Het mooie Turkije houdt de politici hier weer flink bezig. Vragen over de lunch en het diner. Eten we Döner Kebab of moet het Donner Kebab worden? Turkse pizza of toch een Wilders Broodje met enkel Hollandse kaas? Baklava, Bosche Bollen of Balkenendse Hangop? Belangrijke zaken in tijden van crisis. Nee, wij eten, kijken en luisteren allang over de grens, zo blijkt wel weer uit de lijstjes van het:
Wayne Horvitz Zony Mash and Horns, Troum, Twiggy Frostbite, Volcano The Bear / La Société Des Timides A La Parade Des Oiseaux, Gomez, Johan, Drudkh, Dodsferd, <code>, Benny Sings en kijkend naar Copland.
Wayne Horvitz Zony Mash and Horns – Bimhuis 31 mei
Het concert van Zony Mash was bij vlagen een intrigerende tijdreis. Met een strakke blazerssectie, de volvette riffs van gitarist Timothy Young en het Hammondorgel van Wayne Horvitz zelf leek het alsof de klok pakweg dertig jaar werd teruggezet. Dat lag niet alleen aan de muziek, maar ook aan het hechte samenspel waarmee werd gemusiceerd: lastige overgangen, onregelmatige maatsoorten, dynamiekwisselingen werden gebracht alsof het niets was. Het was af en toe alsof Frank Zappa met zijn Roxy-band Stax-hits stond te spelen; er zijn vervelender vergelijkingen denkbaar.
Zony Mash is van oorsprong een kwartet met gitaar, bas, drum en toetsen. Voor deze tournee is het kwartet uitgebreid met vier blazers, waarmee nog overtuigender funk gecombineerd wordt met rock, soul en jazz, dat samen een unieke en onweerstaanbare combinatie oplevert. Dat komt ook omdat aanvoerder Wayne Horvitz een behalve een uitstekende muziek ook een bijzonder getalenteerd componist is die twee sets lang het publiek weet te vermaken met even spannende als genietbare muziek. Meer nog dan Horvitz speelt gitarist en Frank Zappa-lookalike Timothy Young zich in de kijker met zijn veelzijdige gitaarspel. Young is behalve met zijn gitaar constant in de weer met versterker en gitaarapparatuur en weet dan ook bijzonder goed gebruik te maken van het juiste gitaareffect op het juiste moment.
De toegevoegde vier blazers waren een gouden greep: het best kwamen ze tot hun recht in unisono gespeelde thema’s en overgangen. Wat betreft de solo’s was trompettist Ron Miles het meest overtuigend, door beheerst een solo uit te bouwen en daarbij rustig de tijd te nemen. Horvitz zelf kondigde af en toe een compositie aan en fungeerde waar nodig als bandleider door overgangen aan te geven middels handsignalen. Wisselend speelde hij Fender Rhodes en Hammond, en vervormde ter plekke het geluid met effectapparatuur.
Het was te horen dat Horvitz in het knotsgekke bandje Naked City heeft gespeeld: absurde overgangen, razendsnelle riffs, surfmuziek, alle invloeden uit John Zorn’s hobbybandje waren ook bij Zony Mash te horen, maar gelukkig wel een stuk gedoseerder. De groove was het hoofdingrediënt en stilzitten was best lastig met zulke aanstekelijke muziek, met name het resultaat van een fantastisch spelende ritmesectie die nergens op slordigheden te betrappen viel. Helaas overstemde Young met zijn wilde gitaarspel menig keer de blazerssectie, die daardoor ondersneeuwde. Het was de enige smet op een verder fantastisch concert.
Troum– Eald-Ge-Stréon(2cd, Beta-lactam Ring Record)
Troum is de duistere voortzetting van Maeror Tri. Ze maken doorgaans dark ambient met drones, maar willen daardoor ook nog wel eens elementen uit de klassieke muziek of shoegaze mengen. Dit levert veelal dromerige muziek op. Troum is dan ook oud-Duits voor droom, hoewel ze het zelf ook als Tiefenmusic Reaching Our Unconscious Minds uitleggen. Hoe dan ook, op deze nieuwe release vol ouder werk, tijdelijk als dubbel-cd verkrijgbaar, weten ze weer een fraai staaltje duisternis neer te zetten. Ze klinken als Sunn0))) met geknipte nagels of My Bloody Valentine met lange nagels of toch weer als de Cocteau Twins met doombegeleiding. Dat alles gestoken in prachtige door Stephen O’Malley ontworpen kartonnen verpakking. In alle opzichten geslaagd te noemen. Luister vooral eens naar “Dhânu-H”, die ik hieronder helaas niet voorhanden heb.
MP3’s(amples):
Elation
Usque Sumus Lux
Eolet
Ecstatic Forlorness
Procession
Crescere
Twiggy Frostbite– Through Fire (cd, Despotz)
Het Zweedse Twiggy Frostbite maakt heerlijk onderkoelde damespop. Ze delen leden met Deer Tracks en Grizzly Twister. De 3 dames hier bedienen zich van zang, bas en keyboard en laten zich helpen door een paar noeste mannen op gitaar en drums. De muziek ademt 4ad-achtige atmosferen, maar is aangelengd met wat korreltjes kristalsuiker. Denk aan een sprookjesachtige droommix van Múm, Sigur Rós, Portishead en Cocteau Twins. Op een zwoele zomeravond kan deze muziek heerlijk verkoelend werken.
Luister Online bij Myspace:
Heroes / Chimera / Grime Star
Volcano The Bear/ La Société Des Timides A La Parade Des Oiseaux– The Shy Volcanic Society At The Bear And Bird Parade (cd, Beta-lactam Ring Record)
Een band waarvan een verslavende werking vanuit gaat, zonder dat ik het helemaal begrijp is Volcano The Bear. Ze maken altijd een weirde mix van avant-garde en folk, maar zorgen keer op keer voor een steeds ander en meeslepend luisteravontuur. Dat is op de split met de rare vogels van het Franse La STPO niet anders. Die Fransen maken al sinds 1986 bevreemdende soms knotsgekke avant-garde. Zij zijn goed voor de andere niet te volgen helft van deze release.
Gomez – A New Tide
Goed om weer 'ns wat positiefs van deze Liquid Skin-jongens te horen. Platen daarna zwalkten, maar A New Tide is over de gehele linie leuk. Little Places is een fijne stamper, lekker dynamisch.
Johan – 4 OOR's Erik van den Berg leek in z'n recensie (en eigenlijk ook al bij de vorige) extra zijn best te moeten doen om er nog een juichrecensie uit te persen. Over de plaat als geheel ben ik lafjes meningloos maar Comes A Time is wel 't leukste Johan-liedje in tijden. Klinkt als I Am Kloot in hun beste (debuut)dagen. En ruisfluiten helpen natuurlijk altijd.
Copland (James Mangold)
En ik maar denken: waarom is Al Pacino zo onscherp voor zijn doen, en vooral, zo pafferig!? Pas als de plattelandsagent aan 't eind ineens de Rambo uit gaat hangen zie ik 't. Het is Stallone, die zich op een dieet van pannenkoeken had gezet. Voor zíjn doen is de rol dan weer heel goed. Leuk formulefilmpje sowieso. Die Rambo-scène aan 't eind is magistraal. De agent was al half doof en krijgt dan een kogel langs zijn oor geschoten. Het gepiep is (ook voor de kijker) oorverdovend, daarna waadt hij rond in een oceaan van stilte, bloed en kogels. Nog even aandacht voor de opening, waar Howard Shore weer 'ns een meesterlijk thema'tje heeft gekrabbeld en internal affairs-agent Robert DeNiro aan zijn voice-over begint. Nog meer pluspunten? Michael "Dennis Rommedahl" Rappaport en Harvey Keitel zijn er ook. En er wordt geflipperd! En, wat wel te verwacht viel voor 'n film waarin New Jersey, het niemandsland aan de overkant van The River een cruciale rol speelt: Liedjes van The Boss.
Drudkh Microcosmos
Dodsferd Suicide and the rest of your kind will follow
<code> Resplendent Grotesque
Drudkh tekent bij Season Of Mist en moet gelijk de mediastilte verbreken om nog maar eens te benadrukken geen foute ideeën op na te houden. Een zeker segment van de black metal gemeenschap zal ze nu wel afserveren. Boeien. De muziek is vol van verbeten melancholie zonder al te veel faux-folk en we wanen ons gelijk weer in de herfst. <code> is ook al zo melancholisch ingesteld, maar dan anders. Vicotnicks (DHG) vocalen stelen de show op dit retro-avantgardistisch meesterwerkje, beetje Virus-achtig maar meer metal. Meer verbeten trekt Dodsferd van leer, veel heeft hij niet nodig, een riff per song, twee songs totaal en je kan een album vullen. Grimmig en gemeen, maar ook weer niet vrij van die melancholie, maar wel de meest monomane van de drie.
Benny Sings Champagne People
Benny Sings I Love You
Benny Sings Benny … At Home
Honderdtachtig graden draaien en je komt bij Benny. D'r zit geen kwaad bij. Heerlijk om weer eens soul, funk en zelfs hiphop te horen zonder dat het gelijk zo fucking 'straat' moet. Alsof de Amerikaanse ghetto's het hoogtepunt van beschaving vormen. Benny is lief en leuk, maar wel droog funky als ?uestlove producties voor Nikka Costa en D'Angelo. Met detail in arrangement en pop-sensibility waar The Cardigans in uitblonken. Zijn naam doet anders vermoeden, maar het is geen erg flamboyante zanger, maar 't went. Toch denk ik dat hij als tandem met Giovanca pas echt grote hoogten zal gaan bereiken en haar album Subway Silence was al helemaal niet mis.