Soms kwartetten we ook in het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: 50 Foot Wave, Lara Leliane, Lilium Liste en Marjan Vahdat.
Jan Willem
50 Foot Wave – Black Pearl (cd, Fire / Konkurrent)
Vroeger voerde de gitaarbands bij mij wel de boventoon, al was ik nooit eenkennig. Een band die daar altijd bij heeft gehoord is toch wel het uit Boston afkomstige en al in 1981 opgerichte Throwing Muses rond boegbeeld Kirstin Hersh. Ze zorgt naast geweldige muziek maakt, ook ervoor dat de Pixies hun weg naar buiten weten te vinden. Vanaf 1993 brengt Hersh op bepaald niet onverdienstelijke wijze ook solowerken. Dat alles veelal op één van mijn favoriete labels 4AD. Later stapt ze over op het tevens geweldige Fire, waar ook nog muziek is verschenen van haar andere band 50 Foot Wave, al is de laatste daarvan in 2004 uitgebracht. Je zou ze haast vergeten, al hebben zij ook echt wel een andere en tevens geweldige sound in huis en zijn ze meer dan een zijproject geworden. Het is doorgaans wat rauwer, gruiziger en vooral harder. Nummers die daarom wellicht wat minder bij de Muses passen (mag ik dat zeggon, ja dat mag ik zeggon), al maakt bassist Bernard Georges tevens deel uit van dit trio dat verder gecompleteerd wordt door drummer Rob Ahlers. Maar nu zijn ze plots terug met hun volgende hoofdstuk Black Pearl, waarop ze 7 songs serveren, die weer behoren tot het hardste werk uit de koker van Hersh. Heerlijk pompende baspartijen, fuzzy gitaren en aanjagende drumsounds maken het samen de sterke, kenmerkende zang van Hersh tot een waar feest. Het is haast jammer dat het na 32 minuten alweer afgelopen is, maar laten we vooral verheugd zijn op de terugkeer van deze geweldige band!
Lara Leliane – Birdwoman (digitaal, Homerecords.be)
In 2015 als het debuut Free van de in Antwerpen geboren Lara Leliane wordt uitgebracht, ben ik gelijk verkocht. Hoewel ze als kind vooral klassieke muziek voorgeschoteld, baant ze haar eigen weg door het muzikale landschap. Ze vindt haar eigen sound, hetgeen zich heeft vertaald naar de titel van het album. De muziek verraadt dikwijls haar klassieke achtergrond, maar bestaat toch hoofdzakelijk uit gevarieerde hybriden van folk, wereldmuziek, jazz en soul, waarbij ze altijd mag rekenen op een keur aan uitstekende muzikanten. Zelf heeft ze ook genoeg muzikaals in de pap te brokkelen en niet in de laatste plaats haar fantastische warm maar emotioneel geladen zangstem. Na dit toch wel droomdebuut is twee jaar erna Lara uitgebracht, dat minstens zo goed is. De muziek sluit aan bij haar debuut, maar bevat ook meer popelementen die ze fraai weet in te bedden in haar originele composities. Bevrijd van genres, stijlen en dergelijke kan ze zich meten met de groten der aarde, zij het dat ze een zekere bescheidenheid uitstraalt. Dat maakt het eigenlijk extra mooi. Dat ze nooit een knieval maakt voor commercie of het mensen eenvoudig te maken, bewijst ze andermaal met haar derde album Birdwoman. Leliane (zang, elektrische gitaar, composities) mag rekenen op steun van producer Rudy Coclet (Arno, Calc, Simple Minds, Axelle Red) en de muzikanten Dominique Vantomme (keyboards, piano), Nicola Andrioli (pianp), Thomas Février (programmering, piano), Lorenzo Feliciati (bas), Christine Ott (Ondes Martenot) naast solowerk ook bekend van Foudre!, Snowdrops,n Theodor Wild Ride en vele gastbijdragen en tot slot Jean-François Assy (cello) van onder meer Yann Tiersen, Dominique A., Miossec en Arno. Kortom alweer een gastenlijst om van te smullen. Birdwoman is een dramatische personage, gecreëerd door Leliane, die als antiheldin de hoofdrol speelt op dit album. Door de toonzetting bekruipt je toch dikwijls het gevoel dat het ook paralellen bevat met haar eigen leven, die vanaf een afstand mogelijk wat makkelijker te bezingen zijn. In 14 nummers van samen ruim 56 minuten lang, hoor je over de gevoelens, gedachten en de strijd van Birdwoman, die overgevoelig, angstig, depressief en extreem verlegen is, maar daarnaast ook gepassioneerd, vastberaden, euforisch en vol poëzie. Dat heeft ze hier in een soort intieme kamerpop gevangen, die overigens zoals altijd ook andere stijlen omarmt. Ze lijkt vooral compromisloos op zoek naar hetgeen ze bij het moment of het gevoel vindt passen, wat maakt dat de songs diepgang krijgen en de woorden de juiste omlijsting. Als dat wat meer jazzy moet zijn, zoals in het stemmige “Time”, dan wordt het meer jazzy. En mag het uitbundiger, zoals in “Sing”, dan gebeurt dat. Het merendeel is overigens heerlijk nostalgisch en melancholisch, waarbij ze de muziek regelmatig met klassieke elementen in laat kleuren. Hoewel ze inmiddels haar eigen referentiekaders heeft uitgetekend, zij het onbegrensd en ze uiterst gevarieerd, mag je denken aan een mix van Beth Gibbons, Melanie De Biasio, Sade, Donna Regina, Suzanne Vega en meer, waarbij tevens fraaie elementen uit de jaren 80 weer te horen zijn zoals bijvoorbeeld in “Expanding”. Daarbij weet ze diepe emoties en gedachten te voorzien van prachtige muziek. Leliane weet te stralen op de donkere momenten en voorziet de blijde juist weer van een melancholisch vernis. Zo blijft alles in balans en wordt het nergens terneergeslagen, maar valt er altijd hoop en kracht te putten uit haar muziek. Iedere keer weet ze zich weer iets te vernieuwen, wat nu voor de derde keer op rij een wonderschoon album heeft opgeleverd (met goede video’s, zie onder).
Lilium Liste – Dovolte Eštĕ Malučko (cd, Indies Scope / Xango Music Distribution)
De eerste keer dat ik met de Tsjechische groep Lilium Liste is rond kerst 2018, wanneer ze hun debuut en tevens kerstalbum hebben uitgebracht. Nu vind ik zowel conceptuele kerstalbums als muziek uit Tsjechië dikwijls zeer geslaagd. Dat blijkt hier dan ook een gouden combinatie. Ze brengen namelijk traditionele Moravische en Silezische kerstsongs op een ongepolijste wijze. De groep rond Ludvik Běťák (viool, altviool) en veel van zijn familie plus vrienden. De muziek is wat dat betreft aardig Běťákt. Ze zijn nu terug met het tweede album Dovolte Eštĕ Malučko, dat zoiets betekent als “Laat me nog een beetje meer hebben’. Nou vooruit dan, 18 nieuwe tracks die weer door vier Běťák leden en vijf anderen tot stand zijn gekomen. Ze brengen altviool, viool, contrabas, draailier en zang, waarmee ze weer heerlijk uptempo doch droefgeestige muziek uit Moravië en Silezië laten horen, ofwel gebieden uit Tsjechië met een zeer rijk muzikaal verleden. En dat is goed terug te horen, al zal je sommige muziek mogelijk eerder situeren in Polen, Hongarije of op de Balkan. Maar goed, enige kennis van de geschiedenis leert dat de grenzen in het verleden (en heden) nogal eens anders hebben gelegen. Veel belangrijker is dat het hier weer voor drie kwartier authentieke muziek oplevert, die je niet gauw elders hoort en zo puur en prachtig is.
Luister Online:
Dovolte Eštĕ Malučko (albumsnippers)
Marjan Vahdat – Our Garden Is Alone (cd, Kirkelig Kulturverksted / Xango Music Distribution)
Sinds de Islamitische revolutie in 1979 is het voor vrouwen in Iran verboden om kunst te maken, hetgeen voor vele vrouwen als Googoosh, Sussan Deyhim en nog veel meer zijn elders uitgeweken om hun verdiende vrijheid te pakken. Zo ook de zussen Mahsa en Marjan Vahdat, die in Noorwegen hun heil hebben gezocht en hun muziek op het prestigieuze label Kirkelig Kulturverksted uitbrengen. Dat doen ze dikwijls samen, maar beide houden ze er ook een solocarrière op na, wat menig prachtig album heeft opgeleverd. Inmiddels woont Marjan trouwens in de VS. Vijf jaar na haar vorige is ze nu terug met haar derde soloalbum Our Garden Is Alone. Ze brengt 10 nieuwe songs van samen maar liefst ruim 57 minuten lang, welke in 3 continenten (Azië (Iran), Noord-Amerika (VS), Europa (Noorwegen)) is opgenomen. Ze krijgt hier muzikale ondersteuning van de Noorse muzikanten Bugge Wesseltoft (piano, keyboards, accordeon, arrangementen, productie), Jo Berger Myhre (contrabas, bas) en Keneth Ekornes (drums, percussie) plus de Iraanse Pasha Hanjani (ney) en Shervin Mohajer (kamancheh). Zij creëren het prachtige, Oosters en jazzy getinte decors voor het toneel waar de wonderschone stem van Marjan mag schitteren. Ze beschikt over zo’n emotioneel geladen stem, die je wellicht niet verstaat maar wel begrijpt. Dat is het mooiste wat je kunt treffen als het om wereldmuziek gaat; die universeel invoelbare muziek. Ze brengt naast eigen gedichten ook die van Rumi en anderen en tevens enkele traditionals. Een enkele keer helpt haar oudere zus Mahsa met de melodieën. Ze brengt een aangrijpende ode aan hun moeder en later ook aan de rouwende moeders van Iran, maar zingt ook over haar geboorteland, de liefde en de duiven (van haar moeder). Hoewel de muziek ontzettend mooi is, weet ze alleen al te overtuigen met haar machtige stemgeluid, die zo hard binnenkomt dat het haast zeer doet. Liefhebbers van onder meer Sussan Deyhim, Dead Can Dance, Parissa & Ensemble Dastan en uiteraard Mahsa Vahdat kunnen hier hun hart aan ophalen. Het is allemaal kippenvel opwekkende pracht en dit is echt weer een overrompelend werelds en dikwijls mysterieus meesterwerk geworden.