Langzaam terug naar normaal, behalve natuurlijk in onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Balmorhea, Otay:onii, Max Richter en Rïcïnn.
Jan Willem
Balmorhea – The Wind (cd, Deutsche Grammophon)
Vernoemd naar een kleine plaats in Texas, is Balmorhea in 2006 gestart. De kernleden zijn Rob Lowe en Michael Muller, maar de groep dijt nog wel eens uit tot een vijfkoppig project, om vervolgens ook dikwijls weer af te slanken. De muziek op hun zes voorgaande sterke albums houden het filmische midden tussen post-rock en neoklassiek. Hun nieuwste werk The Wind mag het duo uitbrengen op het grote Deutsche Grammophon. Ze hebben 12 composities, want zo mag je het gerust noemen, gecreëerd die samen ruim drie kwartier duren. Daarbij krijgen ze hulp van maar liefst 10 gastmuzikanten op basklarinet, cello, contrabassen, Franse hoorn, percussie, gesproken woord en zang. Dat laatste van Lisa Morgenstern en Jesy Fortino (Tiny Vipers). Ze smeden hier een bijzondere las van singer-songwritermuziek, pianomuziek, neoklassiek, post-rock en allerhande experimenten. Met name als die stijlen samenkomen en haast resoneren of als die prachtig sopraanachtige zang erbij komt is het haast verlammend mooi. Maar ook de overige stukken zijn van een grote klasse. Alsof Hauschka, Nils Frahm, Tortoise, A Winged Victory For The Sullen en Arvo Pärt hun krachten gebundeld hebben. Het is melancholisch, fluweelzacht en bovenal van een ingrijpende pracht. Balmorhea weet na 15 jaar nog altijd te verrassen en een diepe indruk te maken.
Otay:onii – 冥冥 (Míng Míng) (cd, WV Sorcerer Productions)
Voor weer eens totaal andere muziek, kan je gerust aankloppen bij het in Frankrijk (Parijs) en China (Nanjing) gevestigde label WV Sorcerer Productions. Zij focussen zich op noise, drones, black metal, folk, ambient, improvisaties, traditionele en experimentele muziek. Dat is heel breed, maar er zit een zekere melancholie achter. En dat dikwijls met artiesten uit China en Indonesië, waarbij ze ook nog oog hebben voor onze aardkloot. Nieuw op het label is Otay:onii, hetgeen het alias is van de in China geboren, in de VS woonachtige artieste Lane Shi Otayonii, die eerder ook te horen was in het met punk geïnfecteerde metal/shoegaze project Elizabeth Colour Wheel. Als Otay:onii heeft ze al een cassette uitgebracht, maar nu ziet haar volledige debuut 冥冥 (Míng Míng) het licht. Letterlijk vertaald betekent het “Meditatie meditatie”, maar “ming” is tevens een Chinees woord dat een plaats is tussen onze wereld en de wereld waar zielen ronddolen voordat ze reïncarneren. De verdubbeling van het woord verandert de betekenis in een toestand waarin de onverklaarbare verstrengeling van verleden en toekomst plaatsvindt; een toestand waarin de kloof die we beschrijven als heden het portaal opent van herinnering in transformatie, mutatie en sublimatie. Hoe het ook zij, Otay:onii levert hier in 37 minuten 8 tracks af, die volslagen uniek te noemen zijn en die inderdaad een bundeling van het verleden, heden en de toekomst bieden. De muziek bestaat uit een ludieke mix van industrial, ambient, pop, avant-garde, drones en allerhande elektronica. Met haar elektronica heeft ze ook al een paar maal de Laurie Anderson Women In Technology-prijs gewonnen. De muziek is soms van een etherische schoonheid, maar kan ook spookachtig, duister en angstaanjagend krachtig uit de hoek komen. Je kan er nooit helemaal de vinger op leggen. Het is alsof Soap&Skin, Swans, Cranes, Diamanda Galas, Wu Man, Portishead, Sainkho, Einstürzende Neubauten en AGF tot één wervelend organisme zijn verworden. Het is spannend, biologerend en van een overrompelende pracht en kracht.
Max Richter – Voices 2 (cd, Decca)
Vorig jaar heeft de geweldige en veelzijdige Duitse in Engeland woonachtige componist Max Richter het conceptalbum Voices uitgebracht. Een welkome afwisseling na vele soundtracks, die er overigens ook best mogen wezen. Op het album van vorige jaar staan de universele rechten van de mens centraal, die middels zijn muziek een stem krijgen. Richter heeft muziek geschreven voor orkest, koor, elektronica, solo-sopraan, solo-viool en solo-piano, waaraan naast een gigantische waslijst aan artiesten een hoofdrol is weggelegd voor onder meer violiste Mari Samuelson, sopraan Grace Davidson, cellist Ian Burdge, harpiste Camilla Pay, percussionist Joby Burgess en dirigent Robert Ziegler. Tevens is er een grote rol voor spoken word weggelegd, die ontbreekt op de bijgevoegde tweede schijf met dezelfde composities. Zijn nieuwe cd Voices 2 haakt daar meer op aan, alhoewel Richter (piano, keyboard, orgel, synthesizer, koorarrangementen) hier vooral instrumentale en meer abstracte stukken brengt, die wel dezelfde taal spreken. De zang blijft op wat koorzang en suggestieve zang hier namelijk achterwege. De muziek is subtiel, soms verstild en doet haast niet vermoeden dat er een waar leger van zo’n 80 gastmuzikanten aan meewerkt. De muziek laveert van ambient en abstracte elektronica naar neoklassiek, piano- en orgel muziek plus hybriden daarvan. Je moet dit album dan ook meer als begeleidend beschouwen in plaats van een echt vervolg. Dat maakt het trouwens bepaald niet minder indrukwekkend, want ook deze is van een uitzonderlijke schoonheid.
Rïcïnn – Nereïd (cd, Blood Music)
De Franse zangeres/sopraan, componiste, violiste Laure Le Prunenec vind ik echt wel een sensationele verrijking van het muzikale landschap. Ze is onder meer te horen bij Igorrr ,Corpo-Mente, Ele Ypsis en Öxxö Xööx, waarbij de muziek dikwijls tegen de metal aanleunt. Met haar gigantische stembereik, die van laag en satanisch geschreeuw tot sopraanzang gaat weet ze echt een diepe indruk te maken. Laure houdt wel van puntjes op de i (en o) te zetten, wat onder meer blijkt uit het project Rïcïnn, waarvan in 2016 het debuut Lïan is verschenen. Ze brengen er de klassieke, Barokke, avant-gardistische, gothic en metalwereld samen tot één imponerend geluid, zonder er een gekunsteld geheel van te maken. Laure wordt vergezeld door gitarist/zanger Laurent Lunoir van Öxxö Xööx en Igorrr. Ze krijgen verder steun van muzikanten op drums, bas, accordeon en cello. Ongemerkt hebben ze in de herfst van vorig jaar hun tweede Nereïd het licht laten zien. Maar zoals vaker geldt beter later dan nooit. Ze brengen hierop in een goede 41 minuten 12 nieuwe songs, die weer het midden houden tussen de genoemde genres, waarbij Laure en Laurent weer mogen rekenen op muzikale bijdragen op cello, drums, bas, gitaar, viool en arrangementen. Ook Gautier Serre aka Igorrr laat zich hier in één track gelden. Alleen die onderscheidende zang van Laure al zorgt voor zo’n geweldige luistertrip, die hier wederom zo fraai ingelijst wordt. Liefhebbers van onder meer SPK, Chelsea Wolfe, Elend, Igorrr, Dead Can Dance, Diamanda Galas en Myrkur kunnen hier hun hart aan ophalen. Klasse!