Deafqon, Oldlands, Oerold, Bes Kept Secret, Opaaspop, Geriartryland, enzovoort; men is druk bezig om festivals te organiseren voor al die hunkerende, ingeënte 60+-ers. Oud en vertrouwd ook weer onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Abrasive Trees (2x), Dinosaur Jr., Ayuune Sule en Alan Vega.
Jan Willem
Abrasive Trees – Bound For An Infinite Sea (Expanded) (mcd, Wise Queen/ Shapta)
Abrasive Trees – Without Light EP (mcd, Wise Queen/ Shapta)
Hoewel ik nog altijd intens kan genieten van nieuwe muzikale ontdekking ligt een groot deel van mijn muzikale hart toch wel echt in de jaren 80 en deels 90. Een project dat daar ook helemaal bij past is Abrasive Trees, hetgeen een soloaangelegenheid is van de Britse muzikant Matthew Rochford (zang, gitaar, drummachine), die tevens te vinden is bij The Impossible Moon en Council Of Giants. Vorig jaar september is zijn epee Bound For An Infinite Sea verschenen, waarop hij 3 tracks het licht laat zien. Of licht, het is behoorlijk duister wat hij naar buiten brengt. Of naar buiten, het is ook wel een beetje naar binnen gekeerd. Hoe dan ook weet Rochford samen met gasten op gitaar, bas, drums en zang een fraaie melancholische mix te smeden van dark ambient, gothic, post-punk en wave, die deels teruggrijpt naar de periode van The Sound, Comsat Angels, Bauhaus en de vroege New Order, maar ook echt wel in het hier en nu en een groep als Being. De donkere, ietwat holle zang zorgt daarbij voor een emotionele lading en extra beetje droefgeestigheid. In november datzelfde jaar zijn ook twee digitale mixen door Sebastian Swarm van de titelsong verschenen, dat wil zeggen één lange mix en één radio edit. Hij brengt de muziek meer in het vaarwater van Suicide en Clan Of Xymox, hetgeen voor een fijne toevoeging zorgt. Dit alles is nu gebundeld op Bound For An Infinite Sea (Expanded). Een welkom addendum.
Inmiddels heeft hij met Abrasive Trees de nieuwe mini cd without Light EP uitgebracht. Hierop presenteert hij drie nieuwe tracks plus een remix van de titeltrack door Rothko. De muziek tapt hier weliswaar uit dezelfde vaatjes als het bovenstaande debuut, maar de sound waaiert wat meer uiteen en klinkt iets helderder. Tevens plaatst hij meer lagen over elkaar heen, wat het geheel een stuk ruimtelijker maakt, waarbij je per luisterbeurt steeds weer nieuwe geluiden ontdekt. Dit zorgt er ook voor dat deze release meeslepender is dan diens voorganger, zonder dat daar iets op af te dingen valt. Matthew krijgt hier wederom hulp van gastmuzikanten op gitaar, bas, drums en zang, maar tevens op cello, keyboards en e-bow. Daarmee weet hij voor de tweede keer op rij een diepe indruk te maken.
Dinosaur Jr. – Sweep It Into Space (cd, Jagjaguwar / Konkurrent)
Je hebt wel eens van die groepen, waarvan je het idee hebt dat ze er altijd al waren en ook nooit meer weg zullen gaan. In de tijd (jaren 80) dat ik echt enkel pure gitaarmuziek met zang draaide (vroeger trok ik muziek zonder zang niet) waren Dinosaur Jr., Sonic Youth, Pixies, Hüsker Dü, The Wedding Present, Nomeansno, Primus en begin jaren 90 ook het erdoor beïnvloedde The Notwist altijd de vaste waarden vormen, naast een hoop obscuur werk. Het in 1983 opgerichte, inmiddels toch wel legendarisch te noemen Dinosaur Jr. heeft een ontzaglijke stempel gedrukt op de latere grunge en ook noisescene, los van het feit dat het gewoon een te gekke band is. Het maakt wellicht wel uit waar je instapt, want ik vind veel maar niet alle albums even goed. Ik ben meer van de vroege periode, maar heb wisselend ook van de latere periode albums in de kast staan. Er valt wel een pauze, mede door solowerken van frontman J Mascis. in hun bestaan, maar inmiddels zijn ze al jaren weer vol op stoom. De muziek die ze tegenwoordig uitbrengen piekt dikwijls boven hun middenperiode uit en benadert soms zelfs weer hun vroegere sound; dat alles zonder in herhaling te vallen. Dat geldt wederom voor hun nieuwe album Sweep It Into Space, waarop ze een verjongingskuur lijken te hebben ondergaan. Ze grijpen namelijk op sterke wijze terug naar al hun hoogtepunten uit het verleden om er een hedendaagse sound mee te kneden. In zo’n drie kwartier brengen ze 12 nummers, die -38 jaar na hun oprichting- op haast jeugdige wijze oud en vertrouwd steengoed en ertoe doend zijn. Helden!
Ayuune Sule – Putoo Katare Yire (cd, Makkum Records / Xango Music Distribution)
De Ghanese muzikant Ayuune Ayirizeme Suley, kortweg Ayuune Sule genaamd, is een begenadigd vertegenwoordiger van de zogeheten “kologo power” muziek. Kologo komt van het gelijknamige tweesnarige, luitachtige instrument en weet doorgaans energie, kracht en pracht te koppelen aan fraaie melodieën en meeslepende ritmes. King Ayisoba is de koning van het genre, maar Sule mag zich toch op z’n minst de kroonprins noemen. Dat heeft hij middels twee cassettes en de geweldige cd We Have One Destiny (2018), uitgebracht op het Nederlandse label Makkum Records van Arnold de Boer (Zea, The Ex). Nu is Ayuune Sule op datzelfde label terug met Putoo Katare Yire. Hierop krijg je naar de “kologo power” ook “frafra power”, dat de naam dankt aan de taal uit het Noordoosten van Ghana. Dat is ook Sule’s eerste taal. De muziek is weer lekker opzwepend, maar kent ook wel degelijk een diepe emotie. De kogolo en frafra sounds worden lekker aangedikt met reggae, funk en afrobeat, waarbij hij mag rekenen op diverse gasten voor de nodig inbreng. De zang daarbij, die dikwijls met de vocoder gedaan wordt is even wennen, maar het brengt het traditionele geluid wel meteen naar het hier en nu. Het is muziek waarvan je energie krijgt, maar die zich ook uitstekend leent om even weg uit de realiteit tot bezinning te komen. Een veelzijdig, kleurrijk en warm prachtalbum!
Alan Vega – Mutator (cd, Sacred Bones)
Van sommige bands kan ik me de eerste keer dat ik ze hoorde nog heel goed herinneren. In de zomer van 1991, toen mijn muziekjacht volop was begonnen, werd ik door mijn overbuurman uitgenodigd. Ik kwam hem dikwijls tegen in de toen nog bestaande underground muziekclub Korsakoff. Al snel vroeg hij of ik het Amerikaanse duo Suicide kende. Van naam zei ik. Je gaat toch niet dat ene nummer opzetten, vroeg zijn vriendin verschrikt, want dan ga ik even wandelen. En zo geschiede, terwijl mijn nieuwsgierigheid op knappen stond. Al snel werden de spookachtige en ietwat enge klanken van “Frankie Teardrop” door de kamer gejaagd. Door de op hartslagen gelijkende beats en met name op die momenten dat het ijselijke gegil erbij kwam, was het bloedstollend spannend, maar tegelijkertijd ook zo geweldig. Het album uit 1977 had ik de dag erna in mijn bezit. Ja, op cd uiteraard. Ik heb daarna lang niet veel anders meer gekocht, omdat die cd (aangevuld met een tweede album) zo waanzinnig goed was, dat ze dit voor mij niet overtroffen hebben. De reden waarom opa uit den ouden doosch grijpt, is omdat één van de leden Alan Vega (de tweede is Martin Rev) nu met het nieuwe album Mutator komt, waarop qua zang ook weer teruggegrepen wordt op het nummer waar ik het hierboven heb gehad. Nu ja, nieuw en ook niet zelf, want Alan Vega -die eigenlijk Boruch Alan Bermowitz heet- is op 78-jarige leeftijd in 2016 overleden. Hij heeft er naast Suicide altijd al een solocarrière op nagehouden, plus diverse zijprojecten. Hij werkt veelvuldig samen met zijn vrouw Liz Lamere. Die laatste ontdekte samen met Jared Artaud van The Vacant Lots de ruwe opnames van deze release, die rond 1995-96 moeten zijn gemaakt. Die hebben ze opgelapt en nu uitgebracht. Het levert in bijna 32 minuten 8 sterke tracks op, die mij vooral doen denken aan het beste van Suicide, zij het gedetailleerder en meer experimenteel. Het is niet alleen voer voor liefhebbers van Suicide, maar ook de oude en David Lynch. Subliem! uHet maakt Vega’s nalatenschap alleen maar groter en grootser!