Hacker eist van Radiohead een schadevergoeding van $150.000, omdat hij van de gestolen slechte muziek 18 uur lang niet heeft kunnen slapen. Volkomen gratis zijn de aanbevelingen in onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: David Allred, Apex Manor, Calexico/ Iron & Wine, D’Incise, Earthen Sea, Fallen, Park Jiha, Kama Aina + Hochzeitskapelle, Lust For Youth, Moenje, Seine, Snow Ghosts, Tusks en Vanishing Twin.
Jan Willem
David Allred – The Cell (mcd, Erased Tapes / Konkurrent)
Je hebt soms van die muzikanten die meteen een soort authoriteit zijn op hun gebied. Zo iemand is ook de Amerikaanse zanger en multi-instrumentalist David Allred, die in 2015 debuteert met het sterke Midstory. Hierop mag hij rekenen op steun van zijn muzikale evenknie Peter Broderick. Hij laat traditionele singer-songwritermuziek horen, maar kleurt dat op originele, avant-gardistische dan wel neoklassieke wijze in. Zijn zachtaardige herfstige stem vormt daarbij een prettig klinkend punt der herkenning. Allred heeft tevens al hand- en spandiensten verleend voor dan wel samengewerkt met Heather Woods Broderick, Chantal Acda, Brigid Mae Power, Masayoshi Fujita, Birger Olsen, The Beacon Sound Choir en Greg Eldridge (als Good Enough For Granpa). In 2017 vormt hij met Broderick een duo, waarmee ze het mooie album Find The Ways het licht laten zien. Vorig jaar komt hij met zijn tweede soloplaar The Transition, waarop Broderick weer een aanzienlijk deel bijdraagt. Dat geldt ook voor zijn nieuwe mini The Cell van een kleine 24 minuten, die eigenlijk een soort vervolg hierop is. Allred (zang, piano, contrabas, trompet, viool, orgel, keyboards) krijgt wederom hulp in twee van de zeven nummers van Peter Broderick (strijk- en percussieinstrumenten, synthesizer, klokkenspel). De muziek is persoonlijk, intiem en van een unieke schoonheid. Allred brengt namelijk tijdloze muziek, die weliswaar ergens tussen Arthur Russell en Peter Broderick uitkomt, maar tegelijkertijd volkomen eigen en onderscheidend is. Een majestueus kleinood!
Apex Manor – Heartbreak City (cd, Merge / Konkurrent)
Apex Manor is vooral het project van de Amerikaanse muzikant Ross Flournoy, die daarvoor ook van zich laat horen in The Broken West en The World Record. Maar met zijn nieuwe band debuteert hij in 2011 met The Year Of Magical Drinking. Ondanks de prima muziek zit er ook een donker randje aan de muziek, want Ross heeft namelijk te dealen met een alcoholverslaving. Die komt hij gelukkig te boven en maar liefst 8 jaar later is er dan eindelijk een tweede van Apex Manor, te weten Heartbreak City. Hierop laat Ross (zang, piano, gitaar, synthesizers), samen met gasten op drums, gitaar, synthesizers, orgel, percussie en zang, een nuchter geluid horen. Maar je hoort vooral een zekere bevlogenheid terug, die zorgt dat je de muziek je snel weet te grijpen. Met een ogenschijnlijke eenvoud manoeuvreert hij zich door alternatieve, psychedelische en krautrock, waarbij ik Sugar, My Bloody Valentine, Dinosaur Jr., Neu!, The Wedding Present, Pixies en Spacemen 3 terug hoor. Dat zorgt voor een meer dan imponerende comaback.
Calexico/ Iron & Wine – Years To Burn (cd, City Slang / Konkurrent)
Ik ga er voorzichtig even vanuit dat het in 1995 opgerichte Americana gezelschap Calexico, rond John Convertino en Joey Burns, plus het vanaf 2002 actieve project Iron & Wine van Sam Beam geen enkele introductie behoeven. Indien dat wel het geval is, excuses, maar dan is de muziek wellicht ook niets voor je. Deze twee giganten hebben 14 jaar geleden de krachten gebundeld op de prachtige mini In The Reins. Het levert werkelijk een schitterend huwelijk tussen beide op, waarbij je enkel op een vervolg hoopt. Welnu, die is er nu eindelijk met Years To Burn, die met 8 nummers van bij elkaar 32 minuten als volledig album de boeken ingaat. Ze weten hier elkaars mooie kanten te accentueren en elkaar ook over en weer uit te dagen en mee te nemen in elkaars muziek. Dat maakt dat ze hier niet simpelweg een optelsom vormen, maar een steeds uitdagende mix van beide brengen. Zo goed, dat ze wat mij betreft niet nog eens 14 jaar hoeven te wachten. Groots!
D’Incise – Assemblée, Relâche, Réjouissance, Parade (cd, Moving Furniture/ INSUB.records)
D’Incise is 2005 het project van de experimentele Zwitserse muzikant Laurent Peter. Daarnaast vind je hem terug in Diatribes, Insub Meta Orchestra, Insub.8tet, Karst en La Tène, allen overigens met Cyril Bondi waarmee hij het label INSUB.records runt en ook met D’Incise veelvuldig heeft samengewerkt. De afgelopen 14 jaar heeft hij een indrukwekkende discografie opgebouwd met experimentele muziek, die ergens tussen abstracte muziek, drones, neoklassiek, minimal music en improvisaties uitkomen. Het interessante is dikwijls dat hij met minimale middelen een maximaal effect kan bewerkstelligen. Dat geldt zeker voor zijn nieuwe cd Assemblée, Relâche, Réjouissance, Parade, die uitkomt op het innovatieve Moving Furniture in samenwerking met INSUB.records. Het album start met repeterende geluiden, die wel wat weg hebben van toeterende auto’s in een file, zij het dat er ook meteen een zware, indrukwekkende basdrone onder zit. De geluiden veranderen subtiel en er verrijst op wonderlijke wijze een soort abstract orkestrale composities, die op niet te beschrijven wijze weet te fascineren. Je wordt als het ware meegezogen in een wonderlijke microwereld, waarbij de muziek zowel voor bezinning als spanning zorgt. In de composities erna gaat D’Incise nog subtieler te werk en worden die veranderingen kleiner, maar de aantrekkingskracht groter. Met ondefinieerbare en tevens herkenbare geluiden creëert hij een prachtig patchwork dat zich niet aan genregrenzen houdt en je meevoert naar imponerende onontgonnen gebieden. Magnifieke muziek van de broodnodige buitencategorie.
Earthen Sea – Grass And Trees (cd, Kranky)
Kranky is één van de weinige labels waarvan ik zonder uitzondering alle releases op cd heb. Dat start met de eerste van Labradford in 1993. Dus we hebben al 25 jaar een goed huwelijk. Eveneens één van de weinige labels waar ik al zo lang recensies over schrijf. Misschien dat enkel 4AD dit overtreft, al vind ik daar lang niet alles (meer) goed van. Twee jaar geleden treedt ook Earthen Sea toe tot de sterke stal van Kranky. Dit project van Jacob Long, dat hij er al sinds 2005 op nahoudt, volgt na een muzikaal en bassend leven in de hardcore, tribal-punk en emo scene met groepen als Black Eyes, Mi Ami en Amalgamation. Op zijn eerste voor Kranky, te weten An Act Of Love (2017), speelt het nachtelijk leven in de grote stad en het rondzwerven erdoor een grote rol. Tevens komen verval, verdriet en andere emotionele zaken aan de orde. Muzikaal gezien komt hij ergens uit tussen dark ambient, dub, glitch en techno, waarbij hij op steeds wisselende en van de emotie die hij wil overbrengen afhankelijke wijze varieert met die ingrediënten. Op zijn nieuwe album Grass And Trees gaat hij daar in feite mee verder, zij het dat hij zich tot doel heeft gesteld de muziek tot op het bot te strippen. In zijn 7 composities laat hij dan ook daadwerkelijk een veel kaler geluid horen, maar ook een meer veelzeggende sound doordat de luisteraar nu meer kan invullen. Het is een soort isolationistische mengelmoes van dub, IDM en ambient geworden. Fans van Labradford, Pan America, loscil, Demdike Stare en Machinefabriek. Een uniek album vol bezwerende pracht!
Fallen – drømmende (cd, Cathedral Transmissions)
De Italiaanse muzikant Lorenzo Bracaloni houdt er zowel het folk georiënteerde The Child Of A Creek op na als het experimentele dark ambient project Fallen op na. Die laatste naam duikt nogal eens op in de muziekwereld. Enfin hij maakt daarmee vanaf 2015 muziek mee met een wisselende uitkomst. Zodra hij namelijk de new age kant opzoekt haak ik af, maar met zijn meer duistere werken weet hij me meteen te overrompelen. drømmende behoort absoluut tot die laatste categorie en is in een oplage van 50 stuks uitgebracht op het prestigieuze Cathedral Transmissions label. Hij brengt hier 8 tot de verbeelding sprekende stukken ten gehore, die bestaan uit een duistere mix van dark ambient, veldopnames, industrial en neoklassiek. Deze komen naast de veldopnames tot stand met (elektrische) piano, gitaar, synthesizers en stem. Denk daarbij aan een mengelmoes van Bitcrush, Dahlia’s Tear, Omala en David Newlyn. En dat is van een ontegenzeggelijke en majestueuze pracht.
Park Jiha – Philos (cd, tak:til/ Glitterbeat / Xango Music Distribution)
Na de groepen Jambinai en Byol.org is de experimentele muzikante Park Jiha pas de derde artiest die ik ken uit Zuid-Korea. Opvallend genoeg zijn dat experimentele en geen traditionele muziekmakers, iets dat je wellicht niet zo snel verwacht. Jiha start in het traditionele duo숨[suːm], maar gaat vanaf 2016 solo verder. Dat levert in 2016 haar debuut Communion op, dat vorig jaar pas in onze contreien verschijnt via het tak:til label. Dit is een experimenteel, hoofdzakelijk instrumentaal sublabel van Glitterbeat, dat zelf weer een werelds sublabel van Glitterhouse is. Jiha bespeelt diverse instrumenten, zoals de piri (een Koreaanse hobo), saenghwang (mondharp) en yanggeum (cimbalom) en krijgt op haar debuut ook nog steun van gasten op tenorsaxofoon, klarinet, vibrafoon en percussie. Den muziek is gebaseerd op traditionele muziek, maar daar filtreert ze neoklassieke en avant-gardistische pareltjes uit. Daarmee gaat ze gewoon verder op haar tweede album Philos, waarop ze in 37 minuten 8 nieuwe tracks lanceert. Hierop speelt het (gehamerde) cimbalom een grotere rol al komen de andere twee genoemde instrumenten ook aan bod. Jiha weet te schitteren door eenvoud. Haar dikwijls minimale muziek bevat zoveel emoties en weet op veelzeggende wijze tot de verbeelding te spreken. Eenmaal hoor je de spoken word van Dima El Sayed in het poëtische “Easy” en ook krijg je in het wonderschone “When I Think Of Her” de prachtig serene zang van Jiha te horen; iets dat ze best vaker mag doen, zo mooi. Haar breekbare stukken komen ergens uit op het snijvlak van Jambinai, Satah Davachi en Lisa Gerrard. Het is contemplatieve, ontroerende en bovenal schitterende muziek van een aparte klasse.
Kama Aina + Hochzeitskapelle – Wayfaring Suite (cd, Alien Transistor/ Gutfeeling)
Het is bekend dat de leden van de sublieme Duitse band The Notwist rond de broeders Markus en Micha Acher er legio projecten op nahouden. Dat gaat van tegen de moederband aan schurkende muziek tot hip hop, meer experimentele en jazzy muziek. Ik geloof zelfs dat Micha lang ook trompetles heeft gegeven. Enfin, 13 & God, 3 Shades Of Blues, Alien Ensemble, Café Unterzucker, Alles Wie Gross, John Yoko, Lali Puna, Spirit Fest, Tied & Tickled Trio, Rayon, G.Rag + Die Landlergschwister, Lovebrain & Diskotäschchen, Ms. John Soda, New Orleans Dixie Stompers, Ogonjok, Potawatomi, Tied & Tickled Trio, Village Of Savoonga, Console, Toxic en meer vloeien allemaal voort uit die invloedrijke band. En dan heb ik het nog niet eens over het jazzy gezelschap Hochzeitskapelle gehad, waarin naast Markus Acher (harmonium, xylofoon, drums) en Micha Acher (trompet, sousafoon) ook Mathias Götz (trombone, klokkenspel) van onder meer Alien Ensemble, Lovebrain & Diskotäschchen en Le Millipede, Alex Haas (banjo, contrabas) en Evi Keglmaier (viool, altviool, zingende zaag, tuba) uit Lovebrain & Diskotäschchen, Die Singermaschin en Zwirbeldirn zetelen. In 2016 debuteert de band met het fijne The World Is Full Of Songs, waarop ze een melancholische mix van folk, jazz en brass band muziek laten horen. In de herfst van vorig jaar brengen ze met de Japanse artiest Kama Aina (gitaar, accordeon) het album Wayfaring Suite uit, die ik pas (te) laat ontdek. Kama Aina is het lang lopende project van Takuji Aoyagi, die tevens opduikt in Coryells, Duorca, Lunch For Ear, Permafrost, Double Famous en Little Creatures. Met Kama Aina maakt hij op afwisselende wijze kruisbestuivingen van folk, ambient, experimentele muziek, new age, lo-fi, jazz en rock. Een perfecte match eigenlijk voor de Duitse avonturiers. Ze brengen hier in een kleine 40 minuten 10 stemmige tracks ten gehore, die het midden houden tussen folk, altcountry, neoklassiek en jazz. Dat levert uiterst genietbare, contemplatieve muziek op, die ik jullie toch niet wil onthouden.
Lust For Youth – Lust For Youth (cd, Sacred Bones / Konkurrent)
Lust For Youth is een trio uit Kopenhagen, dat inmiddels zo’n tien bestaat. Zanger en frontman Hannes Norrvide is in veel andere formaties terug te vinden, maar lijkt dit wel als zijn hoofdproject te zien, waarmee hij veelal een melancholische mix van new wave, synthpop, darkwave en noise ten gehore brengt. De samenstelling van de overige bandleden verschilt nogal eens, maar bestaat naast Norrvide uit gitarist Malthe Fischer en de nieuwe toetseniste/zangeres Soh Rezanejad. Daarmee brengen ze nu hun gelijknamige nieuwe album, waarop ze naast de hierboven genoemde genres ook droompop brengen, wat voor deel ook aan Rezanejad te danken is. En eigenlijk gaat hun toch al aanstekelijke geluid er daardoor alleen maar op vooruit, zij het dat droefgeestigheid en dromerigheid de boventoon voeren. Het zal de liefhebbers van Clan Of Xymox, OMD, New Order, Tears For Fears, The Cure, Drab Majesty en Pet Shop Boys wel aanspreken.
Moenje – Klarvær (cd, Kirkelig Kulturverksted / Xango Music Distribution)
Traditionele folk en overigens ook diverse andere wereldmuziek brengt mij dikwijls meer nieuws dan sommige zogenaamde nieuwlichters. De diepe wortels uit het verleden leren ons dikwijls veel in het heden. Een zangkunst die bijzonder intrigerend en tevens één van de oudst bekende muziekvormen uit Europa is, is de zogeheten joik van de Sami. Die laatste worden ook wel Laplanders genoemd, maar Sami verdient de voorkeur. Het zogeheten Lapland maakt deel uit van Noorwegen, Zweden en Finland en is dus niet beperkt tot één land. De joik is een woordloze, maar toch veelzeggende zang. Ik kom er via Mari Boine Persen en Wimme (Saari), die een meer traditionele aanpak combineren met experimentele muziek en hier tot de referenties behoren, mee in aanraking en het zet echt een andere muzikale dimensie open. Maar ook in de folk/death metal van het Finse Korpiklaani is deze zangvorm terug te horen. De nieuwe Noorse groep Moenje is meer van de traditionele school. Saillant detail is dat joik ook deel uitmaakt van de Samische religie en daarom ook door de Christenen in Noorwegen werd verboden vanaf 1950. Dat er wel degelijk tolerantie in de gelovige hoek bestaat, bewijst het geweldige label Kirkeklig Kulturverksted wel door het debuut Klarvær van Moenje uit te brengen, zoals ze ook al vele anders denkende en (niet) gelovige artiesten onderdak hebben geboden. Ik geloof zelf niet, behalve in een goed kop koffie elke morgen en dat je gewoonweg goed voor elkaar moet zijn, maar kan het zeker waarderen als vanuit de hoek waar het gepredikt wordt ook daadwerkelijk iets van terug te zien is. Hoe dan ook, dit alles even in de lijn van de albumtitel om de lucht te klaren.
Het kwintet Moenja bestaat uit Marja Mortensson (joik), Hilde Fjerdingøy (accordeon), Jo Einar Jansen (violen), Fredrik Luhr Dietrichson (contrabas) en Øystein Aarnes Vik (drums), die vrijwel allen wel betrokken zijn bij andere projecten in de jazz en folk hoek. In de openingstrack roept de muziek en zang eerst nog vooral associaties op met de Tuvaanse Sainkho Namchylak. Daarna krijgt het meer een breed Scandinavisch tintje. De joik van Mortensson mist z’n uitwerking niet en weet voor een mysterieus luistergenot te zorgen. Het leeuwendeel van de tracks is traditioneel, maar wordt hier op moderne wijze ingekleurd. Daarbij duiken ook nog verwijzingen naar Frifot en Hedningarna op. Dat maakt dit alles echt tot een onderscheidende en gewoonweg bij de strot grijpende beauty!
Seine – 22 (cd, Moonlee Records)
De Kroatische singer-songwriter Ivan Ščapec houdt er van 2007-2015 de post-punk/rockband Vlasta Popić op na. Parallel start hij eveneens met Dimitrij Petrović uit die band (en Radost!) de groep Seine. Nadat de eerste band er definitief meet uitscheidt storten de twee zich volledig op Seine, waarvan in 2017 het sterke debuut Sno Sna. Ze opereren dan nog als trio en brengen eigenzinnige hybriden van folkpop, indierock, postrock, alternatieve rock en post-punk. Nu is Seine als duo terug met 22. Ščapec (zang, bas, gitaar, keyboards, drums) en Petrović (drums, percussie, keyboards, zang, mondorgel) serveren 7 nieuwe songs, die tezamen ruim 35 minuten duren. Het feit dat ze nu met z’n tweeën opereren is bepaald geen aderlating gebleken, want het geluid is puntiger en meer pakkend en steekt eigenlijk beter in elkaar. Wellicht dat de albumtitel wel verwijst naar zowel het duo als de 2.0 versie van de band, al wordt het getal ook geassocieerd met harde werkers, is het tevens het zogeheten meester-getal en het atoomnummer van titanium. Hoe het ook zij, pakt het hier ijzersterk uit. Naast de genoemde genres voegen ze hier ook trip-hop elementen en samples toe aan hun sound. De bijzondere, ietwat androgyne zang van Ščapec, die uit velen te herkennen valt, zorgt niet alleen voor een eigenzinnig geluid maar weet je ook gewillig mee te voeren. Op caleidoscopische wijze maken ze fraaie kruisbestuivingen van de diverse genres, waarbij ze ook goed variëren in harde en zachte, akoestische en elektrische plus experimentele en meer toegankelijke stukken. Daardoor doet dit alles wisselend denken aan Sonic Youth, Don Caballero, Thalia Zedek Band, Anari, Budoár Staré Dámy, Gone Bald en soms ook Massive Attack. Een geweldig album van deze twee titanen.
Snow Ghosts – A Quiet Ritual (cd, Houndstooth)
Op het prestigieuze Houndstooth label gebeuren heel interessante dingen op het gebied van de IDM, elektronica, leftfield, dubstep, drum ‘n’ bass en trip hop. Dikwijls is de muziek die ze uitbrengen duister, mysterieus dan wel experimenteel van aard. Ook het Britse trio Snow Ghost past er goed bij met hun bijzondere sound. De groep wordt al ergens in 2010 opgericht elektronicaman Ross Tones (Throwing Snow) en zangeres Hannah Cartwright aka Augustus Ghost en later gecompleteerd door met multi-instrumentalist Oliver Knowles (EXES). Op hun debuut A Small Murmuration (2013) brengen ze een fraaie mix van cool wave, IDM, folk, techno, dubstep en darkambient. Op hun tweede cd A Wrecking (2015) doen ze dat nog beter en voegen ze shoegaze, industriële en neoklassieke elementen toe aan hun sound. De komst van Knowles zorgt voor meer diepgang en variatie plus mooie stemmige vioolpartijen. Na een stilte van 4 jaar zijn ze terug met A Quiet Ritual. Er lijkt geen maat te staan op deze groep, want ze weten zichzelf weer te overtreffen. Met min of meer dezelfde ingrediënten leggen ze de basis voor een geluid dat meer dan ooit ook een historische context kent. Alleen de Keltische everzwijnhoorn (carnyx) uit de ijzertijd, die opgegraven is in een Schots moeras, levert al een bijzondere, haast tribale toevoeging aan de verder hoofdzakelijk elektronische muziek. Het album brengt verder het rouwproces in kaart en beschrijft hoe ieder individu er op zijn/haar eigen wijze mee omgaat. Verdriet, het effect op geliefden en het kapot gaan van dromen spelen allemaal een rol. Nee het is geen vrolijk album geworden, maar ook niet één die per se zwaar op de hand is. Ze weten het thema vooral te transformeren naar wonderschone composities, die meer wortels in het verleden heeft en dan met name de traditie van weleer. Dat incorporeren ze in hun verder moderne sound, wat zorgt voor ijzersterke, diepgravende en mysterieuze muziek die bovenal van een ongrijpbare pracht is. Daar heeft ook de bitterzoete zang van Cartwright een groot aandeel. Al met al moet je het ergens zoeken tussen Lamb, Cranes, Fever Ray, These New Puritans, Soap&Skin, Chelsea Wolfe en Zola Jesus. Subliem!
Tusks – Avalanche (cd, One Little Indian / Konkurrent)
Tusks is sinds 2014 het project van de Londense muzikante/zangeres Emily Underhill. Op haar releases laat ze doorgaans een dromerige en dowtempo mix van elektronica, shoegaze, ambient, wave en droompop horen. Daarbij krijg je nog eens haar heerlijk bitterzoete zang, die je volledig weet te betoveren. Die vlieger gaat wederom op voor haar nieuwe album Avalanche, waarop ze dromiger dan ooit naar buiten treedt. De genoemde genres blijven daarbij eigenlijk wel overiend, zij het dat er meer trip-hop te horen is. De muziek klinkt ook mysterieuzer, dieper en donkerder, hetgeen het luistergenot enkel ten goede komt. Denk daarbij aan een ludieke mix van Warpaint, Lush, Lamb, The xx, Daughter, Billie Eilish en Cocteau Twins. En daarmee blijven ze op zowel overrompelende als originele wijze het verschil maken. Na een droomstart nu ook een gedroomd tweede album.
Vanishing Twin – The Age Of Immunology (cd, Fire / Konkurrent)
In 2015 richt de Britse zangeres Cathy Lucas (Fanfarlo, Innerspace Orchestra) samen met drummer Valentina Magaletti (Raime, Shit And Shine, Tomaga, Uuuu, Neon Neon), bassist Susumu Mukai (Stalactite, Floating Points) aka Zongamin, fluitist/percussionist Elliott Arndt en elektronicaman Phil M.F.U. (Man From Uranus, Broadcast), de groep Vanishing Twin op. De bandnaam verwijst naar een bekend verschijnsel waarbij een zwangerschap, die begint met een tweeling en eindigt met maar één baby. Niet met een dood ander kind, maar de andere cellen, want in dat stadium gebeurt dat, worden gewoon geabsorbeerd. Dat is ook het verhaal van Cathy.In 2016 debuteren ze met het geweldige Choose Your Own Adventure, waarop ze een heerlijk bevreemdende en psychedelische sound laten horen. De groepsleden delen dan ook een voorliefde voor ongebruikelijke instrumenten, freaky platen en de drang om altijd een goede groove neer te zetten. Dat laten ze wederom horen op hun tweede worp The Age Of Immunology. Ze nemen je deels mee naar de psychedelica van de jaren 70, maar lijken je op andere momenten ook naar buitenaardse dimensies te brengen. In feite vormen ze een compleet eigengereide en dikwijls mysterieuze mix van leftfield, krautrock, jazz, pop, psychedelische rock, IDM, postrock en bubblecore. Daarbij moet je aan een steeds van gedaante veranderende hybride denken van Stereolab, Broadcast (& The Focus Group), Sun Ra, Can, Insides, Death & Vanilla en People Like Us. Dat levert hun tweede sterke en verfrissend eigenaardige album op.