Willen we meer of minder releases in het Schaduwkabinet? En dan nog dat gedoe rond de NSS top. Meer met minder moeite in onze toppie lijstjes uit het:
We luisterden naar: Neneh Cherry, Elara, Gargle & Bosques De Mi Mente, Lost In The Trees, Monochromie, Olan Mill, Olekksii, Zëro, Ernest Gibson, Ai Aso, La Morte Young, en St. Vincent. En gingen naar: Κομπανία en حسین علیزاده و همآوایان.
Neneh Cherry – Blank Project (cd, Smalltown Supersound)
Eenieder die me een paar jaar geleden zou hebben gezegd dat ik de Zweedse Neneh Cherry ooit als een serieuze en spraakmakende muzikante zou bestempelen, had ik waarschijnlijk ietwat vreemd aangekeken. Hoewel, zo kijk ik ook gewoon wel uit mijn ogen, maar toch. Begrijp me niet verkeerd, ik vind haar bijdragen aan The The geweldig en ze heeft echt wel een paar geweldige hits gemaakt en beschikt over een prima stem. Maar sinds ze in 2012 met Neneh Cherry & The Thing op de proppen komt, is ze wel meerdere treden gestegen in mijn muzikale achting. Na dat avontuur is nu haar eerste soloalbum in 18 jaar een feit. Ze is in al die jaren overigens nog wel actief geweest in de Zweedse band cirKus. Op deze nieuwe cd Blank Project werkt de net 50 jaar geworden Cherry nauw samen met Kieran Hebden (Four Tet, Fridge) en de muzikanten van Rocketnumbernine (Tom Page, Ben Page) en Paul Simm. Hiermee maakt ze heerlijk donkere, jazzy trip hop die vrij minimaal is en bij vlagen ook behoorlijk complex in elkaar steekt. Maar het vooral bijzonder mooi wat ze laat horen.
Elara – Soundtrack For A Quiet Place (mcd, Fluttery)
Elara is een Italiaanse postrockband, die in 2008 door Luigi Cerbone (gitaar, elektronica, sounds, programmering) wordt opgericht. Hij brengt datzelfde jaar in eigen beheer de ep Starry Night In A Cold November uit. Daarna voegen Alessio Tozzini (bas) en Vincenzo Barbone (drums) zich bij hem. Ze nemen behoorlijk de tijd voor hun muziek, hetgeen wel blijkt uit hun gezamenlijke mini Soundtrack For A Quiet Place. Deze telt slechts 3 nummers en duurt 17 minuten. Maar hetgeen ze brengen mag er wezen. Ze combineren hun stevige gitaarpartijen met dikke lagen ambient en neoklassiek en voegen er tevens allerlei subtiele details aan toe. Instrumentale muziek die heel veelzeggend is, zonder echt opvallend anders te zijn in het huidige postrocklandschap. Het is wel een solide fundering geworden van waaruit verder gebouwd kan worden. Fans van Explosions In The Sky en de hardere Sigur Rós zullen er verguld mee zijn, al was een langspeler in dit geval een handiger begin geweest (met een heel andere voorkant ook).
Gargle & Bosques De Mi Mente – Absence (cd, Fluttery)
In 2012 debuteert het Japanse duo Jun Minowa (gitaar, mix) en Satoshi Ikeda (accordeon) als Gargle met de cd Glow In The Dark. Hierop vind je combinaties van post-rock met ambient, glitch en neoklassiek tot expressieve hybriden. Veel van de instrumentale nummers hebben een behoorlijk filmisch karakter. De elektronica, accordeon, piano en gitaren van de twee worden door gasten op viool en contrabas fraai ondersteund. Alsof je van Aube via Ennio Morricone bij Stars Of The Lid en Mono uitkomt. Een aan de grond nagelende schoonheid. Tijdens een optreden in Spanje komen ze de neoklassieke componist Nacho (piano, gevonden geluiden, woorden) tegen, die als Bosques De Mi Mente al diverse werken op zijn naam heeft staan. Zijn hoofdinstrument is de piano en de rest op zijn werken wordt meestal door anderen ingekleurd. Ze besluiten gezamenlijk aan de slag te gaan, wat vorig jaar de cd Absence tot gevolg heeft. De drie krijgen steun van Japanse gasten op viool, altviool en cello. Het resultaat mag er wezen. De piano, accordeon en strijkers zetten een prachtig en vooral bijzonder modern klassiek geheel neer, terwijl de gitaar het meer naar de postrock toe trekt. Die twee werelden botsen totaal niet en zorgen voor enkel voor een kwadraat aan overdonderende pracht, die haast zeer doet. Denk aan een gedroomde combinatie van Anoice, Mono, Max Richter, Ólafur Arnalds en Dustin O’Halloran. Een zeer geslaagde samenwerking, die hopelijk nog eens vervolgd wordt.
Lost In The Trees – Past Life (cd, Anti/T
rekky)
Dit melancholische indierock/folk combo weet me met hun releases Time Taunts Me en All Alone In An Empty House, beide uit 2010, volledig in te pakken. Een liefde voor altijd is geboren. In 2012 brengen ze hun fantastische A Church That Fits Our Needs uit, dat schampt aan mijn jaarlijst. Ze zijn hierop iets meer richting de indie opgeschoven en verlaten deels de folkpaden van weleer. Wat gebleven is zijn de aan de grond nagelende combi van klassiek en folk met die fantastisch harmonieuze, hoge zang. Op hun vierde cd Past Life borduren ze daar op meer elektronisch en georkestreerde wijze verder. Deels wordt de muziek hierdoor iets gewoner, maar dat wordt wel gecompenseerd door meer schoonheid en sterkere composities. De groep moet er wel voor waken hun identiteit niet gaan verliezen aan bands als Radiohead en The Decemberists. Maar zover is het nu nog niet. Ze laten weer een heerlijk emotioneel geladen geluid horen, vol met bijna falsetzang, waar folk, minimal music, neoklassiek en indie op schitterende wijze samenkomen. Voor fans van Other Lives, Ben Christophers, Radiohead, Get Well Soon, Efterklang, The Decemberists en Bowerbirds.
Monochromie – Enlighten Yourself While You Sleep (cd, Fluttery)
Monochromie het project van de Franse muzikant Wilson Trouvé. Hij debuteert in 2012 met zijn diepgaande, emotievolle Angels And Demons, dat uit een amalgaam van modern klassiek, neoklassiek, glitch, ambient en postrock. Hier weet hij één consistent melancholisch geheel mee te maken. Hij is van huis uit pianist en brengt vorig jaar een meer pianogestuurde cd Colors In The Dark uit op het Time Released Sound label. Datzelfde jaar verschijnt ook, op Fluttery ditmaal, de cd Enlighten Yourself While You Sleep. Deze sluit weer meer aan op zijn debuut, zij het dat het postrock deel wat aangescherpt is en de atmosfeer duisterder. Daarom heen wervelen glitch en neoklassieke geluiden al dan niet onder begeleiding van fraaie orkestraties en etherische stemsamples. Tegen het einde duiken ook de pianoklanken weer wat vaker op. Maar het is een schitterend herfstig en tot de verbeelding sprekend geheel, dat ook mooi is in de lente. Voor liefhebbers van Hammock, Bitcrush, Fennesz, Eluvium, Blueneck, Godspeed You! Black Emperor en SubtractiveLAD.
Olan Mill – Land Cycle (3” cd-r, Hibernate)
Dit project van Alex Smalley (productie, arrangementen, gitaar, veldopnames), tevens de helft van het duo Pausal, weet al 4 releases lang indruk te maken met een wonderschone mix van neoklassiek, ambient en duistere elektronica. Op zijn nieuwe mini album Land Cycles, uitgebracht in de “Postcard”-serie van Hibernate, presenteert hij 8 korte klanklandschappen die samen toch nog bijna 24 minuten lang zijn. Het is materiaal dat de afgelopen 10 jaar op de planken is blijven liggen. Hij gebruikt hiervoor livefragmenten, samples en demo opnames, waarbij hij minder op de afwerking wil focussen. Het geluid dat hieruit voortkomt is inderdaad ruwer en meer elektronisch dan zijn andere werken, maar ademt nog altijd die heerlijk droefgeestige sfeer uit, die liefhebbers van Celer, Stars Of The Lid, Deaf Center, Bersarin Quartett, Richard Skelton en A Winged Victory For The Sullen zal bekoren.
Olekksii – Iris (cdep, Fluttery)
Olekksii is het project van de uit Kiev afkomstige Oekraïense muzikant Alexey Krolevets. Hij is onder de indruk van de stelling (en muziek) van Autechre: “It’s all like looking at gene cycles, who inherits what. You’ve got your X and your Y, and you mix them.” Daarnaast is hij ook hevig beïnvloed door klassieke muziek. Hij knoopt op zijn mini debuut Iris dan ook pianomuziek, elektronische beats en weelderige orkestraties aan elkaar tot postrockachtige creaties. Soms uiterst fragiel en op andere momenten lekker bombastisch. De emotioneel geladen pracht spreekt tot de verbeelding en zal voer zijn voor de liefhebbers van <s
trong>Clint Mansell, Jon Hopkins, Ólafur Arnalds, Max Richter, Dustin O’Halloran, Kettel, In The Nursery en Craig Armstrong. Het enige nadeel is dat de 8 tracks na 25 alweer afgelopen zijn.
Zëro – Places Where We Go In Dreams (cd, Ici D’Ailleurs)
Een van de beste Franse noiserockbands begin jaren 90 is zonder twijfel Deity Guns. Vanaf 1993 gaat deze over in minstens zo geweldige Bästard, die meer experimenteren. In 1997 stoppen ook zij ermee en gaan de leden verder met eigen projecten. In 2006 komt driekwart van Bästard samen om verder te gaan als Zëro. Na de drie geweldige albums Joke Box (2007), Diesel Dead Machine (2009) en Hungry Dogs (In The Backyard) (2011), vol met de betere en vooral stevig avantrock en noiserock, komen ze nu met hun album Place Where We Go In Dreams. Helaas finishen de 7 nummers hierop al na 25 minuten. Maar wat ze hier brengen is weer steengoed. Harde noise en garagerock wordt afgewisseld dan wel aangevuld met allerlei experimenten en avant-gardistisch en krautrock elementen. Dat brengen ze op energieke, innovatieve en pakkende wijze aan de man. Denk naast Bästard en Deity Guns ook aan The Fall, Neu, The Ex en Sonic Youth. Heerlijke band en weer een geweldige schijf!
Ernest Gibson – Island Records (lp, Skrot Up, 2013)
Het mag dan wel zijn debuutalbum zijn, Ernest Gibson laat op Island Records een ervaren indruk achter. Niet alleen vanwege de regelmatig opdoemende kraut ritmes en jaren 70 surf en psychedelica; dit album zit uitstekend in elkaar en zet van voor tot eind een coherent en – op een goede manier – monotoon album neer. Terwijl de drumcomputer eentonige tribale ritmes uitbraakt, verdwijnen de distorted gitaren, ambient en hier en daar opduikende zang in een dikke mist, waar iedere noot galmend een weg naar buiten lijkt te zoeken. Een soort Dirty Beaches onder invloed van LSD, wat ik bedoel als compliment.
Ai Aso – Lone (lp, Ideologic Organ, 2014)
Prachtige minimalistische acid folk plaat van de uit Tokio afkomstige Ai Aso. Alsof ze bang is om haar hypnotiserende en uiterst fragiele stem te laten horen, fluistert ze haar onverstaanbare Japanse teksten. Lieflijke orgelklanken, keyboard en akoestisch gitaar dienen als begeleiding. Zoals de titel al aangeeft, is Lone een eenzame trip door een desolaat landschap, maar wat vooral knap is aan deze plaat is dat ze dat gevoel perfect weet over te brengen, zelfs in een live setting. Het applaus tussendoor brengt je gedurende het ruime half uur geenszins van de wijs. Ook de wat luidere en opgewektere afsluiter Lone kan uiteindelijk nergens deze unieke melancholische sfeer doorbreken.
La Morte Young – La Morte Young (lp, Dysmusie, 2013)
Leuke woordspeling met La Monte Young natuurlijk, maar dat is zeker niet het enige vermakelijke aan deze lp. Dit Franse trio is muzikaal ook niet echt vergelijkbaar; daarvoor moeten we onze blik toch echt op Nieuw-Zeeland en de drone / noiserock van The Dead C richten. You Must Believe In Spring is een kwartier durende opener in die beste traditie, met krakende feedback en traag voortbewegende, ondoordringbare gitaarmuren, zonder dat deze enige richting op lijken te gaan. Op de achtergrond horen we getergde angstkreten die de plaat alleen maar meer naar een zwart gat toeduwen. Kant B wisselt Sonic Youth-momenten af met drone en psychedelisch minimalisme, en laat op die manier horen dat La Morte Young heus meer kan dan alleen maar lawaai maken. Veelbelovend debuut.
حسین علیزاده و همآوایان @ Rasa, Utrecht
Hossein Alizadeh is een virtuoos op de setar, een zeer klein luitje waarmee hij grootse dingen vermag. Voor de pauze speelt hij samen met een percussionist die de tombak bespeelt, na de pauze treedt het hele HamAvayan ensemble aan. Alizadeh neemt dan de iets grotere shurangiz ter hand en verder wordt hij bijgestaan door setar, tombak, ney en zang. Klassieke tradities worden vermengd met wat bescheiden eigen invloeden in een enerverende set.
Κομπανία @ Rasa, Utrecht
Een week later op dezelfde plek de groep Kompanía. Die komen uit Athene en spelen de klassieke rebetika uit Griekenland en Turkije. Ook hier weer kleine luitjes, in de vorm van twee baglama’s (niet te verwarren met de Turkse bağlama). Zakformaat, speciaal voor in de gevangenis. Daarnaast zijn er accordeon en gitaar en voor het vroege, Turkse werk wordt de oed ter hand genomen. Voor muziek uit de ‚krachtwijken’ van Athene en Smyrna klinkt het toch altijd gezellig. Er is nog wat buikdans en enkele mensen uit het publiek kunnen zich ook niet bedwingen, maar eigenlijk zouden er best eettafels in de zaal moeten staan.
St. Vincent St. Vincent
Een van de leukste popartiesten van dit moment, met skills én stijl. Hoekige pop met eigenzinnige arrangementen. Daarin hoor je opvallende, maar ook weer niet, dissonante (ringmodulator!) gitaargeluiden die het wat meer spice geven dan veel andere pop/rock. Het nieuwe album heeft in die zin geen opvallende verschillen met de vorige release (Strange Mercy). Prijzig maar erg goed geperst vinyl.