Wij vinden beledigingen ook niet leuk, maar laten dat over onze brede schouders afglijden. We hopen minder tegen de zere schenen aan te trappen in onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Afro Celt Sound System, Babyfather, Black Church (6x), The Chikitas, The Dowling Poole, Damir Imamović’s Sevdah Takht, Imarhan, Knifeworld, The Legendary Pink Dots, Richard Moult, Niagara, Max Richter, Se Delan, Teho Teardo & Blixa Bargeld, Tetherdown, Tuxedomoon, Vlimmer (2x) en We Lost The Sea.
Jan Willem
Afro Celt Sound System – The Source (cd, ECC Records / Bertus)
Het is ogenschijnlijk een soort Tussen Kunst & Kitsch als het gaat om het in 1995 door Simon Emmerson (ex-Scritti Politti) opgerichte Afro Celt Sound System, waarbij ik moet zeggen dat goede kitsch ook haast kunst is. Ze combineren namelijk Keltische en Afrikaanse muziek, later eveneens Aziatische, wat op voorhand misschien geforceerd lijkt. Maar bij deze formatie is het meestal een ongedwongen feest en daardoor kunst, zelfs al komen ook de muzikanten nog eens uit de zes verschillende landen Engeland, Senegal, Guinee, Ierland, Frankrijk en Kenia. Hun eerste zes albums verschijnen op het wereldse Real World label van Peter Gabriel. Maar daarna, vanaf 2005, blijft het angstvallig stil. Ze werken dan aan hun andere projecten. De groep is op hun twintigste verjaardag terug met The Source, maar hoe de toekomst verder zal gaan is nog onduidelijk omdat deze in tweeën is gevallen en er nog een strijd over de naam is. Kamp James McNally en Martin Russell zijn afgevallen. Gelukkig zijn de Guinese in België woonachtige N’Faly Kouyaté (zang, kora, balafoon), Engelse met Keniaanse roots Johnny Kalsi (dhol) en de Engelse oprichter Simon Emmerson (producer, gitaar, citer) hier gewoon van de partij. Daarnaast mogen ze rekenen op een keur aan gast als de Ierse doedelzakspelers/fluitisten Davy Spillane en Emer Maycock, de Guinese Moussa Sissokho (djembe, talking drum), de Noord-Ierse zanger/fluitist Riognach Connolly (Beware Soul Brother), de Schotse rapper Griogair en leden van de Schotse groep Shooglenifty. Kortom, een heerlijk bont gezelschap. En de muziek sluit daar op aan. De Afrikaanse elementen overheersen, maar worden internationaal ingekleurd. Van “desert blues” tot een grenzeloze dansvloer. Dat maakt deze muziek ook zo bijzonder. Het is een heerlijk energieke cd geworden, die tapt uit vele wereldse bronnen.
Babyfather – BBF Hosted By DJ Escrow (cd, Hyperdub / Konkurrent)
Dean Blunt, die eigenlijk Roy Nnawuchi heet, is een eigengereide, mysterieuze en soms niet te volgen artiest uit Londen. Een visionair met een (politieke) boodschap, al zal hij je dikwijls met vraagtekens achterlaten. Hij start als Graffiti Island met het maken van art rock, maar gaat daarna snel met Inga Copeland verder als de abstracte elektronicaformatie Hype Williams, al dan niet onder het alias Paradise Sisters. Na die periode van 2009 tot 2012, gaat hij op de solotoer hoewel zijn eerste album Black Is Beautiful nog met Inga is. Daarna volgen The Redeemer (2013) en Black Metal (2014), waarop net als de rest gewoon vrijwel alle informatie ontbreekt. Blunt is er de man niet naar het je gemakkelijk te maken. Hij doorkruist met zijn muziek op onconventionele wijze genres als leftfield, experimentele muziek, dub, neoklassiek, r&b, hip hop, indie en avant-garde. Met dat gegeven in het achterhoofd begin je al met voorpret aan BBF: Hosted By DJ Escrow van zijn volgende incarnatie Babyfather. De 23 tracks, die bijna 50 minuten duren, worden mogelijk gemaakt door DJ Escrow. Voor de rest van de inkleuring mag je weer rekenen op de geniale en bovenal onnavolgbare inkleuring van Blunt. De cd openen met Afrikaans getokkel op de kora en daar dan 5 minuten lang roepen “This makes me proud to be British”, met enkel een sirene die daar op een gegeven moment doorheen komt. Die sirene is dan weer het aanknopingspunt voor de tweede song. Overigens komt het stuk in gewijzigde versie nog twee keer langs, maar de toon is meteen gezet. Hij gaat weer aardig tekeer tegen de politiek en de maatschappij, al is de boodschap soms ietwat cryptisch verpakt. Zijn stem zit op een vreemde manier ergens tussen Maxi Jazz en Bill Callahan in. De muziek die elementen uit de hip hop, dub, wave, artrock, grime, avant-garde en leftfield elektronica bevat verloopt ook zelden gewoon. Bloedmooi stukken kunnen zo maar aangevuld of zelfs onderbroken worden door samples van ruzies, slippende auto’s, huilende baby’s en meer. In “Prolific Daemons” en “Flames” brengt hij plots een enorme noise kakofonie, die ook nog eens harder opgenomen is. Juist al deze ingrediënten zorgen ervoor dat je continu op de punt van je stoel zit. Genieten, terug naar de boodschap, geconfronteerd worden met lelijkheid ingegeven door de maatschappij, chaos, orde en weer intens genieten. Zoiets. Het blijft allemaal wel redelijk doorwaadbaar. In drie tracks heeft hij Arca en in één Micachu te gast. Ter referentie moet je het ergens zoeken tussen These New Puritans, Massive Attack, Paris, DJ Shadow, Tricky, Zan Lyons en Arhtur Russell. Het is alweer zo’n magistraal album van dit ongrijpbare genie.
Black Church – Madeline Blue / Less You / Down With Hades / YxY / Heel / Early Demos (5cd + 3” mcd, Reverb Worship)
Black Church is het eerste soloproject van Kim Free, dat van 2008 – 2010 actief is. Hiermee levert ze 5 releases af, die op kleine labels op cassettes uitgebracht worden. Dat zijn achtereenvolgens Madeline Blue (2008), Less You (2009), Down With Hades (2010), YxY (2010) en Heel (2010). In 2011 brengt het innovatieve label Reverb Worship nog een compilatie uit. De muziek komt ergens uit tussen folk, gothic, rock, psychedelica, trip hop, wave en ambient uit, waarbij er duidelijk raakvlakken zijn met vroegere 4ad bands als Cocteau Twins en Lisa Germano, maar ook met The xx, Jessica Bailiff, Roy Montgomery, Birds Of Passage, Heidi Harris en Grouper. Toch is de benadering van Kim meer experimenteel en eigenzinnig en gaan die vergelijkingen ook niet helemaal op. Elektronica, bas, gitaar en spookachtige geluiden maken de dienst uit. Een deel van haar werk is volledig instrumentaal, maar weten je net zo in te pakken als die met zang, welke ik zelf net een fractie beter vind. Ze heeft namelijk zo’n lekker bitterzoete, lijzige zang die je op narcotiserende wijze meevoert. In een gelimiteerde oplage van 50 zijn al deze cassettes op eenvoudig vormgegeven cd’s uitgebracht, die overzichtelijk ergens tussen de 25 en 30 minuten diuen. Bij YxY zit nog als bonus de 3” mcd Early Demos gestoken, waarop 6 fijne, spookachtige tracks staan. Alle albums zijn, zolang voorradig, ook los verkrijgbaar, maar ik ben zelf wel content met de hele bundel. Hopelijk dat Kim Free snel weer eens met iets nieuws komt, want dit mag dan in obscuriteit gehuld zijn, het verdient toch een groter publiek.
The Chikitas – Wrong Motel (cd, Deepdive / Bertus)
Hoewel de Geneefse conventie er is om, zover mogelijk, een oorlog in fatsoenlijke banen te leiden. Onder meer het Rode Kruis is onderdeel van die afspraken. Dat zullen de Zwitserse dames Lyn Maring (gitaar, zang) en Saskia Fuertes (drums, zang) uit Genève ook wel aanspreken gezien hun albumtitels Butchery (2011) en Distoris Clitortion (2014). Hierop laten ze een lekker compromisloos geluid horen dat ergens tussen alternatieve rock, grunge en punk uitkomt. Doordat ze zich er zonder rem volledig instorten brengen ze iets dat niet per se nieuw is, maar wel geweldige indruk maakt en nogal energiek is. Is dat op hun derde wapenfeit Wrong Motel anders? Nee, natuurlijk niet. Alhoewel ze trekken alle registers open en gaan nog compromislozer ten strijde. Voor iedereen die wel van Babes In Toyland, L7, Nina Hagen, Magnapop, Dead Kennedys en dergelijke houdt, zal dit wederom een geweldig feest zijn. Ook voor de liefhebber van de betere rock(chicks).
The Dowling Poole – One Hyde Park (cd, 369)
Met het debuut Bleak Strategies gooit de nieuwe groep The Dowling Poole van Willie Dowling (Jackdaw4, Honeycrack, The Wildhearts, The Grip, Sugar Plum Fairies, The Celebrity Squares) en Jon Poole (Cardiacs, The God Damn Whores, The Wildhearts) in 2014 meteen hoge ogen. Ze ontmoeten elkaar al in 2011, waarbij ze vanuit hun gemeenschappelijke basis, die bestaat uit XTC, 10cc, Blur, The Kinks en de Beatles, aan de slag gaan. Op een verknipte manier hoor je dat ook wel terug in de muziek, naast de bands waar ze deel van uit hebben gemaakt. Nu is hun tweede album One Hyde Park, wederom uitgebracht op het eigen 369 label, een feit. Net als op hun debuut brengen ze hier een heerlijk ontwapende doch opzwepende hybride van progressieve rock, powerpop en psychedelica, waarbij de humor zeker niet ontbreekt. De namen die zo maar naar boven komen zijn Blur, Cardiacs, E.L.O., Beatles, XTC, The Happy Family, Zappa, Beach Boys, Joe Jackson en Major Parkinson. Ondanks het luchtige karakter van hun spel en harmonieuze zang wordt alles niet per se op een gemakkelijke wijze aan de man gebracht. Neemt niet weg dat het wederom ouderwetse genieten geblazen is van hun nieuwe, moderne vondsten. Wervelend tweede album.
Damir Imamović’s Sevdah Takht – Dvojka (cd, Glitterbeat / Xango Music Distribution)
Damir Imamović (zang, tambur) komt uit Bosnië en Herzegovina en brengt met zijn ensemble Sevdah Takht muziek uit de regio ten gehore. Eerder brengt hij solo al een aantal cd’s en met dit gezelschap een gelijknamig album in 2012 uit. Moeilijk verkrijgbaar spul, wat met de nieuwste cd Dvojka, uitgebracht op Glitterbeat, het wereldse sublabel van Glitterhouse, wel anders ligt. Hij wordt hierop vergezeld door Ivan Mihajlović (bas), Nenad Kovačić (percussie) en Ivana Đurić (viool). Het geheel wordt geproduceerd door klasbak Chris Eckman (The Walkabouts). Hoewel je bij het horen van de muziek meteen moet denken aan Mostar Sevdah Reunion, zitten er veel meer invloeden verborgen in deze heerlijk droefgeestige muziek. De Balkan invloeden zijn evident, maar ook Turkse, Oosterse, fado en Afrikaanse elementen incorporeren ze in hun geluid. De zang van Damir, die van behoorlijk hoog naar laag gaat, doet soms ook wel denken aan die van Brendan Perry (Dead Can Dance), zij het uiteraard in een andere taal. Muziek die je daardoor niet verstaat maar door de intense emoties wel voelt dan wel begrijpt. Ze grijpen hier veel breder om zich heen dan hun geboortegrond en daarmee weten ze zich te onderscheiden. Veel belangrijker is dat dit alles van een ontwapende en overdonderende pracht is, die alle grenzen doen vervagen. Denk naast de genoemde namen ook aan Niyaz, Owain Phyfe, Emir Kusturica & The No Smoking Orchestra en Fuat Saka. Dit kan je met recht in alle opzichten een wereldplaat van jewelste noemen.
Imarhan – Imarhan (cd, Wegde/City Slang / Konkurrent)
Imarhan komt meteen met een duidelijk statement: zij willen de ideeën die de Westerse luisteraars hebben gekregen over de gepopulariseerde Toeareg muziek ontmantelen. Specifiek noemen ze Mdou Moctar en Group Inerane, maar met name Tamikrest en Tinariwen gooien hoge ogen in het Westen. Maar Eyadou Ag Leche uit Tinariwen is een neef van Sadam’s Imarhan, dus dat ligt misschien wat gevoeliger. Daarbij, over smaak valt te twisten. Op hun gelijknamige debuut, waaraan Eyadou Ag Leche overigens heeft meegeschreven, laten Iyad Moussa Ben Abderahmane aka Sadam, Tahar Khaldi, Hicham Bouhasse, Haiballah Akhamouk en Abdelkader Ourzig horen hoe de jonge garde Toearegs de muziek beleven. En eerlijk is eerlijk ze klinken, ondanks dat je meteen aan de genoemde bands moet denken, wel frisser, ritmischer, intiemer en breder georiënteerd. Dat laatste zou komen doordat er een enorme kloof is tussen hun spirituele en fysieke huis. Door het rondreizen worden ook elementen uit andere delen van Afrika en ervaringen uit het leger opgenomen in hun geluid. Ze laten ook dikwijls een wat meer funky geluid horen, maar bieden anderzijds ook die melancholische schoonheid van de zogeheten “desert blues”. En daarmee maken ze op schitterende wijze gewoon waar wat ze beloven.
Knifeworld – Bottled Out Of Eden (cd, InsideOut Music / Century Media)
Ik kan wel stellen dat alles wat uit de Britse groep Cardiacs, één van mijn favoriete bands aller tijden, is voortgekomen ook goed is. Hun zijprojecten, zelfs van gastspelers, moet je in de smiezen houden. Kijk maar naar The Dowling Poole hierboven. Nog leuker is het project Knifeworld van Kavus Torabi (zang, gitaar, harp, percussie, noises), die niet alleen acte de présence geeft in de Cardiacs, maar eveneens terug te vinden is bij Guapo, Gong en The Monsoon Bassoon. Inmiddels zijn er al de cd’s Buried Alone: Tales Of Crushing Defeat (2009), The Unravelling (2014) en de compilatie met restmateriaal Home Of The Newly Departed (2015). De groep bestaat verder uit zangeres Melanie Woods (Sidi Bou Said, Cardiacs, North Sea Radio Orchestra), toetsenist Emmett Elvin (Chrome Hoof, Guapo), bassist Charlie Cawood (Tonochrome), drummer Ben Woollacott (The Veils, Mediæval Bæbes), fagottiste Chlöe Herington (Mothlite, Chrome Hoof), altsaxofonist/klarinettist Josh Perl en baritonsaxofonist Oliver Sellwood. Te gast hebben ze onder andere Bob Drake (zang) van Thinking Plague, Hail, 5UU’s, The Science Group en meer. Elf nieuwe tracks zien hier het licht, die op caleidoscopische wijze een pakkende mix zijn van stevige progrock, artrock, folk, psychedelische rock en avant-garde. Het is energiek, meeslepend en gewoonweg steengoed. Dat komt niet alleen door uiterst gevarieerde muziek, ook de afwisselende zang en samenzang dragen hier voor een belangrijk deel aan bij. Liefhebbers van Guapo, Cardiacs, King Crimson, Už Jsme Doma en Wire zullen hier veel plezier aan beleven. Muziek als deze wordt niet veel meer gemaakt. Een klasse apart!
The Legendary Pink Dots – Pages Of Aquarius (cd, Metropolis)
Het Brits/Nederlandse combo The Legendary Pink Dots bestaat al sinds 1980 en weten sindsdien het ene na de andere volkomen eigenzinnige en essentiële album te fabriceren. Dat geldt zowel voor hun reguliere studioplaten als de diverse releases die ze daarbuiten uitbrengen, op cd of cd-r, onder meer in de “Chemical Playschool”-serie. Ik heb inmiddels meer dan 70 cd’s van ze in de kast staan en ik heb niet eens alles van de groep die geldt als één van mijn alltime favorites. Blijft dat dan bijzonder? Jazeker! Ook al is hun geluid vrijwel zonder uitzondering psychedelisch, de uitwerking verschilt nogal eens. Daarmee komen ze de ene keer meer in avant-gardistische, pop of noise op andere momenten meer in de wave, gothic, experimentele synthesizer of psychedelische folk vaarwateren uit. Maar meestal houdt hun muziek zich daar ergens in het mooie midden op. Ze zijn in het verleden wel eens vergeleken met Pink Floyd, Can, Faust, Magma, Neu!, The Residents en Brainticket. Qua grootheid en impact kan je ze daar wellicht nog mee vergelijken, maar de Pink Dots vormen toch echt hun eigen grootse en altijd herkenbare buitencategorie. Dit met recht legendarische gezelschap staat onder de bezielende leiding van de in Nederland wonende, enigmatische poëet en zanger Edward Ka-Spel (The Tear Garden, Mimir, Dna Le Draw D-Kee, Ulkomaalaiset, A Star Too Far). Tegenwoordig bestaat de bezetting naast Ka-Spel (zang, keyboards) uit The Silverman aka Phil Knight (keyboards, elektronica), Erik Drost (gitaar) en Raymond Steeg (live sound engineer). Hun nieuwste studiowerk Pages Of Aquarius, van 8 nummers lang en bijna 65 minuten breed, is nu een heugelijk feit. En als waterman ben ik natuurlijk extra benieuwd naar dit volgende hoofdstuk. Opvallend zijn de robuuste tribale beats en de hardere elektronische en meer extroverte sound, waarbij ze soms haast koersen richting EBM. Haast, want ze stippelen hun eigen, roze pad weeruit, waarbij de lijzig meeslepende zang van Ka-Spel weer de vertrouwde rots in de branding is. Ze lijken een soort dwarsdoorsnede te maken van al hun werk. Ondanks dat ze nergens inboeten aan mysterieusheid is het wel meer confronterend dan ooit. Maar ook weer zo wonderschoon en subliem. Het is duidelijk dat The Legendary Pink Dots er nog altijd toe doen. En hoe! Na al die jaren moet hun gelijke nog opstaan. Geweldenaars zijn het, die ik ontzettend koester.
Richard Moult – Sjóraust (cd, Second Language)
De Britse componist, schilder en dichter Richard Moult heeft een rijk muzikaal verleden. Niet alleen diverse soloalbums, maar ook samenwerkingsverbanden met David Colohan en David Tibet en in Far Black Furlong, United Bible Studies, Momick, Orchestra Noir, Plinth, Raising Holy Sparks en Agitated Radio Pilot. Zijn solowerken belanden altijd ergens tussen folk en neoklassiek. Moult laat zich graag inspireren door de natuur en ditmaal is dat op Sjóraust, hetgeen iets als “stem van de zee” betekent, door de oude eilanden aan de westkust van Schotland. Dit album is het derde voor het prestigieuze Second Language label. Hij heeft hiervoor 6 composities (“Sjóraust I t/m VI) geschreven. Moult (piano, keyboards, orkestrale samples, percussie) krijgt daarbij steun van David Colohan (Agitated Radio Pilot, Raising Holy Sparks, Gorges, Look To The North, Meitheal, Taskerlands, United Bible Studies, Divil A’Bit) op autoharp, cellist Aaron Martin (The Cloisters, From The Mouth Of The Sun), klarinettiste Amanda Freery, zangeres Alison O’Donnell, Ellen Hoperay op Barokfluit en nog twee gasten die spoken word voor hun rekening nemen. Dat levert 6 prachtig aan de grond nagelende neoklassieke stukken op, die gelardeerd worden door folk- en Barokelementen. De hemelse zang en de spoken word geven dat alles nog eens extra glans. Het is allemaal intens droefgeestig, tot de verbeelding sprekend en dikwijls uiterst ontroerend. Voor liefhebbers van Richard Skelton, Library Tapes, Arvo Pärt, United Bible Studies en Max Richter. Een subtiel meesterwerk!
Niagara – Hyperocean (cd, Monotreme/ Konkurrent)
Niagara is een bandnaam die nogal eens voorkomt en waarvan de Franse het meest bekend is. In dit geval gaat het om het Italiaanse project van het grillige en uiterst creatieve duo David Tomat (N.A.M.B., Tomat, Gemini Excerpt, Drink To Me, Crash Of Rhinos) en Gabriele Ottino (Milena Lovesick, N.A.M.B., Gemini Excerpt, Drink To Me), die inmiddels de twee albums Otto (2013) en Don’t Take It Personally (2014) hebben afgeleverd. Hierop laveren ze van heerlijk psychedelische muziek, drones en speelse elektronica naar folk, bossanova, dubstep, bubblecore en indierock. In de jaren erna verschijnen vooral remixen van dat laatste werk. Nu zijn ze terug met hun derde cd Hyperocean. Tomat en Ottino zijn flink aan het experimenteren geslagen, wellicht ingegeven door de eerdere remixen van hun muziek die ook richting IDM, soundtrackachtige muziek en glitches koersen. Daar sluiten hun 11 nieuwe tracks namelijk ook meer bij aan dan hetgeen ze voorheen lieten horen. Nog altijd is hun muziek speels, alleen zijn het hier de elektronica, beats en samples die de dienst uitmaken en zijn de gitaren, piano en dergelijke van weleer wat aan de kant geschoven. Niagara 2.0 is geboren en klinkt fris, spannend, rijk gedetailleerd, subtiel en toch vol en complex doch goed doorwaadbaar. Op soepele en actieve wijze beweegt hun muziek zich als de hyperoceaan uit de titel. En zoals bekend stroomt water waar het niet gaan kan. Hun muziek brengt je dan ook op de meest uiteenlopende uithoeken van de elektronische muziek. Hun zang al dan niet met de vocoder gebracht sluit daar mooi op aan. Een bevreemdend maar biologerend werk. Ik ben heel benieuwd wat de toekomst nog meer brengen gaat.
Max Richter – Sleep (8cd + blu-ray, Deutsche Grammophon)
De cd liefhebber moest het doen met From Sleep, een verzameling variaties op het oorspronkelijke werk Sleep dat maar liefst ruim acht uur lang is. Die laatste is in eerste instantie enkel als download verkrijgbaar, maar kennelijk als sinds eind vorig jaar/begin dit jaar ook als cd versie verkrijgbaar. Daarbij zit nog een negende blu-ray schijf met High Fidelity Pure Audio versies van een deel van die nummers. Ik heb de download inmiddels al een aantal keer gedraaid en ben blij verrast met deze box vol heuse schijven (voor maar 25 euro bij een winkel waar ze misschien toch een beetje gek zijn). Wat ik er vorig jaar al over schreef:
“Max Richter is inmiddels een grootheid binnen de neoklassiek, zowel met zijn reguliere werken als zijn soundtracks. Voor zijn nieuwste album Sleep heeft hij een wel heel bijzondere prestatie geleverd, namelijk een ruim acht uur durend werk. Dat is de tijd die men gemiddeld slaapt; niet dat ik dat ooit haal, maar dat terzijde. Zoals de titel al verklapt, is heeft het album ook de intentie de luisteraar in slaap te sussen. Zoals Richter aangeeft: “Het is mijn persoonlijke slaapliedje voor een hectische wereld. Een manifest voor een langzamer tempo van het bestaan.” De 31 stukken die het werk rijk is variëren qua lengte van 2,5 tot wel 34 minuten. Richter (piano, orgel, synthesizers, elektronica) werkt hier met het American Contemporary Music Ensemble (2 violisten, altviolist, 2 cellisten) en de sopraan Grace Davidson, die wel haar prachtige stem laat horen maar geen woorden gebruikt. De instrumenten worden soms allemaal maar vaak ook in wisselende combinaties ingezet. De muziek is zoals verwacht overal kalm, maar loopt wel uiteen van dark ambient tot neoklassieke muziek. Ik heb het werk helemaal beluisterd, uiteraard toen ik wakker was, want het zou doodzonde zijn hier wat van te missen. Het is één prachtig, narcotiserende trip met bloedstollend mooie uitschieters. Bepaalde stukken zijn los genomen wel erg verstild en lang, maar vormen in het geheel toch een belangrijke schakel, net als de herhalende thema’s. Fans van Celer, Stars Of The Lid, Arvo Pärt, Michael Nyman, William Basinski en natuurlijk Max Richter zelf zullen hier intens van genieten. Wat een ontzaglijke prestatie!”
Ook dus in een fraai compact doosje verkrijgbaar op cd.
Se Delan – Drifter (cd, Kscope / Bertus)
Bij het debuut The Fall van het Britse Se Delan spreek ik al de hoop uit dat het niet bij een eenmalig project wordt. Naar mij zullen ze echt niet geluisterd hebben, maar hun tweede wapenfeit Drifter is wel een heugelijk feit. Het is namelijk het project van de drukbezette muzikant en multi-instrumentalist Justin Greaves (Crippled Black Phoenix, Teeth Of Lions Rule The Divine, Electric Wizard, Bradworthy, Iron Monkey, The Varukers, Hard To Swallow) en de in Australië geboren Zweedse zangeres Belinda Kordic (Stabb, Killing Mood, Crippled Black Phoenix). Greaves timmert al ruim 20 jaar aan de weg en van hem kan je alles verwachten. Het sterkste wapen van Kordic is toch wel haar narcotiserende bitterzoete zang. Als Se Delan brengen ze een spannende en filmische combinatie van nachtelijke postrock, droompop, prog rock, Americana, alt folk, new wave, shoegaze en donkere singer-songwritermuziek. Op hun nieuwe album, wederom uitgebracht op het avontuurlijke Kscope label, gaan ze daar “gewoon” mee verder. De muziek doet in eerste instantie denken aan Elysian Fields, zij het meer post-rock en new wave dan jazz georiënteerd en met een sfeer die past bij de 4ad bands van weleer. Wel hebben ze die nachtelijke pracht gemeen. Se Delan is verder spannend, filmisch en bevreemdend als Twin Peaks. De fraaie ambivalentie tussen het lichte en duistere aspect maakt het allemaal zeer intrigerend en wonderschoon. Het roept ook herinneringen op aan Garbage, Killing Joke, Crippled Black Phoenix, Julee Cruise & Angelo Badalamenti, Cocteau Twins en The Cure, maar altijd bezien door een eigenzinnig zachte bril van zwart fluweel. Voor de tweede keer op rij een zacht schot in de roos.
Teho Teardo & Blixa Bargeld – Nerissimo (cd, Spècula)
In 2013 slaan de twee grootse muzikanten Teho Teardo en Blixa Bargeld de handen ineen om hun geweldige cd Still Smiling te fabriceren. De Italiaan Mauro Teho Teardo heeft een rijk muzikaal verleden met M.T.T., Meathead, Matera (met Mick Harris van Scorn, Lull, Napalm Death), Modern Institute (met Martina Bertoni), Here (met JF Coleman van Phylr, Red Expendables en Cop Shoot Cop), Operator (met Scott McLoud) en La Monte (met Mirco Muner en Steve Nardini). Blixa Bargeld, ofwel Christian Emmerich, geniet natuurlijk bekendheid als bandlid van Nick Cave & The Bad Seeds, maar misschien nog wel meer als kopman van de toonaangevende Duitse band Einstürzende Neubauten. Daarnaast laat hij zowel solo van zich horen als in de bands Alert en ANBB (met Alva Noto). Samen maken ze op verpletterende wijze indruk met hun album dat ergens tussen neoklassiek, avant-garde en filmmuziek uitkomt. Ze worden daarbij ook ondersteund door diverse klassieke muzikanten. Nu is hun tweede wapenfeit Nerissimo er, hetgeen “zeer zwart” betekent in het Italiaans. Dat past ook wel bij de sound die ze hier produceren, al ligt het niet bepaald zwaar op de maag. Teardo (gitaren, Rhodes piano, piano, celesta, bellen, ocarina, klokkenspel, shruti box, taisho koto, programmering) en Bargeld (zang, spoken word, Hammond orgel, baspedalen, piano, prefab piano, gitaren, harmonica, percussie, samples) gaan gewoon verder met waar ze de vorige keer geëindigd zijn. Ook nu mogen ze rekenen op de steun van diverse gasten op zaag, basklarinet, violen, altviool en cello’s. Daarmee doorkruizen ze op intrigerende wijze weer de genres zoals hierboven genoemd. Maar ondanks dat een tweede keer kan tegenvallen weten ze hier juist te verrassen met nog betere composities, die weinig mensen onberoerd zullen laten. Het blijkt andermaal een gouden combinatie, die fans uit beide kampen zal aanspreken. Een bewogen black beauty!
Tetherdown – First Flight (cd, Trace Recordings/ Slowcraft)
Tetherdown is een nieuwe groep die bestaat uit de drie artiesten Mark Beazley (solo, Rothko, Rome Pays Off, Signals, Strings Of Consciousness), die teven het label Trace Recordings runt, plus de soloartiesten James Murray (tevens Sub) en Anne Garner, die je weer terugvindt bij het Slowcraft label. Op dat label komt ook hun eerste cd First Flight uit. Die vlucht is spontaan ontstaan, zonder verwachtingen en in één keer opgenomen. De muzikanten hebben hiervoor nooit eerder met elkaar gespeeld. Des te bijzonderder is de symbiose die eruit voortkomt. Beazley (bas), Murray (gitaar, bewerkte gitaren) en Garner (fluit, keyboards, zang) brengen een atmosferisch en droefgeestig geheel dat een dwarsdoorsnede van ambient, postrock, folk en neoklassiek is geworden. Het zijn 4 langgerekte stukken die bij elkaar bijna 40 minuten duren. Hoewel de muziek grotendeels geïmproviseerd is, voert deze je mee op een tot de verbeelding sprekende en bovenal wonderschone reis. Ze komen ergens tussen Celer, Stars Of The Lid, White Winged Moth, Yellow6, Land, Labradford en Rothko uit. Intrigerend goed en gestoken in een fraaie hoes! Hopelijk volgen er nog vele vluchten.
Tuxedomoon – Half-Mute / Give Me New Noise: Half-Mute Reflected (2cd, Crammed Disc / Coast To Coast)
In de tijd waar legendarische helden als Wire, The Legendary Pink Dots en Teho Teardo & Blixa Bargeld van zich laten horen mag Tuxedomoon uiteraard niet ontbreken. Dat doen ze dan ook niet. Hun legendarische debuut Half-Mute uit 1980, later als Half-Mute/Scream With A View uitgegeven met hun epee uit 1979 erbij, is inmiddels een klassieker in de avant-garde scene. Nummers als “59 to 1”, het hartverscheurende “Loneliness” en “Volo Vivace” staan getatoeëerd in mijn geheugen. Ook de rest is van een immens hoog niveau. Naast avant-garde putten ze ook uit de post-punk, new wave, experimentele muziek en synth-pop. De giganten Steven Brown, Blaine L. Reininger en Peter Principle zetten de band dan meteen op de kaart van wat één van de meest toonaangevende bands aller tijden zal zijn. Niet voor niets verschijnen ze met enige regelmaat in de “Made To Measure”-serie van Crammed. Muziek om je aan te meten, niet meer en niet minder. En nog altijd staat hun muziek als een huis. Maar liefst 36 jaar na dato verschijnt deze cd opnieuw, zij het zonder de eerste epee. Wel krijg je er de bonusschijf Give Me New Noise: Half-Mute Reflected bij, waarop diverse artiesten hun versie van deze klassiekers op eigengereide wijze ten gehore brengen. Onder de 13 deelnemende artiesten en bands zijn dat Simon Fisher Turner, Zero Gravity Thinkers, Norscq, Cult With No Name (die eerder ook al een soundtrack met Tuxedomoon afleveren), Foetus, Dark Companion, Palo Alto, legendes Aksak Maboul en ga zo maar door. Hierbij leveren de 3 originele leden op een aantal tracks ook een bijdrage. Uit alle versies ademt respect voor de groep en hoor je de inspiratie die ze eruit halen. Geen van de covers lijken op het origineel en juist dat maakt deze release tot een noodzakelijk goed voor de fans. Tevens is dit een perfect instapmoment om deze tijdloze en trendsettende band te ontdekken.
Vlimmer – III (mcd, Blackjack Illuminist)
Vlimmer – IIII (mcd, Blackjack Illuminist)
Qua productiviteit en veelzijdigheid doet de muzikant Alexander Leonard Donat me, tevens door zijn label Blackjack Illuminist, enigszins denken aan James Leyland Kirby met zijn V/Vm label. Op V/Vm komen namelijk enkel projecten uit van Kirby zelf, zij het dikwijls onder een andere naam, waarvan The Caretaker, The Stranger en V/Vm de bekendste zijn. Donat, ook wel opererend als Alexander Leonard Stöckigt, tevens de zoon en kleinzoon van respectievelijk de Duitse pianisten/componisten Michael Stöckigt en Siegfried Stöckigt, vult zijn eigen label ook met allemaal uiteenlopende projecten van zichzelf. Feverdreamt, Fir Cone Children, Flight Recorder, Infravoids, Jet Pilot, Leonard Las Vegas en Vlimmer zijn allemaal van zijn hand. Maar daar waar Kirby het vooral van elektronische muziek moet hebben, put Donat uit genres als (Arabisch getinte/dark) krautrock, drones, indie rock, shoegaze, hardcore, ambient, cold wave, gothic en postrock. Een opmerkelijke persoonlijkheid en smaakmaker in het hedendaagse muzieklandschap. Vorig jaar brengt hij als Vlimmer al de twee mini cd’s I en II uit, naar het schijnt in een serie van 18, die een dwarsdoorsnede vormen van shoegaze, gothic, dark wave, drones en dark krautrock en maatwerk zijn voor de melancholici onder ons. Zijn galmende zang zorgt voor een extra mysterieuze glans.
Nu is hij, na ook met andere projecten releases te hebben uitgegeven, terug met de volgende twee mini cd’s III en IIII van Vlimmer, die zowel los verkrijgbaar zijn als in een fraaie handgeschilderde houten box, waar overigens ook de eerste twee bijpassen. En ook als cassette of digitale release, maar die selectiecriteria laat ik aan de luisteraar. Op nummer 3 in de serie brengt hij weer een fijn amalgaam van eerder genoemde genres, hoewel de shoegaze iets meer een rol op de voorgrond heeft gekregen. Vijf tracks, van samen 26 minuten, waarin hij het duistere verleden van de jaren 80 op schitterende wijze in het hier en nu laat herleven. Denk daarbij aan een mooie mix van Trisomie21, Siglo XX, Pale Saints, Kraftwerk en Slowdive, waar op urgente wijze de minder vrolijke kanten van onze hedendaagse maatschappij een podium krijgen. Toch is het geen kille bedoening, want hij er veel warme sounds tegenover. Ook op IIII laat hij een dergelijke sound horen. De vijf nummers die hij hier presenteert duren bijna 24 minuten en liggen, overigens net als de eerste twee epees, behoorlijk in het verlengde van elkaar. Dat zal wellicht ook gelden voor de nog te verschijnen vervolgreleases, maar zie het als één lang album. Toch weet hij telkens weer andere nuances aan te brengen, waardoor het steeds afwisselend blijft. Op deze schijf hoor je bijvoorbeeld plots weer lekkere krautachtige elektronica opduiken. Het is heerlijk wentelen in weltschmerz en weemoedigheid, zonder er terneergeslagen van te raken. Door merg en been maar wonderschoon. Wordt vervolgd.
We Lost The Sea – Departure Songs (cd, Bird’s Robe Records)
Eentje die ik pas laat vorig jaar in de smiezen kreeg en daardoor heb laten liggen is de derde cd Departure Songs van het Australische We Lost The Sea. Maar de zeer gewaardeerde collega TD bracht deze onlangs terecht weer onder de aandacht en daarom toch nog een verlate recensie. Om met Colin Newman te spreken: better later than never! Dit post-rock gezelschap bestaat uit Mark Owen (gitaar), Matt Harvey (gitaar), Brendon Warner (gitaar), Kieran Elliott (bas), Mathew Kelly (piano, keyboards) en Nathaniel D’Ugo (drums). Ze serveren hier slechts 5 tracks, maar wel met een totale lengte van 67 minuten. Ze nemen de tijd om hun nummers uit te werken en dat pakt geweldig uit. Ze houden het fraaie midden tussen We Made God, Mogwai, Explosions In The Sky, Godspeed You! Black Emperor en Isis. Hun instrumentale muziek, die de buldervocalen van weleer een beetje mist, weet tot de verbeelding te spreken en daarnaast voor de nodige verrassende energie te zorgen. Nummers ter overpeinzing ende adrenaline opwekkende kracht en pracht. Het kan verkeren, maar deze band schopt kont.