Wij weten wel echt heel veel over Jaël Jablabla, met de nadruk op blabla. Nog meer waarheden in onze lijstjes uit het:
We luisterden naar: A Naifa, Ceremony en Kathleen Edwards. En gingen naar: Moğollar. En keken naar: One, Two, Three.
A Naifa – Não Se Deitam Comigo Corações Obedientes (cd, Antena Portuguesa)
Als je emotioneel geladen muziek uit Portugal hoort, leg je al snel de link met fado. Muziek die zo melancholisch en universeel is, dat de taal haast overbodig wordt. Het zit in de ziel van de Portugezen ingebakken. De muziek van A Naifa doet er zeker aan denken, maar is -ook naar eigen zeggen- geen fadoband. Het fado-gevoel komt vooral door het prachtig warm melancholische stemgeluid van Maria Antónia Mendes. Voor de rest bestaat de muziek uit sfeervolle elektronica, Portugese gitaar, zware baspartijen en stuwende drums. Je zou ze de de nieuwe generatie fadomakers kunnen noemen, die tegelijk modern, poppy, nostalgisch en uitdagend is. Ze maken drie prachtige albums. In 2009 lijkt het doek te vallen voor het viertal na het overlijden aan de gevolgen van kanker van bassist/toetsenist João Aguardela (1969-2009), één van de oprichters en sleutelfiguren uit de band. Maar ze komen nu na 4 jaar toch met hun vierde album. Naast Maria is alleen nog Luis Varatojo (Portugese gitaar) over van de originele bezetting. Drummer Samuel Palitos en bassiste Sandra Baptista completeren de band nu. Het klinkt nog steeds helemaal als A Naifa, maar er zijn wel wat zaken gewijzigd. Zo klinkt het allemaal veel meer droefgeestig, is het tempo omlaag gegaan en spelen de elektronica een prominente rol. Maar ook de Portugese gitaar en de innemende zang bepalen voor een groot deel het geluid. Nog steeds brengen ze een aan de fado gelieerd geluid voort, met wave, dub en pop elementen. Het is allemaal van een verbluffende schoonheid!
Luister Online:
Não Se Deitam Comigo Corações Obedientes (doorklikken aan de rechterkant voor het volgende nummer)
Ceremony – Zoo (cd, Matador)
Ceremony is natuurlijk een heel bekend nummer van Joy Division, maar ook de naam van diverse groepen. Er bestaan zeker 7 bands die zo heten, waaronder een Nederlandse. Er is ook een Ceremony shoegazeband, die vroeger met leden van A Place To Bury Strangers een andere band deelden. En sinds 2005 is er de hardcore gitaarband uit San Francisco. Die band betreft het nu. Ze hebben hun oude, wilde geluid gedag gezegd en er meer een gestructureerd hard geluid voor terug gegeven. Hierbij hoor je veel duidelijker de invloeden van Joy Division/Warsaw doorschemeren. Alleen dan veel harder. Dat bevalt mij eigenlijk veel beter dan wat ze voorheen deden (dat was goed, maar al zo vaak gedaan). Zoo is een beestachtig lekker album.
Luister Online bij Soundcloud:
Adult
Kathleen Edwards – Voyageur
Goed voorbeeld doet goed volgen. Beyoncé trouwde met Jay-Z, Kathleen Edwards begint wat met Bon Iver. Big stars marrying big stars. In dit geval dan op indiedarling-niveau. Wat was er eerst, de plaat of de relatie? Tegelijk wellicht. Is het schijn, of hebben zangeressen altijd wat met hun huidige 'collaborator'? En is dat dan omdat de man niet wekenlang met een zoetgevooisde zangeres kan werken zonder verliefd op haar te worden, of is het omgekeerd? Echt opvallen doet Bon Iver hier eigenlijk niet, hij speelt voor Daniel Lanois. Zag twee muzikanten broodjes smeren, zeg maar. Bon Iver legt wollige geluidstapijten onder de liedjes van Edwards. Alles klingelt, galmt en zoemt. Hij denkt groot richting Walla's producties voor Death Cab For Cutie. Ik vond de pijnlijke, ademende stilte van Asking For Flowers stukken mooier. Een slechte plaat is Voyageur daarmee niet. De stem blijft ten alle tijde overeind, en de opener Empty Threat (met de bij Edwards gebruikelijke natureingang) is ook raak. In de helft van de tracks werkt het melodrama wél. A Soft Place To Land, bijvoorbeeld. Daartegenover staan helaas misperen als Mint, een nummer dat nog zou worden afgekeurd door Ilse DeLange.
One, Two, Three (Billy Wilder)
Ouderwets leuke klucht van Wilder, op turbo screwball-tempo, en met eenzelfde soort woordspelerige grapjes. Soms hemeltergend flauw, maar 1,2,3 keer met je ogen knipperen en er komt alweer een lolligere wisecrack langs. De setting is ten tijde van de Koude Oorlog gewaagd. De oude James Cagney speelt een Coca Cola-manager in West-Berlijn, en voor het eind van de film zal hij paar keer met het Oosten te maken krijgen, hoezeer zijn baas daar ook op tegen is. 'I wouldn't touch the Russians with a 10 foot pole. And I don't like Poles either!' Cagney is aandoenlijk, al moet de kanttekening worden gemaakt dat hij wel téveel geeft, al vanaf het begin bedoel ik. Hij start op megafoon-volume, en aangezien zijn personage steeds gestresster raakt moet hij maar blijven gáán. Dat wordt wat vermoeiend. Die reflex is wel begrijpelijk, want ook alle bijrollen gaan Bridesmaids-onsubtiel los. Cagney's secretaresse Fräulein Ingeborg bijvoorbeeld, 'met een umlaut'. En die umlaut zit voorop, dat begrijpt u. De echtgenote van Cagney is fantastisch. ('I wonder what working for Pepsi is like'.) Maar de politieke momenten zijn het beste, Cagney krijgt de dochter van zijn baas onder zijn hoede, waarna het kind prompt met een Ossi trouwt. 'Ondergoed is voor de bourgeoisie!' Een paar dagen met die kerel, en ze spreekt in politieke slogans. 'Africa for the Africans!' Maar ook de hielenklikkende Duitsers ('Adolf who?') en de Amerikanen worden in plezierige Bananas-stijl belachelijk gemaakt. ('You mean I've been a capitalist for 3 hours and alréady I owe ten thousand dollars!?' )
Moğollar @ Podium Mozaïek, Amsterdam
Het Rotterdamse optreden werd afgelast, maar een nieuwe datum in Amsterdam, was snel geprikt. Ik ga op zaterdag naar de 'gewone' show (maandag een meer educatieve opzet over de geschiedenis van de Turkse rockscene). We zijn iets te laat, maar bassist Taner Öngür staat nog te roken buiten als we aankomen. Samen met Cahit Berkay (saz, cura saz, yaylı tanbur en gitaar) is hij de originele spil van de band die al sinds 1968 bestaat. Berkay is overigens in Turkije vooral beroemd om zijn filmmuziek en fotomomentjes kan je daar wel vergeten, zijn rookpauze wordt dan ook stevig uitgebuit. Drummer Engin Yörükoğlu is twee jaar geleden overleden maar heeft vervanger Utku Ünal zelf nog uitgekozen en op zang is Emrah Karaca toegetreden, de zoon van de beroemde rocker Cem Karaca. De set is een prima mix van eigen werk door de jaren heen, aangevuld met nummers van Cem Karaca (Namus Belası) en Dağlar, Dağlar van Barış Manço (Moğollar heeft hen ook begeleid destijds). Je vreest altijd een beetje voor de sythesizers bij dit soort bandjes maar toetsenist Serhat Ersöz is smaakvol bezig, meestal met Hammondgeluiden en anders andere analoog aandoende sounds. Bovendien zijn ze nog lang niet uitgeblust en heeft absoluut nog het gevoel van het vroege werk. Het overwegend Turkse publiek, een mix van jong en oud, is in ieder geval ook erg enthousiast. Voor de minderheid die het Turks niet machtig is zijn de praatjes tussendoor wat overbodig wellicht, maar ik had gelukkig een tolk bij me. Een enkel woordje Engels uit de mond van Berkay als antwoord op een kreet van zijn mattie Ashmedi van Melechesh, daar moeten we het mee doen. Het mag de pret niet drukken, maar pas helemaal aan het eind springen er mensen de dansvloer op.