Als je niet meer leeft, dan ben je dus in feite dood. Maar da’s logisch. Wij passen onze tips door in onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Iva Bittová & Mucha Quartet/ Béla Bartók, Black Mountain, Bleached, F.S. Blumm & Nils Frahm, Anders Brørby, Cardiacs, The Comet Is Coming, Dinner, The Drones, Laura Gibson, Bas van Huizen, Mike & The Melvins, Orange Maplewood, Kaitlyn Aurelia Smith, Various Artists: Every Song Has Its End, Ryoko Ono & Rogier Smal en Glice. En gingen naar: Teethgrinder, Primitive Man en Magrudergrind.
Jan Willem
Iva Bittová & Mucha Quartet/ Béla Bartók – Slovenské spevy / Slovak songs (cd, Pavian)
Eén van mijn grootste heldinnen op muziekgebied is toch wel de Tsjechische violiste/zangeres Iva Bittová, die tevens te horen is in Dunaj, Eviyan en Pustit Musíš. Ik heb zelfs één van mijn dochters naar haar vernoemd. Iva is zowel een begenadigd zangeres als vioolvirtuoos, die zowel avant-garde en folk als klassiek ten gehore brengt. Maar dan op zo’n vrije en ontwapende wijze, die je gewoonweg niet onberoerd kan laten. Met Dorothea Kellerová brengt ze al eerder de muziek van de fantastische Hongaarse componist Béla Bartók (1881 – 1945) ten gehore op hun album 44 Duets For Two Violins (1997). Deze componist combineer klassiek met folk en is daarmee een bijzonderheid in zijn tijd. Normaal gesproken zet je de componist ook vooraan als werken van deze geherinterpreteerd worden. Maar normaal is geen stempel dat Iva Bittová past, vandaar dat ik haar naam gewoon op de voorgrond plaats bij Slovenské spevy / Slovak songs. Ze brengt wederom 44 werken van de grote meester ten gehore, samen met het Slowaakse Mucha Quartet (violen, altviool, cello, zang). Op eigengereide en hedendaagse wijze laten ze de werken van weleer in het hier en nu schitteren, waar ook klasbak Vladimír Godár zich mengt. Het is avant-folk-klassiek van de bovenste plank, waarbij het plezier er vanaf spat. Totaal uniek en van een schoonheid die zijn weerga niet kent.
Black Mountain – IV (cd, Jagjaguwar / Konkurrent)
Stephen McBean draait al wat jaren mee in de interessante muziekscene van Canada. Zo is hij te horen in Pink Mountaintops, Obliterations en Grim Tower. Daarvoor al in de groep Jerk With A Bomb, samen met Amber Webber en Joshua Wells die samen ook Lightning Dust vormen. In 2003 verandert het drietal de naam in Black Mountain, waarmee ze reeds 3 albums hebben gemaakt met hun tweede In The Future (2008) als voorlopig hoogtepunt. Ze serveren daar een geweldige mix van bluesrock, spacerock en psychedelica. Zes jaar na hun laatste werk komen ze nu met IV aanzetten. McBean (gitaar, zang), Webber (zang) en Wells (drums, keyboards) worden vergezeld door Jeremy Schmidt (keyboards) en Colin Cowan (bas, keyboards). Hierop klinken ze sterker dan ooit. Zowel stemmige als stevige songs, die allen een flinke dosis psychedelica bevatten. Fraai is ook de afwisselende zang en samenzang van Stephen en De muziek is geworteld in de jaren 60 en 70, Can’s Tago Mago wordt wel genoemd als inspiratiebron, maar ze brengen bepaald geen gedateerd geluid; eerder tijdloos. Veel belangrijker is eigenlijk dat ze gewoon een enorm verslavend en meeslepend geluid laten hoor, dat gaat van etherische, spacy en breekbare muziek tot vuige, pakkende stoner en bluesrock. Denk aan een potpourri van Can, Black Sabbath, Lightning Dust, Pink Floyd, Masters Of Reality, Dead Meadow en Low. Dat klinkt niet alleen ongelooflijk lekker, dat is het ook. Het moet maar zo zijn dat viermaal scheepsrecht is, want dit is echt hun allerbeste en meest veelzijdige album tot dusver.
Bleached – Welcome The Worms (cd, Dead Oceans / Konkurrent)
In 2010 formeren de zusjes Jennifer (zang, gitaar) en Jessica Clavin (gitaar, achtergrondzang) de groep Bleached, nadat hun eerdere punkband Mika Miko (2003-2009) opgedoekt wordt, waarmee ze in eerste instantie een aantal succesvolle singles afleveren. In 2013 verschijnt dan hun debuut Ride Your Heart, waarop ze een melodieus garagerock en punkgeluid laten horen. Vette hooks, meeslepende teksten en pakkende maar stekelige muziek zijn genoeg om meer dan te kunnen overtuigen. Voor de drums hebben ze een gastrol weggelegd, maar die geeft het geheel wel richting en body. Nu zijn ze terug met weer zo’n aanstekelijk album Welcome The Worms. In Micayla Grace hebben ze een vaste bassiste gevonden. De songs zijn er alleen maar lekkerder en beter op geworden. Ze weten de punkattitude van de Ramones, Minor Threat en The Slits feilloos te koppelen aan de noise van de Pixies, het popgevoel van Fleetwood Mac, de rock van The Gun Club en de gezelligheid van Magnapop. Tien nummers lang weten ze een heerlijk opzwepend geluid neer te zetten. Een meer dan geweldig tweede album.
F.S. Blumm & Nils Frahm – Tag Eins Tag Zwei (cd, Sonic Pieces)
Multi-instrumentalist F.S. Blumm, voluit Frank Schültge Blumm, heeft een rijk muzikaal verleden dat in de jaren 90 al met de groep Die Auch start. Ik leer hem eind jaren 90 kennen via Sack Und Blumm, dat hij er jarenlang met Harald “Sack” Ziegler op na houdt. Zij hebben fröbelen tot een uiterst charmante kunst verheven. Hij duikt daarnaast solo maar ook in groepen als Kinn, Old Splendifolia, Ström, Quasi Dub Devolopment, Bobby And Blumm en Taunus op en werkt met legio artiesten samen. Zijn subtiel experimentele muziek wordt altijd gekenmerkt door speelsheid en intimiteit. Pianist, producer en componist Nils Frahm is een stuk later aan de weg gaan timmeren, maar geniet vermoedelijk een grotere bekendheid met zijn minimale pianowerken, vele samenwerkingsverbanden en vele producties, al dan niet vanuit zijn eigen Durton Studio. Hij is ook de geestelijk vader van Piano Day geworden, die op 28 maart valt. De twee klasbakken hebben samen al de twee albums Music For Lover, Music Versus Time (2010) en Music For Wobbling, Music Versus Gravity (2013) uitgebracht op het innovatieve Sonic Pieces label. Met name qua intimiteit, experimenteerdrift en fröbelgehalte tonen ze veel overeenkomsten, die elkaar op improviserende wijze aanvullen en versterken. Gelukkig hebben ze tussen alle bedrijven door weer de tijd gevonden om hun derde wapenfeit Tag Eins Tag Zwei het licht te laten zien. Hierop hebben ze minder van tevoren bedacht en voelen ze elkaar door hun ervaring intuïtief gewoon aan. Blumm (gitaren, muziekdozen, mbira, lepels, bellen, gereedschap, speelgoed, delays) en Frahm (piano, celesta, harmonium, delays) wisselen de diverse instrumenten af en brengen op improvisatorische wijze hun werk tot stand met een verrassend en innemend resultaat. De ene keer skeletachtig en experimenteel en op andere momenten jazzy, filmisch, bijna klassiek of juist verstild als een slaapliedje. Van nachtclub tot slaapkamer. Dat alles is uiterst breekbaar, subtiel gedetailleerd en intiem. Het smelt samen tot een intrigerend, spannend en bezinnend geheel, dat fans van Pierre Bastien, Klimperei, Tapes, Colleen, Gel:, Ensemble 0 en Stephan Mathieu wel zullen waarderen. En uiteraard liefhebbers van het betere vrije priegelgeluid. Voor de derde keer op rij een sublieme prestatie van deze twee en hopelijk niet voor het laatst.
Anders Brørby – Nihil (cd, Gizeh)
Na Æmaeth is de Noorse componist en geluidskunstenaar Anders Brørby de tweede in de “Dark Peak”-serie van het prestigieuze Gizeh label. Hierop verschijnen duistere releases in een beperkte oplage van 175 cd’s. Op zich opmerkelijk dat Brørby in deze serie opduikt, omdat zijn voorgaande werken doorgaans een mix, al dan niet met zang, zijn van ambient, progrock, synthpop, avant-pop en allerhande elektronische en akoestische muziek, die vaker aan de lichte kant van de muziek eindigen. Maar er zitten genoeg elementen in zijn muziek, zoals drones en veldopnames, die ook een andere kant laten zien. Per album, die overigens allen wel intrigerend zijn door de vele contrasten, nemen de duistere elementen toe. Met name zijn vorige, derde album Holiday Affairs (2015) is van een bijzondere schoonheid. Tevens laat hij van zich horen in de progrock formatie Radiant Frequency. Nu komt hij met Nihil, waarop hij alle duistere elementen bundelt tot één mysterieus, biologerend en broeierig geluid. Hij brengt 10 instrumentale tracks, een flard stemsample daargelaten, die een tot de verbeelding sprekende hybride van dark ambient, drones, neoklassiek, experimentele postrock, industrial en noise vormen. Er gaat een haast narcotiserende werking uit van zijn betoverende en bovenal spannende geluidsculpturen. Muziek die je genadeloos weet te vloeren en liefhebbers van Matthew Collings, Vieo Abiungo, Locust, Fieldhead, Rapoon, Kangding Ray en Talvihorros wel zal aanspreken, ook al passen de vergelijkingen niet helemaal. Een ijzersterke release in deze nu al fantastische serie.
Cardiacs– The Seaside (Original Edition) (cd, Alphabet)
Eén van mijn favoriete bands aller tijden is toch wel het Engelse Cardiacs, die in 1977 nog starten als Cardiac Arrest. Hun werken bestaan uit werkelijk zinderende, ongrijpbare en bovenal verslavende combinaties van prog rock, punk, wave, avant-garde, ska en art rock, altijd onder de bezielende leiding van zanger/gitarist Tim Smith (Mr & Mrs Smith And Mr Drake, Spratleys Japs, The Sea Nymphs, Tim Smiths Extra Special OceanLandWorld). Sinds 1999 is de band in ruste door hartproblemen van deze frontman. Ondertussen laten ze zijprojecten en oude werken, al dan niet live, weer het licht zien. Een bijzondere is toch wel de heruitgave van The Seaside, die oorspronkelijk in 1984 is verschenen. De cd versie die pas in 1990 uitkomt verschilt nogal van de originele cassette. Niet alleen staan er minder nummers op, ook zijn enkele in een andere versie verschenen. Een deel van de tracks is verhuisd naar het befaamde A Little Man And A House And The Whole World Window (1988), waaronder het geweldige “Is This The Life”, en een deel verschijnt niet meer. Nu is het album inclusief de artwork in ere hersteld als The Seaside (Original Edition), met alle 13 nummers present en in de originele versie, ook “Is This The Life” (luister hieronder). Voor de fans een absolute must have en voor anderen een grillige introductie met hun beginjaren.
The Comet Is Coming – Channel The Spirits (cd, Leaf / Konkurrent)
Danalogue the Conqueror (keyboards), Betamax Killer (drums) en King Shabaka (saxofoon, rap) vormen het nieuwe sensationele trio The Comet Is Coming. In feite hebben we het dan over Dan Leavers en Maxwell Hallett, beide van de synthpopformatie Soccer86, plus Shabaka Hutchings van Melt Yourself Down, Sons Of Kemet, SFS en Alexander Hawkins Ensemble. Als je luistert naar hun debuut Channel The Spirits heb je het idee met een voltallig orkest te maken te hebben, terwijl het toch echt om 3 personen gaat. Ze produceren echt een luisterspektakel dat soms compleet kakofonisch is, soms heb je het gevoel in een op hol geslagen computergame te zijn beland en op andere momenten in een zinderende thriller of een sfeervolle nachtclub. Het vrije geluid overheerst en weet de luisteraar volledig in de houdgreep te nemen. Jaga Jazzist, Splattercell, Sun Ra, Funkadelic, Wildbirds & Peacedrums, Spring Heel jack en Polar Bear lijken allen de revue te passeren. Het is (een) opwindend goed(je).
Dinner – Psychic Lovers (cd, Captured Tracks/ Konkurrent)
Vorig jaar serveert Dinner een heerlijk meergangen maaltijd met de compilatie Three EPs, 2012 – 2014, een bundeling van zijn eerdere 12”-es. De keuken is gestoeld op de jaren 80, maar hij weet dit op eigenzinnige, moderne wijze op te dienen. Dinner is het project van de Deense zanger en producer Anders Rhedin, die zwerft tussen Los Angeles, Berlijn en Kopenhagen. Qua zang moet je denken aan een mannelijke Nico, maar muzikaal gezien pakt hij veel breder uit. Dat geldt ook voor zijn langverwachte debuut Psychic Lovers. Hij brengt naast zijn licht gedrogeerde maar pakkende zang ook galmende synthesizerpartijen, wulpse beats en wave gitaren. Het is wederom een heerlijk feest der herkenning geworden, waarbij het smullen is van nostalgische pracht. Deze heeft hij wel op hedendaagse wijze opgepoetst. Over smaak valt niet te twisten en hij brengt gewoon een wandelend buffet langs Arthur Russell, Simple Minds, Jan Hammer, Depeche Mode, OMD, Spandau Ballet en New Order. Schep daar vooral op wat je zelf lekker vindt, want er is voor velen wat wils. Daarmee levert Rhedin een uiterst smaakvol debuut af.
The Drones – Feelin Kinda Free (cd, Tropical Fuck Storm / Bertus)
Het Australische zestal The Drones is een op z’n zachtst gezegd een wonderlijk gezelschap te noemen. Dit omdat je ze sinds hun debuut uit 2002 nooit ergens kunt plaatsen. Ze zeggen dan ook beïnvloed te zijn door Van Morrison, Bob Dylan, Suicide, Bad Brains, Nina Simone, Black Flag, The Scientists, Ornette Coleman, Thelonius Monk, Townes Van Zandt, John Lee Hooker, Karen Dalton, Neil Young, Béla Bartók, Mingus, Al Green en meer. Maak daar maar eens chocolade van! Ook op hun nieuwste album Feelin Kinda Free brengen ze weer een ongrijpbaar en daardoor zeer intrigerend geheel, dat toch typisch klinkt als The Drones. Niks “kinda free”, gewoon volledig vrij en onvoorspelbaar. De ene keer ritmisch en op andere momenten lijken alle ritmes en instrumenten juist over elkaar heen te struikelen. Ook de zanglijnen zijn afwisselend harmonieus en chaotisch. Het gaat van kop en staart naar kop noch staart. Een wilde brei waarvan je soms dansneigingen krijgt, maar waarbij de dansvloer uit drijfzand bestaat. Geen avant-garde, noise, jazz, indierock, psychedelica, allerhande elektronica of folk en toch ook weer wel. Volgt u mij nog? Ik zelf niet. Het is volslagen uniek, als een koortsdroom waaruit je in dit geval niet per se ontwaken wilt. Luisteren is het beste devies in deze.
Laura Gibson – Empire Builder (cd, City Slang / Konkurrent)
Laura Gibson brengt sinds 2003 om de drie jaar een nieuw album uit. Dat zijn er inmiddels 4 plus één met Ethan Rose. Na haar laatste cd La Grande (2012) verhuist ze van Portland naar New York, alwaar ze een studie volgt. Ondertussen schrijft ze ook nieuw materiaal, maar tot overmaat van ramp wordt haar appartement in 2014 door een gasexplosie verwoest en daarmee ook al haar instrumenten, aantekeningen en eigenlijk ook de rest van haar bezittingen. Ze krabbelt wonderwel heel snel weer op en met de hulp van vrienden, fans en artiesten hervindt ze ook de energie om te werken aan nieuwe muziek. Het resultaat van dit alles is nu te horen op Empire Builder, wat een veelzeggende titel is. De gastenlijst hierop is meer dan indrukwekkend te noemen. Onder meer violist/componist/zanger Peter Broderick, zangeres Alela Diane, gitarist/bassist Dave Depper (Loch Lomond, Norfolk & Western, Blue Giant, Death Cab For Cutie), drummer Dan Hunt (Neko Case) en (contra)bassist Nate Query (The Decemberists). Ondanks deze grote bezetting is de muziek zoals altijd behoorlijk ingetogen en melancholisch, maar wel vol zelfvertrouwen, doelgericht en ook nergens terneergeslagen. Ze laveert op eigenzinnige en bovenal prachtige wijze door genres als singer-songwritermuziek, altcountry, folk, freak folk en soulvolle pop. Warm als de prille lente, waarbij de winter voorzichtig wordt afgeschud. Breekbare muziek vol bezinnende diepgang en schoonheid, die ergens het midden houdt tussen Laura Marling, Joanna Newsom, Cat Power, Emiliana Torrini, Essie Jain, Angel Olsen en Samantha Crain. Bijzonder mooi.
Bas van Huizen – Waanzintraan (cd, Moving Furniture)
Het is amper 15 weken geleden sinds het geweldige Kluwekracht van Bas van Huizen het licht ziet. Deze muziek, tegenwoordig “Made In China” en daarvoor tevens als Basi Goreng en Shoganai tot stand gekomen, is een caleidoscopische mix van glitch, drones, ambient, neoklassiek, musique concrète en experimentele elektronica. Op wervelende wijze weet hij je mee te zuigen in zijn overrompelende luisteravontuur. Daarmee gaat hij in feite verder op zijn cd Waanzintraan, een titel waar je alleen al dit album voor zou willen aanschaffen (en dat los van de fantastische titels van de nummers). De muziek is weer een amalgaam aan stijlen, maar de geluiden waarmee deze tot stand komen zijn scherper, harder en iets minder subtiel. Dat maakt het bepaald niet minder indrukwekkend. Integendeel! Het is alsof zijn geluiden een collage zijn van de gemalen metalen resten uit een sloperij. Daarmee levert hij een waanzinnig spannend, bij de strot grijpend en totaal verrassend vervolg op zijn vorige werk af. Tevens gaat er net zo’n bevreemdende verontrustheid uit als de hoes. Hij schept een parallelle werkelijkheid om aan de waanzin van de dag te kunnen ontsnappen zonder deze helemaal te vergeten. Het is een groots avontuur en een geweldige ervaring waarvan je enkel stil, heel stil wordt. Bas is een meester!
Mike & The Melvins – Three Men And A Baby (cd, Sub Pop / Konkurrent)
Behoeven de Melvins, die sinds 1983 al hard aan de weg timmeren met hun sublieme altrock en metal, nog een introductie? Ik vind eigenlijk van niet. De band rond King Buzzo (gitaar, bas, zang) en Dale Grover (drums, zang) hebben afwisselend in drie- dan wel viertallen gewerkt aan hun meer dan imponerende discografie. Mike Kunka (bas, zang) is wellicht minder bekend, al maakt hij van 1991 tot 1998 genoeg lawaai met Dan Haugh in godheadSilo. In de tijd dat die ermee ophouden, toert Mike al regelmatig met de Melvins. In 1999 nemen ze samen ook een album op, maar dat is op één of andere manier onder het stof geraakt. Gelukkig hebben ze het stof er nu afgeklopt en deze release Three Men And A Baby alsnog het licht laten zien. Kevin Rutmanis (bas, zang) is het vierde lid hier, omdat hij in die tijd het tijdelijke derde lid van de Melvins is. Ze serveren 12 pakkende en snoeiharde nummers, die van de bovenste planken van de noise en black metal komen. Als Mike overigens Mike Patton zou zijn, had dat ook nog wel gepast; dit mede door de heerlijke gekte tussen alle bedrijven door. De muziek roept namelijk wel associaties met Tomahawk, Fantômas en Mr. Bungle op, terwijl fans van godheadSilo, Melvins, Crain en Butthole Surfers ook op hun wenken bediend worden. Muziek als deze wordt zelden meer gemaakt en doet Amphetamine Reptile tijden herleven. Dat maakt het genot alleen maar groter, los van het feit dat het ook gewoonweg een geweldig album is.
Orange Maplewood – Sorry (I Never Believed In A Rock ’n Roll Star) (cassette / gelimiteerde mcd, Lighttown Fidelity / It’s All Happening)
Het Amsterdamse kwartet Orange Maplewood, dat ooit uit de Achterhoek vertrokken is, laat met hun debuut Just Another Fairytale (2014) een diepe indruk achter. De muziek is een energieke, pakkende gevarieerde combinatie van post-grung, rock en stoner. Jordy Sanger (zang, gitaar), Robbi Meertens (zang, gitaar), Darek Mercks (zang, bas) en Duncan Daalmeijer (drums) zijn terug met het drie nummers tellende mini Sorry (I Never Believed In A Rock ’n Roll Star). Deze wordt op 1 april, geen grap, uitgegeven op het hypermoderne medium de cassette en is voor de conservatieve luisteraar ook gelimiteerd op cd verkrijgbaar via onderstaande Bandcamp-site. Gelukkig wel met het uiterlijk van een lp. Hoe dan ook, de muziek is er bepaald niet minder om geworden. In ruim 12 minuten rammen ze hun songs er doorheen die kont schoppen. Noise, grunge en stoner worden hier met een prettige punkattitude gebracht. Tegendraads maar ook met oog voor de melodie. Dat laatste komt mede door de sterke zangpartijen en het feit dat ze soms ook heel fraaie rustieke stukken ten gehore brengen. De muziek doet wel denken aan een mengelmoes van Nirvana, Queens Of The Stoneage, Unsane, Pearl Jam en Green Hornet. Daar hoeven ze bepaald geen sorry voor te zeggen. IJzersterk kleinood!
Kaitlyn Aurelia Smith – Ears (cd, Western Vinyl / Konkurrent)
De Amerikaanse multi-instrumentaliste/componiste Kaitlyn Aurelia Smith is een groot natuurliefhebber en houdt ervan organische composities te creëren. Ze voelt zich aangetrokken door componisten als Laurie Spiegel en Terry Riley, maar brengt op haar debuut Euclid van vorig jaar een eigenzinnig geheel ten gehore dat zowel uiterst abstract als warm is. Daarmee gaat ze gewoon, geheel in haar eigen ecologische bubbel, mee verder op Ears. Ze brengt zang, fluit, (bas) klarinet, (alt, tenor) saxofoon en uiteenlopende synthesizers, waarvan de analoge Buchla Music Easel met een zogeheten “menselijk” geluid een aparte vermelding verdient. Ze weet een bijzondere mix van jazz, wereldmuziek, abstracte elektronica, minimal music en ambient neer te zetten die net zo fascinerend als innemend is. Op haast microscopische wijze last ze allerlei details aaneen en voorziet die van haar mysterieuze zang. Het voelt echt alsof je in een parallel universum bent beland, waar de bodem gevoed lijkt te worden door Colleen, Fever Ray, AGF, Balmorhea en Laurie Anderson. Ruimtelijk genieten geblazen.
Various Artists: Every Song Has Its End (cd, Glitterbeat / Xango Music Distribution)
Mali neemt een bijzondere positie in binnen Afrika. Het ligt in het Westelijke deel ten zuiden van de Sahara en ten dele in de Sahel en is één van de armste landen ter wereld, dat wordt verscheurd door staatshervormingen, burgeroorlogen en staatsgrepen met de bijbehorende vluchtelingen. Een verdeeld land, maar ook een land met vele etnische groeperingen. Ook de muziek is derhalve veelzijdig, waarvan Salif Keita, Tinariwen, Amadou et Miriam, Oumou Sangere, Toumani Diabaté, Ali Farka Touré en Afel Bocoum belangrijke ambassadeurs zijn geworden. Maar er is meer, heel veel meer en vrijwel alles is gestoeld op de diverse tradities die het arme land rijk is. Dat toont ook de compilatie Every Song Has Its End, met de ondertitel “Sonic Dispatches From Traditional Mali” maar eens te meer aan. De in de hoofdstad Bamako gevestigde producer/opleider Paul Chandler heeft decennialang de complexiteit van de sonische en culturele Malinese traditionele muziek gedocumenteerd. Als een Malinese John Peel heeft hij diverse pareltjes uit het land vastgelegd voor deze verzameling. Dit album bevat dan ook niet de “geijkte” namen, tussen aanhalingstekens omdat de rest ook niet bepaald doorsnee is enkel wat bekender de rest, maar de nog onontdekte groep muzikanten die net zo belangrijk zijn als de grote namen. Het is muziek die dichter bij het land ligt, traditioneler is en minder toegankelijk dan wat je doorgaans voorgeschoteld krijgt. Dat neemt niet weg dat je hier een geschiedkundig document krijgt waar je niet omheen kunt. Of zoals Chandler zegt:
“I realized that this stuff was quite precious and was starting to disappear…there are traditional instruments and there is music that is played in a traditional context…and while there are a lot of Malians playing music, music played in a traditional context, for ritual, for ceremony, to accompany activities in the village, that is becoming more rare…”
Dichterbij de bron van de pure traditionele muziek kom je zelden en het is nog eens van een pure schoonheid ook. Fans van de “Desert Blues”-serie zullen hier ook hun hart ophalen. Een fantastisch, verbindend en geschiedkundig prachtwerk waarin je veel bloedgroepen van de hedendaagse Afrikaanse muziek terughoort.
Martijn
Teethgrinder, Primitive Man & Magrudergrind @ dB’s, Utrecht
Een dikke doom/sludge/drone-band gesandwicht tussen twee grindcore-bands, ik vind het een prettige afwisseling. Een uitverkochte dB’s maar tijdens de shows half gevulde zaal geeft het idee dat niet iedereen dat met me eens is. Aan de bands ligt het niet want alle drie, technische problemen of niet, leveren prima shows. Primitive Man doen hun naam eer aan met hun langgerekte akkoorden over mokerslagen van de drummer die er toch nog enige drive in weet te leggen. Teethgrinder is lekker fel maar kakt juist een beetje in bij een langzame en lange track. Magrudergrind (ja, ook hier is de naam weer helder) zet met een brulboei en slechts één gitarist, maar een beest van een drummer een korte maar explosieve set neer. Een lekker avondje takkeherrie dus.
Sietse
Ryoko Ono & Rogier Smal – Wood Moon (Toztizok Zoundz / Jvtlandt)
Rogier Small is een drummer die de laatste jaren steeds vaker laat horen in verschillende samenstellingen. Onder andere in samenwerkingen met Dylan Carlson (Earth) en Cathy Heyden, maar ook in zijn band Dagora en solo heeft hij de laatste jaren veel optredens door heel Europa en de VS gedaan.
Op de CD Wood Moon werkt de in Amsterdam wonende Smal samen met de Japanse saxofoniste en vocaliste Ryoko Ono (SaxRuins en Ryorchestra). In deze samenwerking krijgen we een fijn jazzy geluid te horen, waarin het wat minder heftig er aan toe gaat dan in de meeste andere releases waar Smal aan mee werkt. Er is zeker heel veel ruimte voor improvisatie want zowel Smal als Ono gaan geregeld goed los. Maar toch blijft het geheel wat relaxter.
De saxofoon van Ono klinkt vaak erg warm en bevat zeer veel melodische doch vrije stukken die met speelse drums worden begeleid. De twee muzikanten weten elkaar erg goed te vinden in de muziek waardoor het als een goed geheel klinkt. Iets wat soms met improvisatie nog wel eens wil misgaan.
Een fijne aanwinst voor het avontuurlijke Toztizok Zoundz.
http://toztizok.com/?page_id=28
Glice – Fleisch (Narrominded)
Het Haarlemse label Narrominded laat weer eens van zich horen met een nieuwe release. De eerste cassette sinds de oprichting. Op de cassette vinden we het duo Glice terug, een project waarin Ruben Braeken (Apnue en Katadreuffe) en Melle Kromhout (Fata ‘El Moustache’ Morgana) hun fascinatie voor noise laten horen.
In twee stukken op Fleisch, beide van 26 minuten (en weer onderverdeeld in de kleinere stukken) krijgen we een mix van verschillende live opnames te horen die daarna weer door de mangel zijn genomen.
Anders dan in de bands van beide heren gaat het er hier een stuk losser en wilder aan toe, geen liedjes, maar zeer veel noise te zoals we ook wel kennen van Wolf Eyes, maar dan in combinatie met meer psychedelische dronerige stukken die af en toe doen denken aan het solo werk van Robert A.A. Lowe onder de naam Lichens.
Kort samengevat een fijne luisterervaring waarin zeker potentie voor de toekomst zit. Het is dan ook uitkijken naar meer.
http://www.narrominded.com/catalogue/nm073-glice-fleisch/