Geen koninklijke toevoegingen maar wel een vorstelijk lijstje uit het:
SCHADUWKABINET
Ik luisterde naar: Niamh Bury, Danny Clay, Madeleine Cocolas, Alex Henry Foster, Catherine Graindorge, Rafał Kołacki, Maëror Tri, Nimh, Popsysze, Jessica Pratt, St. Vincent en Tunnels Of Āh.
Jan Willem
Niamh Bury – Yellow Roses (cd, Claddagh Records)
Sinds de verbluffende release van ØXN vorig jaar, ben ik het Claddagh label nauwlettend in de gaten gaan houden. Daar viel ook al snel mijn oog op de Ierse singer-songwriter Niamh Bury, die zich aan de frontlinie bevindt van de heropleving van de Ierse folkmuziek. Ze beschikt over een prachtig tijdloos stemgeluid en haalt haar inspiratie folk, jazz en indie plus artiesten als Anna Mieke, Billie Marten en Big Thief. Haar debuut Yellow Roses is nu een feit (al was deze even een tijd onderweg naar mij). Hierop presenteert ze in dik drie kwartier 10 gloedvolle tracks, die zowel in het hier en nu passen als in pak hem beet de jaren 70. De inkleuring van de songs is subtiel en sober, maar mist z’n uitwerking niet. Lekker tokkelwerk in combinatie met kleine orkestraties en haar zang zijn meer dan genoeg om te overtuigen. Ze weet mede door haar zang zo’n diepe indruk te maken, waarbij je naast haar eigen genoemde inspiratiebronnen ook moet denken aan artiesten als Nick Drake, Laura Marling, Natalie Merchant, Mirel Wagner, Nancy Elizabeth en Fran Rodgers. Muziek om bij weg te dromen of weg te vliegen, het schept heel veel mogelijkheden. Dit is een enorme belofte voor de toekomst, die ze eigenlijk met dit droomdebuut al ingelost heeft. Voortreffelijk tijdloze pracht!
Danny Clay – No More Darkness, No More Night (cd, laaps)
De Amerikaanse muzikant Danny Clay brengt al sinds 2011 zijn muziek naar buiten, die meestal ergens tussen minimal music, ambient, folk en neoklassiek uitkomt. Daarbij heeft hij met vele artiesten samengewerkt. Hij heeft zijn muziek op verschillende labels uitgebracht, maar is op alle labels van de Franse muzikant en labeleigenaar Mathias Van Eecloo, te weten Eilean Rec., IIKKi en laaps, terug te vinden. Hij past er met zijn muziek dan ook uitstekend op. Zijn nieuwe album No More Darkness, No More Night is nu uitgebracht op dat laatst genoemde label. Hij brengt er 6 stukken, van samen een goede 42 minuten lang. Hierbij wordt de helft van de tijd wel in beslag genomen door het laatste stuk. Clay, zelf op de pedal steel gitaar actief, laat zijn composities hier inkleuren door twee violisten, een altviolist en cellist. Het levert adembenemende muziek op die het meest neigt naar neoklassiek, maar ook filmische en ambient-achtige kanten heeft. De heerlijk melancholische muziek weet je echt even helemaal uit de realiteit te halen en zorgt voor onthaasting, dromen en een haast verlammende schoonheid. Het is voer voor liefhebbers van onder meer A Winged Victory For The Sullen, Offthesky, Julia Kent, Jóhann Jóhannsson, Eluvium en Sarah Davachi. Een donker, maar zinnenstrelend album.
Madeleine Cocolas – Bodies (cd, Room40)
Madeleine Cocolas is een Australische componiste en geluidskunstenares, die sinds 2016 haar werk naar buiten brengt. Ze brengt doorgaans iets dat uitkomt in de hoek van de postklassieke muziek en ambient, waarbij ze volop experimenteert met elektronica, veldopnames en soundscapes. Voor haar nieuwste album Bodies, uitgebracht op het innovatieve label Room40 van artiest Lawrence English, heeft ze haar reizen langs naar de Australische kustlijn en tevens kreken en watervallen voor haar muziek ingezet. Daarbij heeft ze haar stem ingezet als instrument en maakt ze gebruik van onder meer synthesizers en allerhande elektronica. De grenzen tussen al die geluiden vervagen of laten we zeggen verwateren hier allemaal wat, waardoor het een soort ambient-achtige drones worden, waarbij je ook de neoklassieke elementen nog wel terug hoort. De repetitieve ritmische en cyclische klanken zorgen voor een hypnotiserend effect. Dat is nog eens ondergedompeld, als we toch met water bezig zijn, in een fijne melancholische sfeer. En met een zee aan subtiele details zorgt ze hier voor wederom een zinderend album.
Alex Henry Foster – Kimiyo (cd, Hopeful Tragedy Records)
Voordat de Canadese muzikant Alex Henry Foster zijn solo avontuur begint, maakte hij deel uit van de geweldige alternatieve rockformatie Your Favorite Enemies, die voor mij wel enig verwantschap met zowel The God Machine als Stabbing Westwatd vertoonde. Er volgt onder zijn eigen naam in 2018 het droomdebuut Windows In The Sky, waarop hij op sterke wijze de ingezette koers van zijn vorige band voortzet. Er volgt nog een live album en dan slaat het noodlot toe. Na een Europese tour moest hij een cardiale dubbele transplantaatoperatie ondergaan, waarbij hij uiteindelijk geïntubeerd werd. Het zou een verwoestend effect op Foster hebben, omdat hij, naast zijn kwetsbare fysieke toestand, maandenlang niet zou kunnen praten, niet wetende of hij zou in de toekomst kunnen zingen. Dus voor zijn tweede album Kimiyo deed hij een beroep op de Japans-Canadese zangeres Momoka Tobari, die eerder ook te horen was op het album Between Illness And Migration (2013 & 2016 (Tokyo Sessions)) van Your Favorite Enemies. Alleen wist ze toen hij haar vroeg nog niet dat ze een hoofdrol ging vervullen. Ook Ben Lemelin uit die band is hier van de partij. Hoewel de sterke zang van Foster hier zeker gemist wordt, is de invulling van Momoka hier wel speciaal en brengt de muziek ook in ander vaarwater met haar mysterieuze Japanse zang en spoken word. Sowieso brengt Foster hier een bijzondere mix van alternatieve rock, post-rock, shoegaze, neoklassiek en filmische muziek. Met enige regelmaat krijg je prachtige orkestraties door de toch al stemmige muziek. De 9 songs hebben een totale lengte van bijna 69 minuten, waaruit ook al blijkt hoe zorgvuldig alles wordt opgebouwd. Het steekt zo goed in elkaar allemaal en gaat echt van hoogtepunt naar hoogtepunt. Je kan het een geluk bij een ongeluk noemen, al is dat wat wrang en mag de stem van Foster gehoord worden, maar het pakt hier allemaal wel wonderschoon en eigenzinnig uit. Het is niet vaak het geval dat ik geen vergelijkingsmateriaal voorhanden heb, maar ik schat zo in dat fans van onder meer Mogwai, Spirit Fest, Hammock, Bjorn Riis, Stars Of The Lid, The Pineapple Thief en dergelijke hier ook wel oren naar hebben. Het is bezinnend, dromerig, meeslepend, intens en gewoonweg ontzettend mooi. Een weldadig meesterwerk, waarbij Foster zijn eigen stempel drukt en hopelijk ook zijn stem weer vindt.
Catherine Graindorge – Songs For The Dead (cd, Tak:til/ Glitterbeat / Xango Music Distribution)
De Belgische violiste, altvioliste, componiste en actrice Catherine Graindorge is behoorlijk spaarzaam als het gaat om solo albums, maar als ze dat doet is het wel iedere keer een voltreffer. Ze werkt wel buiten dat veelvuldig samen met andere artiesten als John Parish, Nick Cave, Warren Ellis, Debbie Harry, Mark Lanegan, Andrea Schroeder, Chris Eckman, Hugo Race, Monsoon, Bertrand Cantat (Noir Désir, Détroit) en twee jaar terug nog met Iggy Pop. Tevens maakt ze deel uit van de groep Nox (Nile On Wax) en componeert ze ook nog muziek voor films en theaterproducties. Haar muziek bevindt zich ergens op het kruispunt van avant-garde, neoklassiek, post-rock en pop, waar ze spannende lassen van smeedt. Ze is nu terug met haar album Songs For The Dead, dat ze net als haar vorige album heeft uitgebracht op het experimentele sublabel Tak:til van Glitterbeat (dat weer deel is van Glitterhouse). Hierop werkt ze samen met zanger Simon Huw Jones (And Also The Trees), (contra) bassist Pascal Humbert (16 Horsepower, Lilium, Wovenhand), toetsenist Simon Ho (Ho Orchestra) en drummer Elie Rabinovitch (Nox). Daarbij is de mastering in handen van Gizeh records labelbaas Richard Knox (A-Sun Amissa, Glissando, Shield Patterns, Of Thread & Mist, The Rustle Of The Stars) en werden de opnames gedaan door Koen Gisen (An Pierlé Quartet, White Velvet), die tevens samen met Catherine het geheel produceerde. De muziek houdt weer het midden tussen de genoemde genres, aangevuld met de donkere zang dan wel spoken word van Simon, af en toe afgewisseld met die van Catherine zelf en koorzang samen met haar dochter Lula Rabinovitch. Het blijft fascinerend hoe ze een brug weet te slaan tussen de doorwrochte experimentele muziek en avant-garde en de prima doorwaadbare songs, zij het dat het allemaal wel van een donker en melancholisch vernis is voorzien. Ze speelt met schaduw en licht en balanceert tussen droom en werkelijkheid, geheel passend bij het thema van het album. Hoewel het allemaal intens, intiem en ingetogen is, pakt het toch groots uit. Qua referenties moet je denken aan steeds wisselende hybriden van Soap&Skin, Hildur Guðnadóttir, Amber Asylum, Kali Malone, Nick Cave, Hilmar Örn Hilmarsson en Anna Von Hausswolff. Wat een overrompelend prachtalbum levert ze hier af!
Rafał Kołacki – Mowa Tworzenia (cd, Zoharum)
De Poolse muzikant Rafał Kołacki is bepaald niet voor één gat te vangen met releases onder zijn eigen naam en tevens met Hati, P.H.A.S.T.I., Grobbing Thristle, Mammoth Ulthana, Orient Potockiego Project, Molok Mun en Innercity Ensemble. Hij heeft hiermee een indrukwekkende en hoofdzakelijk experimentele discografie opgebouwd en is daarmee een grote speler in de Poolse underground. Het is iedere keer weer een verrassing waarmee hij op de proppen komt. Nu is hij terug met zijn album Mowa Tworzenia, dat zoiets als “scheppingsspraak” betekent, dat 10 instrumentale tracks bevat van samen ruim 41 minuten lang. Deze laten zich niet eenvoudig duiden. Het zijn elektronische experimentele stukken met een industrieel karakter, waar ook veldopnames en white noise deel van uitmaken. Het is net zo ongrijpbaar als spannend. Soms heeft het wel iets weg van een stevige bui met onweer erbij, maar op andere momenten waar je jezelf ergens in een elektronisch circuit. Hij schept heerlijk originele en innovatieve geluiden, die je stevig in de houdgreep nemen. Goddelijk zou ik haast zeggen.
Maëror Tri – Ambient Dreams (cd, Zoharum)
Maëror Tri, dat is lang geleden! Dit Duitse trio brengt me wel erg ver terug in de tijd. Ze waren actief van 1988 tot 1996 en maakte muziek met enkel gitaren en een enorme bak aan effecten en apparaten om hun drone-achtige soundscapes te maken. De formatie bestond uit Helge Siehl, Martin Gitschel en Stefan Knappe, waarbij de eerst genoemde verder is gegaan als Tausenschoen en de laatste twee als Troum. Maar goed, enkele levens terug wisten ze te imponeren met Maëror Tri, soms trouwens ook zonder de umlaut geschreven. Het Poolse Zoharum duikt graag in het verleden en haalt er veelvuldig pareltjes van weleer naar boven. Dat is nu wederom het geval met Ambient Dreams, dat ooit in 1990 op cassette is verschenen en in 2007 op Beta-lactam Ring Records op cd is uitgebracht. Die gelimiteerde versie is uitverkocht, maar nu eindelijk weer -in stereo- beschikbaar op Zoharum. De 11 tracks van samen ruim een uur, vormen een fraaie patchwork van ambient, drones en allerhande experimentele geluiden, die zonder elektronica gefabriceerd zijn; ook al lijkt het daar wel op. Het is een bijzonder werk in hun oeuvre en een groot goed dat deze weer beschikbaar is!
Nimh – Before And After Silence (cd, Zoharum)
Giuseppe Verticchio is een Italiaanse muzikant, die al begin jaren 90 is gestart met het produceren van diverse soorten muziek, waarbij hij een duidelijke voorkeur voor het meer experimentele heeft. Onder zijn eigen naam, maar ook met verschillende projecten als Twist Of Fate (droompop/shoegaze), Hall Of Mirrors (experimentele dark ambient), Maribor (dark ambient/drones/noise) en Lham (abstracte ambient). Na de eeuwwisseling komt daar ook het langlopende Nimh bij, waarmee hij ondertussen een indrukwekkende discografie heeft opgebouwd bestaande uit (combinaties van) ambient, drones, veldopnames en allerhande experimenten. Dat ook in samenwerkingsverbanden met onder meer Day Before Us, Formalhaut, Rapoon, M.B., Baghiri en Nefelheim. Maar de geweldige dubbel-cd uit 2022, Early Electronic Works: Caustic / Composite, maakte duidelijk dat hij al in de jaren 90 en zelfs wel eerder nog was begonnen met muziek te maken voor dit project. Daar komt nu ook de nieuwe cd Before And After Silence uit voort, waarbij hij hevig beïnvloed is door Brian Eno. De titel is een knipoog naar diens bijna gelijknamige album uit 1978, waar het niet “Silence” maar “Science” is. Eno zat overigens toen nog in zijn liedjesfase, maar gaat om het idee (en je zou beide hoezen zo boven elkaar kunnen zetten). De 8 muziekstukken hier zijn uit het stof gehaald en her en der wat opgepoetst en aangepast, maar leveren voor ruim 56 minuten aan imponerende dark ambient met drones op. Hij heeft een sequencer en synthesizers gebruikt, samen met effecten en drones en verschillende industriële geluiden die eerder op band zijn opgenomen. Het levert een bij de strot grijpend mooi en spannend geheel op. Ook deze greep uit het verleden bleek een gouden te zijn.
Popsysze – E.T.R. (cd, Zoharum)
De alternatieve rockgroep Popsysze, die al in 2008 is opgericht en zoiets als “vervuild” betekent, maakt doorgaans een mix van space-, post-, art-, prog- en psychedelische rock, waarmee ze ergens tussen Seigmen, Motorpsycho, Khruangbin, Pink Floyd, Už Jsme Doma, Can en Trupa Trupa uitkomen. De betere vervuiling me dunkt! Het trio bestaat uit Jarosław Marciszewski (gitaar, accordeon, zang), Jakub “Kuba”Świątek (drums, percussie, synthesizer) en Sławék Draczyński (bas, gitaar, percussie). Na 4 albums hebben ze muziek live opgenomen in een radiostudio te Gdańsk ter ere van één of ander lokaal event, hetgeen het album E.T.R. tot resultaat heeft. De nummers die ze er brengen zijn een dwarsdoorsnede uit hun hele oeuvre, zij het gestoken in een geheel nieuw jasje. Daarbij krijgen ze gastbijdragen van Tomek Gadecki (saxofoon), Adam Skorczewski (trompet) en Aga Tre (zang). Het levert 8 geweldige herinterpretaties op van oudere songs, dat volgt na een ruim 4,5 minuten durende introductie in het Pools. Dat hadden ze wat mij betreft weg mogen laten, want daar is buiten Polen werkelijk niks van te verstaan en lijkt me voor de muziekliefhebber sowieso niet van enig toegevoegde waarde. Maar dat is echt het enige puntje van kritiek, want de muziek mag er wezen. Het bruist door het live ingespeelde nog meer dan op hun eerdere albums. E.T.R. moet derhalve haast wel staan voor experimenteel top release.
Jessica Pratt – Here In The Pitch (cd, City Slang / Konkurrent)
De Amerikaanse gitariste en singer-songwriter Jessica Pratt brengt maar spaarzaam haar releases uit, vaak ook niet al te lang, maar het is dan wel iedere keer raak. Nu is ze na 5 jaar terug met haar vierde album Here In The Pitch, dat weliswaar 9 nieuwe songs bevat maar toch na een goede 27 minuten alweer voorbij is. Toch heb je bij Pratt nooit het idee dat je iets tekort komt. Je moet overigens wel tegen haar typische poppenstem kunnen. Voor mij geeft het een mooie vintage gloed aan haar muziek, die ergens tussen freak folk, indie folk, soul en altcountry inzit. Op dit nieuwe album lengt ze dat alles ook aan met subtiele bossanova klanken, wat haar toch al zo mooie doch melancholische muziek van een zonnige glans voorziet. Liefhebbers van onder meer Sibylle Baier, Joanna Newsom, Sandy Denny, Karen Dalton, Linda Perhacs, Astrud Gilberto en daarnaast ook Broadcast doen er goed aan om dit nieuwe kleinood tot zich te nemen. Wat een enigmatische, breekbare weelde!
St. Vincent – All Born Screaming (cd, Total Pleasure Records/ Fiction)
Ik vind al jaren dat St. Vincent, het project van de Amerikaanse zangeres en multi-instrumentalist Annie Erin Clark, één van de leukere buitenbeentjes in de popmuziek. Niet dat ik per se alles in huis heb van haar, maar wel veel. Dit mede omdat ze prachtige songs naast compleet avant-gardistische weet te plaatsen. En ze mag veelal rekenen op interessante gasten, al brengt ze zelf altijd al een batterij aan instrumenten mee. Op haar nieuwste album All Born Screaming mag ze rekenen op (hier) drummer Dave Grohl. Daarnaast ook gasten op bas, synthesizer, piano, contrabas, orgel, saxofoon, hoorn, drums, percussie en eenmaal tevens Cate Le Bon op zang. Ze weet goed smaak weer aan veelzijdigheid te koppelen. Zo kan het van funk en pop via avant-garde naar industrial en alternatieve rock gaan, zonder dat het een soepzootje wordt. Ze laveert in feite van Prince, David Bowie, Mitski en Tori Amos naar PJ Harvey en Nine Inch Nails, waarbij je toch ergens ook invloeden als Billie Holiday of Burt Bacharach erin terug lijkt te horen. Toch is het onmiskenbaar haar muziek, die bol staat van de eigenzinnigheid. Daarmee gedijt ze als een ware kameleon in diverse omgevingen. Een veelzijdig en onderscheidend album.
Tunnels Of Āh – The Charnel Working + The Klesha File (cd, Zoharum)
Tunnels Of Āh is het Britse eenmansproject van Stephen R. Burroughs, die ooit furore maakte in de geweldige groep Head Of David. Inmiddels heeft hij in deze hoedanigheid al zes indrukwekkende albums uitgebracht vol muziek die zich het liefst in de duisternis ophoudt. Hij brengt op experimentele wijze muziek die het midden houdt tussen dark ambient, elektronische noise, msuique concrète en industrial. In 2015 heeft hij in de befaamde digitale mini The Charnel Working in eigen beheer uitgebracht, met 4 tracks van ruim 21 minuten. Deze is nu voor het eerst op cd verschenen als The Charnel Working + The Klesha File. Als bonus krijg je het niet eerder gepubliceerde The Klesha File, dat nog eens 6 nummers van maar liefst 48 minuten samen oplevert. Geen misselijk extraatje! De muziek van deze uitbreiding sluit naadloos aan bij de eerdere mini, die samen nu 70 minuten tellen. Dicht opeengepakt geluid, dat gitzwart, unheimisch en buitengemeen biologerend te noemen valt. Het innovatieve Zoharum label weet als geen ander de betere archieven weer naar de oppervlakte te brengen en deze mag er meer dan wezen.
Ondanks wekelijkse toeschouwer in dit kabinet toch weer enorm verrast om de Alex Henry Foster-recensie hier aan te treffen.
Bezinnend, dromerig, meeslepend, intens, ontzettend mooi, weldadig meesterwerk,… compleet terecht!
Hier wordt ie al grijs gedraaid 😉