Black Lives Matter! Niets aan toe te voegen. Behalve onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Królestwo, Melenas, Christine Ott, Katerina Papadopoulou, Rolling Blackouts Coastal Fever, Kaitlyn Aurelia Smith, Trappist Afterland & Grey Malkin, Windy & Carl en Lamia Yared & Invités.
Jan Willem
Królestwo – Antracyt (cd, Gusstaff Records / Don’t Sit On My Vinyl)
Soms is er helemaal niet veel voor nodig om een diepe indruk te kunnen achterlaten. Zo bundelen drummer Paweł Rucki (Dule Tree, AlterTon), bassist Sebastian Goertz (AlterTon) en gitarist Maksymilian Białystok (1926, Pomelo Taxi) in 2016 hun krachten in de Poolse groep Królestwo, hetgeen “koninkrijk” betekent. Ze hebben ervaring in uiteenlopende rockformaties, maar maken met deze groep een bundeling van instrumentale noise, post-rock, math rock, jazz-rock en psychedelische rock. Dat levert in 2017 al het sterke debuut Ćwiczenia Repetytywne op, hetgeen “herhaalde oefening” betekent. Ook dat repetitieve karakter is iets dat hun muziek typeert en krachtig maakt. Dat tillen ze nu naar een nog hoger niveau op het tweede album Antracyt. Ze banen zich weer op luide wijze een weg door de genoemde genres en voegen er ook nog een lekker motorik aan toe. Het is energiek, dynamisch, krachtig en geweldig meeslepend. Zoek het ergens tussen Don Caballero, Primus, Karakte, Sannhet en Amon Düül. Keihard de lekkerste.
Melenas – Dias Raros (cd, Trouble In Mind / Konkurrent)
Melenas is een Spaanse meidengroep, die in 2016 is opgericht waarbij ze allemaal dezelfde achternaam dragen. Als ik kijk naar de bandfoto’s denk ik dat we hier met een Ramones-effect te maken hebben. Geeft verder niks, want hun gelijknamige debuut uit 2017 mag er wezen. Die bevat namelijk een evenzo nostalgische als frisse mix van garagerock, indiepop en punkpop. Daar gaan Oihana (gitaar, keyboard, zang), Leire (bas, zang) Maria (keyboard) en Lauri (drums) op hun tweede worp Dias Raros. Hierop vind je 11 heerlijk ontwapenende songs, die ten opzichte van hun debuut meer de droompop kant opkoersen en wat meer psychedelisch zijn. De ene keer lekker wroetend in het melancholische verleden en op andere momenten met frisse moed de toekomst in. Daarbij moet je denken aan een zomerse kruisbestuiving van Lush, That Dog, Pastels, Stereolab, Pram, Spiritualized en Morgan Delt. Daarmee kan je prima voor de dag komen!
Christine Ott – Chimères (Pour Ondes Martenot) (cd, NAHAL Recordings)
Hersenschimmen is misschien wel het allermooiste boek van Bernlef; indringende en ontroerende roman over dementie, over de eenzaamheid en de angst die daarmee gepaard gaan, maar ook een verhaal over de liefde die een onvermijdelijk tragisch einde tegemoet gaat. En later ook verfilmd heel fraai. Het is vertaald eveneens de titel van het nieuwe album van de Franse componiste Christine Ott. Zij is een getalenteerde pianiste en multi-instrumentalistische docent aan het conservatorium van Strasbourg, maar geniet toch vooral bekendheid door haar virtuose spel op de Ondes Martenot. Dit instrument is bijna een eeuw geleden door Maurice Martenot uitgevonden en heeft qua sound wel wat weg van een theremin. Qua output kan je overigens werkelijk alles van Ott verwachten, van soundtracks, improvisaties en theaterstukken tot pop, rock en neoklassiek, die vooral gedreven wordt door haar passie en nieuwsgierigheid. Naast haar solowerken heeft ze ook muziek gemaakt met Yann Tiersen, Radiohead, Tindersticks, Syd Matters, Die Anarchistische Abendunterhaltung, Raphelson, Noir Désir, Vénus, Frédéric D. Oberland, Foudre!, Oiseaux-Tempête en haar groep Snowdrops. Op Chimères (Pour Ondes Martenot) laat ze in 47 minuten tijd 8 stukken het licht zien, die volledig rond haar geliefde istrument zijn opgebouwd. Hoewel het in feite een monotoon instrument is weet ze er op verbluffende wijze allerlei gelaagde composities mee op te bouwen, die even wonderlijk als intrigerend zijn. Daarbij mag ze rekenen op steun van producenten en tevens opdrachtgevers Frédéric D. Oberland (Oiseaux-Tempête, Foudre!, Le Réveil Des Tropiques, The Rustle Of The Stars) en Paul Régimbeau (Mondkopf, Extreme Precautions, Autrenoir, Foudre!), die samen ook het NAHAL label runnen. De muziek is futuristisch, waarmee ze het verleden (van het instrument) tot de toekomst maakt. Het zijn filmische stukken geworden, die wel wat weg hebben van flarden van koortsdromen, spookachtige verschijningen, mysterieuze elementen, surrealistische en ruimtelijke beelden, die tijdloos en gewichtloos voortbewegen. Wat dat betreft zou het een prachtige soundtrack voor Bernlef’s boek zijn geweest, zij het dan veel later in de tijd. Maar het zou ook bij een sci-fi of horrorfilm niet misstaan. Ott kan zich meten met grootmeesters als Olivier Messiaen, Edgard Varèse, Giancito Scelsi of Bernard Parmegian, maar schildert muziek op haar geheel eigen wijze. Dromen die op onwerkelijke wijze werkelijkheid worden. Een groots hedendaags meesterwerk, zij het met enige bescheidenheid en soberheid gebracht.
Katerina Papadopoulou – Notio Toxo In Karpathos (cd, Greek Folk Music Association / Xango Music Distribution)
Ik kom de geweldige Griekse zangeres Katerina Papadopoulou (Κατερίνα Παπαδοπούλου) voor het eerst tegen op het prachtalbum Mediterraneo (2013) van Christina Pluhar’s L’Arpeggiata, vol met oude liedjes uit het Middellandse Zeegebied. Zelf is ze al veel langer bezig met muziek maken en oude liedjes zijn haar wel op het lijf geschreven. Ze wordt beschouwd als een van de weinige vocalisten in Griekenland die de kunst van de oude meesters van traditionele zang nog steeds voortzet. Haar vocale en muzikale expressie zijn van een bijzonderheid, die je niet vaak meer hoort. Dat laat ze wederom horen op het nieuwe album Notio Toxo In Karpathos (Νότιο τόξο ην Κάρπαθος), dat iets als “zuidelijke boog van Karpathos” betekent. Samen met de muzikanten Stefanos Dorbarakis (kanun, zang), Giorgos Kontogiannis (Kretenzische lier, udu, bendir) en Kyriakos Tapakis (oed, Spaanse luit), die respectievelijk bij Eleni Karaindrou, George Dalaras & Goran Bregović en Daemonia Nymphe al te horen zijn geweest, brengt ze liederen uit Cyprus, Kalymnos, Naxos, Kreta, Kastelorizo, Pelaponnesos en tevens de Turkse landstreek Cappadocië ten gehore. Hoe verder je terug in de tijd gaat hoe dichter de muziek van beide landen bij elkaar liggen, al is het verschil tegenwoordig ook niet altijd even groot (al hoort men dat liever niet). De muziek is erg fraai en een mix geworden van traditioneel Griekse en Turkse muziek, aangedikt met middeleeuwse, Barokke en zelfs meer Noord-Europese folk elementen. Je moet denken aan een afwisselend midden tussen Eleni Karaindrou, Savina Yannatou, L’Arpeggiata, Loudovikos Ton Anogeion en Sezen Aksu. Het levert een prachtig tijdloos,intens geheel op, waarbij muziek van weleer in een magisch hedendaags jasje wordt gestoken.
Rolling Blackouts Coastal Fever – Sideways To New Italy (cd, Sub Pop / Konkurrent)
In 2013 wordt in Australië de groep Rolling Blackouts opgericht door Fran Keaney (akoestische gitaar, toetsen, zang), Tom Russo (gitaar, zang) en Joe Russo (bas). Snel erna volgen ook Joe White (gitaar, keyboards, zang), Marcel Tussie (drums). Ze veranderen hun naar al snel in Rolling Blackouts Coastal Fever aangezien er in Engeland al een groep met die naam bestaat. Na diverse veelbelovende mini’s hebben ze in 2018 hun volwaardige debuut Hope Downs uitgebracht. Daarop zijn ze de belofte voorbij. Ze maken pakkende en licht stekelige indierock, die herinneringen oproept aan de betere bands uit de jaren 80 en 90 maar dan op eigengereide en frisse wijze. Een nieuwe sensatie is geboren. En dus is er geen enkele reden om te gaan sleutelen aan deze heerlijk receptuur op hun tweede album Sideways To New Italy. Ze serveren 10 nieuwe tracks die gewoon verder gaan met waar ze op hun debuut gebleven zijn. Het is allemaal nog iets melodieuzer, zonder iets aan hun stekeligheid en meeslependheid te veranderen. Denk daarbij aan een lekkere mix van New Order, Motorama, The Go-Betweens, The La’s en Salad Boys. Kortom, geweldige muziek waarmee je lekker de zomer in kunt gaan (zij het helaas zonder festival).
Kaitlyn Aurelia Smith – Mosaic Of Transformation (cd, Ghostly International / Konkurrent)
Je kunt de aan het conservatorium van San Francisco opgeleide multi-instrumentaliste/componiste Kaitlyn Aurelia Smith bepaald geen doorsnee artiest noemen. Ze is een groot natuurliefhebber en zoekt daar ook altijd verbanden waarmee ze haar organische muziek kan creëren. Voor haar komen die twee werelden samen als ze de analoge Buchla Music Easel synthesizer uit 1973 ontdekt, die ze een opvallend menselijk geluid vindt hebben. Daarmee fabriceert ze wonderlijke creaties op haar albums. Onlangs heeft de multidisciplinaire creatieve organisatie Touchtheplants opericht, waar poëzie, beeldende kunst en elektronische muziek samenkomen. Daarnaast is ze de eindeloze mogelijkheden van elektronische instrumenten blijven onderzoeken, evenals de vormen, bewegingen en uitdrukkingen die te vinden zijn in de relatie van het fysieke lichaam met geluid en kleur. Het is deze levenssturende interesse die de basisfrequenties vormt van haar nieuwste album The Mosaic Of Transformation. Het levert 9 zowel korte als lange muzikale mozaïeken op, die zich in een parallel universum lijken af te spelen. Het zijn namelijk bevreemdende collages van minimal music, ambient, avant-garde, neoklassiek en experimenten, waarbij ze soms haar spookachtige zang laat horen. Ze verkent de randen van genres en instrumenten en gaat er overheen, maar keert ze ook binnenste buiten. Daarmee krijg je iets volslagen unieks voorgeschoteld dat net zo biologerend als intens en wonderschoon is. De muziek kan je ergens op een eigen plek plaatsen tussen Holly Herndon, His Name Is Alive, Fever Ray, Laurie Anderson, Wildbirds & Peacedrums, Colleen en Julia Holter. Een surrealistisch hoogstandje!
Trappist Afterland & Grey Malkin – The Trappist & The Hare (cd, Reverb Worship)
De Australische muzikant Adam Geoffrey Cole (zang, gitaar, mandoline, oud, bouzouki, dulcitar, tanpura, mondharp, bellen, percussie) houdt er sinds 2010 het project Trappist Afterland op na, waarmee hij gnostische folk produceert. Het is volslagen unieke muziek, die onder meer Britse folk uit de jaren 70, acid folk, middeleeuwse muziek, Keltische muziek, Indiase raga, gamelan muziek, psychedelische folk, Christelijke muziek en freakfolk incorporeert. Het leeuwendeel geeft hij in eigen beheer uit en is om begrijpelijke redenen stijf uitverkocht. Dat was ook het geval voor het nieuwe album The Trappist & The Hare dat Trappist Afterland eerder dit jaar met Grey Malkin heeft gemaakt, dat het hart van iedere folk liefhebber sneller zal doen kloppen. Rond Grey Malkin hangt altijd een mysterieuze sluier, waarbij het mij niet duidelijk is om welk persoon of zelfs personen gaat. Wel duikt deze naam op als onderdeel van het experimentele folkgezelschap The Hare And The Moon (vandaar de titel van het album), die ook al diverse prachtalbums hebben gefabriceerd. Grey Malkin levet hier gitaren, bas, piano, hammond orgel, synthesizers, kerkorgel, xylofoon, bellen, drones, percussie, samples en koorzang. Op dit nieuwe album mogen ze ook rekenen op steun van zeven gastmuzikanten op gitaar, harmonium, mondharp, zang, pauken, bas, spoken word, fluit en drums. Ondanks deze grote bezetting en diverse elektronische instrumenten, is dit alles sober en heef het vooral een akoestische uitstraling. De zang van Cole doet ergens wel denken aan die van Owain Phyfe. De intense muziek kan je ergens plaatsen tussen The New World Renaisance Band, United Bible Studies, Greg Weeks, Kiss The Anus Of A Black Cat, Current 93 en Bert Jansch. Het zijn stuk voor stuk emotionele voltreffers, die je diep weten te raken. Gelukkig heeft het geweldige Reverb Worship label besloten een tweede editie uit te brengen, waardoor deze recensent jullie dit geweldige nieuws kan brengen.
Windy & Carl – Allegiance And Conviction (cd, Kranky / Konkurrent)
Ik volg het Kranky label al sinds de oprichting in 1993, waar eerst naast Labradford, Jessamine, Bowery Electric, The Spiny Anteaters en Magnog vooral veel Nieuw-Zeelandse bands hun albums uitbrengen, veelal rond Roy Montgomery. Na een jaar of 4-5 gaat de focus meer naar de Amerikaanse bands en dan vaak de melancholische die ergens tussen ambient, neoklassiek en postrock uitkomen. De tijd dat Low, Stars Of The Lid en tevens Windy & Carl aanhaken. Deze laatste groep, die bestaat uit het toonaangevende echtpaar Windy Weber en Carl Hultgren, ken ik dan al. Zij zijn eveneens sinds 1993 bezig met het maken van muziek en houden er daarnaast ook de platenzaak Stormy Records op na. Ze maken doorgaans iets dat op dromerige wijze tussen drones, ambient, shoegaze en postrock uitkomt, waarbij percussie altijd ontbreekt. Muziek die zou passen op 4AD, maar ook wel aansluit op de ambient-beweging die ontstaat in de jaren 80. Ze zijn eigenlijk door al die jaren heen volledig zichzelf gebleven. En begrijp me niet verkeerd, ik bedoel niet dat ze zichzelf steeds herhalen, zij het dat ze een herkenbare sound in huis hebben. Trouw en overtuiging leggen ze aan de dag en dat is vertaald als Allegiance And Conviction ook de titel van hun nieuwe album, hun eerste in 8 jaar weer op Kranky. Het is thuiskomen op meerdere vlakken, zowel voor hen als de trouwe luisteraar. Ze brengen in 6 heerlijk melancholische tracks weer een bijzondere mix van de genoemde stijlen, waar Windy af en toe op mistige en mysterieuze wijze haar fluisterzang laat horen. Muziek die zowel teruggrijpt naar Robin Guthrie, Swallow, Yellow6 en Cluster als vooruitblikt naar hedendaagse acts als Grouper, Celer en Birds Of Passage. Echt een ouderwets, steengoed Kranky album!
Lamia Yared & Invités – Chants Des Trois Cours (cd, Lamia Yared / Xango Music Distribution)
Zangeres Lamia Yared opereert met haar ensemble vanuit Canada en gaat sinds 2013 vele podia en festivals met wereldmuziek af. Samen met diverse virtuozen op klassieke en wereldinstrumenten laat ze een zeldzaam repertoire horen dat bestaat uit muziek en zang van Midden-Oosterse, Perzische, Sefardische en Ottomaanse tradities. Dat gaat van Ottomaanse Turkse klassieke liederen tot Muwashahat, afkomstig uit Arabische poëzie. Nu presenteert ze haar debuut Chants Des Trois Cours als Lamia Yared & Invités. De subtitel “Musiques Savantes Arabes, Ottomanes Et Persanes” geeft duidelijk weer waar ze de goud, wierook en mirre vandaan haalt. Ze wordt vergezeld door 8 geweldige muzikanten, de “invités”, op ghichak (vioolachtig snaarinstrument met 2, 3 of 4 snaren), qânun (soort plankciter), oed (famile van de luit), tar (langhalsluit), riq (soort tamboerijn), bendir (houten frametrommel), daire (framedrum), tombak (bekertrommel), altviool en contrabas (dat mag bekend geacht worden). Samen laten hier op geweldige wijze Arabische, Ottomaanse en Perzische muziek herleven. Muziek die van de 12de tot de 17de eeuw ofwel van de Gouden Tijd van het Ottomaanse Rijk tot Egyptische en Syrische traditionele muziek. Als een schatgraver haalt ze daarmee de mooiste dingen naar boven. Dat alleen al is prijzenswaardig en een groot goed, maar het wordt ook nog eens op wonderschone wijze geserveerd. Dat is ouderwets maar tijdloos en grenzeloos genieten van niet alledaagse, unieke pracht.