Het schaduwkabinet: week 14 – 2023

Als je ze niet op een rijtje hebt, kan je het maar beter op een rijtje zetten, zoals in het lijstje uit het:

SCHADUWKABINET

Ik luisterde naar:
– ASSASSUN / – Leonard Donat,
– Babymetal
– Shana Cleveland,
– The Declining Winter
– Douglas Firs,
– Les Dunes,
– Edredon Sensible,
– Exit Electronics,
– Fiesta Alba
– Haarvöl,
– Indalaska,
– Rafał Kołacki
– Masayoshi Miyasaki,
– Mudhoney,
– Sainkho Namtchylak,
– Pam Risourié,
– Jana Vébrová,
– Voices Of The Cosmos
– Wednesday en
– Xiu Xiu.


 

Jan Willem

ASSASSUN – Chronic Quicksand Depression Morning (cd, Blackjack Illuminist Records)
Leonard Donat – Tremors Today (cd, Blackjack Illuminist Records)
Als je gewoon een baan hebt en denkt wat je met de overige uren gaat doen, dan is het maken van muziek in legio bands en meerdere releases per jaar uitbrengen de meest logische keuze, toch? Dat is in elk geval wat de Duitse Blackjack Illuminist Records labelbaas en multi-instrumentalist Alexander Leonard Donat nu al jaren doet. Zijn hoofdproject is wellicht Vlimmer, maar ook onder zijn eigen naam en met Distance Dealer, Feverdreamt, Fir Cone Children, Flight Recorder, Infravoids, Jet Pilot, Leonard Las Vegas en WHOLE vindt hij weer andere uitlaatkleppen, waarbij kwantiteit aan kwaliteit gekoppeld wordt. Hieruit ontsnappen wel dikwijls donkere luchten, al maakt hij ook speelse indie. In de meer duistere categorie is vorig jaar ASSASSUN erbij gekomen, waarvan de The World I Will Leave EP en het langspeeldebuut Sunset Skull zijn verschenen, ja plus 4 releases van Vlimmer en 1 van Fir Cone Children. Dit jaar staat de teller pas op één, met een single van Vlimmer. Of staat, stond! Inmiddels komen daar weer twee albums bij.
De nieuwe van ASSASSUN bijvoorbeeld, die Chronic Quicksand Depression Morning heet en wel aansluit op de vorige twee. Dat wil zeggen dat hij een lekker donkere dwarsdoorsnede laat horen van wat je in de jaren 80 op de alternatieve dansvloeren kon vinden. Hij smeedt lassen tussen genres als EBM, industrial, noise, post-punk, darkwave, gothic, synthpop en tevens funk. Donat denkt nooit binnen hokjes en kleurt zelden binnen de lijntjes hier. Dat levert verrassende combinaties en wendingen op, wat maakt dat het een uiterst spannend geheel is geworden. Hij zingt daarbij, al dan niet op futuristische wijze vervormd, op pakkende wijze in perfect Engels. Bij dit alles moet je aan caleidoscopische hybride denken van O.M.D., Nitzer Ebb, Skinny Puppy, The Cure, Depeche Mode, Boy Harsher, :wumpscut: en Wire. Maar wellicht hoor je ook wel wat anders uit zijn zwart geschilderde jukebox, die 11 tracks van samen een goede 42 bevat. Hij laat, zeker de meer melancholisch gestemde onder ons ouderwets genieten.
Van deze muzikale duizendpoot is in 2017 als Leonard Donat het album Deer Traps verschenen. Hierop liet hij een mysterieuze, melancholische en meeslepende mix van dark ambient, drones, glitch, veldopnames, neoklassiek en softnoise horen. Na zo’n zes jaar ziet dan eindelijk Tremors Today het licht. Op z’n debuut opereerde hij nog op de grens tussen stad en natuur, met mistige en knetterende sluiers over geluste klassieke instrumenten. Deze opvolger is veeleer een soort soundtrack voor de Apocalyps geworden. Dit heeft alles het de rijzende zee niveau en de gevolgen daarvan door alle klimaatveranderingen. Het is derhalve ook niet verwonderlijk dat dit album een stuk donkerder klinkt; of maak daar gerust een heel stuk donkerder van. De korte opener van een minuut is een soort stilte voor de storm, maar in de tweede, 15 minuten durende track Washing Over is het alsof er een gitzwarte, allesvernietigende vloedgolf over alles heen klettert. Je hoort diepe, zware drones, gruizige noise en ontstemde piano’s, waardoor het allemaal nog meer unheimisch klinkt, om maar eens een mooi Nederlands woord te gebruiken. Donat stort een bij de strot grijpende golf aan geluid over je heen, waarin toch veel details te horen zijn. De derde track Level Up, die zo’n 3,5 minuut langs is, beschrijft het moment van de dag na de ramp. Alles is kapot, her en der stort er nog wat in, overal druppelt en knettert het en heerst er een onwerkelijke, machteloze sfeer. Het album besluit met het maar liefst 20 minuten durende Resident Sea, die je op desolate wijze meevoert in de allerlaatste nacht. Het is grimmig, angstaanjagend en tevens een noodkreet om dit scenario niet te hoeven doorlopen. De muziek roept associaties op met die van Thomas Köner, In Slaughter Natives, David Kristian, Sunn O))), MGR en door de bevreemdende atmosfeer, in met name de meer rustige stukken, ook wel The Caretaker. Hopelijk maken we het einde der tijden niet mee, maar de prachtige soundtrack ligt al klaar.

 

Babymetal – The Other One (cd, Babymetal Records/ Amuse Inc.)
Het was een geweldig concept in 2010 dat Japanse Babymetal met hun Hun kawaii metal, een legering van metal en j-pop waarbij een paar schattige J-Pop meisjes zich inlaten met death metal. En naarmate deze dames ouder worden, blijft het smullen van het contrast tussen zang en muziek. De afgelopen jaren zijn er vooral veel live albums verschenen, maar nu is na zo’n vier jaar er weer eens een studioalbum, wat ook een mooie pauze is tussen de albums. The Other One zoals deze vierde heet, bestaat los van de metalband net als op hun vorige uit het duo Su-metal (Suzuka Nakamoto) en Moametal (Moa Kikuchi), al schijnt er weer een derde zangeres te komen. Voor de rest zijn er niet veel aardverschuivingen, zeker als je het volume niet al te hoog zet. Ze hebben wat meer house beats toegevoegd en de dames, want dat zijn ze inmiddels, zingen misschien wat volwassener en vaker in het Engels. Oké, een kleine verschuiving dan. Het weet me te grijpen en tovert dikwijls een glimlach op mijn gezicht; ook dat is wat waard. Maar de kenner weet genoeg!

 

Shana Cleveland – Manzanita (cd, Hardly Art)
De Amerikaanse zangeres/gitariste Shana Cleveland draait al een behoorlijke tijd mee in de muziek, zij het op bescheiden wijze. Maar wie haar muziek gehoord heeft, weet dat het immer fraaie pareltjes oplevert. Zo heeft ze van 2009 tot 2013 deel uitgemaakt van de psychedelische The Curious Mystery en houdt ze er vanaf 2012 de indierock/surf band La Luz op na. Dat weerhoudt haar er niet van om ook onder haar eigen naam in 2019 het album Night Of The Worm Moon op te nemen. Ze heeft overigens ook in 2011 als Shana Cleveland & The Sandcastles een cassette uitgebracht, dat 4 jaar later heruitgegeven werd op cd en lp. Nu is er het nieuwe soloalbum Manzanita, waar Shana (zang, gitaar) vergezeld wordt door deels Sandcastles en La Luz leden Johnny Goss (bas), Olie Eshleman (pedal steel, gitaar), Will Sprot (synthesizer, piano, orgel, dulcimer, klokkenspel, klavecimbel) en bandlid Abbey Blackwell (contrabas). Ze brengt hierop haar pastorale folk, met de nodige psychedelische invloeden. De Afro-futuristische visionair Sun Ra is één van haar idolen, al denk ik dat menig 70-er jaren artiest daar ook toe behoort. De muziek is behoorlijk mysterieus en heeft ook iets tijdloos, hetgeen mooi aansluit bij haar bitterzoete, sepiakleurige zang. De melancholie sijpelt fijn door alles heen en haar composities zijn sterker dan ooit. Je moet denken aan een kruisbestuiving van Sodastream, Sybille Baier, Kendra Smith, Nick Drake, Karen Dalton, Mega Bog en ook wel La Luz. Shana levert hier een heerlijk rootsy, roestig en bovenal rustgevend prachtalbum af. Niet voor niets dus is de manzanita boom een evergreen.

 

The Declining Winter – Really Early, Really Late (cd, Home Assembly Music)
Het doet nog altijd een beetje zeer dat de invloedrijke en vooral steengoede Britse band Hood vanaf 2006 ermee gestopt is of “on hiatus” zoals ze zelf zeggen. Na hun oprichting in 1991 is er menig subliem post-rock album met folk en IDM invloeden van hen verschenen, maar na 13 jaar was het gedaan. Eerlijk is eerlijk, ze hebben het ruimschoots weten te compenseren met vele projecten van de diverse leden, als Memory Drawings, The Boats, The Remote Viewer, The Sea, The Seaman And The Tattered Sail, On Fell, Rock, Great Panoptique Winter en The Declining Winter. Die laatstgenoemde is het sinds 2007 één van de nieuwe uitlaatkleppen van Richard Adams, waarmee hij inmiddels al een aardige discografie aan het opbouwen is en sfeervolle post-rock maakt waar Hood helemaal niet ver uit de buurt is. Overigens is The Declining Winter inmiddels gewoon een band geworden. Zo werken aan het nieuwe album Really Early, Really Late 12 muzikanten mee, waaronder violiste Sarah Kemp (Brave Timbers, Memory Drawings, Last Harbour, Lanterns On The Lake), zangeres Julie Bisset, cellist Peter Hollo (Memory Drawings, Tangents), Gareth S Brown (Memory Drawings, Hood Canvas), Benjamin Holton (Epic45, My Autumn Empire) en Martin Cummings (Northener). Ze brengen in 57 minuten 9 mistige tracks ten gehore, die tussen pastorale pop, songgerichte post-rock en altfolk in zitten. Dat larderen ze her en der ook met ambient en shoegaze. Alles wordt voorzien van een dikke laag melancholisch vernis, zodat de songs helemaal mooi uit de verf komen. Het is voer voor de liefhebbers van Hood, maar ook voor die van Piano Magic, Talk Talk, July Skies, Epic45, Tarwater en Slowdive.Het is een muziek waar de lente net in doorbreekt en je kan genieten van alle subtiele, ontluikende schoonheid.

 

Douglas Firs – Church Spires And Headstones (cd, Trace Recordings)
Douglas Firs, niet te verwarren met de gelijknamige Gentse groep, de Britse punkband of het akoestische duo uit datzelfde land, is geen persoon maar een samenwerkingsverband tussen de Britse muzikanten Alex Monk en Mark Beazley. Die laatste is waarschijnlijk het meest bekend van zijn geweldige project Rothko, al is hij ook te horen geweest in Low Bias, Rome Pays Off, Tetherdown, Signals, Strings Of Conciousness en Band Of Holy Joy. Daarnaast runt hij ook het innovatieve label Trace Recordings. Beide muzikanten hebben in 2013 al opnames gemaakt, maar zijn door diverse redenen op de plank blijven liggen. Inmiddels zijn de opnames herwerkt, geremixt en anderzijds liefdevol behandeld. Daar is het album Church Spires And Headstones voortgekomen, dat 5 nummers lang en 31 minuten breed is. Alex brengt hier akoestische en elektrische gitaar, keyboards en zang, terwijl Mark bas, elektrische gitaar en keyboards in de strijd werpt. Ze maken eigenlijk een soort akoestisch gestuurde ambient, waarbij het accent soms meer de folk kant opgaat en op andere momenten meer de drone en elektronische kant opgaat. Maar meestal is het een fraaie combinatie van verschillende genres, die telkens tot de verbeelding weten te spreken. De nummers kennen een behoorlijke diepgang, doordat ze op gelaagde wijze zijn opgebouwd. Hierdoor weten ze je ook mee te slepen en betoveren. De associaties lopen daarbij uiteen van Robin Guthrie, Dif Juz, Boduf Songs en Roy Montgomery tot Labradford en ook Rothko. Het is van een onbeschrijflijk bezinnende pracht wat die twee hier brengen.

 

Les Dunes – Les Dunes (cd, Kapitän Platte/ Apollon Records / Sonic Rendevous / Creative Eclipse PR)
Les Dunes is een nieuw trio uit Noorwegen, waarbij de leden bepaald geen groentjes zijn. Bassist Per Steinar Lie is bijvoorbeeld te vinden geweest in The Low Frequency In Stereo, Lumen Drones, Twigs, Undergrünnen en, Action & Tension & SpaceGitarist, terwijl drummer Morten Jackman al meedeed bij Wunderkammer, Helldorado, Jackman, Im Nebel, The Colors Turned Red en The Tramps. Alleen gitarist Per Andreas Haftorsen kan ik nergens op betrappen. Hoe dan ook maken ze hier op hun gelijknamige debuut 8 instrumentale songs, die samen bijna 42 minuten duren. Ze bouwen hun songs zorgvuldig op en weten enorme spanningsbogen te creëren, waarbij je steeds denkt dat het tot een uitbarsting zal komen. Dat gebeurt niet, maar dat maakt het juist extra meeslepend. De hoofdmoot van de muziek bestaat uit post-rock à la Explosions In The Sky en de rustige kant van We Made God, maar dat combineren ze met de sfeervolle, landerige indie rock van Red House Painters, de slowcore van Codeine en de gitaarambient van Yellow6. Het levert melancholische, dromerige, tot de verbeelding sprekende en gewoonweg heerlijk contemplatieve muziek op. Ondanks het rustieke karakter is het een spannend album, waarmee ze je stevig in de houdgreep weten te nemen. Een waar droomdebuut!

 

Edredon Sensible – Montagne Explosion (cd, Edredon Sensible / L’Autre Distribution / Creative Eclipse PR)
Edredon Sensible is een instrumentaal kwartet, dat op hun vorige album Vloute Panthere (2021) een bonte mix liet horen van free jazz, Afro-Cubaanse jazz en Afrobeats, waarbij je maar moeilijk stil kon blijven zitten. Nu brengen ze in eigen beheer hun volgende album Montagne Explosion uit. De groep bestaat uit Tristan Charles-Alfred (baritonsaxofoon), Antoine Perdriolle (drums, percussie), Mathias Bayle (drums, percussie) en Jean Lacarrière (tenorsaxofoon). Blazen en beuken is het motto. Daarmee weten ze heel knap een meeslepend en buitengemeen explosief geluid mee te produceren. Ze zetten met de saxofoons veelal repetitieve geluiden in, een soort geblazen loops. De percussie instrumenten maken met de strakke polyritmische klanken het helemaal tot een waar spektakel. Op een enkele schreeuw na is het weer instrumentaal, behalve in “Quand Lo Pastour Bai Amouda” waar ze 4 zangeressen hebben uitgenodigd. Dit is meteen ook het enige en heel fraaie rustpunt op het album. Voor de rest stomen ze heerlijk door met hun dynamische blend van jazz, freejazz, trance en experimenten, die ze doorspekken met elementen vanuit de hele wereld. Ik kan zeggen dat je er elementen van Sons Of Kemet, Už Jsme Doma of Colin Stetson in terug hoort, maar deze groep heeft echt een eigen sound. Een overtuigend album vol innovatieve kracht en doorwrochte pracht.

 

Exit Electronics – Learn The Hard Way (cd, Zoharum)
Justin Karl Michael Broadrick, zo luidt de naam van deze Engelse muzikale gigant voluit, die meestal als Justin K Broadrick wordt geduid. Hoewel hij vermoedelijk het meest bekend is van de formatie Godflesh, heeft hij aan zo ontiegelijk veel goede bands en projecten meegedaan. Om maar eens een greep te doen: Head Of David, Napalm Death, Final, God, The Curse Of The Golden Vampire, Techno Animal, Ice, The Blood Of Heroes, Jesu en ga zo maar door. De samenwerkingsverbanden met diverse artiesten apart heb ik dan nog achterwege gelaten. Nee, er staat geen maat op deze man. Tijd voor een nieuw project? Natuurlijk! Hij opereert nu op het album Learn The Hard Way onder de naam Exit Electronics. Een naam die doet vermoeden dat de elektronica niet aanwezig zijn, maar het tegendeel is waar. Met rauwe elektronische noise, IDM, dub en industriële technobeats schept hij zijn composities, die zich als een dieseltrein in een file verplaatsen. Ik moet daarbij denken aan acts als Phylr, Christoph De Babalon, Locust, Scorn, Prurient en Pan Sonic. Zelf omschrijft hij de muziek subtiel als RAW / PRIMAL / FUCKED / INDUSTRIAL / FILTHSTEP / OVERLOAD, dat u het maar weet. Broadrick heeft met zijn vroegere bands eveneens op imponerende wijze slepend en massief geluid geproduceerd en doet dat hier wederom, zij het met complete andere ingrediënten.

 

Fiesta Alba – Fiesta Alba (mcd, Neontoaster Multimedia Dept. / Peyote Press)
Fiesta Alba is een nieuw collectief en hoogstwaarschijnlijk afkomstig uit Italië. De leden luisteren naar de namen Octagon (compositie, gitaren), Dos Caras (producer, digitaal/synthetische sound), Fishman (bas) en Pyerroth (drums). Op hun gelijknamige mini brengen ze in zo’n 19 minuten 5 tracks, waarbij ze mogen rekenen op vier gastzangers. Hun muziek zou je kunnen categoriseren onder art rock, al zitten er ook math rock en elektronische punk elementen doorheen. Het stuitert lekker alle kanten op en er gebeurt heel veel per vierkante seconde. De ene keer schuiven ze meer de rockkant op en een moment later weer de elektronische kant. Ook qua referenties gaat het heen en weer, waardoor je moet denken aan een steeds van smaak wisselende cocktail van Primus, Battles, Talking Head, Steve Reich, Happy Mondays en Fela Kuti. Ze leveren met dit kleinood een geweldig visitekaartje af!

 

Haarvöl – Seeking The Intimacy Of Silence (cd, Moving Furniture Records)
De in 2014 opgerichte Portugese groep bestaat tegenwoordig uit Fernando José Pereira, João Faria en visueel kunstenaar Rui Manuel Vieira. Ze brengen ondanks deze bezetting doorgaans uiterst ingetogen, maar heel rijk doch subtiel gedetailleerde muziek, die hoofdzakelijk abstract en drone-georiënteerd is. Daarbinnen weten ze iedere keer weer variaties aan te brengen. Als geen ander spelen ze met klankkleur, volume en tijd. De tijd is ook hetgeen hun nieuwe album Seeking The Intimacy Of Silence heeft gevormd. En dan wel de tijd dat we in een verplichte lockdown moesten door COVID-19. Zoals ze zelf stellen heeft de pandemie een griezelige stilte gebracht, die opgelegd werd en kunstmatig was. Dat bracht ook isolement met zich mee, hetgeen een weerslag heeft gehad op iedereen. Daarom wil de groep nu ook de intimiteit van stilte aanpakken, maar dan vanuit de volledige vrijheid; een essentieel verschil. Ze halen met die stilte ook John Cage aan, maar dat is niet helemaal terecht aangezien die wilde benadrukken dat als je achter een piano zit je in feite al muziek maakt. Het ging hem niet om de stilte. Maar goed, ik begrijp de intentie. Haarvöl laat in een krappe 48 minuten stilletjes 7 nummers de revue passeren, die inderdaad redelijk verstild zijn. Op ingetogen wijze brengen ze een mix van dark ambient, drones, abstracte elektronica en neoklassiek. Ze mogen daarbij rekenen op de steun van Martijn Comes (gitaar) en Xoán-Xil López (celllo). Het is zo knap hoe ze droefgeestigheid, eenzaamheid en die nieuw verworven vrijheid met een bevreemdend randje zachtjes en op menselijke, indringende wijze weten aan te vliegen met al die elektronica. Dat levert een ingetogen, zinnenstrelende prachtalbum op. Ik roep dit denk ik bij elk album van hen, maar dit is echt hun beste tot nu toe!

 

Indalaska – Musique Les Sables (cd, Zoharum)
De Franse tweelingbroers Frédéric en Olivier Charlot doorlopen nogal wat muzikale projecten, maar telkens succesvol en onderscheidend. Ik leer ze kennen via de geweldige postrockband Bathyscaphe, maar dat verruilen ze na twee albums voor hun langlopende experimentele project Maninkari. Verder houden ze er het synthwave-achtige Sphyxion en het drone en dark ambient gerichte Indalaska op na, dat als Frédéric dit solo aanvliegt ook wel Alaska heet. Na een paar releases, waarvan één met Alio Die, is Indalaska nu terug met Musique Les Sables (muziek van het zand). Hierop laten ze in ruim 34 minuten 4 nieuwe tracks op je los, die uiterst mysterieus van aard zijn. De broers zijn multi-instrumentalisten en ik meen naast de diverse elektronica ook strijk-, blaas- en snaarinstrumenten (viool, hakkebord, ney) te ontwaren. Deze zorgen dat de combinaties van prettig onderkoelde ambient en drones van enige warmte en glans worden voorzien. Met Oosterse geluiden/instrumenten weten ze de geheimzinnige sfeer extra te accentueren. Het is muziek die je volledig weet te narcotiseren en meeneemt naar een droomwereld vol aan de grond nagelende pracht.

 

Rafał Kołacki – Mektoub (cd, Zoharum)
De Poolse muzikant Rafał Kołacki is al minstens zo van invloed op de undergroundmuziek van zijn land als de (onderstaande) heren van Voices Of The Cosmos. Zo maakt(e) hij deel uit van Hati, P.H.A.S.T.I., Grobbing Thristle, Mammoth Ulthana, Molok Mun, Innercity Ensemble en Orrient Potockiego Project, waarmee hij menig album heeft gemaakt. Daarnaast heeft hij ook al een aantal soloalbums op zijn naam staan, waarop hij veelvuldig werkt met veldopnames naast experimentele muziek en drones. Hierbij toont hij vaak zijn wereldse interesse en wijdt er hele albums aan. Japan, Ethiopië, India, Turkije en meer zijn allemaal wel eens de revue gepasseerd, waarbij hij veldopnames uit die landen in zijn muziek verwerkt. Daar sluit zijn nieuwste album Mektoub, hetgeen Arabisch is voor “geschreven”, wel op aan. Het is één lang stuk van ruim 43 minuten geworden, waarbij hij zijn muzikale ervaringen combineerde om een buitengewoon hoorspel te creëren op basis van dronemuziek, veldopnames en korte tekstfragmenten van Paul Bowles. De subtitel luidt dan ook “1001 nocy Paula Bowlesa” , ofwel “1001 nachten van Paul Bowles”. Deze markante schrijver, dichter, componist en bovenal reiziger is een icoon van het individualisme geworden. De oppervlakkigheid van de westerse mens en het daaruit voorkomende onvermogen om overeind te blijven als zijn vertrouwde omgeving wegvalt behoort tot één van zijn hoofdthema’s. Bowles zelf heeft in zijn leven eigenlijk nooit ergens bij gehoord. Dit alles is een inspiratiebron geweest voor Kołacki om dit album op te nemen. Je hoort veldopnames uit Tanger, zoals de straatgeluiden, de markt en de biddende muezzins, die hij heeft vervlochten met drones en andere geluiden plus enkele zinnen van Bowles. Het is van een poëtische pracht en maakt dit tot een intrigerend album. Wandelen in een Marokkaanse stad en bazar, maar met een volledig surrealistische ondergrond. Buitengemeen sterk gedaan!

 

Masayoshi Miyazaki – China Life (2cd, Flaming Pines)
De Japanse muzikant Masayosshi Miyazaki, die eerder te vinden is in de groepen Kamifukuoka en Yuco, verkent op zijn soloalbum China Life de hoogte- en dieptepunten van zijn vijf jaar in China. Niet heel verwonderlijk staat de pandemie en de daarmee samengaande reisbeperkingen centraal. Terwijl hij in China moest blijven werd zijn zoon in Japan geboren, maar de hereniging liet door alle restricties op zich wachten. Dus toen werd de muziek zijn nieuwe toevluchtsoord en troost. Hij heeft 20 tracks gecreëerd, uitgesmeerd over twee schijven. Op de eerste schijf, die een kleine 38 minuten lang is, brengt hij 10 heerlijk droefgeestige tracks die ergens tussen ambient, pianomuziek en drones uitkomen en waarbij je soms serene stemklanken hoort. Op rustieke wijze neemt hij je even weg uit de realiteit, waarbij hij dikwijls een bevreemdende sfeer weet neer te zetten; passend bij de lockdown. Door de vele laagjes krijgt de muziek een enorme diepgang. De tweede schijf van zo’n 37 minuten had er op zich wel bijgepast, maar deze is qua geluid net anders. Wel staan er vergelijkbare nummers op, maar het is allemaal wat grimmiger, donkerder en de weemoed lijkt te zijn toegenomen. Ook de piano en veldopnames zijn prominenter aanwezig. Qua uitwerking is het niet anders, want ook hier word je even uit het hier en nu genomen. De mastering van het album was in handen van Simon Scott (Slowdive). Alles bij elkaar heeft het een wonderschoon en meeslepend album opgeleverd.

 

Mudhoney – Plastic Eternity (cd, Sub Pop / Konkurrent)
Dit jaar bestaat Mudhoney alweer 35 jaar. De alternatieve rockpioniers uit Seattle spelen op één bandlid na ook al lang met dezelfde leden. Ze weten dikwijls de vinger te leggen op alle misstanden in de westerse wereld en combineren dat veelal met grappige teksten. Los daarvan is hun rocksound met een lekkere psychedelische inslag er één die tot voorbeeld voor andere rockbands dient en heeft gediend. Mark Arm (zang, gitaar), Steve Turner (gitaar, zang), Dan Peters (drums, percussie, gitaar, zang) en Guy Maddison (bas, synthesizer) laten nu hun elfde studioalbum Plastic Eternity het licht zien. Daarop krijgen ze nog hulp van Johnny Sangster (orgel, gitaar, zang). En wie denkt dat er enige sleet op hun geluid zit, moet dit nieuwe album maar eens gauw opzetten. In een redelijk rap tempo komen er 13 krachtige rocksongs voorbij, die weer gaan over alles wat de mensheid verkeerd doet. Dat gaat van de vervuiling van de aarde en het slikken van ontwormmiddel voor paarden tegen COVID tot het feit dat de Apocalyps dommer is dan iemand had kunnen voorspellen. Humor zal altijd een onderdeel van hun muziek blijven en dat is maar goed ook, want niets werkt meer relativerend dan dat. Ook met hun punkattitude is nog niks mis en ze komen stekelig en bijtend uit de hoek. Omdat het jongste bandlid Maddison naar Australië wil verhuizen hebben ze het album vrij vlot opgenomen, wat bijdraagt aan de ongepolijste, spontane sound. Mudhoney levert gewoon hun zoveelste ijzersterke album af en kan zo nog jaren mee. Klasbakken zijn het!

 

Sainkho Namtchylak – Where Water Meets Water: Bird Songs & Lullabies (cd Ponderosa Music / Xango Music Distribution)
De inmiddels 66-jarige Tuvaanse zangeres/stemkunstenares Sainkho Namtchylak, dikwijls ook enkel onder haar voornaam opererend, denkt volgens mij nog lang niet aan haar pensioen. En dat is voor de muziekwereld alleen maar goed nieuws; lekker rentenieren op haar muziek. Sainkho heeft een rijke historie in de muziek, die voor mij begon met het door wijlen held Hector Zazou geproduceerde album Out Of Tuva (1993), wat nog altijd een dikke aanrader is. Naast traditionele muziek maakt ze ook meer geïmproviseerde tot uiterst extreme experimentele en jazz muziek. Deze veelzijdige zangeres is een toonbeeld voor menig muzikant. Door de jaren heen werkt ze ook samen met uiteenlopende artiesten als Tinariwen, Moscow Composers Orchestra, Evan Parker, Irene Becker, Ned Rothenberg, Djivan Gasparian, Nick Sudnick, Huun-Huur-Tu en ga zo maar door. Ik hoor haar het liefst in de meer traditionele setting, al kan ik de rest ook zeker waarderen. Op haar nieuwe album Where Water Meets Water: Bird Songs & Lullabies brengt ze eigenlijk een soort mix van haar werken, dus zowel met traditionele als meer experimentele invloeden. Ze beheerst qua talen het Tuvaans, Duits, Russisch en Engels, maar verkiest hier het fonetische zingen, dat ze zelf de “taal van de natuur” noemt. Haar muziek is een verweven mix van traditie en innovatie, die put uit de landen waarmee ze zich verbonden voelt. Het levert een fascinerend, organisch en wonderschoon album op, dat grenzen doet vervagen. Ja wijsheid komt met de jaren en tijdloze schoonheid ook!

 

Pam Risourié – Days Of Distortion (cd, Stellar Frequencies/ Icy Cold/ Araki/ Pyrrhic Victory Recordings/ Hidden Bay)
Doe maar een label of wat! In elk geval en veel belangrijker natuurlijk, is dat het volwaardige debuut Days Of Distortion van de in 2019 te Parijs opgerichte groep Pam Risourié er nu gewoon is. Eerder hebben ze al een paar veelbelovende mini’s het licht laten zien. Dit vijfkoppige collectief heeft een geluid in huis, dat doet denken aan Britse of Amerikaanse indiepop, droompop, post-punk noise en shoegaze bands. Met de beruchte Franse slag weten zij dat hier tot een positief resultaat te brengen. Ze brengen heerlijk dromerige, licht droefgeestige muziek voorzien van een psychedelisch vernis en ijle maar pakkende zang. Ze gaan enerzijds richting bands als Slowdive en Lush en anderzijds Sonic Youth, Warpaint en True Widow. Het mooie van deze groep is dat ze met enige regelmaat behoorlijk lange tracks brengen, waarin ze echt een hele fraaie opbouw laten horen en zich weten te onderscheiden van hun voorbeelden.

 

Jana Vébrová – Kameny Ze Dna (cd, Indies Scope / Xango Music Distribution)
Tot mijn verbazing maar ook grote vreugde is daar plotseling een nieuw album van de Tsjechische zangeres Jana Vébrová. Ik heb haar debuut Kykyrý uit 2007 besproken en gezegd dat ze een naam is om in de smiezen te houden. Sindsdien is er echter niets meer verschenen en is ze enkel nog een keer te gast bij haar landgenoten Květy. Nu is er dan eindelijk een nieuw album, te weten Kameny Ze Dna, hetgeen “stenen van de bodem” betekent. Net als op haar eerste album begeleidt ze haar sterke, emotioneel geladen zang met accordeon en daarnaast harmonium en piano. Ze krijgt daarbij steun van maar liefst zeven muzikanten op viool, altviool, drums, percussie, draailier, hakkebord, synthesizer, trombone, contrabas, accordeon en piano. Jana heeft er 14 nummers van samen bijna drie kwartier van gefabriceerd, die tussen Tsjechische folk, jazz en neoklassiek uitkomen. Dat heeft ze lekker ondergedompeld in een melancholisch bad, waardoor de songs al snel onder je huid weten te kruipen. Qua referenties moet je denken aan een mix van Iva Bittová, Radůza, Jarret en Tara Fuki. En mocht je dat niks zeggen, dan kan ik je van harte aanbevelen om via onderstaande link dit album te beluisteren. Jana Vébrová heeft namelijk een heel mooi, diepgravend en dikwijls ontroerend nieuw album afgeleverd. Hopelijk komt het vervolg iets sneller dan deze.

 

Voices Of The Cosmos – Deep Fields (cd, Zoharum)
Eerder dit jaar heeft de Poolse muzikant Rafał Iwański al een soloalbum uitgebracht, maar hij is actief (geweest) in legio projecten als Hati, Innercity Ensemble, Alameda 5, Kapital, P.H.A.S.T.I. en PRSZR en solo ook als X-NAVI:ET. Met Wojciech Zięba houdt hij er tevens al jaren het project Voices Of The Cosmos op na. Wojciech Zięba heeft op zijn beurt deel uitgemaakt van Krepulec, Waterfall en de soloprojecten Electric Uranus en Infamis. Beide heren drukken een aardige stempel op de Poolse underground en tevens in uiteenlopende genres. Het duo Voices Of Wonder werkt tevens samen met astronoom Sebastian Soberski, de manager van het Planetarium en Astronomisch Observatorium te Grudziądz en radio astronoom aan het Instituut voor Astronomie van de Nicolaus Copernicus Universiteit te Torún. De drie samen combineren al sinds 2011 de astronomie met elektro-akoestische muziek, waarbij ze als basis voor hun composities originele buitenaardse signalen en geluiden gebruiken, die worden ontvangen door radiotelescopen en andere radioapparatuur. Ze hebben de afgelopen jaren ook door Polen getoerd, waarin kwesties voorbij kwamen met betrekking tot de ruimte, radioastronomie en de nieuwste astronomische ontdekkingen, het geven van een reeks mini-lezingen en concerten in verschillende culturele en wetenschappelijke instellingen. Uit uren live materiaal hebben ze nu Deep Fields samengesteld. Hiermee gaan ze in dit 550ste geboortejaar van Nicolaus Copernicus nog meer activiteiten ontplooien. Op dit nieuwe album vind je 9 experimentele stukken, die ook echt behoorlijk buitenaards aandoen. De combinatie van elektronica, ambient en de uit de ruimte afkomstige geluiden levert een behoorlijk psychedelisch en wonderlijk geheel op. Er ontstaat een soort spannende, mysterieuze nieuwe werkelijkheid. Denk aan een hybride van Steve Roach, Vidna Obmana, S.E.T.I., Mirt en Netherworld. Het levert zoals altijd bij hen biologerende en onaards mooie muziek op. Dat moet voor het publiek een heel bijzondere ervaring zijn geweest.

 

Wednesday – Rat Saw God (cd, Dead Oceans / Konkurrent)
Wednesday is een Amerikaanse groep die in 2017 van start is gegaan, toen nog als singer-songwritersproject van zangeres/gitarist Karly Hartzman. Al snel groeit het uit tot een heuse band en na twee albums en wat mini’s komt de groep nu met het derde album Rat Saw God, waarbij de titel omdraaien het er niet beter op maakt. Deze is ontleend aan het bijna gelijknamige boek (rats) van Rob Thomas uit 1996. Naast Karly zijn het gitarist Jake Lenderman, lapsteelspeler Xandy Chelmis, bassist Marco Schultz en drummer Alan Miller die het vijftal compleet maken. Ze gaan meteen hard van start met iets dat het midden houdt tussen alternatieve rock, noise en shoegaze à la My Bloody Valentine, waarbij Hartzman zingt met haar getormenteerde doch pakkende stem. Overigens kan ze ook uithalen zoals Kat Bjelland of Julie Christmas, maar houdt het dikwijls heel klein en breekbaar. Later mengt de groep ook altcountry door hun geluid. Ze brengen echt heel veel, maar het past wel allemaal bij elkaar. Dus kijk niet vreemd op als je fragmenten van Pavement, Sonic Youth, PJ Harvey, Lambchop, Big Thief, Deerhunter of Soccer Mommy meent te horen. Het is een meer dan overtuigend album geworden, al heb ik het idee heb dat er een nog grootser album in het vat zit.

 

Xiu Xiu – Ignore Grief (cd, Polyvinyl )
Is horror gewoon onderdeel van het dagelijks leven, maar weten we dit meestal goed te maskeren? Het lijkt erop dat Xiu Xiu hierop antwoord gaat geven. Al sinds 2001 brengt dit langlopende project van Jamie Stewart muziek, die je niet in de koude kleren gaat zitten. Nooit met de bewuste intentie om je te choqueren, maar vanuit een intrinsieke motivatie en met oprechte gevoelens. Daaruit komen dan steeds andere mixen van avant-garde, noise, experimentele muziek en pop met altijd die heerlijk ontstemde zang; dikwijls toegankelijk, maar ook en steeds vaker minder doorwaadbaar en mede daardoor nog fascinerender.
Jamie, begonnen in Ibopa en Ten In The Swear Jar, is door de jaren heen te vinden geweest in de groepen Former Ghosts (met Zola Jesus), Teen Plaque (met Tim The Mute), Blue Water White Death (met Jonathan Meiburg), Hexa (met Lawrence English), 7 Year Rabbit Cycle (met Ches Smith, Rob Fisk, Miya Osaki) en XXL (met de band Larsen). Verder heeft hij samengewerkt met Eugene S. Robinson, Grouper, Carla Bozulich, Devendra Banhart, Chad VanGaalen, Father Murphy, John Dieterich (Deerhoof), Merzbow en Charlemagne Palestine. Het heeft hem allemaal gevormd.
Nu is Xiu Xiu terug met Ignore Grief, waarbij de groep naast Jamie Stewart (zang, fluit, synthesizer, harmonium, percussie, gevonden voorwerpen), Angela Seo (zang, piano, gongs, mixer, percussie) en voormalige Devo-lid David Kendrick (percussie, drums). Volgens de beschrijving is het een album vol helften geworden: de helft van het album zingt Angela Seo en de andere helft Jamie Stewart, de helft van de nummers is experimenteel industrieel en de andere helft van de nummers is experimenteel modern klassiek en de helft is echt en de andere helft ervan is denkbeeldig. Met dat laatste bedoelen ze dat bepaalde songs gaan over nare zaken die vijf mensen waarmee de band een coonectie heeft werkelijk beleeft heb en andere songs gebaseerd zijn op het oude “teenage tragedy”, dat ze op abstracte wijze verkennen. Als je de muziek hoort heb je overigens ook het gevoel tussen fictie of droom en werkelijkheid heen en weer geslingerd te worden. Ze hebben een keur aan gasten, te weten altviolist Ezra Buchla (Gowns), toetsenist/pianist Ben Chisholm (Wild Eyes), saxofonist Patrick Shiroishi, Ian Wellman met veldopnames, Charlies Looker met koorzang een 11-koppig Tsjechisch orkest met violen, altviolen, cello’s, contrabas, fluiten en houtblazers. Ze voorzien het geheel soms van verzachtende klanken, maar ook andere momenten halen ze juist striemend uit. Je kan ook stellen dat de helft klein en andere helft groots is aangepakt en uitpakt. Daarbij balanceren ze steeds tussen muziek en kakofonie, wat het spannend en soms ronduit angstaanjagend maakt. Alsof Scott Walker, Foetus, Suicide, Swans en Krzysztof Penderecki een duister verbond zijn aangegaan, waarbij de ontmoeting zich de ene keer in een achtbaan en op andere momenten in een donkere grote of het luchtledige lijkt plaats te vinden. Van begin tot het eind zit je op de punt van je stoel, waar uiteenlopende emoties van je meester maken; de rode draad is behoorlijk droefgeestig. Xiu Xiu heeft bepaald geen half werk geleverd, maar brengt hier een heel overdonderend meesterwerk.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.