Dankzij een lijstverbinding met de onderwereld besturen wij in feite de EU vanuit de duisternis. Maar goed, bescheiden als we zijn treden het liefst enkel naar buiten met onze lijstjes uit het:
We luisterden naar: Broken Records, The Legendary Pink Dots, Yann Tiersen, Stine Janvin Motland, Samara Lubelski, Thomas Ankersmit, Ian Middleton, John Zorn/Eyvind Kang, Anubis Gate en Marc Mellits/Mellits Consort. En gingen naar Madensuyu & Gruppo Di Pawlowski.
Broken Records – Weights & Pulleys (cd, J Sharp Records)
Het Schotse ensemble Broken Records start in 2007 nog als het trio Jamie Sutherland (gitaar, zang), broer Rory Sutherland (viool, gitaar, accordeon) en Ian Turnbull (gitaar, piano, accordeon). Na een paar optredens voegen ook Arne Kolb (cello), Dave Smith (piano, trompet), Andy Keeney (drums) en David Fothergill (bas) zich bij hen. Met deze formatie debuteren ze in 2009 met Until The Earth Begins To Part op 4ad, die meteen een plek in mijn eindlijst weet te bemachtigen. Ze komen met hun muziek ergens uit tussen folk, singer-songwritermuziek, pop, postrock, Balkan muziek en wave. Qua referenties moet je dan denken aan Sixteen Horsepower, Beirut, New Model Army, Arcade Fire, The Levellers, The Dirty Three, The Waterboys en de opzwepende nummers van The Ex & Tom Cora. Een jaar later komen ze met Let Me Come Home, dat een sterk vervolg is zij het de verrassing van het debuut er af is. Hierna vertrekken Arne en David en voegt Craig Ross (bas, gitaar). Het wordt daarna overigens ook stil rond de groep. Ze halen uiteindelijk ook bassist Stephen Gillon aan boord en zijn weer een zevenkoppige ensemble, waarmee ze uiteindelijk weer gaan opnemen. Ik heb samen met anderen ook enorm lopen te pledgen, maar dan heb je ook uiteindelijk hun derde cd Weights & Pulleys gesigneerd en wel in handen.
De stem van Jamie klinkt hierop weer als een klok en heeft een sound die wel doet denken aan Mike Scott (The Waterboys). De muziek is echter wel veranderd. Het steviger en meer de rock-kant opgeschoven; geen Balkan of folk meer, maar een pakkend en soms opzwepend geluid. Het sluit naast The Levellers, 16 Horsepower en New Model Army nu ook meer aan bij The Unwinding Hours en The Twilight Sad. Ze vullen het allemaal nog wel aan met gasten op blaas- en strijkinstrumenten, maar de focus ligt meer op de gitaarmuziek. En dat gaat ze prima af. Sterke comeback!
Luister Online:
Winterless Son
The Legendary Pink Dots – 12 Steps Off The Path (cd-r, Terminal Kaleidoscope)
ls fan van The Legendary Pink Dots wordt je toch minimaal eens per jaar weer op iets nieuws getrakteerd. Het inderdaad legendarische Britse combo rond de in Nederland wonende zanger Edward Ka-Spel (The Tear Garden, Mimir, Dna Le Draw D-Kee) zorgt nu al zo’n 34 jaar voor de betere psychedelische avant-garde. Onderhand heb ik ook al meer dan 60 releases van ze in de kast staan; je bent fan of niet! Door de jaren heen hebben ze ook diverse compilatiebijdragen dan wel bonustracks afgeleverd, al dan niet live, waarbij ze bepaald geen kliekjes afleveren maar volwaardige tracks met een veelal iets meer experimentele aanpak dan hun reguliere albums. 12 hiervan zijn nu gebundeld op 12 Steps Off The Path, die tussen 1992 – 2014 gemaakt zijn. Het levert bijna 75 minuten aan muziek op, waarbij je de diverse fasen van The Dots langs hoort komen. Het zorgt weer voor een surrealistische beleving vol met de betere psychedelica. Een must voor de fans!
Yann Tiersen – Infinity (cd, Mute)
Vergeet de lekkere frivole riedeltjes van Amelie, waarmee de Franse componist en multi-instrumentalist Yann Tiersen doorbreekt. Ervoor maar ook erna heeft hij al veel ander werk gemaakt. Hierop heeft hij weliswaar altijd oog voor de kleine repetitieve details, die zijn geluid zo typeren. Hij gewerkt met uiteenlopende gasten als Lisa Germano, Matt Elliott, Elizabeth Fraser, Françoiz Breut, Dominique A. en leden van Calexico. Daarnaast heeft hij ook albums gemaakt met Bästard, Shannon Wright en de supergroep This Immortal Coil. De laatste paar jaren toont hij zich meer een volleerd rocker, waarmee hij met zijn laatste album Skyline in 2011 zijn meest gewone album tot dan toe oplevert. Tijd om de focus even te verschuiven. Voor zijn vijftiende album Infinity neemt Tiersen (zang, speelgoedinstrumenten, strijkers, elektronica het merendeel op in IJsland, waarbij hij met het Amiina ensemble samenwerkt, die voor bijdragen op violen, altviool, cello, zingende zaag en zang. Maar ook diverse andere gasten dragen hun steentje bij op drums, zang, spoken word en accordeon. In één track is dat ook ex-Arab Strap frontman Aidan Moffat. Tiersen combineert in feite zijn vroegere met speelgoed gelardeerde minimal, folk en neoklassiek met de latere indierock en het duistere werk met This Immortal Coil. Het levert een uiterst melancholisch en mysterieus album op, dat ergens tussen Matt Elliott, Amiina, Winter Family en Efterklang eindigt. Waanzinnig goed en om eindeloos van te genieten. Misschien wel zijn allerbeste werk tot nu toe.
Madensuyu & Gruppo Di Pawlowski, 22-05-2014 @Burgerweeshuis, Deventer
De twee krullenbollen van Madensuyu openen in een met ongeveer 50 man gevulde Burgerweeshuis. Dit is een leuke tent in Deventer, dat enerzijds een concertzaal heeft, maar daarnaast ook een sfeervol café heeft en een danszaal. De nummer 2 van mijn eindejaarslijst van vorig jaar schept op voorhand hoge verwachtingen, maar het blijft uiteraard muziek voor de echte liefhebber (wat de opkomst ook verklaart). Stijn “Ylode” De Gezelle (gitaar, mini-moog, zang) en Pieterjan Vervondel (drums, zang) verkeren echt in topvorm. Ze brengen veel van hun laatste wapenfeit Stabat Mater en een enkel oud nummer, waarbij Sonic Youth met enige regelmaat om de hoek komt kijken. Maar het samenspel van de slechts 2 muzikanten heeft net als op plaat de uitwerking van een volledige band. Wat ze hier neerzetten is krankzinnig goed. Het is opzwepend, bedwelmend en wonderschoon. Hoewel beide muzikanten zitten, schreeuwt deze muziek om de voeten van de vloer te lichten. Ze weten iedereen te overrompelen met hun genadeloze en toch subtiele kracht.
Hierna treedt het zeskoppige Gruppo Di Pawowski aan. De iele Mauro Pawlowski ontpopt zich al snel als podiumbeest. Uitzinnige zang met sprongen naar en van de grond. Heel wild, waarbij hij zelfs één keer zijn microfoon verwisselt voor zijn sambabal, wat enigszins hilarisch is. Maar verder zetten ze hier een uiterst opzwepend geluid neer dat het midden houdt tussen Rage Against The Machine, Zappa, Primus, Jane’s Addiction en de Red Hot Chili Peppers. Echt een belevenis! Al met al dus een geweldig imponerend Belgisch offensief in Overijssel.
Stine Janvin Motland – In Labour (lp, Pica Disk, 2014)
Dat deze lp van de voor mij tot voor kort onbekende Noorse artiest Stine Janvin Motland op het label van noiseveteraan Lasse Marhaug verschijnt, zou natuurlijk al enige achterdocht moeten wekken. De twee gingen vorig jaar op jacht naar field recordings van Stine’s eigen stem op verschillende locaties, en dat levert bijzondere taferelen op. Stine is geen zangeres in de pure zin van het woord, maar maakt de meest bizarre geluiden waarbij de ademhaling een belangrijk element vormt. Ze klikt, tikt, hijgt, piept, schreeuwt, gromt, ruist, neuriet, fluit, blaast, kwaakt, hyperventileert en alles op een onherkenbare en onorthodoxe manier. Alleen op The Foehn wordt ze enigszins overstemt door een ventilator. Vooral in die opnames die buiten of op publieke locaties hebben plaatsgevonden – en dus waar een “storende” factor aanwezig is – is haar focus en concentratie absoluut overweldigend. Stine’s debuut soloalbum In Labour is daarom een fantastisch document van een uniek stemkunstenaar waar we hopelijk in de toekomst nog veel meer van gaan horen.
Samara Lubelski – String Cycle (lp, Ultra Eczema, 2014)
Wanneer we alle albums bij elkaar moeten gaan zoeken waarop de Amerikaanse violiste Samara Lubelski haar kunsten vertoond, zijn we nog wel even bezig (ze speelde onder andere met MV & EE en met Thurston Moore onder de naam Chelsea Light Moving). Toch is dit pas haar tweede solo plaat waarop ze exclusief haar instrument gebruikt, de eigenlijke opvolger van In The Valley uit 2005. Songstructuren van albums als haar laatste Wavelenght gaan overboord; in plaats daarvan horen we een ongrijpbaar, abstract en vooral experimenteel geluid. Met behulp van minimale effecten gaat ze onbevreesd op zoek naar nieuwe klanken die uit de viool zijn te halen. Dat klinkt ruw, soms wel eens zeurderig, maar ook tranquil en bovenal zeer avontuurlijk.
Thomas Ankersmit – Figueroa Terrace (cd, Touch, 2014)
Het laatste wapenfeit van de in Berlijn wonende Nederlander Thomas Ankersmit dateert alweer van 2011, een uitstekende samenwerking met Valerio Tricoli (lees over de soloplaat van Tricoli in het Schaduwkabinet week 19, 2014). In de tussentijd heeft Ankersmit echter niet stilgezeten. In de winter van 2011-2012 werd hij uitgenodigd door CalArts om daar nieuwe muziek op te nemen met een unieke gerestaureerde Serge modulaire synthesizer. Figueroa Terrace is het resultaat; een ruw maar tegelijk gedistingeerd stuk van iets meer dan een half uur, waarop Ankersmit op intuïtie speelt met frequenties, distortion, feedback en stiltes. Inzoomend op detail tekenen zich de uiterste randen van het luisterspectrum zich af: hoog en laag, hard en zacht, verfijnd en grof, verregaand de potentie van het apparaat benuttend. Zeker met de koptelefoon op is deze musique concrète-achtige collage een zeer indrukwekkende ervaring, die iedere luisterbeurt meer prijsgeeft.
Ian Middleton – Well Of Sorrows (lp, Skire, 2014)
De Schot Ian Middelton heeft met behulp van zijn MS10 analoge synthesizer, in navolging van albums als Aural Spaces en Time Building, weer een hele mooie ambientplaat gemaakt. Golvende, warme melodieën en hypnotiserende drones doen tijd en ruimte vergeten, diepe klanken bedekken de nummers met een sombere en melancholische deken. Omschrijvingen die we wel vaker tegenkomen in het genre. Wat Well Of Sorrows onderscheidt en interessant houdt is de subtiele bewegelijkheid in de muziek en Middleton’s exploratie van de mogelijkheden van zijn instrument, waardoor geen enkele van de vijf tracks luistert alsof we het al eerder hebben gehoord. Minimaal en elementair kunstwerk met een maximale uitwerking.
John Zorn/Eyvind Kang Masada Book 2 – Book Of Angels, Vol. 21: Alastor
Het was al even geleden dat ik zo uitkeek naar een John Zornuitgave. Deze is dan ook van een favoriet van nu en hij stelt niet teleur. Typisch Zorn en typisch Kang, dus jazz, exotica en natuurlijk de Joodse thema’s van de meester. Nu zit er echter ook een stevige scheut Italiaanse soundtrack bij. Vooral de synthesizerklanken zijn daar debet aan, maar ook het koor in Sakriel doet aan Fabio Frizzi’s muziek voor L’aldila’ (The Beyond) denken. Andere momenten klinkt het dan weer weer behoorlijk Perzisch. Die bonte verzameling invloeden ten spijt vormt het toch weer een coherent geheel, dus ik buig weer diep voor deze bijzondere muzikant.
Anubis Gate Horizons
Een van de betere progmetalbands van dit moment levert weer een nieuw album af, geen grote veranderingen ten opzichte van het vorige, titelloze, album. De band heeft skills maar de songs staan op de eerste plaats. Stevige, intelligente, melodieuze metal die bij een liefhebber van bands als Beyond Twilight, Fates Warning en Redemption zoals ik weer in goede aarde valt.
Marc Mellits/Mellits Consort Paranoid Cheese
Marc Mellits werd door Steve Reich aangemoedigd om te gaan componeren. Zijn muziek is stevig beïnvloed door de meester maar er zijn ook momenten waar hij andere paden bewandelt (ingetogen, wat dromerige stukken) maar vooral in de orkestratie zijn er verrassingen. De synthesizer en elektrische gitaar maken het bij vlagen een soort spierballenminimal. En nu houd ik toevallig van minimal én van stevigere muziek dus ja, dit bevalt wel.