Het schaduwkabinet: week 15 – 2019

Op vliegtuigjes na is er van alles blijven hangen in onze lijstjes uit het:

SCHADUWKABINET

We luisterden naar: Camilla Sparksss, CUTS, Benjamin Finger/ James Plotkin/ Mia Zabelka, Bruce Hornsby, My North Eye, Zbigniew Preisner, These New Puritans, The Ukrainians, Various Artists – Hallelujah: The Songs Of Leonard Cohen, Gonçalo Penas, Peuk en Seewolf. En gingen naar: Françoiz Breut.

 


 

Jan Willem

Camilla Sparksss – Brutal (cd, On The Camper)
Al sinds 2012 is Camilla Sparksss het alter ego van de Canadese, tegenwoordig in Zwitserland woonachtige zangeres/muzikante Barbara Lehnhoff. Daar woont ze met haar partner Aris Bassetti, waarmee ze er de geweldige, leuke en bovenal originele rockband Peter Kernel op nahoudt. Haar solowerk, die vaak met de hulp van Bassetti tot stand komt, mag er ook wezen. Op haar debuut For You The Wild (2014) boort ze zich als een rupsje nooitgenoeg dwars door electro, cold wave, noise, experimentele muziek, hip hop en pop. Daarbij neemt ze geen blad voor de mond en is de muziek derhalve lekker direct, confronterend. Het levert een album met volslagen unieke muziek op, die ook gewoon nog eens steengoed en opwindend is en schoonheid aan opzwepende melancholie weet te koppelen. Vijf jaar later is eindelijk haar tweede cd Brutal een feit. Ze floept er 9 nieuwe tracks uit, die eigenlijk weer dwars door genregrenzen gaan en die zo mogelijk nog meer confronterend zijn. Dat komt omdat ze niets mooier maakt dan het is. Met haar felle zang, die een soort wilde kruisbestuiving van Anne Clark, Karin Dreijer en Hanin Elias is, weet ze meteen bij de lurven te grijpen. De muziek daarentegen is grimmiger en lijkt je dikwijls weg te duwen, al maakt dat het ook weer interessant. Er zit namelijk een woest aantrekkelijke rauwheid in besloten. Aan de andere kant vind je ook meer bezinnende en psychedelische stukken, die je juist omarmen. Muzikaal gezien is er haast geen vinger op te leggen, want als ik zeg dat je Atari Teenage Riot, The Knife, Die Antwoord, Chicks On Speed, Planningtorock, Wildbird & Peacedrums, Peter Kernel plus de eerder genoemde in een blender moet gooien en dan slingerend uit moet gieten, kan je er wellicht niet zoveel mee. Daarom is zelf luisteren het beste advies. Ik vind het in elk geval weer een zinderend, gevarieerd en uniek album.

 

CUTS – A Gradual Decline (cd, Village Green)
Vorig jaar komt de Britse muzikant Anthony Tombling Jr.met de cd Exists van zijn nieuwe project CUTS, hetgeen een bundeling van twee epees is. Hiervoor is hij al te horen in Transambient Communications en later ook Dragons. Met zijn nieuwste project brengt hij een uiterst melancholische, mystieke en bovenal dromerige mix van ambient, IDM, shoegaze en post-wave ten gehore. Daarmee creëert hij zowel tracks met een meer songgerichte als abstracte structuur. Muziek waarmee Anthony een geweldig visitekaartje aflevert. Wat ik niet wist is dat ook zijn heuse debuut A Gradual Decline er achteraan zou komen in de kont van datzelfde jaar. Releases dienen zich vaak nu eenmaal niet als het weerbericht aan. Maar beter later dan nooit, nu alsnog. In 11 nieuwe tracks gaat hij eigenlijk gewoon verder met de bovenbeschreven mix, zij het dat hij de muziek meer conceptueel benadert. Zo zegt hij daarover: “Ik heb geprobeerd een plaat te maken die aanvoelt alsof alles uit één plaats komt”, legt Tombling Jr. uit. “Mijn enige muzikale invloed hierop was William Basinski’s ‘Desintegration Loops’. Niet de muziek, maar het proces. een afname van het geluid paste heel goed in het concept van deze plaat: al deze muziek en instrumenten zaten vast in dit dalende digitale signaal.Ik wilde dat het broos en precair klonk.Ik wilde ook voorkomen dat ik te donker materiaal zou gebruiken, in plaats daarvan koos ik voor iets dat breekbaarder was , melancholisch en zelfs hoopvol in momenten. ” “I have tried to make a record that feels like it’s all come from one place,” explains Tombling Jr. “My only musical influence on this was William Basinski’s ‘Disintegration Loops’. Not the music, but the process. The idea of a decline in sound really suited the concept of this record. All this music and instrumentation trapped in this declining digital signal. I wanted it to sound brittle and precarious. I also wanted to avoid doing overly dark material, opting instead for something that was more fragile, melancholic and even hopeful in moments.“ Dat levert doorwrochten muziek op, waar je meegevoed wordt op een intense maar wonderschone trip, die je ergens iets tussen Rafael Anton Irisarri, The Third Eye Foundation, Eluvium, Ben Chatwin, Hammock, Bowery Electric en Blanck Mass, brengt. De belofte is ingelost en dit album gewoonweg een droomdebuut.

 

Benjamin Finger/ James Plotkin/ Mia Zabelka – Pleasure-Voltage (lp, Karlrecords)
De lp Pleasure-Voltage verenigt drie bijzondere muzikanten, die vanuit verschillende disciplines opereren, maar alles de experimentele schaduwzijde van de muziek delen.
Ten eerste is er de Noorse muzikant (Frank) Benjamin Finger (synthesizers, piano, veldopnames, elektronica, objecten), die er een veelzijdig repertoire op nahoudt. Naast muziek maken houdt hij zich ook bezig met dj sets, films en fotograferen (hij is een geschoold fotograaf). Daarnaast maakt hij tevens deel uit van het sterke elektronische duo Beneva Vs. Clark Nova. Solo maakt hij veelal een extroverte experimentele mix van folktronica, ambient, veldopnames, techno, glitch en soms ook shoegaze. Eigenlijk zijn genregrenzen voor hem totaal onbelangrijk.
De veteraan in het gezelschap is toch wel klasbak James Plotkin (gitaar, synthesizer). Mocht je hem niet kennen als artiest, dan kom je hem dikwijls als producer tegen. Ik leer hem in eerste instantie kennen als de gitarist van O.L.D. en tevens als solomuzikant, maar tref hem ook in Atomsmasher, Khanate, Flux, Lotus Eaters, Namanax, Phantomsmasher en vast nog meer.
Niet in de laatste plaats is er nog de Oostenrijkse violiste,zangeres en componiste Mia Zabelka (elektrische viool, elektronica, objecten). Zij beheerst meerdere disciplines, waar ze op een innovatieve en pionierende wijze mee omgaat. Het brengt haar veelal in elektro-akoestische vaarwateren. Ze heeft samengewerkt met vele artiesten waaronder John Zorn, David Moss, Peter Kowald, Alvin Curran, Pauline Oliveros, Lukas Ligeti, Franz Hautzinger, Phil Minton, Shelley Hirsch, Elliott Sharp, Francis-Marie Uitti, Joelle Leandre, Dälek, Lydia Lunch, Phill Niblock, Scanner, Saffronkeira en onlangs nog met Asférico en speelt tevens in Trio Blurb en het gelegenheidsensemble de One Night Band
Samen brengen ze hier twee langgerekte stukken van elk ruim 20 minuten lang, waarbij ze elkaar tot grote hoogtes weten te drijven, zij het op kalme wijze. De muziek lijkt op improvisatorische wijze tot stand gebracht, hetgeen zorgt voor spontane spannende sounds. Tot twee keer toe weten ze je daarmee langdurig in de houdgreep te nemen, waarbij je getrakteerd wordt op een geweldig afwisselende collage van drones, dark ambient, noise, experimentele elektronica, neoklassiek en avant-garde, al dan niet gelardeerd met spookachtige stemmen. Het doet wel denken aan een mix van The Caretaker, Philippe Petit, Tim Hecker, PAS en Sarah Davachi. Een fascinerend, tot de verbeelding sprekend prachtwerk.

 

Bruce Hornsby – Absolute Zero (cd, Zappo Productions / Bertus)
Ik had nooit gedacht ooit een recensie over de Amerikaanse zangers/pianist Bruce Hornsby te schrijven. Zijn hit “The Way It Is” uit 1986, dan nog van Bruce Hornsby And The Range, is een soort (laat) jeugdsentiment. Oja en een hitje met Clannad van een jaar later, maar verder dan dat weet ik niets van de beste man. Ook niet dat hij ooit deel heeft uitgemaakt van The Grateful Dead en dat hij na de The Range nog als Bruce Hornsby And The Noisemakers een soort comeback maakt. De man heeft ook geen ontzettend uitgebreide discografie, blijkt. De bijna pensioengerechtigde artiest komt nu met zijn vierde solowerk Absolute Zero, waarbij je gerust ook alles van hiervoor mag loslaten. Als ik deze blind te horen had gekregen, zou ik niet eens richting Hornsby gedacht hebben. Hij werkt hier dan ook samen met de nieuwe generatie singer-songwriters Justin Vernon (Bon Iver, Big Red Machine, Gayngs, Mount Vernon) en S. Carey (Bon Iver). Daarnaast geven ook oudgediende Jack DeJohnette, het ensemble yMusic, het folktrio The Staves, gitarist/violist Rob Moose (Antony And The Johnsons, yMusic), gitarist Blake Mills, het Henry Mancini Institute Orchestra en leden van zijn The Noisemakers hier acte de présence. Daarmee weet hij in een kleine 42 minuten 10 uiterst smaakvolle tracks te fabriceren, die het midden houden tussen rock, singer-songwritermuziek, jazz, Americana, avant-garde en folkrock, al dan niet met overheerlijke orkestraties. Grofweg moet je het zoeken tussen Peter Hammill, Mark Lanegan, Lambchop, Steve Winwood, Nico Muhly, Bon Iver en Randy Newman, maar de man is een referentie an sich natuurlijk. En dat levert een verrassend innovatief en meeslepend werk op, met vele hoogtepunten.

 

My North Eye – (My) North Eye (cd, Reverb Worship)
Voordat de Franse muzikant Yann Lafosse (gitaar, zang) zijn project My North Eye start, maakt hij deel uit van het geweldige postrock trio Dirge. Ze geven aan daar hevig geïnspireerd te zijn door Mogwai, Tindersticks, Arab Strap en Godspeed You! Black Emperor. In 2010 houden ze het na 3 sterke albums voor gezien. Lafosse gaat daarna verder met zijn nieuwe muzikale vehikel. In 2014 volgt het gelijknamige debuut op het prestigieuze Reverb Worship. Hij begeeft zich hier meer op het terrein van de folk en drones, al zitten lo-fi en postrock er ook nog doorheen gemengd. Op hetzelfde label verschijnt in 2017 II, waar hij de eerder ingezette koers vervolgt. Met intieme songs weet hij weer het verschil te maken. Nu is hij terug met (My) North Eye, waarop je 6 nieuwe songs plus een outro geserveerd krijgt. Het folkgehalte komt hier behoorlijk naar boven drijven, maar ook het emo en drone gehalte mag er wezen. Lafosse brengt gitaar en zang en krijgt hulp van violist Mathias Asadour.. Met minimale middelen weten ze hier een bij de strot grijpend melancholisch geheel neer te zetten, dat diepe snaren raakt. En dat is niet alleen bijzonder knap, het is ook van een uitzonderlijke pracht, die ergens het midden houdt tussen een kale kruisbestuiving van Timesbold, Sodastream, Daniel Blumberg, Vic Chesnutt, Black Heart Procession, Tyrannosaurus Rex en Sophia. Het is gewoonweg jammer dat het na goed 26 minuten alweer voorbij is. Wat een overdonderend tijdloos kleinood!

 

Zbigniew Preisner – Valley Of Shadows (cd, Caldera)
Hee JW, Valley Of Shadows van Zbigniew Preisner, zei je daarover vorig jaar niet al het volgende?
“De Poolse componist Zbigniew Preisner heb ik heel hoog zitten. Ik leer hem in eerste instantie kennen als soundtrackmaker voor de films van zijn goede, inmiddels overleden vriend Krzysztof Kieślowski. Volgens mij is Preisner ook pas na zijn filmmuziek reguliere werken gaan componeren, onder meer het adembenemende requiem voor Kieślowski. De films zijn wel gebleven en ook nu heeft hij een soundtrack gecomponeerd, namelijk Valley Of Shadows voor de gelijknamige film van de Noorse regisseur Jonas Matzow Gulbrandsen. Preisner, zelf op Hammond orgel, virus en zang, heeft 14 stukken geschreven die naast hem door het Warsaw Philharmonic Orchestra, een koor, pianist, een extra toetsenist (Hammond orgel, moog) en nog een zangeres. Die laatste is niemand minder dan Lisa Gerrard, die vermoedelijk toch in Polen is om de derde symfonie van Henryk Górecki aldaar live uit te voeren, maar dit terzijde. Het is een fraaie blend aan stijlen, die soms iets meer richting ambient koerst en op andere momenten juist de klassieke kant opgaat. Vaak is het echter een broeierige mix van beide. Dat alles is gehuld in een duister droefgeestige atmosfeer. Een overdonderend en magistraal geheel, dat ook zonder film huizenhoog overeind blijft; zoals een goede Preisner release betaamt. En alweer digitaal JW? Ja, houd je mond!”
Klopt, maar deze is nu ook op cd uitgekomen. En dat wilde ik toch maar even delen.

 

These New Puritans – Inside The Rose (cd, Infectious Music)
Het Britse These New Puritans, rond de tweelingbroers Jack en George Barnett, geldt als een ware sensatie. Ze verschuiven van de met hip hop en bombastische orkestraties geïnfecteerde art rock steeds meer naar een contemplatiever geluid. Toch hoort een beetje bombast er altijd wel bij, al lijken ze er bepaald niet op uit om het de luisteraars per se gemakkelijk te maken. Nu hebben ze ons 5 jaar laten wachten tot hun vierde wapenfeit Inside The Rose een feit is. Jack (piano, bas, contrabas, zang, vibrafoon, gong, synthesizer) en George Barnett (drums, percussie, elektronica, zang) worden hier ondersteund door een waar leger op piano, zang, diverse blaas-, percussie- en strijkinstrumenten en productie. Zo mogen ze voor de mix weer rekenen op Graham Paul Sutton (Bark Psychosis, Boymerang, Colharbourstones), die tevens net als David Tibet (Current 93) en een paar sopranen ook vocaal van zich laat gelden. Dat levert 9 melancholische gestemde composities op, waar weer een fijne dosis bombast bij komt kijken. Hun art rock wordt hier gelardeerd met innovatieve elektronische muziek, prachtige neoklassieke orkestraties en droefgeestige zang, die zowel in de rock als klassieke hoek landt. Op nog meer bezinnende wijze komen ze hiermee ergens uit tussen Talk Talk, Massive Attack, Jonny Greenwood, Spponfed Hybrid, Current 93, The Knife en Coil. Het is net zo spannend en biologerend als wonderschoon en magisch. Wat een band en wat een album weer. Dat is het wachten wel waard geweest.

 

The Ukrainians – Summer In Lviv (cd, Zirka)
The Ukrainians, de Oekraïense groep met een “UK” twist, maakt een voorzichtig begin als ze in 1988 met The Wedding Present laat in 1988 de cd Ukrainian John Peel Sessions uitbrengen. Gitarist Peter Solowka, die dan bij The Wedding Present speelt, start snel erna The Ukrainians, die vanaf 1991 eigen albums uitbrengen. En die mogen er wezen met hun pakkende mix van rock, folk en punk. Daar zitten dikwijls leuke Oekraïense versies van Motorhead, Kraftwerk, The Smiths, The Velvet Underground, Joy Division, Beach Boys en The Sex Pistols tussen. Van die laatste zelfs een hele cd vol, getiteld Never Mind The Cossacks Here’s The Ukrainians (2014). Naast Solowka (gitaar, mandoline, zang) bestaat de groep tegenwoordig uit Len Liggings (zang, viool), Stephen “Woody” Woods (drums, percussie), Stephen “Mr Steff” Tymruk (accordeon), Paul Weatherhead (mandoline, sopilka (fluit), zang) en James Howe (bas). Ze zijn terug met Summer In Lviv waarop ze naast veel nieuwe nummers ook een enkele nieuwe versie van ouder werk het licht laten zien. Uit het melancholische hart van de Oekraïense keuken, heerlijk op Westerse borden opgediend.

 

Various Artists – Hallelujah: The Songs Of Leonard Cohen (cd, Ace Records)
Het lijkt zo dichtbij, maar toch is in november 2016 al, de geweldige Canadese zanger Leonard Cohen op 82-jarige leeftijd overleden. Hij heeft een bijzondere erfenis achtergelaten, die ook vele artiesten heeft geïnspireerd. Tevens is hij dikwijls gecoverd. Dat zowel op het geweldige in 1991 verschenen eerbetoon I’m Your Fan, met onder R.E.M., Pixies, Nick Cave & The Bad Seeds, John Cale en The House Of Love, als covers op albums van diverse artiesten. Van die laatste categorie is nu een bundeling gemaakt op de cd Hallelujah The Songs Of Leonard Cohen. Het kan dus goed zijn dat je een deel al in huis hebt, aangezien het bestaande, reeds uitgebrachte covers betreft. Maar dit overzicht van 18 artiesten is wel heel leuk samen. Het gaat ook over een tijdspanne van meer dan 50 jaar, van Judy Collins en Nina Simone tot Rufus Wainwright, Marissa Nadler en Barb Jungr. Ook de overbekende versie van Jeff Buckley is hier aanwezig plus onder vele meer covers door Marianne Faithfull, Stina Nordenstam, Joe Cocker en Nick Cave & The Bad Seeds. Ze brengen de grote meester toch weer even een beetje tot leven.

Luister Online:
Hallelujah (albumsnippers)

 

Françoiz Breut – Live @ Luxor Theater, Zutphen, 06-04-2019
De in Brussel woonachtige Franse zangeres/muzikante en professioneel illustratir Françoiz Breut (1969) timmert al zo’n 25 jaar aan de weg. Haar zangtalent ontdekt ze relatief laat, namelijk ergens halverwege de jaren 90 als ze meezingt met haar toenmalige man Dominique Ané (A.). Vanaf 1997 brengt ze 6 soloalbums uit, waarvan de laatste Zoo alweer uit 2016 is. Hoewel dit volwassen geworden zuchtmeisje wellicht niet de bekendste is, mag ze op haar albums toch rekenen op steun van onder meer eden van Calexico, Yann Tiersen, Dominique A. en Adrian Utley. Doorgaans laat ze op betoverende en melancholische een mix van chansons, pop, trip-hop, krautrock en hedendaagse gitaarmuziek horen, al dan niet met allerhande speelse experimenten.

Hoewel ik haar vanaf het begin volg, heb ik haar nog nooit live gezien, hetgeen deze avond dus verandert. In de prachtige zaal van het Luxor Theater, eigenlijk een bioscoopzaal, passen 85 man. Aangezien dit het enige concert in Nederland is, verwacht ik een volle zaal. Echter, het zijn hooguit 50 bezoekers, waarvan veel op leeftijd. Of zou men mij ook tot de ouderen rekenen? Enfin, zoals Breut zou zeggen, daar heeft het concert niet onder te lijden. Breut gaat er met enthousiasme vol voor samen met Stéphane Daubersy (Mièle) die gitaren, (koor)zang en een deel van de elektronische programmering voor zijn rekening neemt. Zij bedient het keyboard, waar alle psychedelische sounds, de samples, de gekke geluidjes en overige “instrumenten” uit getoverd worden. Soms charmant stuntelig, maar meestal met een bijzondere, magische sfeerscheppende precisie. Ook doen ze met enige regelmaat aan live sampling, wat voor fraaie variatie zorgt. In een goed uur zet ze een geweldige set neer, met veel recent maar ook enige oud werk, waarbij de humor niet ontbreekt. En dan die bloedmooie bitterzoete zang. Zucht. Ik heb intens genoten.

 


 

Theo

Gonçalo Penas – Ego De Espinhos (cd, Subtext Recordings)
Begin dit jaar kwam via het Berlijnse Subtext Recordings Ego De Espinhos uit. Het is het debuutalbum van de jonge producer Gonçalo Penas. Een experimenteel album vol ruis, distortion en glitch en met apocalyptische climaxen. De tweeëntwintigjarige Portugees heeft voor dit album z’n eigen software ontwikkeld om muziek te produceren en het resultaat mag er wezen, denk aan Ben Frost en Aphex Twin. Met Ego De Espinhos (vrij vertaald, stekelig ego) heeft de Penas een persoonlijk album gemaakt, waarbij persoonlijke worstelingen centraal staan. Een introspectief proces dat grimmig en dreigend verloopt. Dit is terug te horen op de plaat, die soms donker en intiem klinkt, maar ook een warm en hoopgevend geluid afgeeft. Een overdonderend debuut van een jonge kunstenaar! Het belooft wat voor de toekomst!

 

Peuk – Peuk (cd, FONS Records)
Enkele decennia geleden waren gitaren de norm, tegenwoordig is het ver zoeken voor een goede gitaarplaat. Bands als IDLES en Shame maakten vorig dan wel indruk. Begin dit jaar zag het titelloze debuutalbum van Peuk het daglicht. Een compromisloze rockplaat van een Belgisch trio dat haar sporen reeds verdient heeft in bands als Evil Superstars, Millionaire en Heisa. Deze mensen hoef je dus niet uit te leggen hoe een gitaar vast te houden. Het Vlaamse trio staat naar eigen zeggen voor ‘pisnijdige sludge pop met een stevige Riot Grrrl aan het hoofd’. En zo klinkt ze ook, zangeres Nele Jansen: als een losgeslagen Riot Grrrl. Onverschillig en gedreven door frustratie schreeuwt ze er lekker op los. Maar ze kent ook haar rustmomenten. Al duren die meestal niet lang. De plaat werd in nog geen dag opgenomen en bevat elf nummers. Hoewel Peuk haar inspiratie haalt bij artiesten als Sonic Youth, The Breeders en Nirvana klinkt de de plaat geenszins gedateerd en bovenal urgent en noodzakelijk!

 

Seewolf – Moonwater EP (cd, eigen beheer)
Het bijzondere verhaal met betrekking tot de totstandkomen van deze EP van het gitaarrock kwartet Seewolf, is in het noorden inmiddels wereldberoemd. De band uit het Noordwesten van  Friesland liet in 2015 een ouderwetse taperecorder verschepen vanuit de Verenigde Staten naar Nederland. Het doel, een authentiek en analoog geluid produceren. U en ik zullen het verschil met een ultramoderne opnamestudio, in eerste instantie wellicht niet horen, maar de heren willen niet anders. Hoe dan ook, het resultaat is van ongekende schoonheid. De
Moonwater EP telt vier nummers, die allen een samenhangende, maar ook een diverse identiteit en referenties hebben. De bindende factor is het weidse geluid van de nummers. Geïnspireerd door de omgeving weer het opgenomen is, in de thuisstudio van zanger-gitarist Dolf Kuiken in Oudebildtdijk (daar waar Nederland zo’n beetje ophoudt en de Waddenzee begint). Gelegen in een lange, kale streek op het Friese platteland: het Bildt. De vergelijkingen met een andere band van het Friese platteland, The Serenes, zijn zeker niet uit de lucht gegrepen. Uitgesponnen gitaarpartijen die ook hier het weidse landschap verbeelden en melancholische melodieën die de schoonheid hiervan vertolken. De EP opent met het Wild Winds, een maarliefst 9 minuten durend epos wat afgelopen jaar werd verkozen tot beste Friese single van 2018. Een nummer dat, zoals elk nummer op de EP zorgvuldig wordt opgebouwd. Zo ook het instrumentale titelnummer, ook goed voor 8 minuten muziek: zo zou Dark Side Of The Moon geklonken hebben, mocht het in 2018 opgenomen zijn, allen de saxofoon ontbreekt. Het nummer The Wild Run daarentegen, had zo uit de catalogus van het Nieuw-Zeelandse kwaliteitslabel Flying Nun kunnen komen. Vernieuwend is de Moonwater EP misschien niet, verrassend des te meer en erg goed! Een debuut EP waar je als band best trots op mag zijn.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.