Het regent. Water en medailles. Maar ook releases in het lijstje uit het:
SCHADUWKABINET
Ik luisterde naar: Airbag, Babx Et La Maîtrise Populaire De L’Opéra Comique, Conjecture, Halma, Indalaska, Królówczana Smuga, Larmo, Meanwhile Project Ltd, Nightports w/ Matthew Bourne, Alfredo Pumilia, Sutcliffe No More en Złe Oko.
Jan Willem
Airbag – The Century Of The Self (cd, Karisma Records / Creative Eclipse PR)
Voor de betere progressieve rock mag je gerust bij de Noren aankloppen. Zeker als het de band Airbag betreft, die al 20 jaar onderweg is. Toch is The Century Of The Self pas hun zesde album. De groep bestaat hier uit Asle Tostrup (zang, keyboards, programmering), Henrik Bergan Fossum (drums) en Bjørn Riis (gitaar, bas, keyboards, achtergrondzang). Die laatst genoemde komt overigens met enige regelmaat met uitstekende soloalbums. Ze krijgen nog links en rechts hulp op extra gitaar, bas en keyboards. De groep heeft 5 nieuwe nummers gemaakt, maar wel met een totale lengte van 47 minuten. Ze nemen dan ook echt de tijd om hun muziek op en uit te bouwen. Het leeuwendeel bestaat nog altijd uit sfeervolle progressieve rock, maar ze lassen ook akoestische en bijna ambient momenten in. In hun songs geven ze een weerspiegeling van onze tijdgeest, waarin een cancel cultuur, angst en het herschrijven van persoonlijke geschiedenissen deel uit maken, plus hun commentaar op dat alles. Dat levert een emotioneel geladen geheel op, waar ze raakvlakken vertonen met Pink Floyd, Porcupine Tree en Gazpacho. In de laatste twee tracks nemen ze daar dan op stevige wijze weer afstand van en komt zelfs Tool in het vizier. Het is een perfect uitgebalanceerd en prachtalbum geworden, dat voor bezinning en adrenaline zorgt.
Babx Et La Maîtrise Populaire De L’Opéra Comique – La Marche Des Enfants (cd, Buda Musique / Xango Music Distribution)
Babx is het alterego van de Franse pianist en componist David Babin, die al sinds zijn vijfde piano begon te spelen. Zijn eerste (gelijknamige) album stamt uit 2006, toen het project nog met kapitalen werd geschreven. De muziek zit in een eigenzinnige chanson hoek, maar ook jazz, experimenten, pop en rock staan op het menu. Inmiddels zingt hij een toontje lager en zijn de hoofdletters verdwenen, al zou het niet misstaan bij zijn nieuwe album La Marche Des Enfants, dat hij samen met het 48-koppige kinderkoor La Maîtrise Populaire De L’Opéra Comique heeft gemaakt; de subtitel luidt dan ook “Suite Pour Chœur D’Enfants. Naast dit koor doet Babin (piano, timbalen, koorzang, keyboard) zelf mee en muzikanten op cello, (bas) klarinet, drums, vibrafoon, percussie en contrabas. De partituur die Babin heeft geschreven is vooral gebaseerd op de gedichten van William Blake, maar haalt ook James Baldwin en Pasolini aan. De muziek meandert door multiculturele landschappen waar minimal music, jazz, gospel, pop en neoklassiek. Dat levert echt prachtig bezwerende, meeslepende en emotioneel overweldigende muziek op, die liefhebbers van onder meer L’Arpeggiata, Sarah Kirkland Snider, Robert Moran, Michael Nyman en Jessica Curry ook wel zal aanspreken, waarbij er ook wel dat nachtelijke van de Tindersticks doorheen zit. Bepaald geen kinderachtige referenties voor dit wonderschone album.
Conjecture – V (ext. edit.) (cd, Zoharum)
Conjecture is het Griekse muzikale vehikel van Vasilis Angelopoulos, die ook al van zich heeft laten horen in Ognena, We Came From Waters en Gas Masked Lestat. Met Conjecture maakt hij sinds 2013 muziek, die in de experimentele industrialhoek zit. Vaak lardeert hij zijn muziek met noise, dark ambient en allerlei ritmische sounds. In 2019 is zijn album V uitgebracht, dat tot één van zijn sterkste albums gerekend mag worden. Hierop vind je namelijk echt de perfecte hybride van de genoemde genres, die je van begin tot het eind aan de boxen weten te kluisteren. De oorspronkelijke 6 tracks van samen 39 minuten zijn nu opnieuw uitgebracht als V (ext. edit.), waarbij de uitbreiding bestaat uit de 3 tracks van de IV ep uit 2020 plus 4 remixen. Daarmee kom je op 13 tracks van samen 76 minuten. Bij Zoharum weten ze wel hoe je een lustrum moet vieren. Mocht je het niet kennen, het is echt voer voor liefhebbers van onder meer Locust, Maeror Tri, Vidna Obmana, HEXA, Black Lung en Scorn.
Halma – Driving By Numbers (cd, Kapitän Platte / Sonic Rendezvous / Creative Eclipse PR)
Aan het begin van deze eeuw lanceerde de Hamburgse groep Halma hun eerste album. En de rest is geschiedenis zou raar zijn om te zeggen, want de groep is nooit helemaal naar de oppervlakte komen drijven. Dat zegt overigens niks over de kwaliteit van hun muziek, die bestaat uit instrumentale rock met postrock invloeden. De line-up bestaat tegenwoordig uit Fiona McKenzie (drums), Andreas Voss (baritongitaar), Gundi Voigt (bas) en Thorsten Carstens (gitaar) en daarmee presenteren ze ook hun alweer achtste album Driving By Numbers. Ze laten in ruim 40 minuten 4 langgerekte tracks voorbijkomen. Deze kennen een goede opbouw en bevatten een filmisch karakter. Ze schilderen weidse klanklandschappen, die zo nu en dan wat woester worden. Maar meestal houden ze nog net kalm, wat voor mooie spanningsbogen zorgt. Een enkele sample doorbreekt het instrumentale deel. In de slottrack hoor je iemand in het Nederlands getallen opsommen. Het is een meeslepend en tot de verbeelding sprekend topalbum geworden.
Indalaska – Obsilia Luna (cd-r, Ferme-l’œil)
De Franse tweelingbroers Frédéric en Olivier Charlot vormen sinds de eeuwwisseling voor één van de meest onderscheidende muziek uit eigen land. En ook zeer afwisselend. Zo startten ze ooit als met de fijne postrockband Bathyscaphe (aanrader!) om vervolgens door te gaan met het meer experimentele Maninkari. Gelijktijdig houden ze het synthwave-achtige Spyxion en drones en dark ambient gerichte Indalaska er op na. En Alaska geheten als Frédéric dit solo doet. Op de creativiteit van de twee lijkt echter geen maat te staan. Met Indalaska hebben ze inmiddels vier albums uitgebracht, waarvan één digitaal, één op cassette, één op cd en één cd met Alio Die. Nu zijn ze terug met de cd-r Obsilia Luna, dat uitgebracht is op het eigen Ferme-l’œil label, waarop ze in een krappe 41 minuten 8 titelloze tracks het (maan)licht laten zien. Het album is, zoals vaker, gestoken in een waanzinnig mooie A5 hoes. Met elektronica, effecten en allerhande instrumenten brengen ze hier weer een mysterieuze, haast onaardse mix van de genoemde genres, zij het dat ze bepaald niet binnen de lijntjes kleuren. Een paar maal laten ze ook een vrouwenstem horen, die voor zowel etherische klanken als extra geheimzinnige sfeer zorgt. Sowieso weten ze je te overrompelen met deze narcotiserende, hallucinante en tot de verbeelding sprekende pracht.
Królówczana Smuga – Konwulsanki (cd, Zoharum)
Het Poolse Zoharum label weet iedere keer weer te verrassen met muziek uit de alternatieve hoek, die qua genre nogal eens varieert. Een artiest die voor het gemak door vele genres walst dan wel op het snijvlak ervan opereert is Królówczana Smuga, het project rondom Adam Piętak. Dat is niet anders op zijn nieuwe, vijfde album Konwulsanki, hetgeen “convulsies” betekent. Convulsies zijn onbedoelde elektrische ontladingen in de hersenen, zoals bij een epileptische aanval. Hier zal het gebruikt worden voor de muzikale ontladingen, die soms ongebreideld door elkaar vliegen. Je krijgt ambient, rap, metal, folk, alternatieve rock, jazz, industrial en soms klassieke elementen. Zo opent de cd met akoestische gitaren en folk, die plots overgaat in verpletterende metal met evenzo zang en dan transformeert naar industrial en eindigt met een soort kinderliedje. Toch heeft hij de teugels stevig in handen, waardoor alles strak verloopt; niets laat hij ondanks de titel aan het toeval over. Continu weet hij te verrassen met ludieke vondsten, waardoor je tot de eind van het album op de punt van je stoel zit. Een overdonderend luisteravontuur.
Larmo – Alarm (cd, Zoharum)
De Poolse muzikant Mirosław Matyasik is al ruim 20 jaar bezig met het maken van muziek. Hij is onder meer actief geweest als C.H. District en tegenwoordig ook in Düsseldorf. De projecten houden zich altijd ergens op tussen EBM, industrial en experimentele muziek. In 2021 komt daar Larmo bij, waarmee hij na een cassette en een paar splitalbums nu zijn volledige debuut Alarm heeft uitgebracht. Hij smeedt hier uiterst interessante en bovenal eigenzinnige lassen tussen illbient, EBM, industrial, IDM, tribal sounds, breakcore en power elektronica. De muziek bevat zowel uiterst ritmische klanken als zware tegendraadse beats. Het is muziek die het daglicht niet verdraagt, maar soms wel richting de alternatieve dansvloeren koerst. Zeker als gastvocalisten als Gosia, Paula Pieczonka (End Forest, Moira, Brudne Czyny) en Łukasz “Pachu” Pach (Hostia) zich laten horen in een aantal tracks. Het is zo afwisselend, dat je ook uiteenlopende associaties als Black Lung, Skinny Puppy, Christoph De Babalon, Frontline Assembly en Rïcïnn om je oren krijgt. Het zal het niet schoppen tot alarmschijf, maar wel iets dat onder de aandacht gebracht moet worden.
Meanwhile Project Ltd – Sir Mandrill (cd, Kapitän Platte / Sonic Rendezvous / Creative Eclipse PR)
Het is alweer 4 jaar geleden dat het Duitse progressieve rockduo Meanwhile Project Ltd van zich liet horen. De groep bestaat uit Marcell Birrek en Marcus Adams, maar op hun album en live laten ze zich altijd door een gast of drie helpen. Ze brachten al vanaf 2008 hun eerste release uit en daarna slechts mondjesmaat nog wat. Toch mag hun progressieve rock, die af en toe ook de alternatieve rock aantikt er altijd wel wezen. Dat geldt ook voor hun vierde album Sir Mandrill, waarop ze in een kleine drie kwartier 11 nieuwe nummers de revue laten passeren. Naar eigen zeggen zijn ze door bands als dEUS, Motorpsycho, The Villagers en Calexico beïnvloed, maar ik hoor ook groepen als Marillion en Porcupine Tree terug in hun rijke sounds. Ze brengen harmonieuze zang en samenzang, rijk gedetailleerde rock met uiteenlopende instrumenten, van gitaar tot viool en piano. Daarmee weten ze je helemaal in te pakken en even weg te nemen uit de realiteit. Een prachtig, bezinnend album.
Nightports w/ Matthew Bourne – Dulcitone 1804 (cd, Leaf / Konkurrent)
Nightports is een Brits duo bestaande uit Adam Martin en Mark Slater. Ze werken op hun album met bepaalde restricties: alleen geluiden die door de aanbevolen muzikant zijn geproduceerd, mogen worden gebruikt; niks anders. Deze geluiden kunnen onbeperkt worden getransformeerd, vervormd, vertaald, verwerkt en opnieuw verwerkt, uitgerekt, geknipt, geordend en opnieuw geordend. Hun muziek wordt zo op meer spontane wijze vormgegeven. Dat doen ze steeds met een andere gast. Zo zijn met dit concept Betamax, Tom Herbert en Matthew Bourne al aan de beurt geweest, waarbij de namen ook in de titel van het album terugkwamen. Op Dulcitone 1804 werken Martin (elektronica) en Slater (live elektronica) andermaal samen met de Britse pianist/componist Matthew Bourne. Die laatste is bezig aan een druk jaar, want eerder verscheen al het prachtdebuut van zijn nieuwe project MINING en binnenkort komt er ook weer een soloalbum aan. Bourne brengt hier geluiden op de dulcitone. Dat is een toetsinstrument waarbij geluid wordt geproduceerd door een reeks stemvorken, die trillen wanneer ze worden aangeslagen door met vilt bedekte hamers die worden geactiveerd door het toetsenbord. De dulcitone als middelpunt, die soms wel wat van een gamelan weg heeft, maar waarbij de ingrepen van Nightports het verschil maken. Zij brengen het instrument op plekken waar het niet of nooit geweest is. In een klein half uur leveren ze 11 tracks die het midden houden tussen ambient, jazz, elektro-akoestische muziek en minimal music. Eigenlijk past het nooit helemaal en dat maakt het ook zo biologerend. Ze zetten zo hun ijzersterke reeks door.
Alfredo Pumilia – Miradois (cd, Liburia Records / Xango Music Distribution)
Alfredo Pumilia is een muzikant uit Napels. Hij begon zijn muzikale pad ooit met de dwarsfluit maar eindigde via de gitaar uiteindelijk bij de viool, waarmee hij ook afstudeerde aan het conservatorium in dezelfde stad. De interesse voor het instrument werd geboren door de Roma jazz. Hij raakte daarbij nieuwsgierig en gepassioneerd door de verschillende talen van Oost-Europa, waarbij hij de studie van klassieke muziek altijd levend hield. Hij heeft in andere bands al enige ervaring opgedaan, maar komt nu met zijn solodebuut Miradois, vernoemd naar de heuvel uit zijn stad. Een heuvel torent altijd uit boven de rest en zorgt voor een brede blik, hetgeen passend is voor zijn muziek. In plaats van één stijl te omarmen brengt Pumilia hier combinaties van flamenco, Turkse muziek, Balkan sounds, Roma jazz en bluegrass. Pumilia (viool) serveert 7 composities van samen bijna 40 minuten lang en mag rekenen op vier muzikanten op piano-synthesizer, bas, drums en percussie. Hiermee weten ze zich al aardig door de genoemde genres te manoeuvreren, maar de extra wereldse saus komt van de gasten op dudul, oud, klarinet, fluiten, flamencogitaar en effecten. Pumilia en de zijnen weten de mix op natuurlijke, eigengereide en virtuoze wijze te brengen. Bekende sounds dansen met andere om elkaar heen om vervolgens nieuwe wegen in te slaan. En er zit overal een heerlijk melancholisch tintje door. Het is een gloedvol droomdebuut geworden.
Sutcliffe No More – Cute (cd, Zoharum)
Bodychoke, Slaves No More, Inertia en Sutcliffe Jugend zijn allemaal noise, industrial dan wel power elektronica projecten van de Britse muzikanten Kevin Tomkins en Paul Taylor. Vaak samen, maar ook wel eens met andere muzikanten, waarbij de heren respectievelijk meer dan 40 en 30 jaar hun muziek naar buiten brengen. In 2021 komt daar ook Sutcliffe No More bij, waarmee ze wederom op krachtige wijze van zich laten horen. Ze zijn nu terug met hun nieuwe album met de ietwat misleidende titel Cute. Met zang, spoken word, synthesizers, samples en allerhande effecten creëren ze een vlijmscherp, kaalgeslagen geluid, dat naast power elektronica ook industriële en (white) noise klanken van weleer bevat. Dat gaat echt van ritmische en doorwaadbare naar volslagen kakofonische stukken. Hierbij variëren ze ook regelmatig met volume en kracht. Ze weten je in 11 tracks van samen 66 minuten lang heel stevig in de houdgreep te nemen. Het is eigenlijk ongelooflijk dat ze zich al zo lang en op zulk hoog niveau weten te handhaven met een volslagen eigen geluid.
Złe Oko – Xenos (cd, Zoharum)
Złe Oko, hetgeen Pools is voor “kwade oog”, is het soloproject van de in Oslo woonachtige Poolse muzikante Olga 23. Hiermee debuteerde ze in 2019 met het machtige album Cykuta, waar ze elektronische noise brengt met dubelementen en andere geluiden er doorheen. Zelf bestempelt ze het wel als feminoise. Dat laat ze wederom horen op haar nieuwe album Xenos, waarop ze 9 nieuwe tracks het licht laat zien; al is dat laatste enkel spreekwoordelijk. Het geluid is iets meer de illbient kant op geschoven en bevat verder ook drones. De output is log, krachtig en dikwijls gehuld in duisternis. Daarmee weet Złe Oko diepe indruk te maken. Dat wordt dikwijls geaccentueerd door haar sterke, scherpe vocale partijen. Met de teksten daagt ze de gevestigde orde uit en wil ze bestaande patronen doorbreken en stereotypen ter discussie stellen, die gedachteloos door volgende generaties zijn gecultiveerd. Soms klinkt het uiterst onheilspellend, maar het levert een imposant geheel op.