Het schaduwkabinet: week 12 – 2024

Zonder bewerkte foto’s is hier mijn lijstje uit het:

SCHADUWKABINET

Ik luisterde naar: Anari, Carpet, Czarnoziem, Kim Gordon, Head Of The Baptist, Ivy Falls, Sam Lee, Maluf System, Mannequin Pussy, Orange Blossom, Pinhdar, Marjan Vahdat en The Wreckery.

 


 

Jan Willem

Anari – Giza Zarata (cd, Bidehuts)
Anari is al sinds 1997 het Baskische soloproject van singer-songwriter Ana Rita Alberdi, die inmiddels 5 studioalbums en wat mini’s heeft uitgebracht. Vier jaar geleden heeft ze nog een 7” gemaakt met Thalia Zedek, waar ik haar eigenlijk altijd wel mee vergelijk. Er komt om de zoveel jaar weer eens iets en dat hakt er eigenlijk altijd in. De reden dat ze niet zoveel albums uitbrengt, is dat ze ook gewoon werkt als lerares linguïstiek, Spaanse literatuur en filosofie. Haar getormenteerde ietwat hese zang past zo mooi bij de muziek, waar ze rauwheid, melancholie en schoonheid op natuurlijke wijze ineen weet te vlechten. Van het Baskisch versta ik echt niets, maar haar albums vol ongepolijste emotioneel geladen folkrock raken toch iedere keer weer diepe snaren. Dat is niet anders op haar nieuwe album Giza Zarata, dat “menselijk geluid” betekent. Deze is uitgebracht op Bidehuts label, dat zich net als haar vroegere label Esan Osenki richt op Baskische muziek. Het komt bijna 9 jaar na haar laatste volledige album, maar het voelt meteen weer vertrouwd. Anari (zang, gitaar) krijgt hier hulp van drie min of meer vaste muzikanten op bas, drums, percussie, piano en keyboards. De menselijke kant bestaat hier wellicht uit het feit dat de muziek nog droefgeestiger klinkt en wat ingetogener dan anders, zonder de rauwe kant los te laten. Nooit zal ze gladde kost voorschotelen. De hoes, die trouwens op 7” formaat is, doet ook vermoeden dan ze zich zorgen maakt om de wereld. Op gedragen en overtuigende wijze brengt ze hier weer zoveel oversneden pracht, dat het haast zeer doet. Naast Thalia Zedek (Band) moet je denken aan Shannon Wright, The Dirty Three en Cat Power, zij het dat geen enkele vergelijking helemaal past. Het machtig, menselijk en meesterlijk mooi.

 

Carpet – Collision (cd, Kapitän Platte / Sonic Rendezvous / Creative Eclipse PR)
Carpet is een Duitse band, die al sinds 2009 aan de weg timmert. Op eigenzinnige wijze laveren ze door prog-, stoner, art-, post- en psychedelische rock, waarbij ze Motorpsycho, Jaga Jazzist, The Notwist en zelfs The Beatles aanwijzen als invloeden. De groep bestaat in eerste instantie uit Maximilian Stephan (gitaar, zang), Jakob Mader (drums, percussie), Sigmund Perner (Fender Rhodes, Roland Juno) en Hubert Steiner (bas), maar daar voegen zich ook Martin Lehmann (trompet, vleugelhoorn) en Maximilian Wörle (achtergrondzang) bij. Op hun nieuwe album Collision gaan ze gewoon door met allerlei bijzondere lassen te smeden tussen de genoemde rockgenres. De 7 tracks duren samen ruim 46 minuten, waaruit al blijkt dat ze de tijd nemen om de stukken goed op te bouwen. Ze doseren mooi met de instrumenten, volume en ruimtes. Je hoort gek genoeg bij al de genoemde bands er wel in terug, zij het dat ze echt alles origineel invullen. Daarnaast komen ook Masters Of Reality en Porcupine Tree wel voorbij, maar het is met alles te vluchtig om het vet te drukken.

 

Czarnoziem – Socha (cd, Gusstaff / Xango Music Distribution)
Zoals eerder aangegeven kan je bij het avontuurlijke Poolse Gusstaff label bij van alles en nog wat terecht, van folk tot experimentele muziek. Tot die laatste categorie behoort het Poolse project Czarnoziem, hetgeen iets als “humusrijke gemalen aarde” betekent. Die titel moeten de leden Dawid Dąbrowski (modulaire synthesizer) en Michał Giżycki (basklarinet, saxofoons) met hebben ze vast gekozen omdat ze vruchtbare grond hebben gevonden om samen iets te creëren. Hun gezamenlijke debuut heet Socha,, dat dan weer  “ploeg” betekent. De muziek van beide heren is dan ook verrassend, afhankelijk wat ze nu weer uit de grond omhooghalen. Op innovatieve, experimentele en improvisatorische wijze verkennen ze het spectrum van de free jazz, elektro-akoestische muziek, drones, avant-garde en genre-overstijgende muziek. De twee communiceren complex doch logisch met elkaar door intuïtief de verhaallijnen van eenieder aan te vullen. Dat levert 5 onvoorspelbare maar uiterst spannende tracks op, die je ruim drie kwartier volledig in de houdgreep weten te nemen. Daarbij moet je het ergens zoeken tussen Colin Stetson, Kimmo Pohjonen, Talk Talk, Gareth Davis, Dictaphone en Sarah Davachi, gegoten in een David Lynch-achtige setting. Het is een minimalistisch, magisch, mysterieus en machtig luisteravontuur geworden.

 

Kim Gordon – The Collective (cd, Matador)
Kim Gordon, de oermoeder van de gitaarnoise, heeft zowel tijdens als na haar Sonic Youth periode van alles en nog wat gedaan op muzikaal gebied, van noise tot experimentele werken en van andere bands tot samenwerkingsverbanden. Los van het feit dat ze ook beeldend kunstenaar is. Toch is het nieuwe album The Collective pas haar tweede solowerk. Hier werkt Kim (zang, gitaar) net als op haar debuut samen met producer Justin Raisen, die voor de nodige (drum) programmeringen, synthesizers en sound design zorgt. Ook Anthony Paul Lopez zorgt voor de nodige programmering. Andere gasten zorgen her en der voor bas, gitaar en zang. Stem en gitaar staat er achter Kim’s naam, maar als je denkt een gitaaralbum in handen te krijgen, dan heb je het mis. Maar goed, dat was haar vorige eigenlijk ook niet. Toch zijn de elektronica hier extremer en gaat haar zang nog vaker over in een soort raps of eigenlijk collages van woorden, die ze uitspuugt. De muziek houdt eerder het midden tussen een industriële mix van trap, illbient, hip hop en noise. Het is smerig, het is spannend en gewoonweg steengoed. De dreunt nog wel even na….

 

Head Of The Baptist – The Pyre Of Equivalence (mcd, Cursed Monk)
Harde bands heb je in vele maten en soorten en de ene goed vinden is voor mij geen garantie dat ik de andere ook goed vind. Toch stuit ik met enige regelmaat op iets dat me meteen weet te grijpen. Zo ook bij het Belgische Head Of The Baptist, dat nu na een cassette met de mini cd The Pyre Of Equivalence komt. Vijf nummers van samen 20 minuten slechts, maar die weten wel echt een overdonderende indruk te maken. Yenthe M. (zang, bas). Niels C. (zang, gitaar), Dille (gitaar) en Kevin S. (drums), het lijken haast een stel verdachten, gaan hier op genadeloos harde wijze te keer. Hun muziek zit ergen tussen doom metal, sludge, death metal, hardcore en grindcore in, maar blinkt vooral uit door het pakkende geluid. Het is alsof je een optelsom van Red Harvest, Neurosis, Sannhet, Slayer, My Dying Bride, The Exploited en Lard voorgeschoteld krijgt. Durf daar maar eens nee te zeggen, als je dat om de één of andere duistere reden dat überhaupt zou willen.

 

Ivy Falls – Sense & Nonsense (cd, Unday / N.E.W.S.)
Het Belgische Unday label blijft een hofleverancier van goede releases, van pop tot experimentele muziek. Daar komt nu ook het debuut Sense & Nonsense van Ivy Falls bij, die eerder in 2017 al een mini cdr en twee jaar later een 12” op het label uit heeft uitgebracht. Het is feitelijke het alias van Fien Deman, maar uitgegroeid tot een heuse band onder haar leiding. Aan dit album hebben naast zangeres Fien nog Bram Vanparys alias The Bony King of Nowhere (gitaar, piano, synthesizer) die het album ook produceerde plus bassiste en contrabassiste Trui Amerlinck (Tsar B, N∆BOU, Mayorga), drummer Simon Raman (Steiger, Mòs Ensemble) en klarinettist Thomas Jillings (Ottla) meegewerkt. De huidige live line-up verschilt hier weer iets van. Fien heeft het album gemaakt na een relatiebreuk en het verlaten van haar huis. Deze veranderingen zorgden voor onzekerheid en vooral ook desoriëntatie in haar leven. Om weer vaste grond onder de voeten te hebben, ging ze schrijven, wat voor structuur en een nieuwe focus zorgde. Veel van die processen en verhalen brengt ze hier op ontwapende wijze. Daarbij is het hier niet klagend terugblikken, maar op realistische wijze kijken naar wat er echt toe doet en ook om op hoopvolle wijze de toekomst tegemoet te treden. Met haar nieuwe liefde Bram bijvoorbeeld. Het is bepaald geen klef album geworden waar alles mooier afgeschilderd wordt dan het is. Ze dompelen veel onder in een melancholisch vernis, maar durven af en toe ook met lentekleuren te verven. Dat alles zorgt voor een sprankelend en bezinnend geheel, dat ergens tussen indiepop en indeifolk uitkomt. Denk daarbij aan een mix van Nick Drake, Edie Brickel, Feist, Lana Del Rey, Sharon Van Etten en Suzanne Vega. Het grote verschil wordt gemaakt door de werkelijk prachtige zang van Fien. Een zingevend droomdebuut!

 

Sam Lee – Songdreaming (cd, Cooking Vinyl)
De Britse folkzanger Sam Lee weet altijd toegankelijke muziek te maken, die meestal best complex in elkaar steekt. Zijn stem vind ik ergens tussen Bill Callahan, Arthur Russell en Nick Drake inzitten, wat de muziek ook altijd extra franje geeft Door zijn folkmuziek mengt hij nog wel eens op natuurlijke wijze Afrikaanse dan wel Aziatische elementen, terwijl de muziek echt Brits klinkt. Op zijn laatste waren het meer klassieke en jazzy elementen die door zijn folkmuziek gemengd werden. Die draad pakt hij nu ook op Songdreaming weer na vier jaar op. Hij werkt met een vijfkoppige band, die piano, contrabas, percussie, viool en gitaar brengen. Die laatste weer door Bernard Butler (Suede, The Verve, The Venus In Furs), die ook de productie voor zijn rekening neemt. Daarnaast nog eens 16 gastmuzikanten die koorzang, zang, fluit, kleine doedelzak, nyckelharpa, trombone, viool, Franse hoorn, percussie en qanun brengen. Hiermee heeft hij 9 indringende folksongs gecreëerd zoals alleen hij dat kan. Met zijn prachtstem neemt hij mee door traditionele songs, om die zich op hedendaagse wijze ontvouwen met instrumenten uit diverse delen van de wereld. Daarbij weeft hij weer allerlei subtiele details door de muziek, waardoor het niet alleen in de grote lijnen maar ook in de kleine hoekjes een rijke sound oplevert. En allemaal van een uitzonderlijke pracht. Zijn vorige album heette dan Old Wow, deze had gerust New Wow mogen heten.

 

Maluf System – Eddiwen (cd, Liburia Records / Xango Music Distribution)
Maluf is een genre van kunstmuziek in de Andalusische klassieke muziektraditie van Algerije, Libië en vooral Tunesië. Het is van Iberische origine en werd door Andalusische vluchtelingen in de Maghreb geïntroduceerd. De Tunesische multi-instrumentalist Marzouk Mejri (zang, darbuka, bendir, shqashiq, table, tar, nagharat, tamburello, qanun, ney, klarinet, zukra) uit ook Fanfara Staton en de Italiaanse etnomusicoloog Salvatore Morra (Arabische oud, Tunesische oud, gitaar, koorzang) hebben hun project Maluf System ernaar vernoemd, dat ze in 2018 hebben opgetuigd. Ze maken op hun album Eddiwen, dat “liedboek: betekent, dan ook muziek die put uit het complexe en rijke repertoire van die muziekstijl. Door de integratie van transnationale muzikale identificaties onderzoekt het project de wedergeboorte van maluf in migratiecontexten, veranderingen in de aard ervan en de nieuwe transmissies en diffusies ervan. De teksten gaan over liefde, nostalgie en geluk, maar ook over zaken uit het Ottomaanse rijk. Je hoort in hun muziek een breed verspreid geluid terug, van de latere Afrikaanse berber- tot de meer Arabische muziek, maar ook meer Westers getinte rock. Het is prachtig te horen hoe verleden, heden en toch ook diverse muzikale bloedgroepen hier samenkomen, die bepaald geen afweerreactie veroorzaken. Sterker nog, het doet alles opbloeien en fraaier uit de verf komen. Heerlijk om eens uit deze Arabische keuken te mogen proeven!

 

Mannequin Pussy – I Got Heaven (cd, Epitaph)
Het Amerikaanse Mannequin Pussy bestaat al sinds 2012 en brengt met een zekere onregelmatigheid albums uit. Zo kwam ik ook pas laat achter hun vierde album I Got Heaven, dat vijf jaar na hun vorige komt. De muziek kan je scharen onder de indierock, maar hint ook naar alternatieve rock, punk, noise en shoegaze. Dat is niet anders op hun nieuwe album, waarbij de formatie bestaat uit de dames Marisa Dabice (gitaar, zang, keyboards), Kaleen Reading (drums, percussie) en Maxine Steen (gitaar) plus Colins “Bear” Regisford (bas, samples, zang). De ene keer komen ze gevoelig uit de hoek en op andere momenten schreeuwen ze je er juist op vervaarlijke wijze weer in. Eigenlijk vind ik ze het allersterkst als ze volledig uit hun plaat gaan, zoals in de titeltrack, “Ok? Ok! Ok? Ok!”, “Of Her” of “Aching”. Maar ook de rest zit sterk in elkaar en zorgt ook voor de nodige afwisseling. Daarbij moet je het echt zoeken tussen bands en artiesten als Phoebe Bridgers, Wednesday, Babes In Toyland, 12 Rounds, Hole, METZ en Pixies. Een sterke terugkeer van deze topband. Alleen jammer dat het feest na een half uur alweer voorbij is

 

Orange Blossom – Spells From The Drunken Sirens (cd, Washi Washa)
De Franse groep Orange Blossom is al in 1993 opgericht. Hun gelijknamige debuut uit 1997 heb ik destijds ook beschreven, zoals veel van het Prikosnovénie label en sublabels toen. Ze mixten er trip hop met tribal, industrial en allerhande elektronische elementen. Het duurt maar liefst 7 jaar eer hun tweede album Everything Must Change er is. Hierop zijn de wereldse elementen tot volle bloei gekomen en is de Algerijnse zangeres Leila Bounos te horen. Het is echt een enorme aanvulling op de muziek, die meer een Oosterse trip hop aangelegenheid is geworden vol smaakvolle samples en orkestraties, dubelementen en andere elektronische interventies. Dan is het maar liefst 10 jaar wachten op Under The Shade Of Violet (2014), waarop de Egyptische zangeres Hend Ahmed de zang voor haar rekening neemt. Carlos Robles Arenas (drums, programmering) is het enige lid dat er vanaf het begin al bij is. Maar de groep is hier groot opgezet, met strijkers en vele muzikanten. Het is hun absolute magnum opus en dat terwijl de rest ook al zo goed was. Nu, weer 10 jaar later is Spells From The Drunken Sirens er eindelijk. Met 13 nieuwe songs van samen 55 minuten pakken ze ook flink uit. Naast Carlos, Hend en nog een paar leden van het vorige album schuiven er hier weer vele nieuwe gezichten aan. Ze werken wederom met programmering, drums, strijkers en uiteraard zang, maar ook muzikanten op meer traditionele instrumenten als kora, tar, daf, draailier, dohola, oud, maracas, congas, kanoun en meer. De muziek schuift ook wel eens meer de rockkant op, maar ook kleine Portugese en Spaanse liedjes komen voor. In alles grijpen ze breder om zich heen en gaan van het westen naar de Mediterrane en het Midden Oosten en toch vormt het een coherent geheel. Liefhebbers van Natacha Atlas, Niyaz, Lhasa, Dead Can Dance, Rachid Taha, Sezen Aksu en Le Trio Joubran zullen hiermee ook wel raad weten, Een weergaloos wereldalbum, die het wachten waard was.

 

Pinhdar – A Sparkle On The Dark Water (cd, Fruit de Mer Records / Peyote Press)
Pinhgar is een Italiaanse duo, dat in 2019 is opgericht en bestaat uit zangeres Cecilia Miradoli en gitarist/producer Max Tarenzi. In 2021 hebben ze hun fijne debuut Parallel uitgebracht. Hierop brengen ze een mengelmoes van trip hop met dark wave en psychedelische elementen horen. Soms ging het er best luid aan toe. Ze zijn nu terug met het tweede album A Sparkle On The Dark Water, waarop ze 10 nieuwe tracks lanceren, die bij elkaar 48 duren. De aanpak van de groep sluit deels aan op het debuut, maar ze gaan hier duidelijk subtieler en wat zachter te werk. De muziek is tevens wat melancholischer, hetgeen te maken kan hebben met het feit ze hun zorgen over de aarde, de mensheid maar ook de moeilijkheden in relaties, eenzaamheid en leegte in hun teksten verwerken en van passende muziek voorzien. Het trip hop gehalte is hier meer naar de voorgrond geschoven, al hoor je in de baspartijen de wave nog wel terug. Verder krijg je stemmige orkestraties en andere fraaie details, die de muziek die weliswaar zachter is, toch voller maken. Cecelia’s zang weet ook op Beth Gibbons-achtige wijze de muziek prachtig te dragen. Bij dit alles je denken aan een mix van Portishead, Massive Attack, Sneaker Pimps, Fever Ray en de latere Sleeping Dogs wake, waarbij op de achtergrond de rustige, donkere muziek ook wel eens doet denken aan The Cure en The God Machine. De groep is daarmee op alle punten gewoon nog beter en mooier geworden.

 

Marjan Vahdat – The Eagle Of My Heart (cd, Kirkelig Kulturverksted / Xango Music Distribution)
Zoals wellicht bekend mogen vrouwen sinds de Islamitische revolutie in 1979 in Iran niet meer op de voorgrond treden met kunst. In een achtergrondkoor zingen of spelen mag nog wel. Dus zijn er veel vrouwen naar elders uitgeweken om hun vrijheid terug te krijgen. Dat geldt ook voor de zussen Marjan en Mahsa Vahdat, die samen maar ook solo albums hebben uitgebracht. Beide beschikken over prachtige stemmen vol universeel invoelbare emoties. Zelfs zo mooi en meeslepend, dat als de muziek er niet zou zijn, je er geen erg in hebt. Mahsa heeft dat al eens bewezen met haar album he Sun Will Rise – A Cappella (2016). Marjan zegt over het zingen: “Zingen geeft mij een vrijheid die zelfs de zelfcensuur overwint”. Haar nieuwe album The Eagle Of My Heart is ook volledig a capella, hetgeen op de voorkant ook onder de titel staat. “Als ik a capella zing, kan ik mijn gevoelens min of meer ongefilterd uiten. Mijn stem is volledig naakt, en terwijl ik zing, kan ik alle details waarnemen en spelen met elementen die ik niet zo goed opmerk als ik zing met instrumenten die mij begeleiden”, aldus Marjan. Ze brengt hier 13 stukken van samen bijna 35 minuten lang, die vooral gedragen worden door haar zang. Wel krijgt haar stem soms wat echo mee, maar dat kan ook aan de opname liggen. Het zorgt voor een ruimtelijke beleving en geeft haar stem extra duidingskracht mee. Alsof je de echo’s uit het verleden, haar wortels, in het hier en nu terug hoort. Misschien dat ze daarom op dit album ook enkele samples heeft geplaatst van stemmen haar hebben voorgegeven als zangeres, te weten. haar vader, grootmoeder en een neef van haar vader. Daarover zegt ze: “Mijn stem is een geschenk dat ik heb geërfd. Elke keer dat ik zing, heb ik een onmiddellijke verbinding met de stemmen die mij mijn hele leven hebben beïnvloed. Deze stemmen herinneren mij er voortdurend aan om hun hoop en dromen voort te zetten. Als ik a capella zing, heb ik nooit het gevoel dat ik alleen zing”. Ook als je haar prachtig indringende en emotievolle stem hoort, waarmee ze naast eigen teksten dan wel gedichten ook die van Iraanse mannelijke en vrouwelijke dichter uitdraagt, bekruipt je het gevoel dat ze staat met en voor velen. Het is een zinnenstrelend en poëtisch prachtalbum geworden, die je ook weet te overmeesteren als je de taal niet verstaat.

 

The Wreckery – Fake Is Forever (cd, Gusstaff / Xango Music Distribution)
Het is bijna knap als je nog nooit in aanraking bent gekomen met het werk van de veelzijdige Australische muzikant Hugo Race. Ik leer hem in eerste instantie kennen als lid van Nick Cave’s Bad Seeds, maar stuit erna veelvuldig op andere werken van zijn hand. Onder zijn eigen naam, al dan niet met toevoegingen als & The True Spirit plus & Fatalists, maar tevens met groepen als Dirtmusic, The JLP Sessions Project, Sepiatone, Transfargo, Gemini 4, The Wreckery en andere joint ventures. Zijn muziek zit meestal ergens tussen rauwe rockballads en blues, al wijkt hij hier ook nog wel eens vanaf. Zoals gezegd maakte hij ook deel uit van het leuke The Wreckery, dat rond 1985 van start is gegaan en 3 albums heeft afgeleverd waarvan de laatste (hier) in 1989. Nu, 35 jaar later, zijn ze gewoon terug met het gloednieuwe album Fake Is Forever. Hugo Race (zang, gitaar, keyboards) wordt hier bijgestaan door de originele leden Charles Todd (saxofoons), Nick Barker (bas, gitaar, zang), Robin Casinader (Hammond orgel, mellotron, mandoline, viool) en Edward Clayton-Jones (gitaar, piano, synthesizer, mellotron, slide gitaar, Solina string synthesizer) plus Frank Trobbiani (drums, percusie). Allemaal doorgewinterde muzikanten, die nu weer op gemeenschappelijk muziekgebied verder gaan. Kennelijk heeft er altijd nog een waakvlammetje gebrand. Nu staat de boel weer in vuur en vlam en klinkt de band sterker dan ooit. De meer boze goth en atmosferische rock van destijds, die ze maakten in de post-punktijd, hebben ze nu verruild voor een meer bezinnend en bedwelmend geluid, al voeren ze het tempo dikwijls aard op. Ze brengen 9 nieuwe tracks waarin ze met blues en jazz gelardeerde nachtelijk rock brengen. Het is meeslepend en steekt goed in elkaar, waarbij de zang van Race en het saxofoonspel voor de duidelijkste herkenningspunten zorgen. Mede hierdoor hebben ze ook een eigen geluid in huis. Ik denk dat liefhebbers van onder meer Crime + The City Solution, Firewater, Mark Lanegan en Botanica dit ook wel zullen waarderen. Het is niet alleen een geweldige comeback, ook kunnen ze hier nog makkelijk jaren mee door.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.