De anderhalve meter samenleving. We moeten er niet aan denken, al loopt het ook voor geen meter met het aantal releases in onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Jóhann Jóhannsson & Yair Elazar Glotman, Solfrid Molland, Öxxö Xööx en Shabazz Palaces.
Jan Willem
Jóhann Jóhannsson & Yair Elazar Glotman – Last And First Men (cd+blu-ray, Deutsche Grammophon)
Het is een soort Muslimgauze effect als er na je dood maar albums blijven verschijnen. Dat is met de alweer in februari 2018 overleden IJslandse componist Jóhann Jóhannsson een lijkt wel het geval. Zo missen we hem een beetje minder. Nu verschijnt de soundtrack Last And First Men voor zijn eigen film samen met de experimentele componist Yair Elazar Glotman. Jóhannsson (percussie, tape loops, ondes martenot, elektronica) en Glotman (contrabas, harmonium, tape manipulatie, elektronica) worden verder bijgestaan door met percussionist Ólafur Björn Ólafsson (Benni Hemm Hemm), celliste Hildur Guðnadóttir, saxofonist Colin Stetson, violist Viktor Orri Árnason (Hjaltalín), Theatre Of Voices, Budapoest Art Orchestra en andere gasten op percussie, viool, Franse hoorn, kornet en zang. Ondanks de enorme inbreng is het een verstild werk geworden, dat behoorlijk droefgeestig maar ook bij de strot grijpend mooi en sereen is. Meer dan 65 minuten lang genieten van 20 niet te missen stukken. En in het najaar kunnen we alweer uitkijken naar een tweede retrospectief.
Solfrid Molland – Håpets Kappe (cd, Kirkelig Kulturverksted / Xango Music Distribution)
Ik ben geen gelovig man, maar ben van mening dat het geloof net als atheïsme een levensfilosofie is. En daar waar je kracht uit put, leg je simpelweg niet naast je neer. Op het Kirkelig Kulturverksted label verschijnen met enige regelmaat de meest prachtige releases met een religieus raakvlak. Dat geldt ook voor de Noorse zangeres en pianiste Solfrid Molland. Ze heeft klassiek piano en muziektheorie gestudeerd aan de Universiteit van Oslo, maar kiest op haar albums toch dikwijls voor een meer avontuurlijke aanpak en lengt klassieke muziek aan met folk en wereldse elementen. Daarmee weet e wel verlammend mooie muziek te maken. Haar vorige album Forvandling (2016) eindigt dan ook (een jaar later) hoog in mijn jaarlijst. Nu is ze terug met Håpets Kappe, hetgeen “de mantel van hoop” betekent. Het idee achter deze nieuwe worp is dat we slechts één aarde hebben, waarvoor gezamenlijk moet opkomen los van de vele verschillende religies en denkbeelden. Dat muziek verbindt hoef je mij en veel anderen denk ik niet te vertellen. Molland (zang, accordeon, piano) omringt zich hier met de geweldige muzikanten Hayden Powell (trompet), Mats Ellertsen (contrabas), Daniel Lazar (viool) en Aziz Kossai (zang, oud). Meer dan ooit weet ze met haar muziek een brug te slaan tussen diverse genres, maar ook religies. Eigenlijk is het grensoverschrijdend in vele opzichten, behalve het betamelijke. En dat is mooi, want het geeft extra franje aan het toch als zo prachtige met klassiek geïnfecteerde folkgeluid. De muziek is geïnspireerd door respectievelijk de kathedraal van Oslo, de synagoge van Oslo en het Moskee Islamitische Cultuurcentrum in Grønland in Oslo. Ze zingt dan ook een Noors, Joods en Arabisch volksliedje. Dat pakt weer zo wonderschoon en haast narcotiserend uit. Het is knopen proberen te leggen, waar de verbinding er op hoopgevende wijze al is. Eigenlijk zoals je altijd zou willen. Wat een onbeschrijfelijke, intense schoonheid! Goddelijk zou ik haast zeggen.
Öxxö Xööx – Ÿ (cd, Blood Music)
Iedere keer als er een nieuw album uitkomt van een band of artiest die ik erg goed vind, maak ik voor de zekerheid ook een rondje langs de zijproject dan wel aanpalende velden. Dat doe ik al heel lang en levert dikwijls mooie bijvangst op. Bij Igorrr check ik even hoe het staat met Öxxö Xööx. En warempel, daar is eind november van het vorige jaar stilletjes een derde album Ÿ van verschenen. Nu ja stilletjes is het natuurlijk nooit bij Öxxö Xööx. Dit is namelijk het project van de Franse muzikant Laurent Lunoir (zang, geschreeuw, muziek) plus zangeres Laure Le Prunenec (Corpo-Mente, Igorrr), die er samen ook Rïcïnn op nahouden en waarbij Lunoir ook in de projecten van Igorrr en Whourkr opduikt. Sinds hun vorige cd komt daar ook drummer Thomas Jaquelin aka Isarnos van Wormfood, Régiment, Anus Mundi, Vintergeist en Lugnasad bij. Gautier Serre, het brein achter Igorrr, wordt ook her en der vermeld, maar dat kan ik zo niet terugvinden. De link met die band is natuurlijk wel evident. Ik noem ze eerder al de Rivella onder de metal bands, wat ook voor hun nieuwe release wel weer van toepassing is. De basis bestaat weliswaar uit symfonische-, doom- en black-metal, maar ze lengen dat aan met avant-garde, dark ambient en gothic. Daarbij vormen de vocalen ook een heel sterk element. Het gegrunt, geschreeuw en theatrale gezang van Lunoir enerzijds versus de serene, sopraanachtige dan wel schreeuwende zang van Le Prunenec. Ze brengen sterke, gevarieerde songs, die het midden houden tussen My Dying Bride, Mike Patton, Red Harvest, Igorrr, Slayer, Ministry en Will. Dat is op z’n zachtst, nee keihardst gezegd gewoonweg steengoed!
Shabazz Palaces – The Don Of Diamond Dreams (cd, Sub Pop / Konkurrent)
Shabazz Palaces is in 2009 opgericht te Seattle door Butler (voorheen Digable Planet) en Tendai Maraire (Chimurenga Renaissance). En vanaf hun debuut Black Up (2011) is het aan met deze groep. Ze maken een soort ruimtelijke en dikwijls futuristische kruisbestuiving van hip hop met dub, jazz, (t)rap, abstracte elektronica en diverse experimenten. Ze nemen daarmee een bijzondere plek in de hip hop scene in. Dat blijven ze ook op de vier daaropvolgende albums doen, die wel in het verlengde van hun debuut liggen maar toch telkens weer net wat anders naar buiten brengen. Dat is ook weer het geval op hun alweer vijfde studioalbum The Don Of Diamond Dreams, dat na bijna drie jaar volgt op hun tweeluik Quazarz (vs The Jealous Machines en Born On A Gangster Star). Ze gingen daar helemaal los in de ruimte, waarmee een soort kosmisch hip hop-genre is geboren. Daar gaan ze nu mee verder, zij het dat ze nu samen met uiteenlopende gasten een meer mellow, downtempo sfeer neerzetten. Dat is nog altijd ontzettend pakkend en tevens spannend. Ze weten je de volle 42 minuten in de houdgreep te nemen met muziek die ergens landt tussen Mike Patton, Dälek, Tricky, Arthur Russell, Migos, Paris en Sun Ra. Dit duo weet op een geweldige manier te blijven verrassen met ontwapende en bovenal innovatieve prachtmuziek.