in het geval van Kí, dat onderdak biedt aan heel bijzondere elektronische artiesten. Dat geldt niet in de laatste plaats voor de uit Brooklyn afkomstige Sean Piñeiro, die via Barcelona tegenwoordig in Berlijn verblijft. Hij een samplemuzikant en haalt zijn samples uit film, reclames, youtube video’s, cartoon en tevens uit muziek als jazz, folk en klassiek. Hiermee probeert hij altijd een verhaal te vertellen. Hij weet de composities ondanks de ingrediënten ergens tussen IDM, dark ambient, techno, grime en neoklassiek te laten eindigen. Hij weet heel bijzondere, afwisselende composities samen te stellen, ook qua zang, die nauwelijks als samplereeksen klinken. Daarbij geeft hij aan alles een mysterieuze en melancholische draai. Het werkelijk van een aparte klasse en schoonheid wat hij hier laat horen!
Luister Online:
Saved Once Twice
Röyks
opp & Robyn – Do it again (mcd, Dog Triumph)
Het debuut Music A.M. uit 2002 van het Noorse duo Röyksopp vind ik wel goed, maar daarna haak ik af. Van/met de Zweedse popzangeres Robyn (Robin Miriam Carlsson) heb ik niets. Maar soms weet een combinatie van ingrediënten ineens te verrassen. Dat is ook precies wat er gebeurt op hun gezamenlijke mini Do It Again van maar liefst 35 minuten. Met name opener “Monument” is prachtig en mysterieus en doet me aan de latere Bel Canto denken. Als de housebeats daarna wat vaker de overhand nemen, blijven ze in een bepaalde onderkoelde, duistere sfeer hangen die me wel bevalt. Daarna wisselen rustig en meer uptempo elkaar mooi af. Dit mogen ze van mij best vaker doen. Do it again!
Venetian Snares – My Love Is A Bulldozer (cd, Planet Mu)
Venetian Snares is al sinds begin jaren 90 het project van Aaron Funk, die met zijn onregelmatige bijna militante breakcore en experimenten een grote indruk maakt. Na een paar albums geloof ik het qua gestuiter wel, totdat hij in 2005 met het meesterwerk Rossz Csillag Alatt Született komt aanzetten. Hierop combineert hij op ludieke wijze modern klassiek aan knetterharde breakcore. Een overrompelend meesterwerk. Ook daarna volg ik hem niet op de voet, hij brengt ook nogal wat uit. Twee jaar later val ik wel weer als een blok voor My Downfall (original soundtrack), die wel aansluit op die voorgaande. En nu is het met My Love Is A Bulldozer weer raak. Harde breakbeats worden afgewisseld met modern klassiek, metal, IDM, ballads en zelfs soulvolle zang en flamenco. Knettergek en tevens overdonderend mooi. Ergens tussen Igorrr, Third Eye Foundation, Foetus en een klassiek ensemble in. Funk brengt een geweldig afwisselend album. Misschien wel één van zijn allerbeste?
Various Artists: Elements One – Five (地 | 水 | 火 | 風 | 空) (5x cd, Home Normal)
Het fantastische Home Normal is maart dit jaar vijf jaar geworden. Dat vieren ze met maar liefst 5 compilatie cd’s en meer dan 60 artiesten uit of rondom hun stal die allen een prachtige track afleveren. Elke cd is gestoken in een fraaie insteekhoes en heeft een dia erbij zitten. Dat alles zit in een grote insteekhoes en die weer in een mooie kartonnen doos (tevens verzenddoos) met nog een filmstrook erbij. En de opbrengsten gaan naar 5 verschillende goede doelen. Volg de link van deze release hierboven en je kunt er alles over lezen. Zo vier je nog eens een feestje! Ik ga de artiesten niet opsommen. Kijk en luister vooral zelf. Hieronder de vijf verschillende cd’s of via de bovenstaande link alle 64 nummers op één hoop. Van harte Home Normal en nog vele jaren!
Loren Connors / Vapour Theories – Split (lp, Carbon Records, 2014)
Deze lp kwam bij mij wat later binnen dan de originele release datum (Record Store Day), maar dat mag de pret niet drukken. Solo gitarist Loren Connors laat op de A-kant een mooie liveset horen, opgenomen in het Londense Cafe OTO in 2011. Een op het eerste gehoor één enkel langgerekt akkoord wordt voorzichtig een bepaalde kant opgestuurd middels subtiele effecten en echo’s, waarna het instrumentale stuk tegen het eind relatief gezien explodeert complexe en harde aanslagen. Vapour Theories is het duo Michael en John Gibbons van Bardo Pond en ook zij zijn niet te beroerd een flink donker stuk neer te zetten met alleen de gitaar als instrument. Kant B ligt wel een stuk zwaarder op de maag dankzij het tweetal van elektrische gitaren die een gordijn van gruizige drones optrekken, al dan niet met behulp van een e-bow. Ondanks dat de twee kanten een beetje willekeurig bij elkaar op plaat lijken te zijn gezet, is het een aanrader.
Ben Vida – Slipping Control (lp, Shelter Press, 2014)
Ben Vida uit Brooklyn publiceerde vorig jaar een boek met bizarre poezië onder de naam Tztztztzt Î Í Í, geïnspireerd door taal, de ritmiek van de spraak, bepaalde patronen hierin en hoe deze te doorbreken. Om vervolgens zijn “woorden” verder te laten transformeren haalde hij voor de presentatie Tyondai Braxton en Sara Magenheimer erbij, om samen met hem tot diverse interpretaties te komen. Die versies staat nu op Slipping Control, een indrukwekkende serie van 21 nummers waarin zenuwachtig gebalanceerd wordt op een koord van pop en experiment. Modulaire synthesizers, percussie, vocalen en moderne elektronica gaan op zeer gevarieerde wijze hand in hand, en schieten zenuwachtig en kortstondig van abstracte robotcomposities naar meer luisterbare en meer “menselijke” klanken. Een vergezocht concept misschien, maar met volle overgave uitgevoerd en eentje die de oren nog lang na laat wapperen.
Mats/Morgan [schack tati]
Mats Öberg (toetsen) was al blind maar kreeg daar nog tinnitus bij. De activiteiten van zijn BFF Morgan Ågren (drums, in Box, Blixt en veel andere projecten) volgend leek het niet aannemelijk dat er nog nieuw materiaal van het duo zou komen. Maar dan toch is er nu [schack tati], bijna 10 jaar na Thanks For Flying With Us. Door de keyboardgeluiden, de geweldige drumsound en het haast onmenselijk strakke spel lijkt het soms elektronische muziek, in tegenstelling tot de bandsound van het vorige album (sommige live bandplaten klinken ook als Mahavishnu meets Aphex Twin, maar goed). Nu zijn het vooral Mats en Morgan zelf met af en toe een gast. De sfeer is knusser, een beetje melancholiek, maar ook speels zoals we gewend zijn.
Jett Rebel Venus & Mars
Af en toe is er zo’n artiest die eruit springt bij DWDD, zoals bijvoorbeeld Eefje De Visser ooit mijn aandacht trok. Deze jongen deed een Spice Girlscover en ik dacht toen al: die heeft wel iets. Laatst kwam Henny Vrienten, voor hem, wel even meebassen bij de Purple Raincover wat prettige bijval was voor die observatie. Dat bleef echter in m’n achterhoofd en het was er nog niet van gekomen om studiowerk te checken. Nu dan eindelijk zijn twee EP’s op een album gecheckt en verdomd, dat valt niet tegen. Als kind in de peaches & black gevallen en zo zijn er nog wel meer leuke invloeden van voor zijn tijd (maar wel uit de mijne), al is dat misschien ouwelullenpraat. Ik weet eigenlijk niet of hij die opzichtige invloeden nu eerst kwijt moet raken om tot een eigen geluid te komen, het is gewoon al heerlijk frisse, energieke pop en een uitstekend antidotum voor al die saaie mannen met baarden en gevoelens (en andere Giel-emoporno) van tegenwoordig.