Het schaduwkabinet: week 23 – 2023

Bachmoet, nee hoor er mág ook andere muziek in mijn lijstje uit het:

SCHADUWKABINET

Ik luisterde naar: Daniel Blumberg, Cranes, Decisive Pink, Deleyaman, Eluvium, Esben And The Witch, Foo Fighters, Lars Fredrik Frøislie, Klidas, Richard Knox, Kodiak Empire, Niala Effen, Nossiennes, Protomartyr, Sault en This Is The Kit.

 


 

Jan Willem

Daniel Blumberg – GUT (cd, Mute)
De Britse muzikant Daniel Blumberg is eerder actief in/als Yuck, Hebronix, Oupa en Cajun Dance Party. Als solo singer-songwriter kan je hem op z’n zachtst gezegd een markant figuur noemen. Op veelal getergde en dikwijls ook gekwetste wijze brengt hij zijn skeletachtige muziek; hij noemt zich door een slopende darmaandoening ook wel een beschadigd artiest. Hoewel zijn muziek vrij minimaal is, pakt deze in combinatie met de droefgeestige sfeer en zang maximaal uit en hakt er behoorlijk in. Na een paar soloalbums en een soundtrack is Blumberg (zang, gitaar, bas, harmonica, elektronische drums, synthesizer, effecten) terug met GUT. Hierop serveert hij in bijna 31 minuten 6 nieuwe tracks, die weer hortend en stotend en op minimale wijze aan de man gebracht worden. Hij speelt veel met stiltes, experimentele geluiden en tegendraadse ritmes. De rode draad wordt toch weer door de weemoedige sfeer, waarmee hij diepe snaren weet te raken; zelfs als de muziek heel complexe vormen aanneemt. Als geen ander weet hij pijn en emoties zo fraai te transformeren naar teksten en muziek, die soms zo mooi is dat het haast zeer doet. Maar er zit ook wel een flinke dosis ironie doorheen, getuige het feit dat hij één van zijn meest droeve songs “Cheerup” noemt. Het heeft zeker wel raakvlakken met Mark Hollis, maar eigenlijk is Blumberg een volslagen eigenzinnig en licht bevreemdend unicum. En GUT een weergaloos album.

 

Cranes – John Peel Sessions 1989-1990 (cd, Dadaphonic / Konkurrent)
Ik heb al jaren een gebrand schijfje van de Cranes met daarop de eerste cassette (Fuse) plus de John Peel Sessions. Materiaal waar ik als fan van het eerste uur vurig hoopte dat deze ooit eens op cd zouden verschijnen. Voor een deel is dat nu uitgekomen, want op het eigen Dadaphonic brengen ze nu de mcd John Peel Sessions 1989-1990 uit. In bijna 22 minuten krijg je 7 tracks, die afkomstig zijn van hun epee Self-Non-Self (1989), de singles Espero (1990) en Inescapable (1990), het één jaar later te verschijnen prachtdebuut Wings Of Joy (1991) en daarnaast ook het nummer “Till Tomorrow”, dat ik niet ergens anders kan terugvinden. Maar het is voor mij de band in hun allerbeste periode, waar ik als beginnend journalist ooit de knetterverlegen maar superaardige zangeres Alison Shaw interviewde en wist dat muziek echt mijn allergrootste passie was en is gebleven. Dit is een absolute must have voor de fans!

 

Decisive Pink – Ticket To Fame (cd, Fire / Konkurrent)
Decisive Pink is het nieuwe Amerikaanse duo bestaande uit muli-instrumentaliste en singer-songwriter Angel Deradoorian en Yekaterina Shilonosova die Kate NV als artiestennaam gebruikt. De eerste kan je al zijn tegengekomen bij BSCBR, Dirty Projectors en Avey Tare’s Slasher Flick en de laatste al bij Glintshake. Samen presenteren ze nu hun debuut Ticket To Fame. Hierop laten ze een heerlijke mix horen van droompop, experimentele pop en psychedelische spacemuziek, waar ze links en rechts shoegaze, etherische en bevreemdende elementen aan toevoegen. Hoewel het enerzijds futuristisch en soms ietwat abstract is, grijpen ze ook wel terug naar de warme klanken van de jaren 70 en 80. Doordat ze dit perfect uitbalanceren en goed gebruik maken van tijd en ruimte, komt er een betoverend geluid uit. Je kan lekker wegzweven op de synthesizerklanken en de hypnotiserende zang. Daarbij moet je denken aan steeds wisselende kruisbestuivingen van Kate Bush, Lisel, Lucinda Chua, Insides, Talking Heads, Mega Bog en Laurie Anderson. Dan mag je gerust spreken van een overtuigend droomdebuut.

 

Deleyaman – The Sudbury Inn (cd, TTO Records / Sonic Rendezvous / It’s All Happening)
De vanuit Frankrijk opererende groep Deleyaman rond de Grieks-Armeense Amerikaan Aret Madilian is een bijzonderheid in het hedendaagse muzieklandschap, met hun eigenzinnige en stemmige mix van neo-folk, wave, post-punk, avant-garde, chansons en wereldmuziek. In 2000 heeft deze zanger en multi-instrumentalist heeft de groep opgetuigd, die tegenwoordig verder bestaat uit zangeres Beatrice Valantin, duduk-speler Artyom Minasyan en drummer Benoit Fournier. Op hun negende studioalbum The Sudbury Inn gaan ze gewoon verder met de bovengenoemde mix aan stijlen. Daarbij mogen ze verder rekenen op de steun van gasten op tenor en sopraansaxofoon, fluit, viool, altviool, oud, bansuri en piano. De elf nieuwe tracks van samen 56 minuten zijn deels gebaseerd op de dichtbundel “Tales Of A Wayside Inn” van Henry Wadsworth, maar ook Paul L. Dunbar, Emily Bronté, Sara Teasdale, Paul Verlaine en John Bereton zijn tekstueel geïncorporeerd in het geheel. Dat levert prachtig, poëtische muziek op, waarbij de zang en samenzang alles extra glans geven. De stem van Madilian houdt het mooie midden tussen die van Brendan Perry en Dominic Appleton, terwijl die van Valantin een warme serene tegenhanger daarvan is. Ook de muzikale omlijsting is weer van een narcotiserende mysterieuze pracht. Denk bij dit alles aan een hybride van Dead Can Dance, Breathless, Abed Azrie, Sylvi Alli, Chantal Acda Tuxedomoon en Black Tape For A Blue Girl. Wat een magistraal wereldalbum weer!

 

Eluvium – (Whirring Marvels In) Concensus Reality (cd, Temporary Residence / Konlurrent)
Naast muziek onder zijn eigen naam en met Concert Silence en Inventions, zal de Amerikaanse multi-instrumentalist en componist Matthew Robert Cooper vooral bekendheid genieten van zijn project Eluvium, waarmee hij vanaf 2003 muziek uitbrengt. Hij start met desolate post-rock, waarin hij tevens ambient en softnoise verwerkt. Vanaf zijn vierde album Copia (2007) verschuift het geluid meer en meer richting de neoklassiek en ambient. Tussendoor brengt hij ook nog wel eens meer piano en drones gestuurde werken uit. Nu is Eluvium terug met (Whirring Marvels In) Concensus Reality, waarop hij geïnspireerd werd door T.S. Elliot’s ‘The Waste Land’ en Richard Brautigan’s kritische werk ‘All Watched Over By Machines Of Loving Grace’, die beide gaan over de behoefte van de mens aan betekenis en de opkomst van algoritmen die de feedbackloops weerspiegelen van de interacties van de mens met machines zelf. In een tijd waar AI en social media een steeds grotere rol gaan spelen, ik schrijf deze recensie natuurlijk ook niet zelf, zijn de vragen naar grenzen en wat nog menselijk is een thema van alle dag. Wat dat betreft hebben we een uiterst gecompliceerde relatie met technologie, automatisering en algoritmen, die meer en meer ons leven bepaalt en vormgeeft. Terwijl het eigenlijk andersom zou moeten zijn. Gedurende het schrijven van dir nieuwe werk, kreeg Cooper last van schouder en armpijn, waardoor zijn linkerarm steeds meer verzwakte en hij ertoe dwong andere manieren van compositiemethoden te zoeken. Hierbij hielp toch ook weer de automatisering. Daarnaast mocht hij rekenen op leden van het American Contemporary Music Ensemble (ACME), Golden Retriever en TAK Ensemble op viool, basklarinet, noises, hoorn, zang/geschreeuw en noise, en het voltallige Budapest Scoring Orchestra. Het heeft een majestueus werk opgeleverd waarbij vragen worden gesteld, gevoelens van isolationisme en eenzaamheid je bekruipen en idealistische gedachten de revue passeren. Maar het lijkt ook een album vol hoop en een wens om menselijkheid te behouden in een wereld vol techniek en online platforms. De muziek is heerlijk melancholisch en balanceert tussen neoklassiek, pianomuziek, filmmuziek en ambient in. Ik denk dat liefhebbers van onder andere A Winged Victory For The Sullen, Hammock, Henryk Górecki, Helios, William Basinski, Deaf Center en Olan Mill hier hun hart aan op kunnen halen. Het is een intens en wonderschoon meesterwerk geworden.

 

Esben And The Witch – Hold Sacred (cd, Nostromo)
De Britse band Esben And The Witch heb ik aardig hoog zitten. Zeker hun vierde album Older Terrors (2016), want die eindigt bovenaan in mijn jaarlijst dat jaar. Maar ook hun eerste drie albums plus hun laatste Nowhere uit 2018 mogen er meer dan wezen. Eén van hun sterke wapens is de emotioneel geladen zang van Rachel Davies, die ook bast. Daarnaast weet de groep fijn melancholische wave elementen te koppelen aan heerlijke post-rock erupties die aan de metal grenzen. Het levert altijd bijzondere spanningsbogen op. Na 5 jaar is hun zesde album Hold Sacred eindelijk een feit. Samen met Thomas Fisher (gitaar) en Daniel Copeman (keyboards, programmering) brengen ze in een kleine 43 minuten 9 nieuwe tracks, die weer meer teruggrijpen naar hun beginperiode, alwaar ze de zandbak deelden met Cocteau Twins, The xx en My Bloody Valentine. Daarmee is hun sound ook wat duisterder geworden, maar ontbreekt de spanning en de nodige uitbarsting wel. De zang is nog altijd prachtig, maar verder is het helaas toch een beetje een kabbelalbum geworden. Wel heel droefgeestig en misschien ook bedoeld als een soort rouwplaat na alle ellendige jaren, maar een tikje venijn had ook daar niet misstaan. Ik denk dat nieuwkomers dit echt heel mooie muziek zullen vinden, maar dat de diehard fan toch op iets meer had gehoopt.

 

Foo Fighters – But Here We Are (cd, Rosswell Records/ RCA/ Columbia)
Als ik moet kiezen tussen Nirvana en vervolg Foo Fighters kies ik de eerste, al moet ik zeggen dat de eerste 4 albums van de laatste band echt steengoed zijn. Maar je mist wel eens dat rauwe randje, zeker op de albums die daarna volgen. Die zijn zeker niet slecht, laat ik daarover duidelijk wezen. De plotse dood van drummer Taylor Hawkins vorig jaar maart, die een aanzienlijke rol in de band had, leek een mogelijk einde van de groep in te luiden. Maar ze zijn nu terug met hun elfde album met de veelzeggende titel But Here We Are. Het is een album waarop ze een donkere cocktail serveren van het grote verlies, persoonlijke introsectie en bitterzoete herinneringen. De groep toont hier weer een meer ongepolijste sound waar de urgentie vanaf spat. Bandleider Dave Grohl verkeert hier in grootse vorm en is weer even die lekker tegendraadse muzikant, waarbij je het stadion even niet ziet maar meer de emotie. Ondanks dat de vermoedelijke ommekeer in het geluid een tragische oorzaak heeft, pakt dit muzikaal geweldig en groots uit. Zelfs Nirvana in hun betere tijd komt hier weer een beetje terug. Kurt en Taylor maken hiervoor vast een dikke high five daarboven.

 

Lars Fredrik Frøislie – Fire Fortellinger (cd, Karisma / Plastic Head Distribution / Creative Eclipse PR)
De Noorse toetsenist, zanger, drummer en producer Lars Fredrik Frøislie is bekend van zijn deelname aan band als Beastcraft, In Lingua Mortua, Three Winters, Angst Skvadron, Ásmegin, Endezzma, Tusmørke, White Willow en het langlopende Wobbler. Daarbij lopen de genres uiteen van black en folk metal tot progressieve rock. In die laatste categorie heeft Frøislie nu het soloalbum Fire Fortellingen gemaakt, dat tijdens de pandemie is ontstaan. Als er geen pandemie was geweest, was het materiaal vermoedelijk voor een deel op een nieuw Wobbler album uitgebracht. Neemt niet weg dat hij hier solo lekker bezig is geweest. Met een batterij aan analoge synthesizers, blokfluit, drums en zang roert hij vuistdik in de prog-rock uit de jaren 70. Dat doet hij op uiterst dynamische wijze en vol overgave. Het levert 4 doorwrochte tracks op van samen bij 47 minuten. Het is een reis langs de grootheden in het genre, maar dan op geheel eigen wijze ten uitvoer gebracht. Dat is ouderwets genieten!

 

Klidas – No Harmony (cd, Bird’s Robe / MGM / Creative Eclipse PR)
In Italië weten ze dikwijls op originele wijze uit de hoek te komen met rock muziek in diverse smaken. De groep Klidas, de naam komt overigens uit het Tsjechisch en betekent “rustig aan”, is al in 2014 opgericht. Ze presenteren nu het debuut No Harmony, waarop ze in ruim 35 minuten 6 tracks vol experimentele rock het licht laten zien. De groep bestaat hier uit Emanuele Bury (gitaar, zang), Francesco Coacci: (basgitaar, zang), Samuele De Santis (saxofoon), Alberto Marchegiani (keyboards, synthesizers) en Giorgio Staffolani (drums). De muziek larderen ze verder met elementen uit de jazz, post-rock, prog rock, avant-garde en noise. Het is allemaal uiterst dynamisch en energiek. De groep onderscheidt zich door bijzondere vondsten en de nadrukkelijke aanwezigheid van de saxofoon, die hier op rockende wijze inzetten. Veel is instrumentaal, maar af en toe zingen ze er ook bij. Denk hierbij aan een mengelmoes van Už Jsme Doma, The Mars Volta, Naked City, Estradasphere en Porcupine Tree. Daarmee weten ze een diepe indruk te maken, waardoor je gerust van een (luide) droomstart mag spreken.

 

Richard Knox – Land Marks (cd, Gizeh)
De Britse muzikant Richard Know runt het innovatieve en veelzijdige label Gizeh, waarop hij in diverse formaties, namelijk Shield Patterns, Glissando, A-Sun Amissa en The Rustle Of The Stars en Of Thread & Mist, te vinden is. Nu is hij terug met zijn soloalbum Land marks, dat kunst, inkt en geluid moet verweven. Ter inspiratie dient eigenlijk alles wat men om zich heen ziet, of eigenlijk dikwijls niet ziet. Als je gaat fotograferen, zie je in je vertrouwde omgeving plots zaken, die je niet eerder op zijn gevallen. Zaken vormen composities, waar je eerder enkel een brug, een veld of water zag. En daarnaast valt er een hoop schoons te ontdekken in het verval. Met dat laatste in gedachte heeft Know voor dit album 5 langgerekte klanklandschappen vol drones gecreëerd, die hij vooral met de elektrische gitaar heeft gemaakt. Deze zouden overigens zo in de “Dark Peak”-serie van het label passen. De muziek houdt naast de drones het experimentele midden tussen dark ambient, noise en post-rock. Hij neemt je op tot verbeelding sprekende wijze mee op een tocht langs hetgeen waar hij de rauwe schoonheid van heeft gezien. Liefhebbers van onder meer Frédéric D. Oberland, Tim Hecker, Yellow6, Labradford, loscil en zijn andere meer experimentele projecten, zullen deze ook wel weten te waarderen. Een meeslepend en sterk album en wellicht begin van een nieuwe reeks albums.

 

Kodiak Empire – The Great Acceleration (cd, Bird’s Robe / MGM / Creative Eclipse PR)
Kodiak Empire is een progressieve rockgroep uit Australië, die doorgaans math rock, art rock, metal, experimenten en ook popelementen incorporeert in hun muziek. Na een absentie van maar liefst 7 jaar na hun fijne debuut brengen ze eindelijk hun tweede album The Great Acceleration uit. Ondanks dat deze slechts een krap half uur lang is en maar 5 nummers telt, brengen ze meer dan genoeg per vierkante seconde. Het is meeslepend, dynamisch, energiek en uiterst gevarieerd wat ze hier laten horen. Het is alsof je luistert naar een mengelmoes van The Mars Volta, Silverchair, Stabbing Westward, Motopsycho, Tool, Ben Christophers en Universe Zéro. Met hun enthousiasme winnen ze het op punten van vergelijkbare bands. Het is echt een heerlijk meeslepend album geworden.

 

Niala Effen – Kolory Też Potrafią Śpiewać (cd, Rope Worm)
Ik ben wel eens laat met een recensie, maar zeker geen 30 jaar. De cassette Kolory Też Potrafią Śpiewać van Naila Effen stamt uit 1993, maar is nu opnieuw uitgebracht op cd. Ondanks de Poolse titel, die “kleuren kunnen ook zingen” betekent, is Naila Effen het Belgische project van multi-instrumentalist Alain Neffe. Hij is ook te vinden in Human Flesh, Bene Gesserit, Kosmose, Sic, Cortex, Pseudo Code en meer; projecten die soms wel meer dan 30 jaar geleden actief waren. Als Naila Effen (de naam is helder toch?) neemt hij in 1989 dit album op voor een tentoonstelling. De muziek is abstract en zit ergens tussen ambient, avant-garde, psychedelische en Barokke muziek in. Echt zo’n uniek pareltje, waar je zelden een tweede van tegenkomt. Dat zal ook de reden geweest zijn van het Poolse label Rope Worm, dat zich in wil zetten om muziek in de ambient/elektronische hoek her uit te geven, om deze weer uit te brengen. De muziek, die wel enigszins doet denken aan een kruising van The Residents, Leitmotiv en In The Nursery, staat nog altijd huizenhoog overeind en het daarom een groot goed dat deze weer verkrijgbaar is.

 

Nossiennes – Fresh Water Objects (cd, Shore Dive)
Shoegaze muziek heb je ook in vele variaties, wellicht dat Nossiennes uit Bristol zich gewoon maar een gaze band noemen. Ze hebben inmiddels twee epees uitgebracht en komen nu met het album Fresh Water Objects. Dit is het laatste album in de huidige line-up, die bestaat uit George Simpson (zang, gitaar, piano, keyboards, cello, bas, drumprogrammering) en Darren Frost (bas, gitaar). Overigens als je de muziek hoort, die dikwijls als een muur van geluid is, verwacht je een veel grotere bezetting. De rode draad wordt gevormd door energieke shoegaze, maar daar vlechten ze post-punk, noise, droompop, ambient, post-rock en allerhande experimenten doorheen. De zang daarbij komt daar met moeite doorheen, maar wordt vooral ingezet als extra instrument. Hier en daar laten ze eveneens etherische vocalen horen. De krachtige, rijk gedetailleerde muziek is behoorlijk indrukwekkend, waarbij je het ergens tussen Ringo Deathstarr, Slowdive, Vlimmer, Ritual Howls, Hammock, Pam Risourie en Explosions In The Sky moet zoeken.

 

Protomartyr – Formal Growth In The Desert (cd, Domino)
De Amerikaanse post-punk band Protomartyr weet nu al ruim 10 jaar sterke, tegendraadse albums af te leveren, die enerzijds vuistdiep in het verleden roeren en anderzijds de fijne vinger weten te leggen op nieuwe stromingen. Dat is eigenlijk altijd wel een garantie voor een sterk album. En daar lijken ze elke keer net weer beter in te worden. Dat blijkt ook weer uit hun nieuwe album Formal Growth In The Desert. Hierop presenteren ze 12 nieuwe songs, die het beste van de diverse dwarse genres naar boven halen. De pakkende zang van Joe Casey is dan ook moeilijk te weerstaan. Maar de ongepolijste, opzwepende muzikale omlijsting van bandleden Scott Davidson (bas), Greg Ahee (gitaar) en Alex Leonard (drums) mag er ook wezen. Het gaat hier echt van het ene hoogtepunt naar het andere hoogtepunt. Daarbij moet je denken aan een grootse blend van The Birthday Party, Shame, The Wedding Present, A Place To Bury Strangers, METZ, The Fall en IDLES. Gewoon alweer hun allerbeste album tot nu toe.

 

Sault – Earth (cd, Forever Living Originals)
Bij het vorige album Air (2022) van Sault was ik rijkelijk laat, maar nu ben ik er als de kippen bij met het vervolg Earth. Dat wil zeggen de fysieke release, want digitaal was deze vorig jaar al uit. Er hangt wel een zweem van mysterie rond dit project van Dean Wynton Josiah Cover aka Inflo. Niet alleen tapt de muziek steeds weer uit andere, onverwachte vaatjes, ook wie er precies op welk album deelneemt is niet altijd duidelijk. Namen als Cleo Sol, Michael Kiwanuka, Little Simsz, Kid Sister, Kadeem Clarke en Jack Peñate worden wel genoemd; waarschijnlijk veel uit de Forever Living Original stal, maar zeker weten doe je het niet. Ook interviews geven of live optreden is niet echt hun ding. Op hun vorige werk brachten ze een combinatie van koorzang, minimal music en kamermuziek, waarbij zelfs Philip Glass tot de invloeden behoorde. Een hemels werkje. Alhoewel, dat laatste thema op het album Earth meer uitgewerkt lijkt te worden (en altijd wel een rol speelt in hun muziek). Ze brengen een heerlijke mix van soul, gospel, R&b, bossanova, funk, psychedelische rock, Afrobeat, tribal music en neoklassiek, hetgeen de muziek los van de thematiek wel aardser maakt. Wederom weten ze op innovatieve wijze te verrassen met uitstekende en bovenal originele prachtmuziek.

 

This Is The Kit – Careful Of Your Keepers (cd, Rough Trade / Konkurrent)
Het Britse duo This Is The Kit blijft een pareltje in de alternatieve folkmuziek, dat in 2003 is opgericht door Kate Stables (zang, banjo, gitaar, blokfluit). Samen met haar partner in crime Jesse D. Vernon (gitaar, piano, viool, vibrafoon, zang) brengen ze menig breekbaar en stemmig album naar buiten, waarbij ze meestal diverse genres in hun sound incorporeren en mogen rekenen op een keur aan gastmuzikanten. Dat is ook weer het geval op hun nieuwe (achtste?) album Careful Of Your Keepers. Ze bekommeren zich zoals velen om hoe we omgaan met de wereld, maar ook met veranderingen. Samen met hun vaste bandleden Neil Smith (gitaar), Rozi Leyden (bas, zang) en Jamie Whitby-Coles (drums, zang) en gasten op kora, piano, synthesizer, zang, fagot, vleugelhoorn, trombone en tenorsaxofoon weten ze op warme doch weemoedige wijze hun boodschap uit te dragen. De zijdezachte stem van Stables voert je gewillig mee en zet aan tot dromen en nadenken; net waar je hoofd naar staat. Ze mixen er post-rock, nachtelijke jazz en indierock doorheen, waardoor de muziek nooit helemaal in een hokje te vangen is. De sfeer is leidend hier. Qua referenties moet je denken aan een variërende hybride van ,strong>Chantal Acda, Mia Doi Todd, Lean Year, Suzanne Vega, Laura Marling, Donna Regina en Earwig. Alles is van een buitengemene schoonheid, waarmee ze alsof het normaal is weer hun zoveelste sublieme album afleveren.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.