We hebben er behoorlijk de pee in de week. En dan is ook de stem achter Calimero en Smurfin niet meer onder ons. Dat is allemaal niet eerlijk en maakt dat onze emoties gaan van heen en weer heen en weer. Voor onbelangstellenden omtrent dit gegeven zijn hier onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: A$AP Rocky, Donnie ft. Vjèze Fur, Popcaan, Ken Camden, Delta Sleep, The Lachy Doley Group, Sara Forslund, Nils Frahm, Takaakira “Taka” Goto, Rachel Grimes, Flo Morrissey, Arthur Russell, The Shape, Stereo Total, Peste Noire en Volahn. En gingen naar: Mor ve Ötesi/Şebnem Ferah.
Gerard
A$AP Rocky – At Long Last A$AP
A$AP doet seventies funk, soul en rap in de blender, plukte een Hendrix-achtige gitarist van de Londense straten (Joe Fox), en nodigde o.a. Kanye West, M.I.A. en zelfs Rod fucking Stewart uit op zijn feestje. Het resultaat is een trip. Rocky is niet zo consciëntieus of politiek als Kendrick Lamar – die ook al zo’n geweldige plaat afleverde dit jaar. Nee, Rocky houdt het straat: hustling, busting, vrouwen, seks, en drugs. En wat dat laatste betreft vooral L$D, een voor rappers niet erg gebruikelijke drug om over op te scheppen. Maar het heeft A$AP duidelijk verlicht. Geen doen om hier enkele prijsnummers te noemen, ze zijn allemaal raak. En alles wordt gedoopt in een even venijnige als fluwelen ’touch’. Je gaat van g-funk via west coast hip hop naar persoonlijke, naargeestige raps, om je vervolgens plots weer in een feest van optimisme en hoop te bevinden. Rocky’s flow is het hele album geweldig scherp en on point. Een té bescheiden mijlpaal van een plaat.
Donnie ft. Vjèze Fur – ‘Koud Als Ik Je Zoen’
Een kneiter van een glijer, deze single van Donnie ft. Vjèze Fur, opgenomen voor de soundtrack van de film ‘Prins’. Een schaamteloos oprechte take op een universeel thema, of je nou 16 of 60 bent. Liefde is mooi, maar doet pijn en gaat voorbij, en dan breek je haar hart. Als Donnie dit nummer in ‘mijn tijd’ had uitgebracht, had ik er zeer waarschijnlijk beschroomd op geschuifeld op een kaolo schoolfeest met dat meisje dat ik toch niet zou krijgen. Donnie en Fur doen een nieuwe generatie pubers een tearjerker annex floorfiller cadeau. Auto-tune vol open en onbeschaamd gaan. ‘Koud Als Ik Je Zoen’ klinkt bedrieglijk simpel, maar vergis je niet: dit nummer is zo strak als Donnie’s blinkende Hermès beltoe.
Popcaan – Unruly Prayer
Om deze rap-bijdrage aan het Schaduwkabinet af te sluiten: een gebed. Een gebed dat dankbaarheid uitspreekt. Voor het leven, voor je vrienden, voor het pad dat je bewandelt; uit overtuiging, per toeval of verdwaald. Een gebed dat een goddeloze als ondergetekende ten diepste ontroert.
Jan Willem
Ken Camden – Dream Memory (cd, Kranky/ Konkurrent)
Ken Camden is een gitarist uit Chicago, die zich graag roert in van alles en nog wat. Soms is dat gitaar georiënteerd zoals bij het noisegezelschap Implodes, maar hij tapt in bands als Arco Flute Foundation, Meisha en Runawei ook uit ambient, postrock, shoegaze en spacerock vaatjes. Solo maakt hij meestal psychedelische ambient. Dream Memory is alweer zijn derde album. Hij verkent hierop de grijze gebieden tussen de slaap en het geheugen, van biochemische tot externe processen. Hij gebruikt hiervoor weer allerlei nieuwe elektronische technieken en combineert dat met Oosterse, spacerock en krautrock elementen en de vocaltron. Dat laatste is een soort stemsampler, waarvoor hij beschikt over de etherische vocalen van Angel Olsen en Emily Elhaj (Implodes). Het resultaat is even geestverruimend als mysterieus, waarbij het merendeel bestaat uit psychedelische ambient en een deel meer de rockstructuren opzoekt. Denk daarbij aan uiteenlopende referenties als Magnog, Tangerine Dream, Karl Heinz Stockhausen, Nudge, Celer, Brian Eno, Jean-Michel Jarre en Stars Of The Lid. Een heerlijke droomplaat.
Delta Sleep – Twin Galaxies (cd, Big Scary Monsters/ Bertus)
In 2010 wordt in het Engelse Cantaburry het kwartet Delta Sleep opgericht. Ze brengen twee epees uit en komen nu pas met hun debuut cd Twin Galaxies. Dat is meteen een bijzonder en gevarieerd album geworden. De hoofdmoot wordt weliswaar gevormd door songs vol sterke math rock, maar dat wisselen ze af met avant-rock, post-punk, indierock en experimentele en progressieve stukken. De ene keer snothard en energiek, maar op andere momenten weten ze ook met ingetogen, bezinnende, doorwrochten of complexe stukken indruk te maken. Van riff tot rust, Delta Sleep doet het goed en op eigen wijze. Daarbij beschikt zanger Devin Yüceil over een goede strot, waarmee hij zingend dan wel schreeuwend de luisteraar weet in te pakken. Her en der duiken er ook wat elektronische elementen op, maar de gitaren maken de dienst uit. Denk aan een fijne kruisbestuiving van Three Mile Pilot, Drive Like Jehu, Faraquet, Long Fin Killie, Don Caballero, Pinback en At The Drive-In. Er zijn bands die slechter debuteren.
The Lachy Doley Group – Conviction (cd, Lachy Doley/ It’s All Happening)
Als je de Australische “Jimmy Hendrix van de Hammond” wordt genoemd, kan dat een enorme last met zich meebrengen. Maar Lachy Doley weet daar schijnbaar moeiteloos mee om te gaan gezien hun twee eerdere albums vol pakkende bluesrock. Sinds 2010 brengt hij met zijn groep namelijk een groots en meeslepende sound. Dat heeft naast zijn geweldige toetsenspel ook alles te maken met zijn geweldige blueszang. Daarmee kan hij zich op afwisselende wijze meten met soul-, jazz- en rockartiesten als John Hiatt, Charles Bradley, Corey Clover, Lenny Kravitz en Mighty Sam McClain. Dat maakt mogelijk nog wel meer indruk dan zijn muziek. Ook op zijn nieuwe cd Conviction is het die soulvolle, getormenteerde zang die zoveel toevoegt aan het geweldige spel. Hij bevindt zich in goed gezelschap van een getalenteerde bassist en drummer en diverse gasten op gospelachtige achtergrondzang, saxofoon, trompet en trombone. Met de hete adem van de jaren 70 in zijn nek brengt hij een energiek en hedendaags dynamisch geheel van soul, blues, Big Band muziek, jazz en rock. Het klinkt haast als Living Colour meets een soulvolle, jazzy Deep Purple en van alles er tussenin. Het is tijdloos genieten met deze avontuurlijke pracht.
Sara Forslund – Water Bacame Wild (cd, Volkoren)
Twee jaar geleden werkt de Zweedse zangeres Sara Forslund nog samen met David Wenngren (Library Tapes, Forestflies, Le Lendemain, Murralin Lane, Below Juneau, Xeltrei) in Birch And Meadow. Ondertussen is ze al hard bezig aan haar solodebuut Water Became Wild, die nu het licht ziet op het voortreffelijke Volkoren label. Ze brengt stemmige, breekbare, zomerzwoele singer-songwritermuziek, waarbij haar bitterzoete zang fraai omlijst wordt door gasten op cello, piano, zang, trompet, gitaar, drums. Onder hen ook de getalenteerde David Åhlén. De gevoelige songs zijn innemend en kruipen diep onder je huid. Je moet denken aan een meeslepende en goed doorwaadbare hybride van Antenne, Sodastream, Trespassers William, Nick Drake, Dévics, Mazzy Star en Birds Of Passage. Een droomdebuut van jewelste!
Nils Frahm – Music For The Motion Picture Victoria (cd, Erased Tapes/ Konkurrent)
De Duitse pianist, producer Nils Frahm presenteert eerder dit jaar al zijn nieuwe cd Solo. Inmiddels is hij ook overstag gegaan wat betreft het maken van een soundtrack. Dat wil hij enkel doen als het om iets bijzonders gaat. Welnu Victoria van Sebastian Schippers is zo’n film (“Een van huis weggelopen meisje kiest voor bestaan als party girl en wordt in het nachtleven mee op sleeptouw genomen door drie vriendelijke mannen. Maar plotseling verandert de wilde feestnacht in een bankoverval.”). Frahm laat op Music For The Motion Picture Victoria een andere kant van zichzelf horen, die meer richting de experimentele neoklassiek gaat. De cd opent nog met een technotrack, maar die komt van DJ Koze. De overige 8 stukken zijn wel van Frahm. Zijn pianospel en elektronica worden hier schitterend begeleid door het cellospel van Anne Müller, de altvioolklanken van Viktor Orri Árnason (Múm, Ólafur Arnalds, Seabear, Hjaltalín, Kiasmos) en de gitaarambient van Erik K. Skodvin (Deaf Center, Svarte Greiner). Het levert verstilde, melancholische filmmuziek op. Wonderschone zwarte pareltjes.
Takaakira “Taka” Goto – Classical Punk And Echoes Under The Beauty (cd, Pelagic)
Takaakira Goto, kortweg Taka Goto, is de gitarist, componist en medeoprichter van de geweldige Japanse post-rockformatie Mono. Hij komt nu met zijn solodebuut Classical Punk And Echoes Under The Beauty, waarop hij zeven instrumentale tracks brengt. Het zijn uiterst droefgeestige composities, waarbij de nadruk ligt op de klassieke, filmische orkestraties. Hoewel de titel een hard album doen vermoeden, zit het punkelement hier vooral in de wijze waarop hij de klassieke muziek met enige regelmaat doorbreekt met rockstructuren en tegendraadse elektronica. De muziek blijft echter op een sereen niveau vol bezinnende pracht met geluiden van strijkers, piano, gitaar, drums en subtiele elektronica. De emotioneel geladen stukken weten je danig in de houdgreep te nemen, zodat je meermaals wegdroomt, nadenkt of gewoonweg ontroerd raakt. Taka houdt het midden tussen zijn eigen band en Anoice, Heinali, Bersarin Quartett, Jóhann Jóhannsson en de meer rustieke kant van Mogwai. Een schoonheid die lang na echoot.
Rachel Grimes – The Clearing (cd, Temporary Residence Ltd./ Konkurrent)
De befaamde Amerikaanse Louisville scene kent vele grote vertegenwoordigers, die zowel de postrock als de neoklassiek een enorme boost hebben gegeven. Denk aan groepen als als Slint, The For Carnation, June Of 44, Rodan, Crain en Rachel’s. Met name die laatste band rond pianiste Rachel Grimes heeft een enorme indruk achter gelaten met hun neoklassiek getinte postrock. De leden zijn gaandeweg hun eigen gang gegaan en ook Rachel laat zo af en toe solo van zich horen, naast (eerdere) bemoeienissen met Sonora Pine, Shanon Wright, Tara Jane O’Neil, Shipping News, Frames, Dianogah, Hula Hoop, King’s Daughters & Sons en The Big Eyes Family Players. Op haar nieuwe cd The Clearing omringt ze zich met loscil (Scott Morgan) en leden uit Shipping News, Metroshifter, Eleven Eleven, Rachel’s en de Amsterdam Sinfonietta. Alles draait weliswaar om het melancholische pianospel van Rachel, maar dat wordt prachtig ingekleurd door anderen met elektronica, violen, altviolen, cello’s, contrabas, harp, hobo, saxofoon, klarinet en percussie. Hierdoor krijgt de instrumentale muziek een enorme diepgang en weet het op emotionele wijze tot de verbeelding te spreken. Filmisch neoklassieke pracht die zijn weerga niet kent. Voer voor liefhebbers van Rachel’s, Nico Muhly, Max Richter, Jóhann Jóhannsson, Sophie Hutchings, Dustin O’Halloran en Kronos Quartet. Een ongelooflijke beauty!
Flo Morrissey – Tomorrow Will Be Beautiful (cd, Glassnote)
Als je op de vooravond van je twintigste verjaardag staat en beschikt over een tijdloze, doorleefde stem, dan heb je wat in je mars. Dat geldt zeker voor de Londense singer-songwriter Flo Morrissey, die nu haar debuut Tomorrow Will Be Beautiful het licht laat zien. Ze zou zo passen in de jaren 70, maar is ook helemaal van nu. Flo (zang, piano, akoestische gitaar, harmonium, rhodes, wurlitzer) brengt tijdloze folk in combinatie met georkestreerde singer-songwritermuziek. Hierbij kan ze rekenen op een keur aan artiesten op onder meer gitaar, bas, synthesizer, harp, harmonium, cello, programmering, drums, vibrafoon, contrabas, viool, mellotron, klarinet en citer. Hoewel de muziek keurig binnen de lijntjes blijft, is het door de zang oprecht en gewoonweg wonderschoon. Liefhebbers van Marissa Nadler, Kate Bush, Jackson C. Frank, Karen Dalton, Agnes Obel, Karen Elson en Joanna Newsom zullen er wel raad mee weten. Wat een belofte voor de toekomst deze jonge nachtegaal!
Arthur Russell – Corn (cd, Audika)
De toonaangevende alleskunner Arthur Russell (1951-1992) is veel te vroeg van ons heengegaan. Postuum verschijnen van deze Amerikaanse cellist, componist en zanger wel oude werken en niet eerder uitgebrachte muziek. Hij heeft onder meer gewerkt met Philip Glass, David Byrne, Steve Reich, Jennifer Warnes, Allen Ginsberg en Bootsy Collins. Hij begeeft zich op avant-gardistische wijze in de wereld van de klassiek, disco, folk, experimentele muziek, dub en rock, waarbij zijn typerende hoge licht zeurende zang een constante fraaie factor is. Nu is er de compilatie Corn met onuitgebracht werk. Deze cd is bepaald geen instapplaat geworden, maar voer voor de liefhebbers. Dit komt omdat de muziek hierop niet kan tippen aan zijn topwerk en nogal wisselend is. Toch weet hij te overtuigen door zijn eigengereidheid en gewoonweg unieke sound. De meest extreme track is afsluiter “Ocean Movie” (luister hieronder), die werkelijk niet representatief is voor mans grootse werk. Maar ja, Russell is er één van de buitencategorie waarvan je niets wilt missen.
The Shape – Lonely Crowd (cd, Bass Department Records/ Five Roses)
Francesco Lucchese (zang, sitar), Davide Grandi (gitaar), Nicola Ciccarelli (drums, keyboards, piano, rhodes, programmering), Alessandro Bussola (gitaar, saxofoon) en Andrea Scamperle (bas) vormen The Shape, waarbij de eerste drie genoemden de groep oprichten in 2011. Vorig jaar debuteren ze in Italië met het goed ontvangen Lonely Crowd. Hierop laat ze een breed scala aan geluiden horen, die door de duistere sfeer op consistente wijze aaneengeregen worden. Maar ze laveren van folkrock en indierock naar stoner, wave en bluesrock, wat dan klinkt als een gevarieerde smeltkroes van Radiohead, Queens Of The Stoneage, Tea Party, Other Lives, Thee Hypnotics, The Decemberists en Interpol. Hierbij vergezelt Michele Sguotti hen met enige regelmaat op viool en altviool. En het goede nieuws is dat dit album nu ook in de rest van Europa is uitgebracht.
Stereo Total – Yéyé Existentialiste (cd, Blow Up/ Konkurrent)
Het in 1993 opgerichte Stereo Total is nou typisch zo’n band die ik veelvuldig tegenkom, maar waarbij ik nooit zo goed weet waar te beginnen. De ideale oplossing komt nu met de 28 nummers tellende compilatie Yéyé Existentialiste. Het Frans-Duitse duo Françoise Cactus (Les Lolitas) en Brezel Göring heeft inmiddels al zo’n 11 albums uitgebracht vol ontwapende, speelse muziek die ergens tussen Duitse electro en Franse chansons uitkomen. Maar ook new wave, electropop, garage, disco, jaren 60 muziek en luchtige postpunk passeren de revue in hun humorvolle sound. De zang in het Engels, Frans en Duits daarbij is even pakkend als charmant. Liefhebbers van zowel Vive La Fête en Chicks On Speed als Cibo Matto, Deerhoof en Nouvelle Vague zullen ervan smullen. Een geweldig overzicht zonder geijkte hits.
Martijn
Mor ve Ötesi/Şebnem Ferah @ Paradiso, Amsterdam
Een verrassende move voor het Holland Festival: Turkse rockers. Misschien wel een beetje te laat, beide artiesten zijn wel een beetje gearriveerd zoals dat heet. Zeker Mor Ve Ötesi, al speelden ze recent nog op SXSW. Ze zijn al regelmatig in Nederland en hun muziek is behoorlijk middle of the road, maar met leuke liedjes en een prettig klinkende leadzanger. Echt spetteren doet het echter niet vanavond en ze gaan ook wat lang door voor een voorprogramma. En als rockdiva Şebnem Ferah eenmaal is begonnen steken ze helemaal bleekjes af. Voor het eerst in Nederland maar gek genoeg niet uitverkocht. Dat had ze wel verdiend want de show staat als een huis en Ferah is een buitengewoon charmante frontvrouw met een dijk van een stem. De zaal, met toch vrij weinig ‚blank’ (HF-)publiek maar vooral fans die hard meezingen, is in ieder geval wel zeer enthousiast. En toch echt Nederlands, want in Turkije scanderen ze haar koosnaampje Şebo en niet Şebnem, zoals vanavond. Jammer genoeg moet om elf uur de stekker er al uit en is het in een klein uurtje al Hoşçakal (‚vaarwel’). Kort maar krachtig, zoals dat heet, maar wel jammer dat de organisatie dit niet even een beetje in de gaten houdt.
Peste Noire La Chaise-Dyable
Volahn Aq’Ab’Al
Famine marcheert lekker door met zijn Peste Noire en de kwaliteit blijft hoog. Een bizarre mix van in wijn gedrenkte folklore en black metal-hooliganisme. Bizar als altijd, zij het ietsje gladder geproduceerd dan het titelloze vorige album. Relatief, want gepolijst klinkt het natuurlijk nog lang niet. De clip hieronder is van de split met Diapsiquir, maar het staat met heropgenomen vocalen ook op dit album. Volahn komt uit Californië en klinkt lekker old school en rauw met fraaie leadgitaren en sfeervolle synths. Ook zijn er wat traditionele Mexicaanse (Maya-)invloeden, de wortels van enig bandlid Eduardo Ramírez. Twee bizarre, gevarieerde en originele black metalwerkstukjes.