Bizarre tweeklauwige dinosaurus ontdekt in Mongolië. Voor ander opmerkelijk nieuws verwijs ik je graag naar het lijstje uit het:
SCHADUWKABINET
Ik luisterde naar: Biollante, CocoRosie, Gao Hong And Zhao Xiaoxia, Joni Void, Adrian Lane, Sven Laux, My Raining Stars, Oddateee, Los Pirañas, Bria Salmena, Tamino en Trio Da Kali.
Jan Willem
Biollante – J’Espère Que Tu Danseras Quelque Part (Redux) (cd, Atypeek/ Non Serviam Collective / Creative Eclipse PR)
Biollante is een Frans project dat op eigenzinnige wijze hip hop combineert met industrial, metal, noisecore, horrorcore, trap en avant-garde aan elkaar weet te knopen. De naam van dit Parijse zeskoppige collectief betekent overigens “vliegenvanger”, alleen blijven er dus vooral allemaal muziekstijlen aan kleven. Het is voortgekomen uit een fusie van de groepen Gobscrew en Non Serviam. Ze zijn verder beïnvloed door artiesten als Death Grips, IC3PACK, Techno Animal, The Bug en Scorn. In 2022 laten ze hun debuut J’Espère Que Tu Danseras Quelque Part het licht zien, maar die blijft ten onrechte wat onder de radar. Het album dat Frans is voor “Ik hoop dat je ergens zult dansen”, is nu in een zogeheten “redux” versie opnieuw uitgebracht. De zes tracks van samen 48 van destijds worden hier aangevulld met drie instrumentale versies en een bonustrack. Het is zo’n sterk en veelzijdig album, waarbij ze al die stijlen op zo’n organische wijze aan elkaar weten te lassen. De tracklengtes variëren ook van drie tot zes en zelfs tien tot twintig minuten. Het is haast onbeschrijfelijk hoeveel ze brengen en hoe steengoed dit is. Naast de genoemde artiesten zijn het ook Glauque, Däle, Aphex Twink en Igorrr die ter associatie voorbijkomen. Het is krachtig en intens, maar ook duister en meeslepend. Ik snap de keuze om dit album nog eens onder de aandacht te brengen wel. En dan met een lengte van maat liefst 75 minuten. Heel sterk en ik hoop dat je er ergens op kunt dansen.
CocoRosie – Little Death Wishes (cd, Joyful Noise / Konkurrent)
Als ik zou zeggen dat het laatste album van CocoRosie precies vijf geleden is uitgekomen, zou je dat geloven? Nou ik geloofde hetzelfde bijna niet. Toch is dat zo bij deze tot vaste en onmisbare waarde uitgegroeide “rare meisjes”-band van de zussen Bianca en Sierra Casady. Hun freakfolk met immer onnavolgbare zang en muzikale omlijstingen is toch behoorlijk toonaangevend. Bianca heeft een lekker geknepen stem en Sierra beschikt over een groter stembereik en kan zelfs een sopraanstem opzetten. Maar de combinatie is net zo bevreemdend als om intens van te genieten. Daarbij kiezen ze bepaald nooit voor de meest eenvoudige route, maar wel één die ze zelf graag willen bewandelen. En wat ze ook uitbrengen, ze zijn uit duizenden te herkennen. Dat is ook weer het geval op hun inmiddels achtste album Little Death Wishes. Technisch gezien zou je de muziek nog wel ergens in de folkhoek proppen, al met je er ook elektronische experimenten, rap en altpop aanhangen. Daarbij mogen ze nog rekenen op zang van Chance the Rapper en drums door Greg Saunier van Deerhoof. Het album is net zo open en teerhartig als alles wat ze ooit hebben gemaakt, waarbij de nummers een caleidoscopisch verhaal vertellen over de generatie-ontberingen van vrouwen en de verbrijzelde realiteit van hun leven, de precaire en kostbare aard van het mens-zijn, van onrecht dat door liefde wordt aangedaan en een laatste wens om ongebroken te zijn. Het levert weer een zo uniek, breed om zich heen grijpend en pakkend geheel op. Ik kan echt een waslijst met associaties opsommen, maar eigenlijk zou niet passen bij dit eigengereide duo. Wat een ongelooflijk onderscheidend topalbum!
Gao Hong And Zhao Xiaoxia – Prelude To The Divine Realm (cd, ARC Music Production/ Naxos World / Xango Music Distribution)
Twee virtuoze Chinese muzikanten bundelen hun krachten op het album Prelude To The Divine Realm. Dat is enerzijds Gao Hong op de pipa, dat een Chinees snaarinstrument is en verwant is aan de luit; de geschiedenis ervan zou zo’n tweeduizend jaar terug gaan. Gao Hong brengt al meer dan 25 muziek uit op haar favoriete instrument; als je het hoort herken je het meteen. Aan de andere kant is er guqin speelster Zhao Xiaoxia, dat een Chinse citer is en misschien nog wel ouder is de de pipa. Op het album herinterpreteren enkele van China’s meest traditionele stukken en vullen deze aan met improvisatie en bewerking. Ze weten er warme meeslepende composities van te maken, die op meesterlijke maar bovenal mooie en bezinnende wijze de traditionele muziek weten te combineren en soms zelfs versmelten met de hedendaagse avant-gardistische en experimentele muziek. Dat is pas op ludieke wijze Chinees oud en nieuw vieren.
Joni Void – Every Life Is A Light (cd, Constellation / Konkurrent)
Joni Void is het soloproject van de in 2012 naar Canada verhuisde Frans-Britse muzikant Jean Cousin, die soms als Jean Néant naar buiten treedt. Hij maakte van 2010 tot en met 2013 muziek als Johnny_Ripper, waarmee hij een mix van ambient, neoklassiek, minimal music en experimentele muziek smeedde. Vanaf 2016 brengt hij muziek naar buiten als Joni Void, waarmee hij met het betere knip- en plakwerk op onnavolgbare en meeslepende wijze gevonden geluiden, veldopnames, samples en ander meer plunderphonic-achtig werk tot spannende elektro-akoestische creaties weet te kneden. Elke keer is het weer een verrassing hoe dat uit zal pakken. Hij heeft ook diverse albums samen met N NAO uitgebracht. Die laatste is ook één van de vele gastmuzikanten op het alweer tiende (?) album Every Life Is A Light. Daarnaast zijn ook Haco, Ytamo, Pink Navel en Sook-Yin Lee van de partij om het geheel van bijzondere vocalen te voorzien. De muziek is nauwelijks te duiden. Het is een soort mysterieuze en broeierige hybride van ambient,t trip hop, veldopnames, downtempo muziek, samples, abstracte en avant-gardistische elementen. Door de vocale bijdrages en samples zit er soms ook een Oosters tintje aan. Het is misschien wel zijn meest samenhangende album geworden, zonder de experimenteerdrift en brede klankenpalet los te laten. Daarbij moet je het ergens zoeken tussen Wildbirds & Peacedrums, Sven Kacirek, Susumu Yokota, The Books, The Boats, People Like Us en Cibo Matto. Een sterk album vol diepe emoties en bezinnende pracht.
Adrian Lane – Desire Paths (cd, Chitra)
De Britse multi-instrumentalist, componist, schilder en beeldend kunstenaar Adrian Lane is de laatste jaren uiterst actief met soms wel drie releases per jaar. Iedere keer ook van kwalitatief hoog niveau. Lane zit op eigengereide wijze doorgaans ergens in de neoklassieke hoek, waarbij hij Arvo Pärt, Philip Glass, Steve Reich, Jóhann Jóhannsson, Hildur Gudnadottir en Ryuichi Sakamoto tot zijn voorbeelden rekent. Nu is hij terug met zijn (denk ik) vijftiende album Desire Paths waarop hij wederom tapegeluiden van de micro-cassette dictafoon combineert met piano en vintage synthesizers. Dit klinkt eigenlijk allemaal veel te technisch, want de muziek die hij hier in 9 composities van samen ruim 41 minuten voorbij laat komen, ademen vooral nostalgie en melancholie uit. De muziek bevat eveneens veldopnames en geluiden van etherische stemmen. Het is bepaald geen lichte kost geworden, maar dat wordt ook ingegeven door bepaalde situaties in de wereld van vandaag. Deze weet hij fraai in zijn muziek te weerspiegelen. Daardoor is de muziek wellicht ook wat grofkorreliger dan voorheen, maar dat sluit op organische wijze wel mooi aan bij de meer rustieke inbreng. Liefhebbers van onder andere Library Tapes, Hania Rani, Dustin O’Halloran, William Ryan Fritch, Sven Kacirek, Gideon Wolf en Glacis. Hij levert hiermee weer een schitterende score voor alle misstanden in de wereld. Schoonheid uit verval. Oh en oplage van 10, dus haastige spoed….
Sven Laux – The Undefined Feeling Of Discomfort (cd, Whitelabrecs)
Sven Laux is een Duitse DJ en producer, die vanaf 2011 digitale en later ook fysieke albums uitbrengt die ergens tussen techno, minimal music, house, ambient, neoklassiek, dromes en experimentele muziek uitkomen. De laatste jaren treedt de neoklassiek wel vaker naar de voorgrond en laat hij een meer kwetsbare, emotionele kant zien. Naast werken volledig onder zijn eigen naam, heeft hij ook samengewerkt met artiesten als Daniela Orvin, Fione, Harry Towell en Logic Moon. Nu is hij terug met The Undefined Feeling Of Discomfort, waar hij in 42 minuten 10 nieuwe composities laat horen. Met cello, piano, dronepads en vervormde stemmen en koorzang schetst hij landschappen, die behoorlijk donker, intens en mysterieus ingekleurd worden, maar eveneens behoorlijk filmisch zijn. Dat alles wordt gevoed door thema’s als angst, verdriet, verlangen en onzekerheid en ook verwachtingen altijd voorwaarts te gaan. Soms ontstaan er ook diepe afgronden in zijn landschap, van waaruit hij wanhopig lijkt te schreeuwen en soms loop je juist gevaarlijk boven langs de kloof; dan is het lichter maar blijft de angst. Het is dikwijls toch ook van een narcotiserende pracht en soms hou je het nauwelijks droog. Ga het nummer “For Dad” maar eens luisteren als je vader er niet meer is. Denk aan een dwarsdoorsnede van Olan Mill, Adrian Lane, Alder & Ash, Jóhann Jóhannsson, Arvo Pärt, Bersarin Quartett, Deaf Center en Claire Deak. Een overrompelend meesterwerk!
My Raining Stars – Momentum (cd, Shelflife / Too Good To Be True)
Ik heb echt een hele brede muzieksmaak, zoals wellicht bekend, maar heb ook echt wel periodes waar ik met meer liefde aan terugdenk, hetgeen voor iedereen anders zal zijn. De jaren 90 vol Britpop is daar ook één van. De Franse muzikant Thierry Haliniak maakte daar met de groep Nothing To Be Done daar ook deel van uit. Ze traden onder meer met Moose, The Boo Radleys en Adorable op. In 1998 ging hij verder met het soloproject My Raining Stars, waar hij vooral heel veel demo’s mee opnam. Pas tien jaar later volgde het debuut From St Saviour To Quickwell. Weer 14 jaar later was er het tweede album 89 Memories. Hij laat doorgaans stemmige blends van indiepop, droompop, jangle pop en shoegaze horen, die je op nostalgische wijze aan de begin jaren 90. Ditmaal is minder lang wachten op het derde album Momentum. Thierry (zang, gitaar, keyboards), die er inmiddels ook nog de groep Meyverlin op nahoudt, wordt hierbij weer geholpen door de Deense muzikant Casper Iskov (drum, bas, gitaar, zang, keyboards) en achtergrondzangeres Rosanna Pang. Hiermee levert hij 10 nieuwe songs af, die weer heerlijk door de bovenstaande genres gaan. Het is allemaal iets luider en tevens melancholischer geworden. Dat geeft de muziek eigenlijk extra glans. Liefhebbers van onder andere Pale Saints, Slowdive, The Blue Aeroplanes, The Field Mice, R.E.M. en Sophia doen er gaat aan deze eens te beluisteren. Ik vind het hun allerbeste tot nu toe!
Oddateee – Rabbit Season (12”/digitaal, KdB Records/ Atypeek Music / Creative Eclipse PR)Oddateee is het alias van rapper, DJ en producer Ricardo Galindez, die ooit het hip-hop project The Labteks heeft opgericht en tevens deel uitmaakte van de illustere hip-hop groep Dälek. Inmiddels woont hij al zo’n tien jaar in het Franse Lyon. Hij heeft daar verder gewerkt met Peuple De L’Herbe, Rahzel, Zu, Sofa Surfers, High Tone en Le Crabe. Met Oddateee brengt hij doorgaans loodzware hip-hop maar lengt dat altijd aan met diverse andere genres. Dat is ook het geval op het nieuwe album Rabbit Season. In 35 minuten serveert hij hier met diverse gastmuzikanten 12 tracks, die in basis bestaan uit duistere hip-hop. Daar voegt hij samples, lekkere downtempo beats, trip hop en diverse tot de verbeelding sprekende elementen. Er zit continue iets gejaagds en unheimisch in de muziek. De muziek doet denken aan Dälek, DJ Shadow, Cypress Hill, Public Enemy en diverse anderen uit de hoogtijdagen van het genre. Echt een intrigerend en sterk album. Word.
Los Pirañas – Una Oportunidad Más De Triunfar En La Vida (cd, Glitterbeat / Xango Music Distribution)
Los Pirañas is een experimentele Colombiaanse cumbia band en is in feite een kleine supergroep met Eblis Alvarez (Meridian Brothers), Mario Galeano (Frente Cumbiero) en Pedro Ojeda (Romperayo) in de gelederen. Ze produceren met respectievelijk gitaar, bas en drums hun muziek, die veelal swingt maar ook de avant-garde dan wel het avontuur opzoekt. Ze presenteren nu hun vijfde album sinds 2011, te weten Una Oportunidad Más De Triunfar En La Vida dat “Nog een kans om te slagen in het leven” betekent. De 8 nummers die ze hier in 35 voorbij laten komen zijn live in de studio geïmproviseerd, waarbij elk lid ideeën en interpretatieve strategieën bijdraagt. Het daarom misschien wel hun meest vooruitstrevende en gedurfde album tot nu toe geworden. En toch swingt het nog als een malle. Op ongepolijste en spontane wijze weten ze cumbia naar een ander level te brengen zonder de luisterbaarheid in gevaar te brengen. Dus wat betreft zijn ze zeker geslaagd in dit leven.
Bria Salmena – Big Dog (cd, Sub Pop / Konkurrent)
De Canadese zangeres Bria Salmena was eerder al te horen in de post-punk band FRIGS en live ook bij Orville Peck. Ze beschikt over een diep en ietwat galmend stemgeluid, dat je ook van zangeressen als Siouxsie of Chelsea Wolfe gewend bent. Op haar solodebuut Big Dog hoor je ook al snel die post-punk en gothic elementen terug, al is er wel meer. Ze werkte samen met producer en multi-instrumentalist Duncan Hay Jennings, net als eerder al in zowel FRIGS als de band van Orville Peck.. Daarnaast wordt ze nog geholpen op zang, drums, percussie, bas, drum machine, modulaire synthesizer en gitaar, waaronder een lid U.S. Girls, Graham Walsh (Holy F**k, METZ, Debby Friday, Alvvays) en Lee Ranaldo. Op papier al een sterk team, maar ook qua muziek zit het allemaal steengoed in elkaar, Ze pakt af en toe groots uit met de gothic en post-punk, maar kan ook heel fraai kleine Americana of droompop liedjes smeden of een beetje schurende met shoegaze of rock uit de hoek komen. En op andere moment is het lekker psychedelisch met krautrock kruiden. Dat weet ze allemaal op organische wijze tot één geheel te smeden; je wordt echt niet heen en weer geslingerd. Daarmee levert ze niet alleen een uiterst meeslepend maar ook gewoonweg ijzersterk droomdebuut af.
Tamino – Every Dawn’s A Mountain (cd,Communion Records)
Tamino, voluit Tamino-Amir Moharam Fouad en kind van een Belgische moeder en Britse vader van Egyptisch komaf, is een Belgische singer-songwriter. Inmiddels woont hij in New York, waar hij aan zijn derde album Every Dawn’s A Mountain, die volgt na de twee eerdere prachtalbums Amir (2018) en Sahar (2022). Opvallend is zijn schitterende zang, die van fluweelzacht laag met het grootste gemak naar gevoelig hoog gaat. Hij omlijst die met melancholische muziek, die dikwijls van stemmige orkestraties worden voorzien. Dat is eigenlijk ook weer het geval op dit nieuwe album. Naast zijn zang en fijne tokkelwerk op de gitaar brengt hij tevens oud, keyboards, synthesizers, samples en percussie. Diverse gastmuzikanten leveren nog bijdragen op synthesizers, keyboards, drum programmering, sampling, cello, gitaren, oud, drums, percussie, bas, contrabas, pedal steel en piano. Tevens doet een voltallig strijkensemble mee en is niemand minder dan Mitski eenmaal te horen, die hier op passende wijze meezingt. Daarmee levert hij in ruim drie kwartier 10 waanzinnig mooie en eigenzinnige tracks af. Daarbij moet je denken aan een mix van Gareth Dickson, Nick Drake, Raoul Vignal, Beirut, Jeff Buckley en Radiohead, zij het met af en toe ook een licht Egyptisch sausje eroverheen. Het gaat echt van hoogtepunt naar hoogtepunt. Gewoon zijn derde topalbum op rij en misschien wel zijn allermooiste tot nu toe.
Trio Da Kali – Bagola (cd, One World Records / Xango Music Distribution)
Het Malinese Trio Da Kali gooide hoge ogen in 2017 toen ze met het vermaarde Kronos Quartet het album Ladilikan het licht lieten zien. Hierop combineerden ze hun muziek de Mande-cultuur van Zuid-Mali, die afkomstig zijn uit een lange lijn van vooraanstaande griots (erfmuzikanten), met de klassieke muziek van Kronos Quartet. Nu zijn ze terug met Bagola, dat je in feite als hun debuut mag bestempelen. Het betekent zoiets als “ze groeien op”. Nu presenteren ze dan ook in 42 minuten 11 volwassen songs, die gebracht worden door zangeres Hawa Kasse Mady Diabaté, die het muzikale gen kreeg van haar beroemde vader Kasse Mady Diabaté, balafoon speler Lassana Diabaté en ngoniba speler Madou Kouyate. De zang van Hawa bevat zoveel universeel invoelbare emotie en expressiviteit dat het niet moeilijk is deze te omarmen. De bijzondere percussie- en basbegeleiding van de twee genoemde instrumenten maakt dat je hier intens van kunt genieten, zelfs als dit wellicht nieuw voor je is. Het leunt tegen de melancholische desert blues aan, maar is door de instrumentatie daarvoor vaak net iets te opzwepend. Maar wat een wereldse weelde brengen ze hier.