JSF heet gewoon eigenlijk F-35 Lightning, de voormalige Hoofdpiet gewoon eigenlijk Erik van Muiswinkel en denken gewoon eigenlijk Sylvana Simonsen. Over naar de alternatieve muziek, wat je gewoon eigenlijk dikke hits mag noemen, in onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Olga Bell, Cult Of Luna/ Julie Christmas, William Ryan Fritch, Kenneth James Gibson, Gold Panda, Holy Fuck, Klaus Johann Grobe, Kristin Kontrol, Library Tapes, Luchtman, Melt Yourself Down, Oiseaux-Tempête, Plus Instruments, G.W. Sok, Tape Loop Orchestra, Martina Trchová & Trio, Mahsa Vahdat, Various Artists: Day Of The Dead, The Underachievers en Fanfare Ciocărlia.
Jan Willem
Olga Bell – Tempo (cd, One Little Indian / Konkurrent)
Zangeres en keyboardspeelster Olga Bell van Russische komaf groeit op in Alaska en woont tegenwoordig in New York. Ze maakt deel uit van de groepen Dirty Projectors en Nothankyou, alvorens ze solo haar vleugels uitslaat. Als Bell debuteert ze in 2011 met de popplaat Diamonite, maar ze als Olga Bell komt ze pas echt on beeld met haar album Krai (2014). Hierop zingt ze alles in het Russisch en grijpt ze terug naar de roots van haar vaderland. Het is een bevreemdende mengelmoes van folk, neoklassiek, jazz, dubstep en allerhande elektronica. Niet echt eenvoudig te duiden. Na de mini Incitation (2015) komt ze nu met Tempo, waarop ze een heel andere weg inslaat. Ten eerste zingt ze in het Engels en ten tweede zijn de 10 tracks die ze hier serveert voornamelijk elektronisch gericht. Een wereld van verschil. Licht dronken en complexe stuiterende beats, elektronische pulsen en haar licht zwoele zang maken hier de dienst uit. Daar mengt ze elementen uit de soul, jazz, dance, techno en synthpop doorheen. Op eigenzinnige wijze brengt ze een soort poppy hybide van Insides, Björk, The Knife, Robyn, Husikesque, Bat For Lashes en Portishead. Een eerbetoon aan de dansvloeren uit de jaren 90 maar dan door een eigenzinnige, halucinerende, frisse en hedendaagse bril bezien. Hoewel ik de vorige cd meer bijzonder vond, zit deze wel op een hoger artistiek niveau. Je baant jezelf een weg door bekende en totaal eigengereide wonderlijke klanken. Een gewaagde maar geslaagde stap voorwaarts van een opvallende nieuwe ster aan het firmament. Ik ben zeer benieuwd wat zij in de toekomst nog allemaal brengen gaat!
Cult Of Luna/ Julie Christmas – Mariner (cd, Indie Recordings)
Cult Of Luna is sinds 1998 het stevige en eigenzinnige Zweedse antwoord op een band als Neurosis. Hun albums staan vol met de betere sludge, doom metal, post-rock en hardcore. Mariner is hun achtste, waarop ze samenwerken met de Amerikaanse zangeres Julie Christmas. Ondanks haar lieflijke naam is zij de brulboei achter Made Out Of Babies, Battle Of Mice en Spylacopa. Haar laatste wapenfeit is haar cd The Bad Wife uit 2010, die ze onder haar eigen naam uitbrengt. De zes Zweden brengen hier gewoon waar ze goed in zijn: langgerekte tracks, klokkend tussen de 8 en 15 minuten, vol dreigende metalen en atmosferen afgewisseld met rustieke duisternis. De bulderzang van kopman Johannes Persson wordt hier afgewisseld dan wel aangevuld met die van Julie Christmas. Hier en daar zingt ze ook op een haast poppy wijze binnen al dat geweld, wat haast een horrorachtig effect teweeg brengt. De 5 sterk opgebouwde tracks, die samen bijna 55 minuten duren, zitten vol spanning en overweldigende ontladingen en weten aan alle kanten te overtuigen. Deze twee samen werkt dus uitstekend en is voor herhaling vatbaar. Prachtige kracht!
William Ryan Fritch – New Words For Old Wounds (cd, Lost Tribe Sound)
William Ryan Fritch is een autodidactische Amerikaanse componist en multi-instrumentalist, die de laatste jaren veelvuldig solo en bovenal op eigenzinnige wijze van zich laat horen. Zijn creativiteit blijft maar stromen en ook zijn productiviteit is gigantisch, getuige ook de monsterproductie “The Leave Me Sessions”, dat 11 albums omvat. Tevens laat hij van zich horen met zijn wereldse project Vieo Abiungo, Tokyo Bloodworm (samen met labelbaas Ryan Keane), Death Blues (met Jon Mueller van Volcano The Bear), Hired Hand (Skyrider met Jim Wurster) en voorheen ook de hip hop gerichte band Sole & The Skyrider Band. Maar zijn solowerken, al dan niet soundtracks voor films en theaterproducties, vormen zijn core business. Zijn muziek omarmt vele genres en is altijd subtiel doch rijk gedetailleerd. Op zijn nieuwe album New Words For Old Wounds, die wederom een deel uit de serie is, brengt hij 12 nieuwe stukken, die in basis neoklassiek zijn maar ook elementen uit folk, filmmuziek, wereldmuziek en experimentele pop en (post)rock herbergen. Schitterende, breekbare en soms uitbundige arrangementen, die door de diepgravendheid en licht duistere atmosfeer nergens glad worden, worden gevarieerd en bijzonder ingekleurd met allerhande akoestische instrumenten en elektronica. Daarbij brengt hij zijn heerlijke falsetzang ten gehore, die wordt afgewisseld met de gastzang van DM Stith, Annie Lewandowski (Powerdove) en Julio Francisco Ramos (Ceschi). Het is een biologerend, meeslepend en bovenal wonderschoon werk geworden. Fans van onder meer Glissando, Bon Iver, DM Stith, Vieo Abiungo, Ólafur Arnalds, Matthew Collings en Sigur Rós kunnen er hun hart ophalen. Op Fritch lijkt geen maat te staan. Speciale vermelding verdient toch ook weer de waanzinnig mooie A5-formaat hoes met de fraaie artwork, zoals altijd op Lost Tribe Sound. Een immens kunstwerk.
Kenneth James Gibson – The Evening Falls (cd, Kompakt)
Wellicht dat de naam Kenneth James Gibson niet direct een belletje doet rinkelen, maar één van zijn vele projecten ongetwijfeld wel. Zo is hij ooit te vinden in de rockband Furry Things, maakt hij dub als Eight Frozen Modules, kamerpop in Bell Gardens (samen met Brian McBride van Stars Of The Lid en The Pilot Ships), IDM/breakcore met Electronic Music Composer en ga zo maar door. Nu brengt hij na Leandro Fresco, Thore Pfeiffer en Jens-Uwe Beyer zijn nieuwe cd The Evening Falls uit in de zogeheten Pop Ambient serie van het Kompakt label. Het is overigens in het geval van Gibson meer een mix ambient, minimal music en neoklassiek geworden. Gibson (synthesizers, gitaar, piano, Rhodes, samples) wordt vergezeld door gasten op viool, cello, synthesizer, trompet, pedal steel en piccolo. Het levert schitterend duistere stukken op, de ene keer rauw en op andere momenten zinnenstrelend mooi. De muziek houdt ergens het midden tussen The Sight Below, Stars Of The Lid, Bersarin Quartett, Jóhann Jóhannsson en Deaf Center. Een intens en overdonderend album. De beste in de serie tot nu toe.
Gold Panda – Good Luck And Do Your Best (cd, City Slang / Konkurrent)
Good Luck And Do Your Best klinkt haast als een uitspraak die Louis van Gaal zou kunnen maken, zij het dat dit op zich wel correct Engels is. Het is tevens de titel van het derde Gold Panda album. Achter dit project gaat de Londense muzikant Derwin Schlecker aka Derwin Panda schuil. Op zijn voorgaande werken brengt hij een lekker ritmische mix van abstracte house, IDM, downtempo en dubstep, waar de melancholie heerlijk doorheen sijpelt. Op dit nieuwe werk is dat eigenlijk niet anders. Hij haalt zijn inspiratie uit een taxirit die hij in Japan heeft gemaakt, die met een uitspraak zorgt voor de titel. Hoe dan ook levert dat lekker uptempo ritmes met allerhande elektronica op, die tussen de genoemde genres door stuiteren. Hij weeft er nog wat Oosterse elementen en akoestische instrumenten doorheen en brengt ondanks de frivoliteit toch vooral iets dat een zekere droefgeestigheid over zich heeft. Het doet me enigszins denken aan een prettige, organische mix van Console, Four Tet, Shigeto, Iso68 en Markus Guentner. Muziek die swingt, voor bezinning zorgt en je dikwijls doet wegdromen. Prima derde album zonder beren op de weg.
Holy Fuck – Congrats (cd, Innovative Leisure / Bertus)
Holy Fuck wordt in 2005 opgericht door toetsenisten en effectmakers Brian Borcherdt (Burnt Black, Dusted) en Graham Walsh (Etiquette), die met een wisselende bezetting hun albums maken. Sinds hun laatste worp Latin (2010) zijn bassist Matt McQuaid (The Rude Mechanicals) en drummer Matt Schulz (Enon) de vaste bandleden. Ondanks dat het geluid op hun drie albums voor een groot deel elektronisch is, hoor je dat ze een rockachtergrond hebben. Brian heeft met Burnt Black dan ook een heavy metalverleden. Ze worden dan ook geschikt geacht voor fans van Battles, Neu!, Can, Suicide, Silver Apples, Four Tet, Kraftwerk, Mission Of Burma wn Flying Lotus. Dat is nogal breed, maar het is dan ook lastig hen helemaal goed te duiden. Dat geldt zeker voor hun nieuwe schijf Congrats. Ze komen met zwaar geschut en brengen een geluid dat dikwijls harder, scherper, breder en uitdagender dan voorheen klinkt. De ene keer met stevige beats, stuwende percussie of scherpe, gruizige sounds en op andere momenten met een meer psychedelische en rustiger inslag. Neem gewoon weer een schots en scheve dwarsdoorsnede van de genoemde bands en je komt enigszins in de buurt van wat zij hier laten horen. Ongrijpbaar, verslavend goed(je).
Klaus Johann Grobe Spagat Der Liebe (cd, Trouble In Mind / Konkurrent)
Klaus Johann Grobe is geen persoon, maar een Zwitserse groep, die in 2011 geformeerd is. De leden Sevi Landolt (zang, keyboards, bas) en Daniel Bachmann (zang, drums, percussie), die je ook terug kan vinden in de surf/garagerockband The Bahareebas, bestempelen de groep zelf wel als een neokrautromantische, hetgeen gezien hun debuut Im Sinne Der Zeit (2014) de lading ook aardig dekt. Zomerzwoele melodieën die voortgeduwd worden door lichte krautrock, waarbij er lekker laconiek gezongen wordt. En eigenlijk gaan ze daar gewoon mee verder op hun tweede album Spagat Der Liebe. De tien tracks zijn weer lekker loom en vormen ze soort hybride van krautrock, easy listening en licht psychedelische pop. Hier en daar zit er een stevige motorik achter, maar de songs blijven iets zwoels houden. Er zit een fijne ambivalentie in de muziek, die het niet alleen mooi maar ook spannend maakt. Door de warme zang doet het me wel aan een Duitse variant op Mist denken, terwijl de muziek eerder een mengelmoes is van Moon Duo, Can, Stereolab, Wunder, Stone Roses, Blank Realm en Kraftwerk. Een vreemde eend in de bijt, maar wel één die weet te verrassen en te beklijven.
Kristin Kontrol – X-Communicate (cd, Sub Pop / Konkurrent)
Kristin Kontrol is de nieuwe artiestennaam van Kristin Welchez (voor haar trouwen Gundred), die je wellicht beter kent als Dee Dee van Dum Dum Girls. Ze voelde de noodzaak om solomateriaal op te nemen. Dat kun je nu terugvinden op X-Communicate, waarbij ze wel instrumentele hulp krijgt. Ze schotelt je 10 tracks van bij elkaar bijna 40 minuten, die uit een behoorlijk commerciëler vaatje tappen dan haar moederband. Wel behoudt ze die stekeligheid en dat pakkende in haar muziek. De muziek kan je wellicht onder de noemer pop schuiven, maar ze lepelt daarbij behoorlijk uit de new wave, synthpop en indie vaatjes. Het is vooral even wennen na Dum Dum Girls, maar als je dat opzij hebt geschoven staat hier gewoon een zelfverzekerde zangeres die weet hoe je aanstekelijke popmuziek kunt maken. Qua zang komt ze ergens uit tussen Chrissie Hynde, Karen O, Madonna en Siouxsie, maar ook muzikaal gezien mag je het ergens daar in het midden zoeken, al komt ook bijvoorbeeld New Order heel duidelijk in beeld. Al met al levert dat een lekker debuut op.
Library Tapes – Sketches, Outtakes & Rarities, Vol. II (digitaal, Auetic)
De terugkeer van Library Tapes eerder dit jaar met de nieuwe cd Escapism is na 4 jaar een geweldig goed. De Zweedse componist David Wenngren, die je ook terugvindt in de projecten Forestflies, Xeltrei, Murralin Lane, Birch And Meadow en Le Lendemain, verkeert in grootse vorm en brengt samen met celliste Julia Kent weer tot de verbeelding sprekende, diepgravende en emotioneel geladen muziek die z’n weerga niet kent. Maar er is veel achter de strijkstok blijven kleven. Dit brengt hij nu uit in digitale vorm uit als Sketches, Outtakes & Rarities, Vol. II. De trouwe lezer weet inmiddels dat ik normaal gesproken digitale releases links laat liggen, maar wat Wenngren hier laat horen is gewoonweg te mooi om te negeren. Twaalf uiterst melancholische, intieme tracks vol met de betere neoklassiek en ambient zijn het resultaat. Liefhebbers van Sylvain Chauveau, Greg Haines, Dakota Suite, Rachel’s, Goldmund, Max Richter en Dustin O’Halloran zullen hiermee wel raad weten. Pure schoonheid, die de diepste vezel weet te raken. Een klasse apart!
Luchtman – Wat Luchtman Kan (mcd, Luchtman)
Luchtman, het klinkt op voorhand al bijna als een superheld uit een nieuwe comic. Is het een vogel? Is het een vliegtuig? Nee het is Luchtman! En waar die toe in staat is te horen op de mini Wat Luchtman Kan. Dit Nederlandse trio uit Amsterdam bestaat uit keyboardspeler Jochem Braat, drummer Tijn Jans (Jula Aimée) en bassist Malte Hager. Ze presenteren hier 5 tracks die na een goede 12,5 minuut alweer voorbij zijn gevlogen. Maar in die korte tijd maken ze bepaald geen luchtige indruk en doen ze door hun wervelende muziek je eerder naar adem happen dan dat ze lucht verschaffen. Dat is dus de kracht van Luchtman. Muziek die ergens tussen synthpop, fusion, electro, spacedisco, avant-pop en krautrock landt en die op hoge snelheid aan je voorbij raast. Daarbij spat het speelplezier en de humor er vanaf. Dansen, dromen, denken en kabaal, ja Luchtman kan het allemaal. Denk daarbij aan een mix van Trans Am, Orgel Vreten, 65daysofstatic, Tangerine Dream en een Nintendo spel en je komt aardig in de buurt van hun verslavende geluid. Om in één adem uit te zitten. Ze lanceren hier een luchtige belofte voor de toekomst.
Melt Yourself Down – Last Evenings On Earth (cd, Leaf / Konkurrent)
Bij het luisteren naar de tweede cd Last Evenings On Earth van het Britse Melt Yourself Down komen er in eerste instantie maar heel weinig positieve gedachten naar boven. Het voelt als een kritisch rapport over de hedendaagse maatschappij, waar wat hun betreft een streep doorheen mag. De muziek is ongemakkelijk, confronterend en neigt zelfs naar irritante kakofonie. Schelle tenorsaxofoons van Shabaka Hutchings en Pete Wareham, felle zang van Kushal Gaya, militant getrommel van Tom Skinner en Satin Singh en opgefokte baspartijen van Ruth Goller met her en der nog wat elektronische interventies door Leafcutter John. Het klinkt als een op hol geslagen Afrikaans orkest. Maar beetje voor beetje winnen ze aan sympathie met hun eigenzinnige aanpak, totdat je op het punt komt dat je het allemaal ingenieus begint te vinden. Hun smeltkroes van jazz, noise, avant-garde, post-punk, funk, psychedelica en Afrikaanse en Oosterse muziek is dan wellicht niet één die je snel omarmt, maar eenmaal binnen is het intens genieten. Natuurlijk blijft de kritische houding overeind, maar daar is niks mis mee. Ze klinken als een wilde mix van The Ex, God, Grotus, Can, Captain Beefheart, Už Jsme Doma en Mahmoud Ahmed. Bazaarkunsten op hoog niveau. Doorwrochten, bevlogen, complex en bovenal intrigerend zijn dan woorden die boven komen borrelen.
Oiseaux-Tempête – Unworks & Rarities 2012-2015 (cd, Sub Rosa)
Frédéric D. Oberland (Le Réveil Des Tropiques), bassist Stéphane Pigneul (Sealight, Heligoland, Norma Loy, Object), beide ook actief in FareWell Poetry en The Rustle Of The Stars, formeren de supergroep Oiseaux-Tempête in 2012. Ze worden op hun albums onder meer vergezeld door drummer Ben Mc Connell (Beach House, Au Revoir Simone, Marissa Nadler) en klarinettist Gareth Davis. Verder gebruiken ze ook piano, mellotron, veldopnames, saxofoon, samplers, analoge synthesizers en drumcomputers om hun bijzondere geluid vorm te geven. De basis wordt gevormd door een soort gitaarambient, maar daarop stapelen ze elementen uit de softnoise, postrock, doom, avant-garde, shoegaze, experimentele en improvisatorische muziek, aangevuld met stemsamples. Hun gelijknamige debuut uit 2013 levert een jaar later een fraai remixalbum op. Vorig jaar komen ze met hun bloedstollende en meeslepende meesterwerk ÜTOPIYA?, dat net als hun debuut in mijn jaarlijst eindigt. Ze werken daar tevens samen met zanger G.W. Sok. Maar er is kennelijk nog genoeg op de plank blijven liggen, getuige hun nieuwste cd Unworks & Rarities 2012-2015. Al de genoemde artiesten zijn hier present en tevens geven Christine Ott (Ondes Martenot), Sylvain Joasson (percussie) en Jean-Michel Pirès (drums) acte de présence. Ze serveren 6 tracks die na 41 minuten finishen. De muziek sluit volledig aan op hun eerdere werk, zij het dat het een tikkeltje meer experimenteel en geïmproviseerd is. Maar deze “kliekjes” kan je gerust opdienen als hoofdmaaltijd. Liefhebbers van Godspeed You! Black Emperor, Set Fire To Flames, Dale Cooper Quartet & The Dictaphones, Supersilent, Bohren Und Der Club Of Gore, Crippled Black Phoenix en The Shalabi Effect zullen er genoeg lekkers treffen. Een sublieme rest of the best.
Plus Instruments – Signal Through The Waves (cd, Blowpipe)
Ik moet eerlijk bekennen dat ik nog nooit eerder van de groep Plus Instruments gehoord heb. Toch is deze al sinds 1978 een feit in de Nederlandse muziekscene. Dit geesteskind van Truus de Groot (Nasmak, Doe Maar, Trigger And The Thrill Kings) levert begin jaren 80 twee releases af die ergens tussen new wave, no wave, synth-pop en experimentele muziek landen. Na een jaar of 30 maken ze een doorstart en brengen ze wederom een paar albums uit. Truus laat tussendoor ook nog een aantal soloreleases het licht zien. Signal Through The Waves is dan eindelijk weer een nieuw wapenfeit van deze groep en voor de kennismaking. Naast Truus (zang, arrangementen) zijn het drummer Jim Sclavunos (8 Eyed Spy, Grinderman, Nick Cave & The Bad Seeds, Sonic Youth, Teenage Jesus And The Jerks, The Cramps, Trigger And The Thrill Kings) en synthesizerspeler en bassist Paulo Beto (Anvil Fx, Freakplasma, Shiva Las Vegas) die acte de présence geven. De tand des tijds lijkt op hen totaal geen vat te hebben gehad, laat staan dat enige hype er een invloed op heeft gehad. Op unieke wijze brengen ze hier weer een mengelmoes van de hierboven genoemde stijlen, die vrijwel geen raakvlak met enig andere artiesten heeft. Dat alleen is al een groot goed in het platgetreden muzieklandschap. De wortels liggen weliswaar in de jaren 80, maar de muziek is helemaal van hier en nu. Voor degenen die wat handvatten willen hebben, denk aan een caleidoscopische kruisbestuiving van AGF, Diamanda Galas, Lydia Lunch, No Safety, Peaches, The Residents, Sonic Youth, Siouxsie & The Banshees en Diana Rogerson. Een volslagen unicum, dat de volle aandacht verdient. Aangename kennismaking!
G.W. Sok – Listen To The Painters (cd, Tractor Notown)
Eén van mijn grote muzikale helden is toch wel de heerlijk dwarse zanger/poëet G.W. Sok, bepaald geen geitenwollen, ofwel het alias van Jos Kleij. Eerst 30 jaar lang als het boegbeeld van de legendarische Nederlandse band The Ex (1979-2009), daarna elders. Zijn vertrek daar lijkt in eerste instantie een enorme aderlating, maar hij zoekt na al die tijd andere uitdagingen en vindt zichzelf opnieuw uit. Dat resulteert in een creatieve ontlading die z’n weerga niet kent, zowel op schrijfgebied als in de muziek. Bij zijn nieuwe muzikale pad betreft dat min of meer vaste muzikale projecten als King Champion Sounds, Cannibales & Vahinés, FiliaMotSa en The And maar ook vele gastoptredens bij dan wel samenwerkingsverbanden met groepen als L’Étrangleuse, Oiseaux-Tempête, Zoikle, Two Pin Din, Chapi Chapo & Les Petites Musiques De Pluie, Detective Instinct, Action Beat, The Bent Moustache, Year Of Birds, Gran Kino en meer. Veel meer en van heinde en ver, bekend en onbekend, op vinyl en cd en goed en lastig verkrijgbaar. Zijn bijtende poëtische en speelse teksten, directe benadering en gewoonweg kenmerkende, sterke geluid lopen als een rode draad door dat alles heen. Alleen de muzikale omlijsting varieert, al zitten de meeste groepen ergens in de alternatieve rock of avant-gardistische hoek. Je plaats immers niet zo maar een lijst om deze klasbak! Tijd om eens een fraaie dwarsdoorsnede te maken van een deel van die projecten, hetgeen nu op de compilatie Listen To The Painters is verschenen. Maar liefst 14 tracks van veel van de bovenstaande groepen zijn hierop gebundeld tot één sterk album. Niet alleen Sok komt hier prachtig uit de verf, tevens belicht hij hier geweldige bands die voor een deel in de schaduw opereren. Dat terwijl ze niet alleen gehoord mogen worden, maar ook een heerlijk alternatief vormen op het hedendaagse aanbod. Een fantastisch overzichtsdocument!
Tape Loop Orchestra – Go Straight Towards The Light Of All That You Love (cd, Facture)
Achter het eenmansorkest, want zo mag je Tape Loop Orchestra gerust noemen, gaat Andrew Hargreaves schuil. Hij noemt zich ook wel eens Beppu of Kibbee Theodore en is tevens terug te vinden in de formaties The Boats, The Sea en The Mistys. Met Tape Loop Orchestra brengt hij doorgaans, eigenlijk net als bij zijn andere projecten, introverte elektronische klanklandschappen vol neoklassieke elementen en drones. Dat is tevens het geval op Go Straight Towards The Light Of All That You Love. Zoals vaker bestaat de cd gewoon uit één track van 45 minuten. Dat wist ik bij deze op voorhand niet, want ik heb zelf gewoon een voorkeur voor wat kortere tracks. Maar wie klaagt er nog bij het horen van zoveel schoonheid? Het is een droefgeestig stuk vol ambient, drones, neoklassiek en lichte experimenten. Hij krijgt nog hulp van Beth Roberts (fluisterzang), Yasuhiko Fukuzono aka aus (elektronica) en Mayuko Hitotsuyanagi ofwel Cuushe (elektronica). Dat levert een mistig, meeslepend en melancholisch geheel op dat je toch in één adem uitzit. Wederom is het een ongrijpbaar fascinerende schoonheid geworden. Dat alles is ook nog eens gestoken in een prachtige kartonnen A5 hoes, zoals vaker op Facture (of zusterlabel Fluid Audio).
Martina Trchová & Trio – Holobyt (cd, Indies MG)
Martina Trchová is een Praag afkomstige zangeres, die in 2005 debuteert met het fraaie Čerstvě Natřeno. Ze presenteert hierop haar unieke mix van pop, folk, jazz, rock, wereldmuziek en blues. Ook valt ze al met enige regelmaat in de prijzen met haar eigengereide muziek. Hierna volgen Takhle Ve Mně Vyjou Vlc (2010) en het wereldse boekwerk met een mini cd Deníky z Ladakhu (2015), die eens te meer aantonen wat een bijzondere artiest zij is. Martina heeft Tsjechisch en kunst gestudeerd. In haar vrije tijd schildert ze graag en tegenwoordig geeft ze Tsjechische les aan buitenlanders. Naast al die activiteiten is er toch weer het nieuwe album Holobyt van haar hand verschenen, hetgeen “kaal” betekent, dat ze met “haar trio” heeft gefabriceerd. Dit drietal bestaat uit Patrik Henel (gitaar, arrangementen), Radomír Polívka (contrabas) en Petr Chlouba (drums, percussie). Je krijgt 12 nieuwe tracks die ruim 42 minuten duren en weer die fijne mix aan stijlen bevat. Haar pakkende, jazzy zang wordt voorzien van een innovatief jasje, dat de ene keer heel comfortabel zit en op andere momenten schuurt, uitwaaiert en uitdaagt. Het is allemaal van een nachtelijke zwoelheid en prettige avontuurlijkheid. Ze is de belichaming van de rijke, breed georiënteerde muziek uit Tsjechië. Kaal is wel het laatste woord wat me hier te binnen schiet, al weet ze wel te spelen met stiltes en sobere inkleuringen. Toch is een vol, intrigerend en meeslepend werk meer van toepassing in deze.
Luister Online:
Holobyt
Mahsa Vahdat – The Sun Will Rise – A Cappella (cd, Kirkelig Kulturverksted)
De van origine Iranese zangeres Mahsa Vahdat brengt vanuit Noorwegen hemelse dingen de wereld in. Samen met haar zus Marian, Skurk en Mighty Sam McClain, maar ook solo. Ze beschikt over een prachtig melancholisch stemgeluid, dat veelal op fraaie Oosterse en jazzy wijze sober ingekleurd wordt. Het is veelal aangrijpend, troostvol en wonderschoon. Haar tweede soloplaat Traces Of An Old Vineyard van vorig jaar belandt dan ook hoog in mijn jaarlijst. In mijn recensie van toen zeg ik over haar zang: “Haar stem is zelfs zo mooi en meeslepend, dat als de muziek even niet meespeelt je er haast geen erg in hebt.” Welnu, dat kan ze dan nu bewijzen met haar nieuwe cd The Sun Will Rise – A Cappella, haar negende is waarop ze meedoet. Ze presenteert hier 21 a capella songs die samen 50 minuten duren. Dat lijkt heel erg lang voor een stem alleen. Toch slaagt ze er met vlag en wimpel in om de aandacht vast te houden en je zelfs dikwijls te laten wegdromen en mee te nemen naar plekken ver van hier. Zelf zegt ze:
“My voice is my homeland.
My body is my instrument.
My songs are about freedom, love and longing.
My work is to trust the moment and make it eternal.
In the most passionate moments of my singing, I fly to the landscape of the
Alborz Mountains. Wherever in the world I sing, the rays of their sun
interweave with my breath.”
Het enige effect dat er wordt aangebracht is dat haar stem soms wat echo meekrijgt, wat een heel ruimtelijke beleving geeft. Maar ook zonder echo weet ze je mee te nemen naar desolate vlakten, woestijnen en paradijselijke plekken. Als enige instrument je stem en dan zo tot de verbeelding kunnen spreken, dat kunnen er niet veel. Een emotievol prachtwerk.
Luister Online:
The Sun Will Rise
Various Artists: Day Of The Dead (5cd, 4ad)
Ik zeg denk ik niets geks als ik beweer dat veel van mijn generatiegenoten de band The Grateful Dead, soms ook simpelweg The Dead genoemd, niet of nauwelijks kennen. Deze groep, die bestond van 1965 tot 1995, wordt toch door velen gezien als één van de beste aller tijden. Hun vrije mix van country, folk, bluegrass, reggae, rock en psychedelica heeft generaties erna geïnspireerd. Wat nog veel gekker is, is dat het 4ad label nu een 5 cd tellend eerbetoon brengt aan deze helden. Hun muziek zit namelijk bepaald niet in hun straatje, maar door de inspanningen van Aaron en Bryce Dessner (The National) in samenwerking met de Red Hot organisatie, die tegen AIDS/HIV strijdt, komt deze monsterproductie toch van de grond. Het levert een overtuigend eerbetoon op van maar liefst 59 tracks, die ruim 5 uur lang is, van bekende en onbekende artiesten. Ga vooral grasduinen op de site, want om alle artiesten hier op te lepelen is onbegonnen werk. Je steunt een goed doel en krijgt als bonus een weergaloze box, die ook nog eens een fantastische band in het zonnetje zet.
Martijn
The Underachievers It Happened In Flatbush
Door hun naam had ik eigenlijk nooit de behoefte gevoeld ze eens te checken, kon nooit veel wezen, niet waar? Evengoed toch maar de laatste mixtape gedownload (getriggerd door Flatbush in de titel) en het blijkt een kapot harde banger! Echt snoeiharde beats met lekker dreinerige baslijnen zoals John Lennon en Young Kobe, met spooky synthsounds waardoor je soms een samenwerkingsverband met iemand als Umberto voor je ziet. Rappers Issa Gold en AK spitten hun bars lekker staccato en energiek wat een hypnotisch effect sorteert. Everything remains raw …
Fanfare Ciocărlia Onwards To Mars!
Via omzwervingen met gasten uit de buurt en van ver zijn ze op Onwards To Mars! terug bij de basis. Behalve de vreemde eend in de bijt I Put A Spell On You is de meer rock-achtige benadering van de productie wat dit album van de rest onderscheidt. Vooral hoorbaar in bijvoorbeeld de Maria Tănase-klassieker Trenul, mașina mica hoor je bijvoorbeeld een stevige beat en productionele truukjes. Het doet niets af aan de mad skills en de positieve energie die constant is in hun hele discografie, al blijft het debuut het energiekst, snelst en het rauwst.