Geheel in de lijn van het EK ook hier een een-tweetje in onze lijstjes uit het:
We luisterden naar: Birds Of Passage, Sylvain Chauveau, Exitmusic, Half String, The Legendary Pink Dots, Marissa Nadler, O.Children, Parallel 41, Sigur Rós, Soulsavers, Sun Kil Moon, 2:54 en Ulver. En gingen naar: Goblin.
Birds Of Passage – Highwaymen In Midnight Masks (mcd, Denovali)
Op veler verzoek is de vinyluitgave van deze 3 nummers tellende single nu ook gelimiteerd op cd verschenen. Alicia Merz, de Godin van de duistere mist, brengt haar bekende recept vol dromerige klanken. Alleen in de tweede track wordt ze vergezeld door Aidan Baker (Nadja, Arc) die er fluit en stem aan toevoegt. Merz zorgt zelf voor de heftige, gitaarachtige drones, waardoor er een gitzwart maar adembenemend mooi geluid ontstaat. Ongekende, fluisterrijke pracht voor diep in de nacht.
Luister Online:
Highwaymen In Midnight Masks (album)
Sylvain Chauveau – Abstractions (cd, Flau)
Deze toonaangevende Franse artiest brengt solo normaal ingetogen, uiterst melancholische neoklassieke werken die wonderschoon zijn. Tevens houdt hij er meer uitgesproken elektronische en post-rockprojecten op na als 0, Micro:Mega, On en Arca. Het is al even geleden dat zijn laatste album is verschenen. Nu ook komt hij met slechts een 7 songs tellende mini van bijna 26 minuten. Hierop staan remixen van zijn hand. Hij opent opvallend met een mix van de Franse technogroep Agoria, waarmee hij even richting Craig Armstrong koerst. Chauveau is echter altijd toch net wat introverter, hetgeen zijn muziek altijd kenmerkt. Dit komt ook tot uiting in de mixen erna. Zo gaat zijn eigen Arca fraai voor de bijl, maar ook een song van Paul Duncan, At The Close Of Everyday (eerder van het remixalbum van Leaves You Puzzled), StretchAndRelax (Félicia Atkinson & Elise Ladoué) en twee van Chauveau’s eigen tracks. Een gevarieerd en heerlijk stemmig tussendoortje.
Luister Online:
Dernière Etape avant le Silence / Heart Beating / High in the Morning / lk Week
Exitmusic – Passage (cd, Secretly Canadian)
Na de geweldige mini From Silence blijkt het New Yorkse duo Aleksa Palladino en Devon Church een belofte voor de toekomst. Nou die lossen ze nu met hun debuut in. En hoe! Ze brengen een lekker nostalgische mix van droompop, softnoise, new wave, shoegaze en cool wave, die tot stand komt met gitaren, bas, beats en andere elektronica. Het is meestal heerlijk om bij weg te dromen en toch heeft de muziek ook best ballen. Daarbij krijg je die heerlijk diep galmende zang van Aleksa, die de betere 4ad-tijden doen herleven. Toch klinken ze helemaal fris en als een band van nu. Ze komen daarmee ergens uit tussen The xx, Zola Jesus, Sigur Rós, Cocteau Twins, Slowdive en Radiohead. “Passage” moet je dan ook lezen als een doorgang naar meer en niet als iets dat je door loopt en voorbij gaat, want dit album laat horen dat er een nieuwe grootse band is opgestaan.
Luister Online bij Bandcamp:
Passage (track)
Half String – Maps For Sleep 1991-1994 (cd, Captured Tracks)
Ik ben in de jaren 90 helemaal fan van het Amerikaanse label Independent Project, dat gerund wordt door Bruce Licher (Savage Republic, Scenic). Vanaf begin jaren 80 brengen ze namelijk eigenzinnige releases van new wave, avant-garde en industrial en later ook de meer 4ad-achtige wave en shoegaze. Misschien wel het eerste echte “indie” label. Ze zijn verder befaamd om hun schitterende kartonnen “letterpress” artwork. Een band die daar ook bij hoort is Half String. Met hun dromerige sound passen ze zo tussen Pale Saints, Slowdive en mannelijke Cocteau Twins. De cd’s, hoewel ze niet veel hebben uitgebracht, dwarrelen nog wel ergens rond, maar met deze nieuwe verzameling van alles uit 1991 tot 1994 heb je eigenlijk alles compleet. Captured Tracks blaast met enige regelmaat vergeten of niet meer verkrijgbare werken nieuw leven in en daar ben ik ze erg dankbaar voor. Half String is een uitstekende band, die ook nu nog prima meekan. Aanrader!
The Legendary Pink Dots – The Creature That Tasted Sound (cd-r, Terminal Kaleidoscope)
Tussen de reguliere albums door brengen de Legendary Pink Dots of diens frontman Edward Ka-spel ook nog met enige regelmaat cd’s en cd-r’s uit met veelal meer experimenteel materiaal. Met name op de cd-r’s krijg je psychedelische, improvisatorische soundscapes; waarschijnlijk op dit medium omdat het enkel voor de liefhebber is. Ze zijn overigens altijd van prima niveau. Dat is ook het geval bij deze nieuwe van de Pink Dots. Vier composities van bij elkaar 51 minuten. In de gelijknamige openingstrack hoor je een psychedelische achtergrond waarop Ka-spel zijn p
oëtische spoken word laat horen. Het klinkt als een horror versie van Pink Floyd’s “Alan’s Psychedelic Breakfast”. In de overige tracks krijg je een met noise, ambient, soundscapes geschilderde duisternis met hier en daar een likje industriële verf. Het is een meeslepend en haast hypnotiserend geheel geworden en een mooie aanvulling op de immer uitdijende LPD discografie.
Marissa Nadler – The Sister (cd, Box Of Cedar)
Op haar vijfde, gelijknamige album, vorig jaar uitgebracht op haar kersverse eigen label, verliet Nadler even het spookachtige folkpad dat zo uit de The Blair Witch Project vandaan lijkt te komen. Nu is ze terug met een 8 nummers tellende “mini” van 33 minuten, wederom op haar eigen label, waarop ze naast haar gebruikelijke folk, freak folk en altcountry weer dat spookachtige ingrediënt toevoegt. En dat smaakt toch naar meer. De muziek vouwt zich dan beter om haar stem. Ze wordt vergezeld door onder meer Orion Rigel Dommisse, Helena Espvall en Jesse Sparhawk. Een wonderschoon, betoverend album.
O.Children – Apnea (cd, Deadly People)
Twee jaar na het debuut komt de band rond de grote donkere zanger Tobi O’Kandi (ex-Bono Must Die) met hun tweede album. De groepsnaam is ontleend aan een nummer van Nick Cave, wat ook een duidelijke invloed is in hun donkere neowave geluid. Daarnaast zijn dat I Like Trains, Joy Division, Interpol en Bauhaus. Op de nieuweling klinken de Britten minder fel dan op het debuut. Het is wat melodieuzer en meer elektronisch geworden allemaal. Voor de rest krijg je die wederom heerlijk nostalgische songs met die typische zware zang, pompende bassen en wave-gitaren. Het beneemt je zoals de titel suggereert niet de adem, maar het is wel een sterk tweede album geworden.
Luister Online:
Apnea (album)
Parallel 41 (Barbara de Dominicis & Julia Kent) – Parallel 41 (cd+dvd, Baskaru)
Op de 41ste parallel of breedtecirkel zitten zowel New York als Napels en tevens de artiesten Julia Kent en Barbara de Dominicis. De één experimenteert lekker met de cello, de ander met zang, elektronica en veldopnames. Samen weten ze daarmee tot grote hoogtes te stijgen. Soms sereen en wonderschoon, op andere momenten complex en intrigerend. Bijgevoegd zit de prachtige dvd film van Davide Lonardi. Je ziet fraaie beelden, interviews met de dames, the making of en livebeelden. Een zeer geslaagd experiment van twee dames die helemaal op dezelfde golflengte zitten.
Sigur Rós – Valtari (cd, EMI)
Er wordt veel geroepen over de nieuwe cd van deze IJslanders. Het is vier jaar geleden dat ze hun laatste studio album hebben uitgebracht. Tussendoor is vooral frontman Jónsi druk geweest met solowerk. Hun vorige cd was wat springerig. Dat laten ze hier nu achterwege. Ze grijpen meer terug naar ouder werk en wisselen hun introverte composities met die mysterieuze Hopelandic zang af met meer extroverte, georkestreerde stukken al dan niet meer een zinnenstrelend koor, die soms zelfs weer eens lekker venijnig uit kunnen pakken. “Varúð” is daar een heel mooi voorbeeld van. Maar zo staan er wel meer hoogtepunten op. Als je eenmaal in het album zit weten ze heerlijk mee te voeren op een bijzondere, soms surrealistische trip. Een prima terugkeer en voor fans van de band genoeg nieuws en moois om intens van te kunnen genieten.
Soulsavers – The Light The Dead See (cd, V2)
Het producersduo Rich Machin en Ian Glover is terug met hun vierde schijf. Net zoals op de vorige twee cd’s schakelen ze een hoop gasten in om hun eigenzinnige muziek te fabriceren. Vorige keer is Mark Lanegan de eregast. Ditmaal is het Dave Gahan (Depeche Mode) die vrijwel het hele album voorziet van zijn prachtige, diepe, emotioneel geladen zang. De groep wijkt ook af van hun mix van elektronica, rock, soul, trip-hop en indierock. Die elementen zijn er op de achtergrond, want het merendeel van de tracks is nu prachtig georkestreerd door Daniele Luppi in samenwerking met het Sonus Quartet en andere strijkers. Andere gasten zijn Dustin O’Halloran, Mark Lanegan, Ed Harcourt en vele anderen. Het is denk ik hun mooiste album tot nu toe geworden, die tevens het beste past bij de bandnaam. Waanzinnig mooi!
Sun Kil Moon – Among The Leaves (2cd, Caldo Verde)
Als nostalgie een stem moet krijgen, laat het dan die van Mark Kozelek zijn. Na zijn bloedmooie band Red House Painters laat hij vooral solo en met zijn band Sun Kil Moon van zich horen. In feite is die laatste ook gewoon een soloproject met wat gasten. Dat is op zijn vijfde album niet anders. Het gros van de nummers bestaan uit zijn heerlijke zang en een akoestische gitaar. Het blijft ongelooflijk hoe hij met zo weinig middelen op grootse wijze weet te imponeren. Geen grote verrassingen of wijzigingen hier, maar gewoon weer 17 prachtig melancholische singer-songwritersongs. Tijdelijk zit er een extra schijf bij met 3 alternatieve versies en 2 live nummers. Bij het label zelf bestellen levert ook nog een live cd van Mark Kozelek op. Een klasse apart!
Luister Online:
Sunshine In Chicago
That Bird Has A Broken Wing
Track Number 8
UK Blues
2:54 – 2:54 (cd, Fiction)
Deze groep uit Londen, vernoemd naar een nummer van de Melvins, bestaat uit de zusjes Hannah (gitaar) en Colette Thurlow (zang, gitaar) en worden op hun gelijknamige debuut aangevuld met Alex Robins (drums) en Joel Porter (bas). De productie en mix zijn in goede handen bij respectievelijk Rob Ellis (Spleen, PJ Harvey) en Alan Moulder (Depeche Mode, Nine Inch Nails, Lush, Blonde Redhead, Smashing Pumpkins, enz). Ze brengen een donkere, melancholische mix van cool wave, shoegaze, new wave, droompop en gitaarrock. Dromerige, droefgeestige zang op een bedje van lekkere beukende bas- en gitaren. Het haalt het beste naar boven van Lush, The xx, Warpaint, The Cure, Cocteau Twins en Exitmusic. Een geluid waar ik verzot op ben. Je kunt best horen dat er nog meer in het vat zit, maar dit is zonder meer een geweldig debuut.
Luister Online bij Soundcloud:
You’re Early
Creeping
Goblin @ AB, Brussel
Goblin is (in bepaalde kringen) een legendarische band, maar het optreden vanavond is dat toch niet. Aangekondigd met de toevoeging Profondo Rosso, een van de vele films van Dario Argento die ze van muziek voorzagen en waar ze hun reputatie aan te danken hebben. Een soundtrack is toch niet zo'n klassieker die je van begin tot eind speelt en er is geen sprake van een filmprojectie met livemuziek, want dan zou de band toch voor een groot deel niets staan te doen. Nee, het is gewoon een greatest hits en daar is niks mis mee. Het begint wat tam met een nieuw stuk en Mad Puppet (uit Profondo Rosso), waarbij ook beelden uit de film te zien zijn. Vanaf de Non ho sonno-medley, via L'alba dei morti viventi (voor George Romero's Dawn Of The Dead) begint het te lopen en met krakers als Suspiria en Phenomena kan er eigenlijk weinig misgaan. Hoewel, bij het thema van Tenebrae krijgen we de beelden van Suspiria te zien. De overige projecties zijn live-beelden van de band, maar niet synchroon en bovendien komt er nogal eens een dvd-menu in beeld. Niet erg professioneel. Het publiek lijkt het weinig te deren, er hangt een uitbundige sfeer, een beetje cult/camp. Ik houd het op alleraardigst, maar het moest gewoon wat minder rommelig zijn.
Ulver Childhood's End – Lost and found from the Age of Aquarius
Het was al lang geleden aangekondigd en het leek van meet af aan een vreemd idee. De atmosferische muziek van Ulver deed in de verste verte niet denken aan psychedelica van de jaren zestig. Nu de plaat er eindelijk is moet ik er ook echt even aan wennen, niet dat ik veel originele songs ken, maar het is wel weer zo'n rare bokkensprong van de Noorse wolven. Een uptempo popsong als I Had Too Much To Dream Last Night is zo mijlenver verwijderd van hun door Coil geïnspireerde elektronica van de laatste jaren. Drums, gitaren, het lijkt wel rock. Met elke draaibeurt waardeer ik het weer ietsje meer, al zal zeker een coverplaat altijd haar mindere broeders kennen. 66-5-4-3-2-1, origineel van The Troggs, zal bijvoorbeeld nooit een favoriet worden. De opvallende video zou bijna bij hun romantische folkplaat Kveldssanger passen.
Ulver – Magic Hollow (from Childhood's End) from Kscope on Vimeo.