Het schaduwkabinet: week 18 – 2023

Als de vakbonden ook gaan staken, worden de vakken nog leger. Gelukkig geen hapering, maar enkel een kleine vertraging in het lijstje uit het:

SCHADUWKABINET

Ik luisterde naar: Exit North, Tim Hecker, Herr Wade, Nabihah Iqbal, Durand Jones, Lumsk, The National en Emma Tricca.


 

Jan Willem

Exit North – Anyway, Still (cd, Exit North)
Scheutig is niet het woord dat in mij opkomt als ik denk aan de Zweedse zanger Thomas Feiner. Wel aan schot in de roos, maar dat is dan weer geen woord. In 1993 debuteerde hij met de Anywhen, een groep waarmee hij drie albums heeft gemaakt. Enkel met de laatste daarvan, tevens de allermooiste, The Opiates weet hij een breder publiek aan te boren. Op het label Samadhisound van David Sylvian wordt deze in 2008 als Thomas Feiner & Anywhen nog eens uitgebracht in een iets andere vorm en met de naam The Opiates – Revised. Toch heb ik ook die, enkel om wat andere versies, aangeschaft. Zo mooi is die muziek nu eenmaal! Het heeft tevens voor het contact met Steve Jansen, de broer van Sylvian, gezorgd en de nieuwe groep Exit North. De basis voor de muziek wordt al in 2012 gelegd, maar pas in 2018 komen ze met hun debuut Book Of Romance And Dust aanzetten, wat wel meteen een ontstellend mooi meesterwerk is geworden. Feiner (zang, trompet, piano, gitaar, harmonium) en Jansen (keyboards, drums, percussie, zang) worden daarop vergezeld door Ulf Jansson (piano, keyboards) en Charles Storm (synthesizers, gitaar, bas, zang). Daarnaast mogen ze rekenen op een strijkselectie en een aantal gastzangeressen. Ze brengen een combinatie van pop noir en alternatieve rock, waar de emotioneel geladen herfstige zang van Feiner een grote rol speelt. Hieraan voegen ze stemmige orkestraties en koorzang toe. Na 4,5 jaar is nu eindelijk hun tweede album Anyway, Still een heugelijk feit. Qua samenstelling is er eigenlijk niet gek veel veranderd. De muziek is bij vlagen wat robuuster en daardoor meer afwisselend dan het debuut. Toch is die verlammende schoonheid plus de licht mysterieuze sfeer van toen, die je langzaam maar trefzeker bekruipt als een sluipschutter, ook hier weer aanwezig. Je moet het zoeken tussen The White Birch, Anywhen, Talk Talk, Madrugada, David Sylvian, Kloster en Wovenhand. Veel mooier en aangrijpender dan dit zal je het zelden krijgen.

 

Tim Hecker – No Highs (cd, Kranky / Konkurrent)
Na de fraaie soundtracks The North Water (2022) en Infinity Pool (2023), is de Canadese muzikant Tim Hecker na vier jaar weer terug met een studioalbum, te weten NO Highs. En weer op het vertrouwde Kranky, dat voor mij behoort tot één van de betere labels. Met elektronische en akoestische instrumenten maakt hij doorgaans innovatieve mixen van dark ambient, drones, glitch en experimenten. Daarnaast weeft hij er steeds vaker allerlei andere ingrediënten doorheen, die Hecker meer en meer tot een volslagen unicum maken. Op zijn nieuwe album No Highs werkt hij met pedal steel gitarist Joe Grass (Innocent When You Dream, Klaus), de virtuoze saxofonist Colin Stetson, basklarinettist Victor Alibert en Franse hoornspeler Pietro Amato (The Luyas, Bell Orchestre). Het nieuwe album dient als een baken van onbehagen tegen de stortvloed aan fout-positieve corporate ambient die momenteel in zwang is. Dat is nogal een boute uitspraak en tevens een belofte. Hecker maakt die echter helemaal waar in de 11 nieuwe stukken van bij elkaar 51 minuten. Naast hetgeen je van hem kunt verwachten, brengt hij fascinerende pulserende en repetitieve geluiden, avant-gardistische en zelfs krautrock elementen. Dat smeedt hij tot een afwisselend, diepgravend en ietwat unheimisch geheel, dat spannend, meeslepend en dikwijls ook van een overdonderende pracht is. Toch probeert hij nergens simpel te behagen en zoekt hij telkens de diepte op. Geen hoogtepunten? Nee, het continu van een ontzaglijk hoog niveau. Hecker is een meester!

 

Herr Wade – Tatsächlich Nur Ein Lied (cd, Platiruma!!!)
Onlangs heb ik de cd van de Duits/Nederlandse duo Nah… nog besproken, twee jaar na de vinyl- en digitale release. Eén van de leden daaruit is de Duitse multi-instrumentalist en zanger Sebastian Voss, die er tevens groepen als Cinema Engines, The Fisherman And His Soul en Herr Wade op nahoudt. Dat laatst genoemde project bestaat tevens uit de Noorse muzikant Jørn O. Åleskjær, die je tevens terug kan vinden in Sapphire & Steel en The Loch Ness Mouse. Allen rollen ze op eigenzinnige wijze door het popgenre. Van Herr Wade is nu het nieuwe album Tatsächlich Nur Ein Lied, zij het dan 15 stuks van samen 38 minuten. Wat de twee hier brengen is een mix van indiepop, dance en alternatieve rock, maar je kan het beter duiden als speels, meeslepend, innovatief, vol humor en vaak met een melancholische ondertoon. Daarbij roepen ze associaties op met onder meer Pascal Plantinga, Dntel, Tocotronic, Der Plan, The Orchids, Yello en Trembling Stars. Er gebeurt zoveel op subtiele wijze per vierkante seconde, dat dit een verrassende ontdekkingsreis oplevert waarvan je intens kunt genieten.

 

Nabihah Iqbal – DREAMER (cd, Ninja Tune)
Tien jaar geleden begon de in Londen gevestigde DJ Nabihah Iqbal haar muzikale carrière als Throwing Shade, maar in 2017 presenteerde ze haar debuut Weighing Of The Heart onder haar eigen naam. Hierop vind je een eclectische mix van dark wave en indiepop. Het heeft maar liefst 5 jaar geduurd voordat haar tweede album DREAMER het licht ziet, met hoofdletters en misschien daarom de reden voor dit hiaat. Hoe dan ook is het fijn dat ze terug is. Ze gaat deels verder waar ze destijds gebleven is, maar legt ook een ander geluid aan de dag. Zo bestaan de eerste paar nummers van haar nieuwe album uit een warmbloedige mix van shoegaze en droompop, die voorzien worden van haar bitterzoete zang. Maar naarmate het album vordert komen daar ook fijne dance beats en trip hop bij. Dat levert een lekker gevarieerd album op dat liefhebbers van onder meer Lush, Lida Husik, Tamaryn, Kelly Lee Owens en Bowery Electric wel zal aanspreken. Sterke terugkeer van deze opvallende muzikante!

 

Durand Jones – Wait Til I Get Over (cd, Dead Oceans / Konkurrent)
Durand Jones beschikt over een geweldige, tijdloze soulstem, dat hij samen met de groep The Indications al meermaals heeft laten horen. Een prima combinatie, die blues, jazz, soul en r&b op bevlogen wijze aanvliegen. Toch komt Jones nu met het soloalbum Wait Til I Get Over. De reden hiervoor is dat het een autobiografisch werk is geworden en tevens een eerbetoon aan alles rond zijn geboorteplaats Hilaryville. Het gaat over familiebanden, zijn homoseksualiteit, de relatie met de kerk, over hoe voormalig tot slaaf gemaakte mensen destijds het stadje hebben opgebouwd en boven alles misschien wel over waardigheid en het behouden ervan. Veel heeft hij thuis bedacht en waarschijnlijk kon hij dit eerlijke verhaal enkel vertellen zonder de gebruikelijke (veilige) band om hem heen. Overigens mag Jones hier rekenen op steun van een batterij aan muzikanten die hem ondersteunen met zang, strijkers, synthesizers, gitaren en meer. Muzikaal ligt het ook wel in de lijn van zijn andere groepsalbums, maar de stemmige inkleuring met andere instrumenten maakt het wel anders; soms heel klein en op andere momenten royaal uitpakkend. Wat je vooral meekrijgt is het intieme karakter en de kwetsbaarheid van het geheel. Dat heeft een gloedvol prachtalbum opgeleverd dat fans van onder meer Sam Cooke, Otis Redding, Curtis Mayfield, Stevie Wonder en Adrian Younge wel zal aanspreken. Of gewoon liefhebbers van de betere soulvolle muziek.

 

Lumsk – Fremmede Toner (cd, Dark Essence / Plastic Head / Creative Eclipse PR)
Het is maar liefst 16 jaar geleden dat het Noorse Lumsk een album heeft uitgebracht. De groep brengt een ludieke combinatie van folk en metal. Ze zijn wel al in 2009 begonnen met schrijven aan nieuw materiaal, maar doordat het leven even in de weg zat, duurde het zo lang eer Fremmede Toner het licht mocht zien. Het zevenkoppige collectief slaat hierop nog altijd bruggen tussen (nordic) folk en metal, maar laat ook vaker meer prog rock geluiden horen. Zangeres Mari Klingen laat een typisch folkgeluid horen, dikwijls ondersteund door een violiste. De teksten zijn deels gebaseerd op gedichten van de Noorse schrijver André Bjerke. De rest gaat hierbij van stemmig en een tikje donker naar soms vervaarlijke harde muziek. Dat zorgt voor zulke mooie contrasten, die de krachten van de verschillende genres enkel onderstrepen en naar een hoger niveau tillen. Van verstilde pracht tot intense kracht. Het is een geweldige comeback van deze supergroep.

 

The National – First Two Pages Of Frankenstein (cd, 4AD)
Volgens mij heeft de over een jaar 25-jarige band The National eigenlijk geen introductie meer nodig, want ze behoren tot de beter alternatieve popbands. De drijvende krachten, te weten de broers Bryce en Aaron Dessner, mengen zich ook in uiterst interessante projecten als Big Red Machine, Complete Mountain Almanac en Clogs, maar ook de andere leden Matt Berninger, Bryan Devendorf en Scott Devendorf. Laten zich her en der gelden. Toch blijft The National hun moederschip. Ze zijn nu terug met hun negeende album First Two Pages Of Frankenstein, dat weer op het geweldige 4AD label is uitgebracht. Naast een orkest mogen ze hierbij rekenen op bijdragen van Taylor Swift, Phoebe Bridgers en Sufjan Stevens. De muziek is droefgeestiger dan ooit en zou gemaakt zijn na een donkere periode van overpeinzingen, depressies, verliezen en dergelijke. Ik vind het altijd weer bewonderingswaardig hoe muzikanten dat om weten te zetten in meeslepende, melancholische en bovenal mooie muziek. Het is één van de beste albums van hun hand geworden. De kenners weten dan genoeg. En liefhebbers van urgente stemmige albums moeten deze ook zeker toch zich nemen.

 

Emma Tricca – Aspirin Sun (cd, Bella Union)
De in Italië geboren, maar in Londen gevestigde muzikante Emma Tricca draait al sinds het begin van deze eeuw mee in de muziek business, maar brengt spaarzaam haar muziek naar buiten. Maar het is iedere keer wel van een pure schoonheid. Ze brengt iets dat tussen altcountry, indiepop, avant-pop, folk en droompop zit, maar dan op eigengereide wijze; dikwijls met een behoorlijke 4AD-vibe. Daarom is het niet verwonderlijk dat haar nieuwe album Aspirin Sun op het Bella Union label van Simon Raymonde (ex-Cocteau Twins) is uitgebracht. In bijna 50 minuten laat ze 8 doorwrochte en toch fluweelzachte tracks de revue passeren. Emma (zang, akoestische gitaar) mag hierbij rekenen op ex-Sonic Youth’s drummer en percussionist Steve Shelley, The Dream Syndicate gitarist en toetsenist James Victor en nog twee muzikanten op bas, gitaar en keyboards. Dat levert ontstellend indringende en bovenal mooie muziek op, die ergens finisht tussen Big Thief, Heidi Berry, Lida Germano, Tarnation, Nina Nastasia, Marissa Nadler en Sandy Denny. Het prachtige geneesmiddel tegen de winterdepressie, maar ook los daarvan warm aanbevolen.

Comments

comments

2 thoughts on “Het schaduwkabinet: week 18 – 2023

  1. Leuk dat je Exit North bespreekt. Ik ga ze binnenkort zien, want ze komen naar NL voor een eenmalig concert!
    W.b. The National ben ik het niet met je eens. Imo gebeurd met hen wat zoveel bands overkomt: het wordt allemaal steeds mooier en gelikter, maar de urgentie verdwijnt. ik vind het allemaal juist veel te luchtig klinken, het haalt het niet bij de zware somberheid van bv High Violet. Aardig, en nog steeds veel beter dan het merendeel van de output van anderen, maar zeker niet hun beste album.

    • Dank voor je reactie. Exit North is een bijzonderheid (net als Anywhen).
      Wat The National betreft, ik heb gelezen wat er achter dit album schuil gaat aan ellende en hoor dit ook terug in de muziek en dat maakt het voor mij urgent. Eén van hun beste geeft ook aan dat er meerdere zijn. Ik vind deze totaal niet gelikter en juist donkerder klinken…. maar goed, zoals altijd is muziek subjectief en doet het bij de één wat anders dan bij de ander.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.