We moeten de auto vaker laten staan, maar ondertussen zijn er steeds minder mogelijkheden met het OV. Gelukkig loopt het wel als een trein en klopt het als een bus in het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: High Castle Teleorkestra, Kurws, Polski Piach, Max Richter, Bjørn Riis, RSS BOY 1, Soft Ffog, Sounds Of New Soma, Spice, Σtella (Stella), von Stroheim en TV Priest.
Jan Willem
High Castle Teleorkestra – The Egg That Never Opened (Radio Free Albemuth Part 1) (cd, Art As Catharsis / Creative Eclipse PR)
Je hebt supergroepen en super-supergroepen. Eentje van die laatste categorie en waar, mede door twee zeer veelbelovende singles, al twee jaar reikhalzend naar wordt uitgekeken is High Castle Teleorkestra. Deze bestaat uit Chris Bogen (gitaar, keyboards, lap steel, melodica, noises), Stian Carstensen (accordeon, pedal steel, zang, ritmegitaar) van Farmers Market, Timba Harris (viool, altviool) van Estradasphere, Secret Chiefs 3 (en aanpalende projecten), Probosci en Master Musicians Of Bukkake, Bär McKinnon (tenorsaxofoon, fluit, klarinet, zang, keyboards) van Mr. Bungle, Secret Chiefs 3 en Umlaut, Dave Murray (drums) van Estradasphere, Sculptured en Traun en Tim Smolens (bas, cello, contrabas, zang, piano, keyboards) van Estradasphere, Secret Chiefs 3 en Fishtank Ensemble. Dat is op zich al een indrukwekkende lijst muzikanten, maar dan is er nog een gastenlijst die er mag wezen (sla gerust over):
Gastenlijst-intermezzo:
Sai Boag (synthesizer), Danny Heifetz (drums, vibrafoon) van Mr. Bungle, Secret Chiefs 3 (en aanpalende projecten) en Dieselhed, Pieta Hextall (fagot) van Umlaut, Luke Kirley (trombone, tuba) van Estradasphere en Came Cruda, Giani Lincan (cimbalom), Monica Ludekens (Franse hoorn) van Umlaut, Vinnie “Saturn” Metts (drums, vibrafoon), Caitlin O’Connor (zang) van PURE, George “GoPo” Phillips (noise collages), Rory Reagan (drums), Federico Randazzo (tenorsaxofoon, fluit, klarinet), Adam Stacey (accordeon) van Estradasphere en Secret Chiefs 3, Jason Usry (noise collages), Jarle Vespestad (drums, percussie) van Farmers Market en Supersilent, Antonie Veskovski (vibrafoon) van Fighting Windmills, John Whooley (tenor-/alt-saxofoon) van Estradasphere en Georgi Yanev (viool) van Koka Mass Jazz. Ofwel een keur aan muzikanten van de VS tot Noorwegen, Macedonië, Bulgarije en Nederland.
Het debuut The Egg That Never Opened (Radio Free Albemuth Part 1) is nu een heugelijk feit en verkrijgbaar in verschillende edities; ook als dubbelalbum met andere versies van de 10 albumtracks en met een schitterend uitgebreid artwork. Ik beperk me tot de 10 reguliere tracks. Nu ja regulier kan je dit bepaald niet noemen natuurlijk. Het is een muzikale odyssee gebaseerd op het boek “Radio Free Albemuth” van Philip K. Dick. Hoewel de genres die ze doorkruizen op basis van hun muziek bij eerdere werkgevers wellicht niet verrassend is, is de manier waarop ze die hier weer op innovatieve en energieke wijze neerzetten dat wel. Het gaat namelijk van Oost-Europese folk en jaren 50 surfmuziek naar metal en duistere filmmuziek, waarbij ze romantische “stemmen en inhaken”-momenten ook niet uit de weg gaan. Wat dat betreft is het een mooie doorsnede geworden van de genoemde bands en wat ook een band als Igorrr nog wel eens laat horen. Het is een overdonderend meesterwerk geworden.
Kurws – Powięź / Fascia (cd, Gusstaff / Xango Music Distribution)
De in 2008 opgerichte Poolse groep Kurws, voorheen ook wel The Kurws geheten, heeft een broertje dood aan genres, van a naar b, kop en staart en dat soort zaken. Ze houden er veel meer van om op avontuurlijke wijze te experimenteren en improviseren. En dat heeft ze geen windeieren gelegd, want hun drie voorgaande albums mogen er wezen. Dat geldt ook weer voor hun vierde worp Powięź / Fascia, ofwel bindweefsel. Je krijgt doordat ze de nummers van Engelse vertalingen voorzien meteen een cursus Pools. Maar je krijgt nog meer een les in hoe recht krom is en krom ook recht kan zijn, met de gezamenlijke inzet als bindweefsel. Ze varen wel een soort koers maar slaan gewoon heel onverwacht vele zijwegen in. De groep bestaat hier uit uit Dawid Andrzej Bargenda (drums), Hubert Kostkiewicz (gitaar, waterphone, bellen) en Jakub Majchrzak (bas), waarbij ze de stemmen, tapes en saxofoon achter zich hebben gelaten. Het is meer basaal maar ook urgenter, waarbij ze een blend van post-punk, avant-garde, krautrock, no wave, noise en rock in opposition laten horen. Denk daarbij aan een mix, zij het niet als dusdanig herkenbaar, van The Ex, Trumans Water, No Safety, Dog Faced Hermans, Ewa Braun, Faust en Oxbow. Toch is hun muziek ondanks deze aanbevelingen er één die je zelf moet ervaren. Grootse klasse van de buitencategorie!
Polski Piach – Północ (cd, Gusstaff / Xango Music Distribution)
Tupika, Ad Libitum Ensemble, Ea, Warsaw Improvisers Orchestra, Galimadjaz, Krakow Improvisers Orchestra, Meoma, Polish Improvisers Orchestra, Sza/Za en Marcin Olak Quartet zijn allemaal projecten van de Poolse componist, multi-instrumentalist en improvisator Patryk Wydmo Zakrocki. Daar heeft hij twee jaar geleden het trio Polski Piach aan toegevoegd, hetgeen “Pools zand” betekent. Met dit project duiken ze in de spirituele band die het zand van de Mississippi Delta, de Sahara en de Wisła rivier met elkaar verbinden. Het debuut Południe (2020), dat “zuiden” en “middag” betekent in het Pools, laat een tot de verbeelding sprekende kruisbestuiving horen van blues, jazz en kamermuziek met her en der wat wereldse elementen en waarbij je ook met je ogen dicht het gevoel hebt van continent te verplaatsen. Nu is de groep terug met Północ, dat zich dan weer laat vertalen als “noorden” en “middernacht”. Zakrocki (akoestische/elektrische gitaren, stompbox) wordt net als op het debuut vergezeld door Piotr Mełech (basklarinet) en daarnaast completeert Piotr Domagalski (folk basola) het drietal. Ze trekken de lijn van het debuut deels door, maar het is niet alleen qua titel maar ook muziek een tikje donkerder allemaal en tevens filmischer. Door de warme klanken van de folk basola krijgt het geheel ook vaker een folk-tintje. Het is als een romantische thriller, waarbij het spannend maar ook hartverwarmend is. Zeer geslaagde volgende stap van dit project. Nu wachten op “Wschód” en “Zachód”?
Max Richter – The New Four Seasons: Vivaldi Recomposed (cd, Deutsche Grammophon)
De in Duitsland geboren Britse componist Max Richter is een autoriteit als het gaat om neoklassiek, filmmuziek en ook meer experimentele neoklassieke projecten. In 2012 brengt hij in de langlopende “Recomposed By”-serie van het Deutsche Grammophon, dat de nagels steeds meer in de ruggen van neoklassieke componisten steekt, een remake van het bekendste werk van Vivaldi. De brutaliteit zou je haast roepen, ware het niet dat Richter dit echt met verve doet. En met een zekere melancholische aanpak. Maar goed, laat ik niet in het verleden blijven hangen. Richter doet er gewoon nog een schep overheen door dit werk nogmaals te herzien en noemt het The New Four Seasons: Vivaldi Recomposed. Met Elena Urioste als solovioliste en het Chineke! Orchestra in de hoofdrol naast de vintage synthesizers die hij brengt. Zelf noemt hij het meer “punk-rock”, maar dat zal wel te maken hebben met de meer gestreken wereld waar hij vandaan komt. Wel kan ik stellen dat deze nieuwe aanpak zeker een verschil weet te maken en soms de originelen doet verbleken. Oeps, nu vloek ik zelf in de kerk waarschijnlijk? Het is heerlijk rondstruinen op nieuw vormgegeven bekend terrein.
Bjørn Riis – Everything To Everyone (cd, Karisma Records / Plastic Head Distribution / Creative Eclipse PR)
Voordat de Noorse zanger/gitarist/toetsenist Bjørn Riis in 2014 een solocarrière is gestart, speelde hij al in de prog/symfonische rockband Airbag. Dat laatste doet hij nog steeds, maar tussendoor zijn er toch alweer drie soloalbums van hem verschenen. En daar komt nu de vierde Everything To Everyone bij, waarop weliswaar slechts 6 stukken staan, maar die duren wel maar liefst 50 minuten samen. Hoewel de output zoals vaker bestaat uit atmosferische progressieve rock, weet hij de songs hier op spannende en sterk wijze op te bouwen. Dat doet hij de hulp van vele gasten, waaronder drummer Henrik Bergan Fossum (Airbag), bassist Kristian Hultgren (Wobbler), pianist Simen Valldal Johanncasen (Oak), gitarist Ole Michael Bjørndal (Caligonaut) en zangeres Mimmi Tamba. Riis laat hier zich van zijn beste kant horen, met muziek die je compleet overrompeld om niet meer los te laten. Het is sfeervol, dromerig, melancholisch en soms ook zeer krachtig, maar zonder uitzondering intens en oprecht. Liefhebbers van onder meer Porcupine Tree, Pink Floyd, Marillion en natuurlijk Airbag maar ook die van Idaho, Power Of Dreams en Hammond doen er goed aan deze ook eens te beluisteren. Dit is zonder enige twijfel zijn magnum opus.
RSS BOY 1 – Mythologie (cd, Gusstaff / Xango Music Distribution)
Na een goede tien jaar met het abstracte technoduo RSS BOYS te hebben gemaakt, heeft RSS BOY 1 besloten ook eens solomateriaal naar buiten te brengen. Net als het duo blijft ook hier de echte naam achterwege, maar gaat het zeer waarschijnlijk om een Poolse artiest. Op zijn eerste cd Mythology wordt gesteld dat de mythologie aan het verdwijnen is. Daarnaast wordt de vraag gesteld of je nog droomt, of deze leuk zijn en of je ze überhaupt herinnert. RSS BOY 1 lijkt dus vooral de meer tot de verbeelding sprekende wereld te willen aanspreken en tot leven te brengen. Dit doet hij door samen te werken met diverse gasten. Zo krijg je voordrachten van mythische gedichten door Arash Bolouri, die eerder samen heeft gewerkt met Sote, Japanse teksten en zang van Judicious Broski en traditionele Maleisische zang van Marianne Mun. Maar ook muzikaal gezien pakt hij het anders aan, weliswaar met elektronica maar verder van de techno. Daarbij werkt hij ook samen met saxofonist Damiano Notarpasquale, gitarist Adam Witkowski en de voor legio bands werkende klarinettist Wacław Zimpel. Het resultaat omvat een wonderlijke mix van avant-garde, spoken word, jazz, abstracte elektronica en wereldse elementen. Het is eigenlijk een ontmoetingsplek geworden van veel mensen van over de hele wereld, met een hoop gemeenschappelijke geschiedenis. Zo komt er middels die chemie en uitwisseling misschien ook weer wat mythologie tot leven. Het levert in elk geval een onvergetelijke luisterervaring op.
Soft Ffog – Soft Ffog (cd, Is It Jazz? Records / Plastic Head / Creative Eclipse PR)
Soft Ffog is een nieuwe Noorse band aan het prog rock firmament, maar de diverse leden zijn bepaald geen onbekend. De band wordt namelijk gevormd door gitarist Tom Hasslan (Krokofant), drummer Axel Skalstad (Krokofant, Sjøen, Rune Your Day), bassist Trond Frønes (Red Kite, Grand General, Blood On Wheels, Goat The Head) en keyboardspeler Vegard Lien Bjerkan (WIZRD, relling). Allen gepokt en gemazeld door de Noorse alternatieve muziekscene. Met deze nieuwe groep willen ze een soort burg slaan tussen King Crimson, Deep Purple, Gentle Giant, Magma en Terje Rypdal, waar ze ook ruimschoots in slagen, zij het dat ze dikwijls de jazzkant opgaan. En dat met soms werkelijk uitzinnige gitaarsolo’s, recalcitrante baspartijen, fijne hallucinante keyboardklanken en haast maniakale drumstukken. In ruim 35 minuten lanceren ze 4 tracks, die je vanaf de eerste seconde grijpen om pas aan het einde weer los te laten. Maar ook dan dreunt deze nog wel even na. Sterk debuut!
Sounds Of New Soma – Musique Bizarre (cd, Tonzonen / Plastic Head Distribution / Creative Eclipse PR)
Het Duitse Tonzonen label is in 2012 opgericht door Dirk Raupach, die er kraut-, space-, stoner-, psychedelische en progressieve rock op uitbrengt. Je zal begrijpen dat ze niet altijd met beide benen op de grond staan. Dat geldt zeker voor zijn eigen band Sounds Of New Soma, die hij er samen met Alexander Djelassi op nahoudt en waarmee ze doorgaans een mix van avant-garde, kraut-, space- en psychedelische rock laten horen. Daarmee weten ze altijd goed te variëren. Inmiddels zijn ze toe aan hun elfde album Musique Bizarre, dat 12 nieuwe tracks bevat. Hierop schieten ze al vrij snel op uptempo wijze en met een vette motorik uit de lanceerbasis om eens flink de ruimte af te struinen. Maar soms zakt tempo en koersen ze meer naar ambient-achtige muziek. Op pakkende wijze voeren ze je langs ongewone ruimtelandschappen. Hoewel ze hun ruimteschip volledig naar eigen inzicht hebben ingericht en voorzien hebben van unieke, experimentele details, moet je het ergens zoeken tussen Popol Vuh, Spacemen 3, Cluster, Tangerine Dream, Jean-Michel Jarre en Weltraum. Een fantastische, geestverruimende trip!
Spice – Viv (cd, Dais / Konkurrent)
Het wemelt van de goede bands in de VS en zo ook in Californië, dus probeer daar maar eens op te vallen. Dat kan je maar het beste doen door jezelf te blijven moeten de leden van Spice hebben gedacht. En gelijk hebben ze, want op hun tweede album Viv gaan ze gewoon door met hun oprechte en veelal uptempo sound, die bestaat uit lekker dissonante indierock, dat ze zelf een palet van beschadigde volksliederen en verslavingspoëtica noemen. De groep bestaat hier uit zanger Ross Farrar (Ceremony, Crisis Man), drummer Jake Casarotti (Ceremony), bassist Cody Sullivan (Life Long Tragedy, The Vibrating Antennas, Sabertooth Zombie), gitaristen Mike Bingham (Creative Adult, Spirtual Cramp, No Sir, Profile) en Ian Simpson en violiste Victoria Skudlarek. Allemaal met de nodige muzikale meters en dat hoor je goed terug in de muziek, die hier rauwer is dan voorheen en ze mengen er ook dikwijls lekkere shoegaze gitaren doorheen. Het gebruik van de viool en de soms fraaie samenzang daarbij zorgen voor een eigen geluid. En ze leggen al hun demonen gewoon op tafel; het is zoals het is en nergens wordt iets mooier gemaakt dan het is. Dat levert wel een sterk en dynamisch album op, waarmee ze zich ergens tussen Wire, Sonic Youth, Hüsker Dü, Ceremony en Unwound nestelen. Daar kan je prima mee voor de dag komen.
Σtella – Up And Away (cd, Sub Pop / Konkurrent)
Het is even zoeken voor je de juiste artiest voor je hebt. Ze staat aangekondigd als Stella, maar ze noemt zich ook wel Stella With A Sigma, ofwel Σtella. Het is het alias van de Griekse schilderes, multi-instrumentalist en zangeres Stella Chronopoulou (Στέλλα Χρονοπούλου dus). Als Σtella heeft ze al drie albums gemaakt, maar ze heeft ook met Fever Kids en Chest al muziek uitgebracht. Daarnaast is ze met haar heldere doch krachtige stem ook een graag geziene gast Op haar eigen albums mixt ze synthpop met elementen van indie, wave, pop en lichte psychedelica aaneen. En dat klinkt dan alsof Madonna, Austra, Daft Punk, Stereolab, Moloko, Broadcast en Blondie een gezamenlijk project zijn begonnen. Op haar vierde album Up And Away verandert ze de eerder ingeslagen koers niet, echter bewandelt ze die nu via een parallelle route. Hier voegt ze er namelijk nog iets meer psychedelische kruiden toe en nog belangrijker rembetika-geluiden. Dat weet ze in een soort 60-er jaren setting te plaatsen. Dat alles geeft er tegelijk een mysterieuzer en zomerzwoel tintje aan. Denk aan een mix van Kruangbin, Stereolab, Sade, The Weeknd en Monika. Of je hier moussaka van kunt maken weet ik niet, maar het is hoe dan ook overheerlijk wat hier opgediend wordt.
von Stroheim – Saturday Night Fever – Live Sessions (cd, von Stroheim)
Van het één komt het ander. Zo heb ik vorige week mijn nieuw gekochte cd Fleur De Feu – A Fire Ceremony van de Belgische Dominique Van Cappellen-Waldock nog gerecenseerd. Zij, ook wel eens opererend onder het alias Diasbolita, ken ik van legio groepen als Keiki, Naifu, In Heaven, Nutshell, von Stroheim, Be The Hammer, Las Vegas en vooral van het geweldige Baby Fire (waar binnenkort ook een recensie van zal verschijnen hier). Een andere groep, die kennelijk eerder dit jaar op mijn verjaardag nota bene, een nieuw album het licht heeft laten zien is von Stroheim. Dat project kende ik al wel maar ben nu maar eens wat werk gaan inslaan. Ja door dat bovengenoemde soloalbum; eigen schuld, dikke bult! Met de groep von Stroheim, die naast Dominique bestaat uit muzikale partner in crime Raphaël Rastelli (Baby Fire, Keiki, Nutshell, Naifu, Las Vegas, Les Jeunes) en Joe Reedoo Parmentier. Doorgaans laat von Stroheim een geluid horen dat ergens tussen noise, post-rock en doom en post-metal inzit. Hun nieuwste worp Saturday Night Fever – Live Sessions bevat live-opnames van uit 2021 van nummers van hun albums Sing For Blood (2015), Love? Who Gets Love? (2019) en The Beautiful, Not The Damned (2021) plus drie nieuwe of in elk geval niet eerder uitgebrachte nummers. Dominique (zang, samples), Raphaël (baritongitaar) en Joe (drums) brengen de nummers hier ongepolijst en dat een extra lading mee aan de muziek. En het irritante gekuch en geklap blijft gelukkig ook achterwege. Je kunt de nummers op dit album echt beschouwen als alternatieve versies. Denk daarbij aan een mix van Esben And The Witch, Chelsea Wolfe, Amenra, Sannhet, Neurosis, Siouxsie & The Banshees, Zeni Geva, Godflesh en vooruit Baby Fire. Verwoestend mooie muziek!
TV Priest – My Other People (cd, Sub Pop / Konkurrent)
Goed een jaar geleden debuteerde de Londense groep TV Priest, die al in 2019 is opgericht, met het geweldige debuut Uppers. Met een Mark E. Smith-achtige attitude en zangwijze vlogen ze op brutale wijze vliegen ze genres als post-punk, noise, krautrock en alternatieve rock aan. De vier jeugdvrienden Charlie Drinkwater (zang), Alex Sprogis (gitaar, synthesizer), Nic Bueth (bas, strijkers, synthesizer, piano) en Ed Kelland (drums, percussie, synthesizers) gooiden echt hoge ogen met hun eerste worp en toch was er bijna geen tweede gekomen. Dit omdat ze het zinloos vinden in herhaling te vallen. Gelukkig vonden ze genoeg grond om andere wegen in te slaan en hadden ze tevens nog genoeg te melden. Dat heeft het album My Other People opgeleverd. Ze maken meer gebruik van synthesizers en strijkers, maar hun geluid is bepaald niet minder tegendraads. Wel anders en toch herkenbaar. Het gaat deels terug naar de jaren 80, maar koerst ook behoorlijk richting de toekomst. Daarbij moet je denken aan een mix van Swans, The Smiths, Snapped Ankles, Silverbacks, Simple Minds en ook zonder S The Blue Aeroplanes, A Place To Bury Strangers en Protomartyr. En dat zijn toch deels weer andere referenties dan hun debuut, hetgeen ze zelf ook voor ogen hadden. Ze zijn, zonder het debuut ook maar enigszins te degraderen, gewoonweg gegroeid en nóg beter geworden.