Let ook op de artiesten met de kleine lettertjes in mijn lijstje uit het:
SCHADUWKABINET
Ik luisterde naar: Ashinoa, aus, bar italia, Daniele Bogon, Bravery In Battle, Joni Void, Ogives, Seven Impale, Paul Simon, Simone Sims Longo, Vlimmer en Various Artists: These Clouds….
Jan Willem
Ashinoa – L’Orée (lp, Fuzz Club / Cargo / Creative Eclipse PR)
Het Franse vijftal Ashinoa wordt in 2015 opgericht en staat sindsdien aan de frontlinie van de meer experimentele en alternatieve muziekscene in het land. De groep bestaat onveranderd uit Chris Poincelot, Matteo Fabbri, Jérémy Labarre, Paul Renard en Ghazi Frin. Op hun debuut Sinie Sinie uit 2019 lieten ze nog een vrij aardse experimenten en minimale krautrock horen. Dat is wel anders op hun tweede album L’Orée, waar ze in een kleine drie kwartier uitgesmeerd over 13 tracks meer de psychedelische kant opzoeken. Op hypnotiserende wijze nemen ze je mee op een heerlijk gevarieerde spacetrip met heerlijke motorik, al beland je daar soms ook op gebieden waar de dansbare beats de boventoon voeren of waar het plots filmisch en verstild wordt. Ze mixen er allerlei bevreemdende stemmen doorheen om hun experimenteerdrift nog eens extra cachet te geven. Nee dat levert bepaald geen bad trip op, integendeel!
aus – Everis (cd, FLAU)
Het is alweer een goede 14 jaar geleden dat aus met een nieuw album op de proppen kwam. Van dit Japanse project van Yasuhiko Fukuzono zijn zinnenstrelende albums verschenen, vol elektronische micropop, waar ook ambient en neoklassiek deel van uit maken. Daarbij staat subtiliteit hoog in het vaandel. Eindelijk is dan toch het nieuwe album Everis een feit. Het is een sprankelend album met 10 nummers van samen krap 40 minuten. Hij maakt hier weer subtiele weefwerken van klassiek, spirituele jazz, indie, avant-garde, folk, ambient, minimal music en elektronische pop en experimenten. Daarbij maakt hij gebruik van gastmuzikanten op hardanger viool, cello (Danny Norbury), klarinet, piano, viool, altviool, fluit, harmonium en drums. Er schuiven ook nog een zanger en drie zangeressen aan, waarbij er één zorg draagt voor fraaie koorzang in 4 tracks. Het is allemaal dromerig en doordrongen van een heerlijke melancholie en bovenal wonderschoon. Wat een geweldige comeback!
bar italia – Tracey Denim (cd, Matador)
De in Italië geboren, maar in Londen gevestigde artieste Nina Cristante werkt als NINA solo en dikwijls ook samen met Dean Blunt. Op diens label World Music zijn ook de eerste twee lp’s van Nina’s groep bar italia verschenen, die ze er met Double Virgo leden Jezmi Fehmi en Samuel Fenton op nahoudt. Nu hebben ze met hun derde album Tracey Denim de overstap gemaakt naar Matador. Op lome en ietwat onderkoelde wijze brengen ze alternatieve rock, waar ze delen shoegaze, post-punk en lo-fi door hebben gemengd. Het levert 15 ongepolijste, rustieke songs op met een donker en droefgeestig randje. Daarbij moet je denken aan een mix van Earwig, The Cure, Cocteau Twins, Dean Blunt, Ssaliva, Blonde Redhead en Calla. Er staan vele sterke songs op, maar ergens bekruipt het gevoel je dat er nog veel mooiers in het vat zit. Neemt niet weg dat dit een heerlijk en meeslepend album is geworden.
Daniele Bogon – Del Suono e Della Luce (cd-r, Slowcraft)
Ik kom de Italiaanse muzikant Daniele Bogon voor het eerst tegen bij het uiterst interessante trio The White Mega Giant, maar die zijn in 2016 uit elkaar gegaan. Daarna gaat Bogon solo verder, wat in 2019 het album .17. Encores oplevert. Hierop laat hij een intrigerende, rauwe mix horen van drones, ambient en neoklassieke elementen. Hij werkt met analoge en modulaire synthesizers, noisebox, sampling, gitaar, piano en handgemaakte instrumenten, die allemaal verwerkt worden door analoge en digitale machines. Op het innovatieve Slowcraft Records van James Murray brengt hij nu zijn twee album Del Suono e Della Luce uit, hetgeen “van geluid en licht” betekent. Hierop trekt hij de ingezette lijn van zijn vorige album door, zij het dat hij alles in een wat donkerder decors plaatst. Daar komen altijd wel de heldere synthesizerklanken doorheen; als zonnestralen langs de randen van je zwarte gordijn. De muziek in de 9 tracks is soms behoorlijk grimmig en afstandelijk, maar op andere momenten ook warm, intiem en van een bezinnende pracht. Hij speelt duidelijk met contrasten en dat zorgt voor fraaie spanningsbogen. Muziek die je doet wegdromen, laat nadenken en je confronteert met van alles en nog wat. Het is een diepgravend prachtalbum geworden, die je tot de laatste seconde stevig in de houdgreep weet te nemen.
Bravery In Battle – The House We Live In (cd+dvd+boek, L’Éditions De L’Aube)
Het Franse Bravery In Battle neemt een bijzondere positie in het muzikale landschap in. Ze willen namelijk niet alleen muziek brengen, maar het moet ook een visuele ervaring opleveren. Na hun ep The Bells [Muted] (2014), vol met de betere post-rock, zijn ze in 2015 het The House We Live In project gestart. Dit komt vanuit de wens van de band om deel te nemen aan het wereldwijd opbouwen van een broodnodig milieubewustzijn; de subtitel van het album is dan ook “Penser Le Monde De Demain”. Het is een zeer ambitieus project geworden, waarbij ze op hun reis ook wetenschappers, filosofen en, activisten ontmoetten. Deze hebben ze geïnterviewd en gefilmd en componeerden vervolgens een muzikaal en video dubbelalbum vanuit de kern van hun antwoorden. Hierbij gebruikten ze hun woorden om onze melodieën op te bouwen door middel van spraak musicalisering, waar ook componisten als Steve Reich en Christophe Chassol gebruik van maken. In 2020 is het album als eens uitgebracht, maar nu verschijnt het wederom in een boekwerk met foto’s en teksten van de geïnterviewden, die tevens te horen zijn in sommige nummers. En ook de dvd ontbreekt niet. Paul malinowski (gitaar), Éric Lorcey (gitaar), Greg Demson (drums), Maksim Defossé (toetsen) en Romain Méril (gitaar) hebben met dit alles 15 stukken gecreëerd van samen bijna 80 minuten lang, waarbij ze om alles kracht en pracht bij te zetten gebruik hebben gemaakt van diverse klassieke muzikanten op violen, altviool, cello, trompetten en trombones. Het is sterke, filmische muziek geworden, waarbij je ter referentie moet denken aan iets dat het midden houdt tussen bands als Mogwai, Godspeed You! Black Emperor, Hammock, Explosions In The Sky en Sigur Rós. Op organische wijze weten ze dit alles tot een fraai geheel te maken, waarbij de beelden ook wat toevoegen (zie trailer hieronder). Het is een prachtig, meeslepend en tot de verbeelding sprekend totaalkunstwerk geworden.
Joni Void – Everyday Is The Song (cd, Constellation / Konkurrent)
De in 2012 naar Canada verhuisde Frans-Britse muzikant Jean Cousin, soms als Jean Néant naar buiten tredend, maakte van 2010 tot en met 2013 nog muziek als Johnny_Ripper. Daarmee maakte hij muziek die ergens tussen ambient, neoklassiek, minimal music en experimentele muziek uitkomt. Na de grote oversteek gaat hij muziek maken onder de naam Joni Void. Met het betere knip- en plakwerk smeedt hij op onnavolgbare en meeslepende wijze gevonden geluiden, veldopnames, samples en ander meer plunderphonic-achtig werk tot spannende elektro-akoestische creaties. Op het innovatieve Canadese label Constellation heeft hij twee geweldige albums uitgebracht en later met N NAO ook één op het Franse Laaps plus diverse cassettes op verschillende labels. Nu keert hij terug op het Constellation nest met het album Everyday Is The Song, die de subtitel “Tape Vortex * Musique Vérité * Memory Collage” heeft meegekregen, die de muziek enigszins zou moeten duiden. Cousin verkent hier op emotionele wijze met tape collages, veldopnames en samples thema’s als verlies, warmte, psychose en de verkenningen van traumatische innerlijke zaken, die gekanaliseerd worden tot minimalistische doch uiterst spannende elektro-akoestische stukken. Deze klinken grofweg als de latere Talk Talk in een David Lynch productie. Samen met diverse gastmuzikanten, waaronder Owen Pallett en zangeres Sarah Pagé (Esmerine), schets hij een sonisch dagboek vol intieme verhalen die op abstracte maar invoelbare wijze vormgegeven worden. Daarbij komen er ook associaties als The Books, Dean Roberts, People Like Us, The Boats, Gilles Gobeil en Susumu Yokota naar boven. Het is ontdekkingstocht door nieuw geluid en de innerlijke mens, die zowel confronterend als ontstellend mooi is geworden.
Ogives – La Mémoire Des Orages (cd, Sub Rosa)
Af en toe staat er weer eens een zo’n groep op, die meteen een breed, eigen en toonaangevende geluid in huis heeft. Zo’n groep is Ogives, een achtkoppig collectief uit België. Deze bestaat uit Marie Billy (zang) van Helium Horse Fly, Zoé Pireaux (zang, fluit) uit Taxídi, Charlie Maerevoet (saxofoon, keyboards, zang), Martin Chenel (saxofoon, zang), Manu Henrion (gitaar, trombone, zang), Pavel Tchikov (bas, modulaire synthesizers, zang), Alexis Van Doosselaer (drums, percussie) en Tom Malmendier (drums, percussie). Die laatst genoemde kan je al eens zij aan zij tegen zijn gekomen bij Dirk Serries, Rutger Zuydervelt, Fred Frith, Thisquietarmy en meer. Je kunt gerust spreken van een supergroep, hetgeen ze kracht bijzetten met hun debuutalbum La Mémoire Des Orages, ofwel “de herinnering aan stormen”, dat uitgebracht is op het innovatieve toplabel Sub Rosa. Het is een album vol contrasten, die toch op harmonieuze wijze samengaan. Ze brengen overkoepelend misschien een soort post-rock, maar maken uitstapjes naar kamermuziek, minimal music, rock in opposition, neoklassiek, prog rock, experimentele muziek en avant-garde. Ook incorporeren ze oude Europese, Barokke en Byzantijnse muziek in hun sound. Daarbij gaan ze echt van tot de verbeelding sprekende bezinnende klassiek getinte momenten naar brute opzwepende riffs en elektronische uitspattingen. Dat wordt gelardeerd met sterke zangpartijen dan wel prachtig serene koorzang en klassieke zang. Hoewel ze echt een eigen geluid in huis hebben, duiken er allerlei associaties op als Philip Glass, Seignmen, Low, Godspeed You! Black Emperor, Sarah Kirkland Snider, Savage Republic, These New Puritans, Revolutionary Army Of The Infant Jesus en Univers Zéro. Maar niets past dus helemaal. Je wordt getrakteerd op 8 meeslepende tracks, die voor een enerverende luistertrip van maar liefst 75 minuten zorgen. Wat een origineel en overdonderend meesterwerk!
Seven Impale – Summit (cd, Karisma / Plastic Head Distribution / Creative Eclipse PR)
De Noorse groep Seven Impale is in 2009 opgericht door zanger/gitarist Stian Økland met het idee om zijn beide liefdes, jazz en trash meta en eigenlijk alles er tusseninl, te combineren. Al snel ontstond er een heuse band en zagen de albums City Of The Sun (2014) en Contrapasso (2016) het licht. Hierop slaat de groep inderdaad bruggen tussen jazz-rock en metal, maar ook prog rock maakt deel uit van hun sound. Naast Stian bestaat de groep tegenwoordig uit Benjamin Mekki Widerøe (saxofoon), Erlend Vottvik Olsen (gitaar), Håkon Vinje (keyboards) tevens van Enslaved, Tormod Fosso (bas) en Fredrik Mekki Widerøe (drums). Zij presenteren nu hun derde album Summit, waarop 4 lange tracks staan van samen toch bijna drie kwartier. Progressief is het hetgeen hier de boventoon voert, waarmee ze genres als heavy jazzrock, jazz, rock, metal en meer doorkruisen. Dat gaat op virtuoze wijze en van heel druk en hard tot meer bezinnend (en druk). De tracks zijn grotendeels instrumentaal, maar er wordt ook her en der op overtuigende wijze gezongen. Denk aan een caleidoscopische mix van Motorpsycho, King Crimson, Meshuggah, Tool, Colin Stetson, Masters Of Reality en Focus. Maar misschien kan je deze gewoon zelf beluisteren. Het is een ijzersterk album geworden, waarbij je van het begin tot eind op de punt van je stoel zit.
Paul Simon – Seven Palms (cd, Owl Records/ Sony Music)
Simon & Garfunkel is één van de groepen die ik als kind met de paplepel binnenkreeg en dat smaakte meteen wonderwel. Ten tijde van het duo was Simon ook al solo actief en die werken vind ik minstens zo goed. Na het uiteengaan van het duo ben ik vooral Paul Simon blijven volgen. Ik neem eigenlijk aan dat zijn muziek totaal geen introductie behoeft. Het leuke vind ik dat hij steeds weer andere invalshoeken vindt, dan weer met Afrikaanse of Latin invloeden of juist meer met elektronische elementen. Daarbij werkt hij met uiteenlopende artiesten samen, ook hedendaagse nieuwlichters. Als je bedenkt hoe lang hij al onderweg is, dan is het haast verwonderlijk dat Seven Psalms pas zijn vijftiende studioalbum is. Het is gebaseerd op het bijbelboek Psalmen, dat niet alleen over God gaat maar waar je ook jezelf leert kennen. Ik ben zelf helemaal niet religieus maar de verhalen zijn wel mooi. En laat het maar aan Simon over om er prachtige muziek mee te maken. Hij heeft zijn 7 songs als één suite geschreven, dus vandaar dat de cd maar uit één track van 33 minuten bestaat. Zelf brengt hij naast zijn kenmerkende zang een behoorlijk arsenaal aan snaar-, percussie- en elektronische instrumenten mee. Verder mag hij rekenen op percussionist Jamey Haddad, zijn vrouw en zangeres Edie Brickell, het zangensemble Voces8, altvioliste Nadia Sirota, fluitiste Alex Sopp, chalumeau speelster Nina Stern, cellist Gabriel Cabezas en theorbo speler Paul Morton. Het levert bijzonder mooie, pastorale muziek op, die onmiskenbaar van de hand van de meester is maar wel een ietwat andere inkleuring kent dan normaal en ook intiemer is. Simon’s stem klinkt ondanks zijn bijna 82 jaar nog altijd fris net als de muziek. Muzikaal gezien kan hij zo in elk geval nog jaren mee. Topalbum. Amen.
Simone Sims Longo – Paesaggi Integrati (cd, Esc.rec.)
De Italiaanse componist en geluidskunstenaar Simone Sims Longo houdt meestal het midden tussen computermuziek, soundscape-compositie, elektro-akoestische muziek en techno. Dat je daar veel kanten mee uit kunt, liet hij samen met het folk georiënteerde Duo Bottasso al horen op het album Biserta E Altre Storie (2018). Daar sluit zijn muziek ook prima op aan. Op z’n soloalbum Simultanae E Astrazioni (2021) gaat hij echter meer op abstracte wijze te werk, waarbij hij steeds een nieuwe invalshoek weet te vinden. Kortom, een artiest die steeds weet te verrassen. Dat is gelukkig niet anders op zijn nieuwe album Paesaggi Integrati, hetgeen “geïntegreerde landschappen” betekent en al iets zegt over de muziek. Simone slaat hier weer bruggen tussen de eerder genoemde genres plus veldopnames, maar maakt ook gebruik van 7 muzikanten op saxofoon, cello, hoorn, viool, accordeon, klarinet en percussie; dus tevens een brug van de elektronische naar akoestische wereld. Dat levert 11 fascinerende tracks op van samen een goede 50 minuten lang. Hoewel de muziek ook al prima klinkt over de speakers, verdient het de aanbeveling deze met de koptelefoon op te beluisteren. Dan ervaar je nog beter de verstrooiende en ruimtelijke effecten, want de geluiden gaan dikwijls van links naar rechts en van voren naar achteren of omgekeerd. Je krijgt een soort 3D geluid. Het is een wonderlijk hoorspel, dat gaat van pulserende geluiden, IDM achtige structuren en elektro-akoestische experimenten tot klassieke stukken met computersounds. Simone versnelt en vertraagt de ritmes ook regelmatig, waardoor er nog een dimensie bijkomt. Bij dit alles is alsof de muziek verwordt tot een grillig maar interessant levend wezen. Je raakt niet uitgeluisterd en bij elke draaibeurt ontdek je weer wat nieuws. Het is weliswaar complex, maar als de muziek je eenmaal gegrepen heeft, laat deze je niet meer los. Biologerend goed!
Vlimmer – Fatalideal b/w Race For The Price (cd-rs, Blackjack Illuminist Records)
Het project Vlimmer van de Duitse muzikant Alexander Leonard Donat, die er diverse projecten op nahoudt plus het label Blackjack Illuminist Records, is constant in beweging. En telkens met een positief resultaat. Je hebt bezig bijen, maar Donat is er één die aan de speed is. De productie gaat op hoge snelheid door, want sinds 2015 zijn er zo’n 30 mini cd’s dan wel singles, een soundtrack en twee albums verschenen; dat los van zijn vele andere projecten dus. Inmiddels is er een soort nieuw traditie ontstaan, dat hij voorafgaand aan een nieuw album steeds een aantal albumtracks als single uitbrengt met een cover van diverse bands als B-kant. Eerder dit jaar is Platzwort b/w Out Of Sight al verschenen en nu is hij terug met Fatalideal b/w Race For The Price. De eerste track is van zijn hand en de tweede is een Duitse en mag ik wel zeggen ontstellende mooie interpretatie van een track van The Flaming Lips. Zoals altijd, zij het elke keer weer net anders, manoeuvreert hij zich door genres als gothic, post-punk, synthpop en wave, waarbij hij de poppy kant ook nooit schuwt. Liefhebbers van onder meer The Cure, O.M.D., Ritual Howls, Clan Of Xymox, Box And The Twins, The Bedroom Witch en Trisomie 21 doen er goed aan deze muziek eens te beluisteren. De single in een zeer gelimiteerde editie van 10 stuks (met fraai artwork) is enkel nog digitaal te krijgen. Wordt ongetwijfeld snel vervolgd!
Various Artists: These Clouds… (cd-r, Sound In Silence)
Het Griekse label Sound In Silence brengt sinds 2006 gelimiteerde cd-r releases van zeer interessante groepen en artiesten uit, die meestal op rustige, dromerige wijze ergens tussen ambient, drones, post-rock, elektronische muziek en neoklassiek inzitten. Labelbaas George Mastrokostas, zelf actief geweest als Absent Without Leave, brengt deze in handgemaakte kartonnen verpakkingen uit met mooie covers (vaak een soort foto’s). Inmiddels is het label de grens van 100 releases gepasseerd en ter ere van de 100ste release is de compilatie These Clouds… uitgebracht, na These Waves de tweede op het label. Hierop vind je maar liefst 18 artiesten, die uit de labelstal komen of daar wellicht spoedig toe horen, die een exclusieve bijdrage leveren. Het levert 80 minuten aan prachtig stemmige muziek op, waarbij de lijst met deelnemers (zie Bandcamp) voor zich spreekt. Hopelijk blijft dit fantastische label nog jaren doorgaan! Honderd maal hoera voor Sound In Silence.