Het schaduwkabinet: week 20 – 2016

Wij zullen ons niet snel verstappen, tenzij we aan de race zijn. En nu rap naar onze lijstjes uit het:

SCHADUWKABINET

We luisterden naar: Adult Jazz, Alice Avery, DISCOHEN, Pantha Du Prince, Mark Pritchard, Lárus Sigurðsson, KING, The Internet en Harry Bertoia.

 

Jan Willem

Adult Jazz – Earrings Off! (mcd, Tri-Angle / Konkurrent)
adultjazz-earringsoffTwee jaar geleden debuteert Adult Jazz met het goed ontvangen debuut Gist Is. Ze maken pop en tegelijkertijd geen pop door de complexiteit van hun muziek. Door de bepaald niet gangbare ritmes, elementen van jazz, elektronische interventies en wat blaas- en cellogeluiden scheppen ze een biologerend eigenzinnig geheel. Dat ze daar nog wel een schepje bovenop kunnen doen bewijzen ze wel met de mini cd Earrings Off!. De ritmes gaan met horten en stoten en de overige geluiden komen er haast op pulserende wijze bij. Zanger Harry Burgess, wederom vergezeld door Tom Howe, Tim Slater en Steven Wells, zingt daar met zijn typische, licht verhoogde stem doorheen. Dat levert XTC en Momus-achtige pop op met ritmes waar Matmos en Wildbirds & Peacedrums wel pap van lusten en bevreemdende Volcano The Bear-achtige intermezzo’s. Niets is hier gewoon en niets is eenvoudig, maar alles is wel wonderlijk intrigerend.

 

Alice Avery – Kicking The Habit (cdep, Alice Avery / It’s All Happening)
Daliceavery-kickingthehabite Belgische Alice Avery wordt in haar thuisland in 2012 al genomineerd door Radio 2 als “beste nieuwe artiest”. Daarna verruilt ze België voor New York om te werken aan haar carrière als zangeres en actrice. Als ze geen muziek maakt is ze dan ook te vinden in diverse musicals en toneelstukken. Tussen alle bedrijven door vindt ze de tijd om haar mini Kicking The Habbit het licht te laten zien. Hiervoor werkt ze samen met producer Will Hensley (Coldplay, KT Tunstall, The Kooks, Regina Spektor, John Mayer), die tevens de gitaarpartijen op zich neemt. Daarnaast mag ze ook nog rekenen op een drummer, bassist en toetsenist om haar zeven songs vorm te geven. Alice beschikt over een soulvolle stem, waarmee ze echter ook flink kan uithalen. Ze biedt een breed palet aan uit het leven gegrepen emoties, als liefde, verdriet en verlangen, die allen een soulvol popjasje omkrijgen. Een dans, een lach en een traan, maar altijd met een hoopvolle focus op de toekomst. Het is wel allemaal keurig tussen de lijntjes, maar dat doet ze dan wel met verve. Ze geeft hiermee een veelbelovend visitekaartje af dat voor een breed publiek geschikt is.

 

DISCOHEN – Popular Positions (cd, DISCOHEN)
discohen-popularpositionsHet discoliedje, wie is er niet groot mee geworden en wie heeft er niet (tijdelijk) van gehouden? Meer filosofie dan mensen de dansvloer opkrijgen, waar op zich niets mis mee is, zit er niet achter. Maar grootmeester Leonard Cohen zei ooit: “To find a door into the song, that’s a very worthwhile challenge”. Precies dat is hetgeen wat DISCOHEN, een geniale samenvoeging, wil bereiken. Liedjes op een andere manier bezien, misschien wel door de ogen van de meester zelf. De cd Popular Positions, hetgeen natuurlijk een dikke knipoog is naar Various Positions uit 1984, bevat unieke covers van hits uit de jaren 1977 tot 1984 (toeval?). Uniek omdat zanger Teije Venema (The Virgin Army, Knalland) beschikt over een Cohen-achtige stem, hoewel Tom Waits en Mark Lanegan ook nooit ver weg zijn. En daarnaast heeft klasse producer en multi-instrumentalist Pim van de Werken (onder meer How To Throw A Christmas Party, The Virgin Army, Knalland, Silence Is Sexy, Van Dryver) zoals wel vaker een hele dikke vinger in de pap. De overige posities worden bekleed door de geweldige zangeres Fenneke Schouten (Fenn), gitarist Bart van der Lee, organist Sjoerd van Reeuwijk (I Kissed Charles) en saxofoniste Lotte Pen (Van Dryver, Knalland). Er bestaat ook ene Jim Brown die als The King al menig album volzingt op Elvis-achtige wijze, maar dat leidt op een enkele uitzondering na tot ietwat flauwe covers van rock, wave, indie en gothicsongs. Ondanks dat DISCOHEN soms best een glimlach op je gezicht tovert, valt dit gewoon serieus te nemen. De keuze is hier gevallen op Olivia Newton-John (“Psychical”, 1981), Rod Stewart (“Do Ya Think I’m Sexy”, 1978), Kiss (“I Was Made For Loving You”, 1979), Harold Melvin & The Blue Notes (“Don’t Leave Me This Way”, 1977), Donna Summer (“Hot Stuff”, 1979), The Rolling Stones (“Miss You”, 1978), Madonna (“Like A Virgin”, 1984), Divine (“Shoot Your Shot, 1983) en Anita Ward (“Ring My Bell”, 1979). Interessante keuzes, waarbij de uitvoeringen er mogen zijn. De danselementen zijn verdwenen en toch blijven de songs in hun jazz-, blues- of folkuitvoering enigszins herkenbaar. Liedjes die schijnen buiten hun comfortzone. Dat is niet alleen knap, het klinkt ook nog eens fantastisch. Eén van de betere coverplaten ever! Horen is geloven.

 

Pantha Du Prince – The Triad (cd, Rough Trade / Konkurrent)
panthaduprince-thetriadHet project met de bijzondere naam Pantha Du Prince is het muzikale vehikel van de Duitser Hendrik Weber, die ook nog terug te vinden is in Glühen 4 en Panthel. Hij heeft inmiddels al vier albums plus een remixalbum afgeleverd, die ergens in de techno en minimal house hoek uitkomen. Zijn derde werk Black Noise (2010) is zijn doorbraakalbum. Hierop gebruikt hij allerlei Zwitserse carillons in zijn elektronisch gestuurde muziek, die hij laat klinken als een gamelanorkest. Het geeft maar aan hoe origineel hij te werk gaat. Ook op zijn Elements Of Light (2012), samen met vele percussiegasten die hij The Bell Orchestra noemt, maakt hij gebruik van klokken. Hij laat zich inspireren door het carillon van het stadhuis in Oslo. Nu is hij terug met weer eens een solowerk The Triad, waarop hij 10 nieuwe tracks brengt die ruim 62 minuten duren. De akoestische geluiden en percussie spelen wederom een belangrijke rol binnen zijn elektronische raamwerk, wat het organisch en bijzonder maakt. Wat meteen opvalt is dat het geluid frivoler en meer open is. Dat maakt het wat toegankelijker, zonder dat het ook maar iets inboet aan originaliteit of artistieke kwaliteit. Hij werkt met gasten als Queens, Joachim Schütz, Kassian Von Troyer en Bendik Hovik Kjeldsberg. Je krijgt een intrigerende kruisbestuiving van IDM, minimal techno, dubstep en experimentele pop, waarbij de aardse en futuristische percussie voor een mooie spanningsbogen zorgen. De bescheiden zang geeft het geheel nog extra glans en een menselijk karakter. Hij komt op innemende wijze ergens tussen Beaumont Hannant, The Field, Four Tet, The Sight Below en Snow Palms uit. Het klinkt weer als een klok wat die klasbak hier laat horen.

 

Mark Pritchard – Under The Sun (cd, Warp)
Dmarkpritchard-underthesune naam Mark Pritchard zal voor mij altijd verbonden zijn aan het duo Global Communication dat hij vormt met Thomas Middleton en dan met name aan hun geniale cd 76:14 (1994). Het is een ware klassieker, waarop ze eigenzinnige wijze ambient, techno, jazz en downtempo tot één geheel smeden. Volgens The Guardian zelfs één van de 1000 albums die je gehoord moet hebben voor je doodgaat. Maar Pritchard houdt er daarnaast vele projecten op na, allen in de elektronische hoek. Nu ook eens een heel soloalbum Under The Sun van maar liefst 16 tracks breed en ruim 67 minuten lang. En wellicht is er niets nieuws onder de zon, Pritchard doet toch een gooi om dit te veranderen. Op dit album moet je namelijk alles onthouden en vergeten wat hij eerder heeft gemaakt. Dat eerste omdat veel ervan terugkomt en dat tweede omdat niets erop lijkt. Pritchard plaatst alles in frisse nieuwe kaders en combineert legio stijlen tot zijn totaalgeluid. De rode draad wordt wellicht gevormd door ambient en abstracte elektronica, maar daar mengt hij minimal music, hip hop, downtempo, techno en pop door. Dat alleen is al zeer gevarieerd, maar daarnaast werkt hij in een aantal verschillende nummers tevens samen met Bibio, Thom Yorke (Radiohead, Atoms For Peace), de legendarische Linda Perhacs en Beans, die ieder weer voor een ander accent zorgen. Instrumentale stukken of juist met zang, spoken word en gecomputeriseerde stemmen, met alles weet hij de luisteraar aan zich te binden. Ondanks de vele ingrediënten is er een coherent album uitgerold, dat vrij rustig is en tot de verbeelding spreekt. De ene keer zeer droefgeestig en op de andere momenten hoopgevend en hartverwarmend. Soms neemt hij je mee op een bevreemdende trip, maar dan schakelt hij ook altijd weer terug naar prachtige songs zoals die met Thom Yorke en Linda Perhacs. Tot besluit krijg je de titeltrack waarin hij een sample van Julie Andrews en Martyn Green (plus Moondog), afkomstig van het album Songs Of Sense & Nonsense (1957), verwerkt tot fraaie minimal music. Het is fascinerend, gaat vele kanten uit maar met een rechte baan om de zon. Pritchard is en blijf een genie.

 

Lárus Sigurðsson – We Are Told That We Shine (cd, Volkoren / Konkurrent)
lárussigurdsson-wearetoldthatweshineLárus Sigurðsson, niet te verwarren met de gelijknamige voetballer, is een klassiek geschoolde gitarist uit IJsland. Hij is regelmatig te gast op gitaar en harp bij Stafrænn Hákon, het experimentele postrockproject van Ólafur Josephsson waarmee hij ook het experimentele ambient/downtempo duo Calder vormt. Tevens heeft hij in eigen beheer al vier cd-r’s uitgebracht onder zijn eigen naam. Die zijn vrij lastig te krijgen, dus het is prettig dat zijn nieuwe cd We Are Told That We Shine gewoon bij Volkoren uitkomt. Lárus brengt diverse akoestische instrumenten en draagt zorg voor de arrangementen. Daarnaast krijgt hij steun van Josephsson (elektrische gitaar, soundscapes), Fredrik Robertsson Boulter (koor), Angel Welp (cello) en Claire Ouille (viool). In de 11 tracks die hij hier neerzet serveert hij een filmische mix van neoklassiek, ambient en folk. Allen zijn ze dromerig en droefgeestig, maar tevens van een ontzaglijke schoonheid. Met name door de strijkers moet je denken aan David Darling, Richard Skelton en Hildur Guðnadóttir, maar door de fijnzinnige gitaarsounds, soundscapes, koorzang en melancholie tevens aan Richard Moult, Library Tapes, Hilmar Örn Hilmarsson, Árstíðir en in de verte zelfs de vroegere Piano Magic. Maar dan volkomen eigenzinnig. Sigurðsson weet intens ontroerende pracht te fabriceren als een edelsmid van de emoties, met als resultaat bergen kippenvel en bij de strot grijpende en bezinnende momenten. Ongehoord goed!


 

 

Martijn

KING We Are King
The Internet Ego Death
Twee keer lekker slicke R’n’B met psychedelische trekjes. KING bestaat uit drie dames die een zeer ruimtelijke, synthetische sound hebben waarin veel jaren tachtig en negentig doorklinkt. Romantisch en dromerig. The Internet hebben wat meer punch, ook tekstueel, klinken stoerder. Dat Infectious Grooves-shirt op de cover verklapt ook lekker baswerk, al moet je ook geen slap-exercities verwachten. Ook zijn er de nodige jazzinvloeden te bespeuren. Skills dus, in deze tijden van elektronica.

Harry Bertoia Sonambient
Elf discs met de wonderlijke klanken uit Bertoia’s prachtige stellages. Gongs, metalen staven en wat dies meer zij hebben maar een lichte aanraking nodig om lang door te zingen en rond te spoken. Meestal levert dat mysterieuze ambient op, soms meer verontrustende drones. Behalve veel te luisteren ook veel te lezen in de duimdik boekwerkje, het is weer een prachtige uitgave van het onvolprezen Important Records. Hoera voor physical media! (Hier kun je trouwens nog de nodige van zijn sculpturen zien.)

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.