De Duitse taal wordt iets versimpeld door het langste woord Rindfleischetikettierungsüberwachungs- aufgabenübertragungsgesetz te schrappen. Het Nederlands is dan weer om simpel van te worden, want na een kwart eeuw is het examen nog altijd ondermaats en inhoudloos. Sommige dingen veranderen ook nooit, zoals bijvoorbeeld onze bovenmaatse en betekenisvolle lijstjes uit het:
We luisterden naar: CocoRosie, Greg Haines, Scout Niblett, Denison Witmer, Kemal Dinç, Kudsi Ergüner en Pat Metheny. En keken naar: eXistenZ.
Oh en het langste Nederlandse woord is: kindercarnavalsoptochtvoorbereidingswerkzaamhedencomitéleden.
CocoRosie – Tales Of A Grasswidow (cd, City Slang/Konkurrent)
CocoRosie is inmiddels een begrip geworden in “rare meisjes”-land en heeft de toon gezet voor vele andere muzikanten. Freakfolk met een bijzondere twist, waarbij de zusjes Casady met getekende baarden en snorren een eigenzinnige plek in de hedendaagse muziek innemen. De één zingt meestal met een geknepen kinderlijke stem, terwijl de ander beschikt over een fraaie sopraanstem. Voor hun vijfde cd zijn ze gaan samenwerken met Bedroom Community labelbaas en artiest Valgeir Sigurðsson, die de beatprogrammering voor zijn rekening neemt. Het is dan ook een meer elektronisch georiënteerd album geworden, dat volledig anders is dan voorheen en toch helemaal klinkt als CocoRosie. Ze werken ook met andere gasten op keyboards, piano, bassynthesizer, bamboefluit, castagnetten, drums, gitaar, orgel, beatbox en zang. Die laatste gastrol wordt onder andere tot tweemaal toe glansrijk vervuld door Antony Hegarty (ja die van The Johnsons). Voor de rest combineren ze op prettige wijze freakfolk met hiphop, indie, wulpse beats en avant-garde. Het is weer een volslagen uniek en verassend werk geworden. Bevreemdende, aangrijpende schoonheid. Misschien wel hun beste tot nu toe!
Greg Haines – Where We Were (cd, Denovali)
Vanaf 2006 duikt deze veelzijdige, jonge componist Greg Haines met enige regelmaat op met grootse releases. Deze zitten veelal in de neoklassieke hoek, hoewel hij ook wel van experimenteren houdt zoals blijkt uit de groep Liondaler. Daarnaast werkt hij met uiteenlopende artiesten samen en houdt er de projecten als het geweldige The Alvaret Ensemble en The Group (met Peter Broderick en Casper Clausen) op na. Redelijk verrassend is toch wel zijn nieuwste album. Openingstrack “Intruder” slaat nog een brug tussen zijn vorige werk en het nieuwe, maar daarna gaat hij los met tapemachines en synthesizers. Hij creëert er zowel lekker ritmische muziek mee als rustieke experimenten. De muziek houdt daarbij het midden tussen ambient, dub, krautrock en IDM. Op hypnotiserende wijze beweegt hij ergens tussen Locust, Mouse On Mars, Beaumont Hannant, Tangerine Dream, Nine Inch Nails en Yello in. Het resultaat is verbluffend goed. Een zeer geslaagde wending kan je gerust stellen en een fraaie afwisseling op zijn andere muziek.
Scout Niblett – It’s Up To Emma (cd, Drag City)
Deze bijna 40-jarige Britse zangeres, die voluit Emma Louise Niblett heet, begeleidt zichzelf meestal op gitaar of drums. Haar albums kenmerken zich dan ook door een kaal, direct en zeer indringend geluid. Ze kan ondanks haar robuuste spel diepe snaren raken. Op haar zesde album in 12 jaar heeft ze dat nog beter in de vingers zitten. Ze knalt erin met “Gun”, maar daarna krijg je het prachtige nummer “Can’t Fool Me Now” vol psychedelische gitaren en strijkers. Ze wordt door vrienden geholpen op ebow, drums, percussie, zang, gitaar en strijkinstrumenten. Onder hen ook Emil Amos van Grails. En ze wisselt deze twee genoemde stijlen op uitgebalanceerde wijze met elkaar af. Denk aan een eigenzinnige mix van Shannon Wright, The Breeders, Cat Power en PJ Harvey oude stijl. Hoewel ik haar andere albums ook hoog heb zitten, is dit één van haar beste.
Luister Online:
It’s Up To Emma (albumsnippers)
Denison Witmer – Denison Witmer
Na de nieuwe Iron & Wine nogmaals een plaatje vol geslaagde brave jongetjes-muziek in lijn van Sufjan Stevens. De vergelijking ligt voor de hand. Niet alleen is Denison een labelgenoot, in het allermooiste nummer (My Constant Muse) pingelt de meester zelf zijn trademark piano-arpeggio's. Witmers zesde album is zijn beste tot nu toe, en dat is toch wel een grote verrassing. Zijn output was tot nu toe nogal anoniem. Maar behoudens een wat saaiige slottrack rijgt hij de prozacpop-nummers hier afgewogen aaneen. 'Is my mind at ease or am I jaded?/Has the brightest color in me faded?'
eXistenZ (David Cronenberg)
Vrolijke en uitzinnige smeerboel. Ik wist helemaal niet dat Jennifer Jason Leigh ooit in een werkje van Cronenberg had rondgehuppeld! Voeg daarbij Jude 'in een sci-film dús prima' Law, Willem Defoe plus Ian Holm en je weet dat het een plezierig ritje wordt. Zijsprong: Ik heb maar één keer met zo'n Wii gespeeld, maar het 'nu ben ik zelf de controller'-gevoel viel me zwaar tegen. Het was toch vooral willekeurig in de lucht wapperen. In virtuele mindgame eXistenZ is dat wel anders. Cronenberg en zijn designers hebben zich heerlijk uitgeleefd in de seksualisering van de gameconsole. Als de wereld der mensen steeds virtueler wordt, worden computers wellicht steeds dierlijker. Met controllers in de vorm van Japanse masturbatie-objecten, verbindingen als navelstrengen én – goed voor negentig minuten grijnzen – een extra gat om te penetreren. In jezelf. Jude Law is de computermaagd die niet eens het gat hééft, en daar komt in de loop van de film op aandringen van Jennifer wel verandering in. 'Your port can be a bit tight in the beginning.' Uiteindelijk loopt alles natuurlijk mis en krijg je toch weer die AIDS-vibes en een heus dark room-sfeertje. Het scenario is niet geniaal, maar wel slim. Het duurt 1/3 film voor we eindelijk de fenomenale wereld mogen verlaten, en de nouminale waanzin begint. (Eindelijk één met The Creator.) Het einde goochelt op zijn Paul Austers, en is wel een beetje flauw.
Kudsi Ergüner Sufiyan
Kemal Dinç Bağlama için denemeler
Ergüner is al een gevestigde naam en een vermaarde neyspeler. Hij speelde met allerlei grote sterren en deed allerlei (soms zelfs tamelijk cheesy) crossovers. Dit album is bescheidener, helemaal alleen gemaakt en grotendeels traditioneel maar vrij genoeg om een experiment als Fuga te doen. De basis is echter klassieke Mevlevi/sufi muziek gemaakt op slechts ney en een plechtige trom. Bij sazspeler Kemal Dinç geen adembenemend flashy werk zoals bijvoorbeeld İsmail Tunçbilek, maar ingetogener zonder aan virtuositeit in te boeten en vooral een stuk experimenteler. Dinç doet experimenten op de bağlama, zoals de titel inderdaad al verklapt. Hij zou prima op John Zorns label Tzadik terecht kunnen …
Pat Metheny Masada Book 2, Book Of Angels, volume 20: Tap
Aan dat front een opvallende keus en hoewel ik Metheny niet echt volg en Zorn ook maar zijdelings was ik toch wel benieuwd hoe Pat Tap zou aanpakken. In mijn herinnering heeft Metheny een aalgladde fusionkant en een smerige improv alter ego dat al eens met Derek Bailey werkte. Die laatste blijft achterwege, maar het is ook niet aalglad. De snelle repeterende riedeltjes lenen zich goed voor het Orchestrion waar hij zich de laatste jaren mee onledig houdt, al speelt hij vooral heel veel instrumenten zelf. Gelukkig is er wel een livedrummer (Antonio Sanchez) om een soepele swing aan het geheel te geven.