Het schaduwkabinet: week 13 – 2019

Vanuit het postboreale tijdperk, hebben we zonder palynologie weer redelijk wat uit gepluisd. Gelukkig vrij van hippopotomonstrosesquippedaliofobie, maar met coulrofobie, want we zijn bepaald geen uilskuikens. Enfin, carpe diem en geniet van onze lijstjes uit het:

SCHADUWKABINET

We luisterden naar: The Bulgarian Voices Angelite, Runes Clausen, Chris Cohen, Ludovico Einaudi, Haarvöl + Xóan-Xil López, Immigrant, Joni Void, The Liberation Project, The Nile Project, Snowdrops, Swallow The Rat, Rian Treanor, UNKLE, Marry Waterson & Emily Barker en Christopher Whitley.

 


 

Jan Willem

The Bulgarian Voice Angelite – Heritage (cd, Jaro)
De introductie met de fantastische mysterieuze Bulgaarse vrouwenzang heeft lang geleden plaats gevonden via Dead Can Dance en het 4AD label, te weten met Le Mystère Des Voix Bulgares. Het langlopende Bulgaarse koor heeft mede door rechtenkwesties en wisselingen van de wacht nog wel eens andere namen als The Bulgarian State Female Choir en Bulgarian Voices. Later wordt er ook The Bulgarian Voices “Angelite” (waarbij ook deze toevoeging nogal eens anders wordt geschreven), die weer bestaat uit andere leden, maar inmiddels ook alweer ruim 30 jaar bestaan. En als je zoals ik van veel van die koren wat in huis hebt, merk je dat veel muziek vaker langskomt. Dit is omdat ze het rijke culturele erfgoed hoog houden en veelal traditionals brengen, al zijn er wel uitzonderingen. Zo heeft dit koor ook Huun-Huur-Tu albums gemaakt. Maar die typisch meerstemmige nasale zang met een mysterieuze uitstraling, die al generaties lang van moeder op dochter wordt doorgegeven, herken je uit duizenden. De groep is nu terug met de nieuwe cd Heritage, waarbij je nieuw niet al te letterlijk moet nemen. Er komen naast niet eerder gepubliceerde ook weer veel bekende stukken voorbij, alleen zijn die wel voorzien van een hedendaagse jasje. Nieuwe dirigente, benaderingen en zelfs presentatiestijlen, maar met behoud van de oorspronkelijke energie en kracht. Van deze onaardse schoonheid krijg ik nooit genoeg! Helaas geen luisterfragmenten, maar hieronder wel één die representatief is voor hetgeen ze hier bieden. De kenner weet genoeg!

 

Runes Clausen – Tones Jul (cd, For/wind)
De Noorse muzikant Rune Clausen begint ooit als Strawberry King met het maken van indierock, maar gaat al snel erna overstag voor de meer donkere muziek. Dat doet hij in eerste instantie met de cassette Mannen Faller (2017), die hij samen met Anders Brørby maakt. Hierop laten ze een experimentele mix horen van drones, veldopnames en ambient. In het verlengde daarvan komt Clausen nu met de cd Tones Jul, die een eerbetoon aan de lang vervlogen Noorse bossen, zijn dieren en mensen die daar leven in zowel angst als vreugde. In 9 korte stukken neemt hij je mee op een duister pad door het struikgewas in een besneeuwd Noors bos. Hij is beïnvloed door Noorse volksmuziek, ambient, black metal en het ruige en donkere lot van 19e-eeuwse mensen. Met een sampler, elektronica, bas en een oude analoge synthesizer heeft hij het geheel gefabriceerd, wat een fraai ongepolijste, bijna rudimentaire sound oplevert. Hoewel je soms de vogels hoort fluiten en beekjes stromen, is het toch vooral een duistere aangelegenheid, die intens, melancholisch en meeslepend is. De flarden stemmen die je zo nu en dan ontwaart maken het tevens mysterieus en spookachtig. Als een spannende thriller weet Clausen je volledige in te pakken. Denk daarbij aan een steeds wisselende hybride van The Caretaker, Stars Of The Lid, Svarte Greiner, Jasper TX en In Slaughter Natives. Een majestueus en ijzersterk debuut!

 

Chris Cohen – Chris Cohen (cd, Captured Tracks / Konkurrent)
De naam Chris Cohen kan je zo maar ergens tegen zijn gekomen, want deze multi-instrumentalist en zanger duikt eerder al op bij Deerhoof, Haunted Graffiti, Cass McCombs, White Magic, Danielson, Cryptacize, Natural Dreamers, St. Joseph & The Abandoned Food en Curtains. Maar vanaf 2012 laat hij ook solo van zich horen middels het debuut Overgrown Path en opvolger As If Apart (2016). Zijn muziek valt niet direct op, maar naarmate deze vaker draait, merk je pas hoe sterk zijn troostrijke, herfstige songs in elkaar steken. Daarbij beschikt hij ook nog eens over een fijne, licht onderkoelde maar zachte zangstem, die je meteen weet te pakken. Zijn onconventionele ritmes en melodieën zijn zowel tijdloos als bijzonder en charmant rommelig. Hij is na drie jaar terug met zijn gelijknamige album, waarop hij in een kleine 35 minuten 10 nieuwe nummers opdient. Deze liggen in het verlengde van wat hij eerder heeft gemaakt, maar zijn meer recht voor zijn raap en frisser. Niets ten nadele van zijn vorige albums, want die mogen er wezen, maar hij weet je hiermee nog meer te raken. Nog altijd houdt hij het eenvoudig, maar het is zo effectief, zo doeltreffend en buitengemeen mooi. Hij brengt een landerige mix van avant-pop, singer-songwritermuziek, indie en rock, die de fans van Low, Peter Broderick, Arthur Russell, Mac Demarco en Idaho wel zal aanspreken. Cohen levert weer op ogenschijnlijk simpele wijze een diepgravend prachtwerk af.

 

Ludovico Einaudi – Seven Days Walking: Day One (cd, Decca)
De Italiaanse pianist/componist Ludovico Einaudi heeft bijna de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, maar is tegenwoordig populairder dan ooit. Dat is wel eens anders geweest, wellicht ook omdat hij eerder ook meer experimenteert. En waarom hij zo immens populair is kan ik ook maar ten dele verklaren. Zijn muziek heeft altijd wel iets melancholisch, maar dan wel op filmische wijze. Er zit ook wel een easy listening randje aan, al is zijn muziek, op het gehoor na, alles behalve eenvoudig, Daar schuilt naast zijn herkenbaarheid ook zijn grote kracht, al wordt hij pas op laat opgepikt. Toch doet hij eigenlijk ook gewoon waar hij zin in heeft. Zo baseert hij zijn nieuwe composities op 7 wandelingen die hij in de winter heeft gemaakt. Dat spreidt hij uit over zeven delen, die het komende jaar na elkaar zullen verschijnen. De eerste Seven Days Walking: Day One is net verschenen. In een kleine 52 minuten brengt hij 11 composities. De piano speelt hier uiteraard weer de hoofdrol, maar hij maakt in 9 stukken ook gebruik van cellist Redi Hasa en violist/altviolist Federico Mecozzi. Dat levert zo ontzettend mooie melancholische, filmische en contemplatieve muziek op, dat je enkel de neiging krijgt je ogen te sluiten en mee te wandelen door de besneeuwde, desolate maar kennelijk prachtige landschappen. Denk daarbij aan Max Richter, David Darling, Jóhann Jóhannsson, Philip Glass, Ólafur Arnalds, Wim Mertens en Dustin O’Halloran. Wat een schitterende dag en dan nog 6 dagen tegoed.

 

Haarvöl + Xóan-Xil López – Unwritten Rules For A Ceaseless Journey (cd, Crónica)
Fernando José Pereira en João Faria zijn sinds 2014 de kernleden van de Portugese groep Haarvöl, hoewel er dikwijls gasten aanschuiven voor de muziek dan wel beeldmateriaal. Voor dat laatste mogen ze nu steevast rekenen op Rui Manuel Vieira. Ze maken veelal een grofkorrelige mix van drones, glitches, veldopnames, ambient en allerhande experimenten. Voor hun nieuwste album Unwritten Rules For A Ceaseless Journey werken ze samen met de Spaanse muzikant Xóan-Xil López, die doorgaans met veldopnames en experimentele muziek werkt. De drie langgerekte stukken van elk een kwartier, die ze hier presenteren, zijn gecomponeerd voor dans, in opdracht van Ballet Teatro voor het toneelstuk “Revoluções” (revoluties) van choreograaf Né Barros. De drie composities staan voor het verleden, heden en toekomst. Die noemen ze op de cd overigens respectievelijk “Trauma”, “Reality” en “Utopian”, hetgeen ze tussen haakjes achter de titels van de nummers plaatsen. Ze brengen een broeierige mix van drones, experimenten en ambient, aangedikt met diverse veldopnames. Hoewel de muziek behoorlijk duister en abstract is, weten ze je genadeloos mee te sleuren op een biologerende trip, waarbij heel veel te ontdekken valt in hun intense geluidsbrij van hoge viscositeit. Je moet het daarbij ergens zoeken tussen Orphax, Celer, Philippe Petit, Machinefabriek, Jasper Tx, Svarte Greiner en Kreng. Een geweldige en indrukwekkende muzikale reis, waar je (inderdaad) onophoudelijk naar wilt blijven luisteren.

Een schitterende soundtrack voor de nacht, verval en andere duistere zaken. Klasse!

 

Immigrant – High Valley Home (cd-r, Unmei)
Online zal je bij Immigrant niet verder dan een website komen vol met aankondigingen van te verschijnen of al verschenen releases en waar en hoe te bestellen. Muziek vind je online zelden en andere informatie ook niet. Toch is de singer-songwriter Graeme McNab al sinds 2002 actief bezig met het maken van muziek die ik heel hoog heb zitten. Het komt niet altijd in chronologische volgorde uit en er zijn (gelukkig) veel heruitgaven geweest, zodat ik inmiddels vrijwel alles compleet heb van deze geweldige artiest, die ik in één adem durf te noemen met artiesten als Greg Weeks, Nick Drake, Iron And Wine, Raoul Vignal, Gareth Dickson, James Vincent McMorrow en Boduf Songs. Hoewel zijn releases niet als dag en nacht van elkaar verschillen, maar zich veeleer hullen in verschillende stadia van de mysterieuze schemeriing, zijn ze keer op keer de moeite waard. Ook het DIY deel van de hoezen is uiterst charmant. Dat zie je ook weer aan zijn achttiende album High Valley Home, die in verschillende zelfgevouwen digipackhoezen komen met verschillende foto’s erop, zoals het hier bijgevoegde plaatje. Erin vind je een kleine enveloppe met de songtitels en een grotere met de songteksten. En dat alles is weer in een papieren zakje gedaan dat dichtgehouden wordt met een knijpertje, waar ook een briefje met de albumtitel onder zit. Het schept sfeer, net als de 8 nieuwe tracks erop die hij in ruim 46 minuten de revue laat passeren. De eerder genoemde referenties blijven hierop gewoon overeind. McNab laat zijn zachte melancholische zang weer glijden over verstilde muziek, die hier wat vaker een elektronische inkleuring geeft, tevens met samples. Ook komt hij her en der wat meer uptempo uit de hoek; een bijna poging tot rock. En zo waar met een luisterfragment van één van de meest gevarieerde tracks hieronder. Het is allemaal weer van een troostvolle, goudeerlijke schoonheid.

 

Joni Void – Mise En Abyme (cd, Constellation / Konkurrent)
Van 2010 tot en met 2013 maakt de Franse Jean Cousin nog muziek als Johnny_Ripper, waarmee hij diverse releases uitbrengt die het midden houden tussen ambient, neoklassiek, minimal music en experimentele muziek. In 2012 verhuist hij naar Canada om een filmstudie te volgen. Ook daar gaat hij muziek maken, ditmaal onder de naam Joni Void. Dat levert in 2017 het debuut Selfless op, dat het betere knip- en plakwerk bevat van gevonden geluiden, veldopnames, samples en ander meer plunderphonic-achtig werk. Met de “geleende” geluiden smeedt hij onnavolgbare, meeslepende elektro-akoestische creaties. Nu is hij terug met Mise En Abyme, waarbij de titel staat voor de esthetische techniek om een literair of visueel werk in een ander werk van dezelfde soort weer te geven. Het ene ‘beeld’ wordt als het ware binnen het andere ingebed; een verhaal in een verhaal. Het verhaal hier gaat over liefdesverdriet, dat hij weer plaatst in een soort tijdreis van zijn jeugd tot nu en naar de toekomst. Ook hier gaat Cousin als een monteur met samples, veldopnames, gevonden geluiden en stemmen van bevriende zangeressen aan de slag. Hij vult dit aan met geluiden van vroeger (inbel modem, antwoordapparaten, oude telefoons, video-opnames van zijn jeugd) en nu (videogames, homevideo) en allerhande elektronica. Dit alles implementeert hij op originele en gevarieerde wijze. Zo hoor je echte zang tot flarden ervan, die dan ook nog eens tot ritme zijn verwerkt, of een ingesprektoon die zich langzaam ontpopt tot ritmische track. Dat levert abstract maar toch doorwaadbare en pakkende muziek op. Mede door de zang en de filmische en persoonlijke sfeer is het niet zo afstandelijk, maar neemt het je als luisteraar echt mee. Liefhebbers van People Like Us, Board Of Canada, Gilles Gobeil, The Books, Matmos, Four Tet en Holly Herndon zullen ervan smullen. Een onnavolgbare ontdekkingstocht.

 

The Liberation Project – Songs That Made Us Free (3cd, Just Music / Xango Music Distribution)
Maar liefst 18 maanden is Songs That Made us Free van The Liberation Project in de maak. Dat is ook niet verwonderlijk als je weet dat het een uniek samenwerkingsverband is tussen 142 muzikanten uit 17 landen met even zoveel studio’s. De hoofdmoot komt uit Zuid Afrika, Italië en Cuba, wat te maken heeft met het feit dat de songs ook hoofdzakelijk daar vandaan komen. Onder de internationale gasten zitten ook Phil Manzanera, Robert Wyatt, Steve Van Zandt en The Neville Brothers, maar ze opereren als een verrassend eenheid. Hoewel vrijheid voor ons tegenwoordig heel gewoon lijkt, is dat bepaald niet aan komen waaien of zonder slag of stoot gegaan. De groep stelt dat muziek en protestliederen sociale verandering hebben geïnspireerd en gevierd. Deze plaat bevat bekende en traditionele liedjes over het bevrijdingsthema, samen met nieuw geschreven nummers die hetzelfde onderwerp delen. Het geheel is geproduceerd door Neill Solomon, Phil Manzanera (Roxy Music) en Dan Chiorboli, die zelf ook meespelen. Het resultaat mag er wezen. Al hun inspanningen hebben maar liefst 3 cd’s opgeleverd, Volume 1: Celebration, Volume 2: Introspection en Volume 3: Inspiration, waarop je in totaal 34 tracks plus 3 bonustracks vindt die samen bijna 3 uur duren. Het klinkt als een uit de hand gelopen, maar geniaal project. Ze brengen kruisbestuivingen van stijlen, bijvoorbeeld rap of rock door Afrikaanse of Cubaanse muziek. Daarnaast hebben ze diverse bekende songs in een origineel jasje gestoken, zoals een reggae versie van “Bella Ciao”, “Free Nelson Mandela” met rap erbij of “Biko” met een fraai koor. Ze brengen zoveel muziekstijlen, echt teveel om op te noemen, maar smeden daar toch een prachtig consistent geheel van. Een inspirerend, verbindend en bezinnend werk, dat op majestueuze en unieke wijze de vrijheid viert.

 

The Nile Project – Tana (cd, Zambaleta / Xango Music Distribtion)
Eigenlijk is het gezien de geschiedenis haast banaal om het over landgrenzen te hebben. Laat staan dat we elkaar de harses ervoor inslaan. Datzelfde geldt voor de verschillende geloven. Het goede nieuws is dat er in de muziek dikwijls vele grenzen geslecht worden. Een groep waar dat al jaren voor geldt is The Nile Project, die artiesten uit landen rond de Nijl verenigt in één project. Dan heb je het dus over Oeganda, Soedan (Nubië), Zuid-Soedan, Ethiopië, Rwanda, Tanzania, Kenia, Burundi, Eritrea, Congo-Kinshasa en Egypte. Elf landen verbonden door muziek, waarbij Egypte doorgaans wel hoofdleverancier is qua muzikanten, hetgeen echter geen beperkingen oplevert. Dat laten ze al horen vanaf hun debuut, de live cd Aswan (2013), maar ook op hun eerste studioalbum Jinja (2017). Daarnaast inspireren, informeren en sluiten ze burgers langs de Nijl zo op elkaar aan om hen te helpen samen te werken om de duurzaamheid van hun rivier te cultiveren. Op hun nieuwe cd Tana, waarop maar liefst 13 muzikanten uit 8 landen participeren, laten ze 10 nieuwe nummers het licht zien in maar liefst 75 minuten. De titel verwijst vermoedelijk naar het Ethiopische Tana-meer, dat op de route van de Nijl zit. Met viool, krar, oud, adungu, accordeon, gitaar, keyboard, duimpiano, percussie-instrumenten en vele vocalen brengen ze op ongedwongen wijze een heerlijke weemoedige blend aan stijlen, die gaat van Arabische muziek, Afrikaanse folk en desert blues tot Ethiopische jazz, fusion en poliritmische muziek. Daarbij verenigen ze culturen en stappen zoals het zou moeten zo over landgrenzen heen. Muziek die net als de Nijl mensen verbindt en waaruit hoop voor de toekomst spreekt. En niet onbelangrijk, de muziek is ook magistraal. Om lang en grenzeloos van te genieten.

 

Snowdrops – Manta Ray (cd, Gizeh)
De Franse componiste Christine Ott is naast een geweldige pianiste vooral bekend door haar virtuoze spel op de Onders-Martenot (een soort elektro-theremin). Ze heeft soundtracks, opera, improvisaties, neoklassiek, dance en rock gemaakt, hetgeen ze solo doet maar ook bij Tindersticks, Radiohead, DAAU, Yann Tiersen, Foudre!, Syd Matters, Frederic D. Oberland, Noir Désir, Venus, Oiseaux-Tempête en Raphelson heeft laten horen. Hierbij zijn haar passie en nieuwsgierigheid de grootste drijfveren. Samen met de Franse toetsenist Mathieu Gabry vormt ze nu het duo Snowdrops. De twee hebben het album Manta Ray gemaakt, een soundtrack is voor de film “Kraben Rahu” van de Thaise regisseur Phuttiphong Aroonpheng. Met Ondes-Martenot, piano, mellotron, keyboards, synthesizers, veldopnames en soundscapes hebben ze 17 stukken gecomponeerd. Daarbij krijgen ze her en der wat vocale steun. De muziek is behoorlijk duister, maar weet meteen te biologeren. Het is een soort mengelmoes van ambient, avant-garde, neoklassiek en veldopnames die samen een filmisch geheel vormen. Hiervoor zijn de beelden zelf niet eens nodig, want die roept de muziek vanzelf op, wat mede komt door de verschillende stemmingen en emoties die ze er op sterke wijze ingestopt hebben; van romantische tot melancholische. De mantra-achtige stemmen en zang zorgen voor een meditatieve en contemplatieve atmosfeer, hetgeen goed aansluit bij de rustieke en soms ook surrealistische composities. Ze brengen een soort eigenzinnige kruisbestuiving van Michael Brook, Francisco López, Laraaji, Brian Eno en Harold Budd, zij het dat de veldopnames en de typische klanken van de Ondes-Martenot het volslagen uniek maken. Een meesterlijk debuut, waar je stil van wordt.

 

Swallow The Rat – Swallow The Rat (3” mcd-r, Reverb Worship)
Het Britse prestigieuze Reverb Worship label weet me telkens te verrassen met hun releases. Hoewel het dikwijls put uit de obscure psychedelische folkhoek, komen ze met enige regelmaat ook met heel andere muziek naar buiten. Labelbaas Roger Linney heeft er een neus voor om pareltjes uit de bodem van de muziekoceaan op te duiken. Dat zijn artiesten die een potentie hebben een breed publiek te raken, maar dikwijls gewoon binnen een kleine groep van liefhebbers blijft. Dat ook mede door de zeer gelimiteerde uitgaven. Lange intro, maar dat komt omdat ik bij het Nieuw-Zeelandse kwintet Swallow The Rat het gevoel heb dat ze echt een goudader hebben aangeboord. Op hun gelijknamige mini debuut brengen Sam Vercoe, Brian Purington, Hayden Fritchley, Stephen Horsley en Will Waters namelijk in 11 minuten drie geweldige tracks ten gehore. Deze zitten in de noise-hoek, maar bevatten ook shoegaze, psychedelische rock en post-rock elementen. Denk daarbij aan Sonic Youth die met Bailter Space en My Bloody Valentine een stiekem verbond zijn aangegaan. Dat noem je een visitekaartje van jewelste!

 

Rian Treanor – Ataxia (cd, Planet Mu / Konkurrent)
Rian Treanor is een zeer getalenteerde Britse producer en artiest, die inmiddels al op menig festival heeft gestaan en een aantal mini’s uitgebracht. Nu presenteert hij zijn debuut Ataxia. Ataxia is een aandoening waarbij je jouw bewegingen niet goed kunt coördineren. Daarbij kan het lastig zijn je evenwicht te bewaren, in balans te blijven en maak je ongecontroleerde bewegingen. Dat is vermoedelijk ook precies wat er gebeurt als je de cd opzet. Hij laat op eigenzinnige wijze een combinatie horen van IDM, speedgarage, synthpop, techno en een vleugje industrial. Daarbij maakt hij onverwachte wendingen en cuts en speelt hij met tempowisselingen. Af en toe hoor je ook nog wat stemmen (samples). Wat hij ook laat horen, stilzitten is er niet bij. Het lijkt wel alsof je bij een met speed gevulde jamsessie van Autechre, Beaumont Hannant, Venetian Snares en Cabaret Voltaire bent aanbeland. Dat levert een geweldige eersteling op. Wat een belofte!

 

UNKLE – The Road: Part II/ Lost Highway (2cd, Songs For The Def / Bertus)
UNKLE wordt in 1994 al opgericht door Mo’Wax labelbaas James Lavelle en DJ Shadow. Maar na het sublieme debuut Psyence Fiction (1998) vertrekt de laatst genoemde alweer. Het zal vooral het project van Lavelle worden. En zijn gasten, want daarvan maakt hij veelvuldig gebruik. Hoewel UNKLE start als een downtempo- en triphop-achtig project, incorporeert Lavelle erna ook rock, dub en leftfield elektronica, wat ook nog wel eens te maken heeft met de gasten die erop meedoen, zoals Queens Of The Stoneage en Mark Lanegan. Lavelle is overigens bepaald niet scheutig met zijn releases, maar levert misschien daardoor ook iedere keer kwalitatief hoogwaardige producten af. In 2017 verschijnt na een hiaat van 7 jaar, omdat Lavelle veel filmmuziek maakt, het laatste album The Road: Part I. Hier grijpt hij deels terug op zijn vroegere sounds, maar er valt ook een zekere filmische melancholie te bespeuren. Daarnaast staan er ook lekker uptempo tracks op. Het is een album waar je vermoedt dat UNKLE nog wel meer in z’n mars heeft. Dat is twee jaar later, wanneer de 25 jaar bestaat, ook het geval met de dubbel cd The Road: Part II / Lost Highway. Er is overigens ook een drie dubbele versie beschikbaar met instrumentele tracks van de originelen. Lavelle mag rekenen op een rijke gastenlijst met onder meer Mark Lanegan, Ysée (Noel Gallagher’s High Flying Birds), Mick Jones (The Clash), Leila Moss (The Duke Spirit), Dhani Harrison (zoon van George Harrison), Tom Smith (Editors), Troy Van Leeuwen (Queens Of The Stoneage), Jon Theodore (Queens Of The Stoneage), Tessa Angus, producer Miink en rapper Elliott Power. Daarnaast is er nog spoken word van acteur Brian Cox en Christiana, de weduwe van Stanley Kubrick. Het levert 16 tracks plus 6 intermezzo’s op, waarbij Lavelle deze trip beschrijft als “more of a mixtape aesthetic being the ultimate road trip”. Voor degenen die niet dol zijn op mixtapes, wees gerust! Lavelle brengt vooral een breed klankpallet zoals je dat op een mixtape ook zou kunnen vinden en put daarbij uit trip hop, rock, hip hop en op het eind zelfs house, al dan niet her en der aangevuld met fraaie, droefgeestige orkestraties. In 80 minuten laat hij en de zijnen een uiterst afwisselende, pakkende en meeslepende trip horen, waar alleen UNKLE een patent op lijkt te hebben.

 

Marry Waterson & Emily Barker – A Window To Other Ways (cd, One Little Indian / Konkurrent)
De Britse singer-songwriter Maria Knight krijgt folkmuziek echt met de paplepel ingegoten door haar ouders Lal Waterson en George Knight. Ze opereert doorgaans als Marry Waterson, maar je vindt haar tevens terug als Maria Waterson en Maria Gilhooley, zoals ze tegenwoordig eigenlijk heet. Voor ze haar solocarrière start, is ze (met haar familie) te horen in Blue Murder, The Watersons en The Waterdaughters. Samen met haar broer Oliver Knight heeft ze ook al twee albums uitgebracht plus nog eens twee met David A. Jaycock (Big Eyes, The Big Eyes Family Players). Nu slaat ze op het album A Window To Other Ways de handen ineen met de Australische folk en soulartieste Emily Barker, die ook al menig soloalbum het licht heeft laten zien. Ze smeden hier heel fraaie lassen tussen folk, altcountry, soul, lo-fi en indierock, die in feite folkmuziek in een nieuw daglicht plaatsen. Denk daarbij aan een steeds variërende kruisbestuiving van Natalie Merchant, The Unthanks, Lara Marling, Nick Drake, PJ Harvey, Beach Boys en Charlie Parr. Het levert hedendaagse prachtmuziek op, die je even helemaal uit het hier en nu neemt.

 

Christopher Whitley – Solos (2x 3” cdr, Fluid Audio)
Christopher Whitley is een veelzijdige Canadese violist, die graag uiteenlopende stijlen verkent; van Barok tot elektronische muziek. Hij wil de potentie uit de viool halen. En of dat nu met het door hem opgerichte Thalea String Quartet is of solo, dat maakt niets uit. Hij is een unicum. Er kunnen toch weinig muzikanten zeggen dat ze het geluid van een originele Stradivarius uit de 18de eeuw hebben voorzien geïmproviseerde loops, elektronica, drones en glitches? Zijn solodebuut Hecca Autre verschijnt vorig jaar op cassette, dus die gaat lekker aan mij voorbij. Nu is hij terug met Solos, dat uitgebracht is op Fluid Audio. Die hebben er weer werk van gemaakt om de release weer in een wonderschone verpakking te steken. Alsof je een cadeau uitpakt. Hoewel ze met een goede 37 minuten samen best op één schijf passen, wil het oog Whitley brengt 9 composities, die uitgesmeerd worden over twee schijven. Whitley lengt zijn vioolgeluid aan met allemaal korte, geïmproviseerde loops, waardoor er een vol geluid ontstaat. Haast of er meerdere mensen aan het werk zijn. Dat levert serene maar ook noisy stukken op, die altijd uiterst fascinerend zijn. Het is voer voor liefhebbers van William Basinski, Kelly Moran, Talvihorros, Witxes en A Winged Victory For The Sullen. Whitley is een muzikant waar we in de toekomst nog veel plezier aan gaan beleven.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.