Ajax dan eindelijk die derde bruine ster. Maar zie hier de 4 sterren van de absoluut niet koosjere lijstjes uit het:
We luisterden naar: Austra, Danger Mouse & Daniele Luppi, Dengue Fever, Every Silver Lining Has A Cloud, Robin Guthrie, Robin Guthrie & Harold Budd, A Storm Of Light, Various Artists: Shangaan Electro, Gorki, Automatic Buffalo, Shining, Liturgy, Chubby Wolf, Nicholas Szczepanik en Cam Deas. En keken naar: An Angel At My table
Austra – Feel It Break (cd, Domino)
De stroom geweldige cool wave bands die de muziek het laatste jaar opsieren lijkt nog lang niet ten einde. Dat blijkt wel weer uit het fantastische debuut van Austra. Dit Canadese trio bestaat uit zanger/pianiste Katie Stelmanis (ex-Galaxy), drummer Maya Postepski (ex-Galaxy, Trust) en bassiste Dorian Wolf (ex-Spiral Beach). Ze brengen heerlijke met wave geïnfecteerde elektropop die het beste van vroeger en nu in zich verenigt. Warpaint, New Order, The Knife, Fever Ray, Kate Bush, Bel Canto, Human League en Soap & Skin gaan hier op prettige wijze hand in hand met beklijvende, ritmische, sexy en toch onderkoelde songs. In één woord fantastisch!
Luister Online bij Myspace:
Lose It / Beat And The Pulse
Kijk Online:
Beat And The Pulse (mix)
Danger Mouse & Daniele Luppi – Rome (cd, EMI)
De Amerikaanse producer/muzikant Danger Mouse gooit hoge ogen met Gnarls Barkley en heeft ook met Sparklehorse een prachtig album gemaakt. Nu levert hij (Brian Burton) samen met de Italiaanse filmmaker en componist Daniele Luppi (onder meer van de serie St. Elsewhere) de cd Rome af. Dit is een door de spaghetti western en Ennio Morricone geïnspireerd album inclusief orkest en koor. Daarmee heb je eigenlijk al een goed idee van wat je kunt verwachten, namelijk filmische muziek met een psychedelisch randje. Maar ze brengen het wel op uiterst eigenzinnige wijze, die ook best in het straatje van Mike Patton zou passen. Voeg daar nog de fijne vocalen van Norah Jones en Jack White aan toe en het plaatje is compleet. Heerlijk in het gehoor liggende trippy muziek.
Luister Online bij YouTube:
Rome (album)
Dengue Fever – Cannibal Courtship (cd, Concord Music Group)
Dit blijft één van de leukste popbands van de laatste paar jaren. Het is een combinatie van Cambodjaanse pop uit de jaren 60 met Amerikaanse surf, rock en psychedelische muziek. Ondanks dat het recept van de 4 lelijke Amerikaanse mannen en de bloedmooie Cambodjaanse zangeres niet meer verrast zoals op hun eerste twee cd’s, blijft de muziek van een verslavende heerlijkheid en ongekend niveau. Horen is geloven, zeg dat ik het gezegd heb.
Luister Online:
Cannibal Courtship / Cement Slippers / Uku / Family Business
Every Silver Lining Has A Cloud – I (cd, Projekt)
Guillaume Pintout (gitaar, zang, piano, sampler), Cyrille Holodiuk (drums, klokkenspel, sampler), Haluka Chimoto (cello, sampler), Damien Ossart (bas) en Ashley Rugge (extra stem/zang) zijn de leden van een nieuw Frans collectief. Ze brengen een originele mix van post-rock, neoklassiek, noise, shoegaze en ambient. De ene keer filmisch en sfeervol en op andere momenten episch en ongenadig hard. Maar de melancholie en momenten van bezinning overheersen en geven het debuutalbum een bijzondere lading mee. Denk aan de perfecte kruisbestuiving van Godspeed You! Black Emperor, Mogwai, Labradford, Sigur Rós, Below The Sea en Mono. De muziek is net zo mooie en poëtisch als de bandnaam zelf.
Luister Online:
I (album)
Robin Guthrie – Emeralds (cd, Darla)
Robin Guthrie & Harold Budd – Bordeaux (cd, Darla)
Robin Guthrie (ex-Cocteau Twins, Violet Indiana) is de laatste tijd weer lekker bezig. Ten eerste is er zijn solo cd waarop hij oude 4ad-achtige atmosferen laat herleven met zwoel melancholische gitaarambient. Het is zo persoonlijk en compleet gemaakt dat je een zangstem zo waar niet mist. Het doet allemaal wel denken aan een ambientachtige uitvoering van de Cocteau Twins, maar ook aan Slowdive, Yellow6 en Labradford. Hij brengt naast de teder echoënde gitaren verder ook elektronica, zachte beats, pianoklanken en allerhande andere geluiden ten gehore. De muziek is ook wel echt van nu ondanks de vele nostalgische elementen. Filmische pracht uit een ander universum die er weer net zo toe doen als vroegah.
Samen met minimal music/ambient goeroe Harold Budd (1936) opereert hij op hun zoveelste samenwerkingsverband in dezelfde atmosferen. Alleen brengen de twee hier het beste bij elkaar naar boven waardoor het helemaal van een andere planeet afkomstig lijkt. Hun diepgravende ambient is suggestiever, rustiger en met een meer ruimtelijk effect dan het solowerk. Qua schoonheid doen ze absoluut niet voor elkaar onder. Het is heerlijk wegdromen op droefgeestige, zachte golven.
Luister Online naar Robin Guthrie:
Emeralds (album)
Luister Online naar Robin Guthrie & Harold Budd:
Bordeaux (album)
A Storm Of Light – A Storm Of Light (mcd, Latitudes)
Latitudes is een zusterlabel van Southern met het doel om bepaalde bands te promoten middels exclusief materiaal en veelal aparte sessies. De (veelal) mini cd’s worden in een oplage van 1000 gemaakt met prachtige kartonnen hoezen. Ditmaal valt de beurt aan A Storm Of Light, de band rond Josh Graham (Neurosis, Red Sparowes) die met zijn andere project The (Fallen) Black Deer ook al eens in de serie is verschenen. Josh (zang, gitaar) wordt voor deze sessie vergezeld door Wolves In The Throne Room leden Will Lindsay (gitaar) en Zohra Atash (zang), Domenic Seita (bas, zang) en Geoff Summers (drums). Te gast is verder nog niemand minder dan Lydia Lunch die spoken word brengt in één track. De vier nummers die hier gepresenteerd worden zijn een heavy mix van metal, industrial en post-rock. Ze brengen naast twee nieuwe nummers geweldige covers van Joy Division’s “Day Of The Lords” en Big Black’s “Kitty Empire”. Voor de fans is dit een absolute aanrader, maar ook voor een ieder die van het betere heavy werk houdt.
Luister Online bij YouTube:
Day Of The Lords
Luister Online bij Soundcloud:
Vast And Empires
Various Artists – Shangaan Electro: New Wave Dance Music From South Africa (cd, Honest Jons)
Nadat ik deze verzamelaar binnen had besefte ik dat ik deze onlangs al eens vanuit mijn linker dan wel rechter ooghoek langs heb zien komen. En ja hoor, twee weken terug rept Justin er ook al over. Het is een bijzondere en opzwepende muziekvorm uit Zuid-Afrika, die de snelste dans ter wereld zou zijn. Er zitten inderdaad stukken bij van 180 bpm! Nu is het ook verdomd lastig stilzitten op deze muziek. Zelfs mijn vrouw die tegenover mij aan het bureau zit en slechts flarden uit mijn koptelefoon opvangt zit hevig mee te schudden. De prachtige Afrikaanse zang en muziek omgeven door kleurrijke en vooral snelle beats werkt aanstekelijk. Muziek om heel vrolijk van te worden. In hun video’s kan je ook zien dat er heupen bestaan die mee schudden met die snelle beats; soort wereldse, vriendelijke gabber. Sowieso zijn die video’s een kleurrijk feest, die passen bij deze geweldige nieuwe rage (?).
Luister (klik op de rood gedrukte band+songtitel onderaan)/Kijk (klik op videotitels links) Online:
Various Artists – Shangaan Electro: New Wave Dance Music From South Africa
Gorki – Research & Development
Automatic Buffalo – Party People
Nee, zo goed als Voor De Rijpere Jeugd is de nieuwe Gorki duidelijk niet, maar ook op dit album heeft De Vos weer écht zijn best gedaan (in tegenstelling tot de platen daarvoor, waar ie enkel op z'n talent parasiteerde). Eigenlijk is Research & Development (slechte, lastige te onthouden titel eigenlijk) wel te vergelijken met die nieuwe Tom Pintens. Duidelijk gladder dan zijn voorganger. Vooral de vocalen zijn flink opgepoetst, meerdere takes op elkaar gestapeld, waarvan de onderste laag misschien stiekem een likje autotune heeft gekregen. (Of is het een echt goede backing vocalist?) Hoe dan ook, wat Snow Patrol-radiovriendelijker. Een effect dat meteen gecounterd wordt door de her en der betrekkelijk hard rockende en snerende gitaren. Concorde begint zelfs J. Mascis-achtig! Het is een van de hoogtepunten, al was het maar om de fluweel gezongen openingsregels: 'Weet je nog/De Mike&Zaki drive-in show/Toen een dj nog een arbeider was.' Alleen De Vos dropt op een nederpop-plaat de namen van David Guetta en (eerder op het album) Trentemøller! De andere uitschieters staan net voor Concorde. Buitenbeentje Grote Stoute Orka heeft voor Gorki's doen maffe instrumentatie, met ruisfluitjes, schelpentamboerijn en belletjes. Eddie Gelukzak, een instant-meezinger, is weer een tekstueel hoogstandje over een partyganger die zichzelf probeert te overtuigen een gelukzak te wezen, maar ondertussen zijn ogen niet meer open krijgt, teveel slaapt, en door al zijn gekift op school juist spijt lijkt te hebben van vergooide kansen. 'Stomme examens'. Ach, in iedere track heeft De Vos wel weer een tekstueel pareltje paraat. 'Hier zit ik dan met mijn zelfverzekerde smoel' en, nog mooier, 'Ik denk weer aan die verdronken poes in de waterput bij de buurman…' [korte stilte, een inademing als zucht] 'Jammer toch.'
En toen trok ik ook Party People ook weer eens uit de kast. Gorki als Automatic Buffalo in het Engels… Het blijft curieus, alsof je als je hard je best doet kan hóren wat voor Nederlandse regels er ongeveer zouden moeten klinken. Muzikaal wel een ambitieuze plaat, met strijkers. Zou De Vos werkelijk gedacht gedroomd hebben van succes in Engeland? Lief. God Knows I Tried is de moeite van het opzoeken waard, een droevige ballade met een Amerikaans indie-gevoel. En plots dacht ik; wat zou het leuk zijn als Gorki een album zwaar beïnvloed door de Guided By Voices maakte.
An Angel At My Table (Jane Campion)
Qua structuur (en kijkersreactie) goed te vergelijken met Bound For Glory, Hal Ashby's biopic over Woody Guthrie. Ook die film was één deel heel verbluffend magisch, om daarna langzaam in gewoner biopic-vaarwater te geraken. An Angel At My Table vertelt lineair het leven van de getroebleerde Nieuw-Zeelandse schrijfster Janet Frame, maar is vooral goed als ze nog niet schrijft. Het eerste deel behandelt haar prille jeugdjaren, opgroeiend in een merkwaardig arbeidersgezin. Aan ieder gezinslid zit wel een steekje los. Ze lijken ook geen van allen op elkaar; ik dacht een tijdje dat het allemaal adoptiekinderen waren. Het hoofdpersonage is een erg verlegen meisje met een fantastische Oboema-achtige knalrode bos haar. Ook de buurtkinderen zijn er door geïntrigeerd: 'Mag ik aan je haar zitten, dan mag jij mijn benen aanraken'. De benen van buurmeisje zitten vol littekens door aftuigingen van pa… Veel jeugdellende dus, maar in die typische broeierig-surrealistische Oceanische sfeer. Alles gaat van de hak op de tak, maar toch heeft elke scène een belang, een echo later. Er is zoveel om aan te denken, te ontdekken. De verwondering verwordt echter tot duisternis, als het hoofdpersonage haar ouderlijk huis verlaat; dromend van schrijversschap volgt ze een opleiding tot lerares. Langzaam raakt ze in een mentale crisis, zo langzaam dat zij (en deze kijker) het nauwelijks merkten. Het volgende moment (het laatste geniale moment van de film) ligt ze plots op een psychiatrische afdeling van het ziekenhuis. Wat ze pas ontdekt als ze het opschrift op de klapdeuren bestudeert. Daarna gaat het snel, acht jaar blauwig-lugubere Shutter Island-inrichting, en daarna herstellen in Europa. (En het ontdekken van de liefde). Stiekem wordt de film dan een beetje gewoontjes, misschien simpelweg door de tegenstelling met dat heerlijke begin. Er komen steeds meer 'volgens het boekje'-filmemoties. Al moet wel gezegd worden dat dit misschien wel de beste film ooit is die zó goed één personage door drie verschillende actrices weet te laten spelen. Ze sluiten perfect op elkaar aan, glijden ongemerkt in elkaar over haast. De rode krullen helpen vast, maar het moet toch ook de hand van regisseuse Jane Campion zijn; die als je dit ziet toch echt een regie-Oscar had verdiend, op enig moment. (En vóór Kathryn Bigelow)
Shining VII: Född Förlorare
Voor iemand die allemaal niet meer ziet zitten blijft Kvarforth een zeer productief mannetje. Schijnbaar was de zevende van Shining al af toen nummer VI uitkwam, maar nu is pas echt zo ver. Verrassend is de bijdrage van Zweedse ster Nordman, die normaal toch een soort blije folky pop maakt. Het geeft wel aan dat er steeds meer afwisseling (en melodie) binnensluipt. Behalve natuurlijk die lyrische solo's van Peter Huss zijn er nu mellotron-, klokkenspel- en pianoklanken, akoestische gitaren en zelfs Jan Johansson-achtige Zweedse jazz in I nattens timma (een cover van de Noorse progband Landberk). Kvarforths voorkomen en extreme vocalen (melodieuze treurzang, gebrul en gekrijs dat door merg en been gaat en dreinerige doodsreutels) blijven ervoor zorgen dat het geen gezellig Opethfeestje wordt, laat staan dat hij net als Nordman mee zal doen aan Melodifestivalen (de Zweedse Songfestivalvoorrondes).
Liturgy Aesthethica
Zo verraderlijk makkelijk in het gehoor liggend Kvarforth zijn 'boodschap' verpakt, zo genadeloos beukt Hunter Hunt-Hendrix's stukker minder negatieve boodschap erop los (het duidelijk gearticuleerde Zweeds bij Shining is overigens beter te verstaan dan dit woest gekrijs). Wel is er meer afwisseling dan op het debuut Renihilation, de intermezzo's met zangexperimenten als Glass Earth waren er al, net als de peristaltisch bewegende minimal van True Will. Generation beukt er autistisch, met over elkaar schuivende ritmes, bijna Meshuggah-achtig op los. Het is een welkome uitbreiding van het palet en black metalpuristen moesten er toch al niks van hebben.
Chubby Wolf – The Darker Sex 7” (Low Point)
In 2009 is de jonge muzikante Danielle Baquet-Long plotseling op veel te jonge leeftijd overleden. Ze was met name bekend van het duo Celer, samen met haar man, Will Long, echter maakt ze ook solo muziek onder de naam Chubby Wolf. Net zoals bij Celer is er een groot archief aan muziek van Chubby Wolf achter gebleven waar uit ondertussen al enkele release zijn voortgekomen. The Darker Sex is de nieuwste in de telg en in haar post-mortem discografie. En wat voor een. Op deze 7” staan twee emotievolle nummers die een sfeer oproepen van melancholie en verlangen. Anders dan bij het meeste werk van Celer zijn in deze stukken de geluidsbronnen niet volledige onder dikke lagen aan filters verborgen. Heel duidelijk zijn de gelaagde stemmen terug te horen en de hints van bewerkte snaar instrumenten. Het geluid is diep en zwoel. Het is een genot om naar te luisteren. En kwalitatief een van de betere werken in het huidige zweverige ambient drones genre. Een mooie release met een nare nasmaak wetende dat er niet veel nieuws meer zal komen.
Nicholas Szczepanik – An Underside (Eigen Beheer)
Alweer een tijdje terug was in deze wekelijkse serie een stukje te lezen over deel 1 van uit de Ante Algo Azul subscription series “Not Knowing (for Eliane Radigue)”. Ondertussen zijn we alweer 3 delen verder, met deel 5 onderweg. An Underside is het tweede deel en een logisch vervolg op Not Knowing. Szczepanik heeft duidelijk voor deze serie een bepaald concept bedacht waarin een minimale ondertoon de basis vormt voor alle stukken. An Underside begint dan ook met meewoedige zware tonen die zich langzaam ontwikkelen. Laag voor laag komen er nieuwe frequenties bij. Door het gebruik van fase verschillen wordt er een soort pulserend geluid gecreëerd dat in een enkele laag voor vreemde veranderingen zorgt. Het is een stuk veel aandacht van de luisteraar vraagt door de langzame ontwikkeling. En in tegenstelling tot deel 1 zit er hier geen duidelijke wending naar een meer melodisch stuk in. An Underside blijft zeer trouw aan het concept drone, maar wel met een voller geluid dan bijvoorbeeld het uiterst minimale werk van Eleh. De serie valt nog steeds te bestellen, al zijn er niet zoveel inschrijvingen meer mogelijk. Wees er dus snel bij.
Cam Deas – Quadtych Volume One (Present Time Excercises)
In Tilburg waren er zo'n 100 bezoekers, in Amsterdam zo'n 20 en dan was er ook nog een optreden in Utrecht waarvan de aantalen mij niet bekend zijn. De optredens van de jonge Brit Cam(eron) Deas (je zou haast denken dat het een grap van zijn ouders is geweest, maar dit is niet zo), daar hebben we het over. Deze bezoekers hebben het mogen ervaren, zo'n 30 tot 45 minuten geboeid luisteren naar deze gitaarkunstenaar, want zo mag je hem wel noemen. Op deze plaat, deel 1 van de totaal 2, horen we de stukken terug die hij toen ten gehore bracht waardoor meteen duidelijk is dat er niet wordt geïmproviseerd tijdens het spel. Iedere noot, iedere aanslag, alles tot op de kleinste details staat het vast. Je zou kunnen denken aan John Fahey of James Blackshaw, maar met beide doe je deze virtuoos te kort. Ook duidelijk zijn er invloeden uit de minimal music terug te horen. Naast stukken raga worden er drone stukken gespeeld die bij vlagen doen denken aan het minimale werk van La Monte Young en Tony Conrad. Dit leidt tot een spannende combinatie waardoor je tijdens het luisteren continu op het puntje van je stoel zit met de gedachte “wat zal er komen”. In de twee stukken op deze plaat zit zeer veel variatie die bij weinig andere finger-picking gitaristen terug te horen is. Geweldige release die doet verlangen naar Volume Two.