Annexeren, gewoon omdat je het kan! Ook aan de zijlijn gaan we morgen weer kiezen uit allerlei zinloze lijstjes. Wij annexeren nu wat webspace en laten het even bij onze lijstjes uit het:
We luisterden naar: BABYMETAL, Colo, Crippled Black Phoenix, DVA, Evil Blizzard, Kangding Ray, The Ministry Of Wolves, Radůza, Selofan, Standish/Carlyon, Alex Monk, Hellvete, Wild Beasts, Crumbsuckers, Zom en Teitanblood.
BABYMETAL – BABYMETAL (cd, Toy’s Factory)
Twee weken terug tipte Martijn ons al met dit sensationele project uit Japan. Daarna gonst het ook op Facebook van deze band. Het is dan ook een bevreemdend gezicht en gehoor om de 3 schattige meisjes Su-metal, Moametal en Yuimetal van 14, 14 en 16 jaar tussen zware metalmuren en doodsvocalen te vinden die zo tussen Slayer, Testament en My Dying Bride passen. De 3 zangeresjes brengen tussen al het geweld door J-Pop, dat los vermoedelijk minder goed vol te houden is voor volwassenen. Omgekeerd zou de uitstekende strakke metal los ook niet de meest originele zijn. Samen, kawaii metal heet dat nieuwe genre, is het goud waard. Soms klinkt het beetje als Alvin & The Metalmunks of zoiets, maar eigenlijk wordt het nergens een gimmick. En waar dat dreigt wordt door een stuk heavy metal dat weer weggeblazen. Waarom het precies werkt weet ik niet, maar het is verslavend. Vooral een video en nummer als “Give Me Choco!!!” (zie onder) is exemplarisch. Eigenaardig goed!
Colo – Ur (cd, Kí)
Met onder meer Monokle, Christian Löffler en Biodub begint het Kí label toch een aardige catalogus vol rustig elektronische muziek op te bouwen. Nieuw is het duo Colo, dat bestaat uit de Britse oud klasgenoten Benn Corr en Nick Smith. Doordat ze hun laptop in een Londense pub hadden laten liggen, gaat hun debuut bijna de mist in. Gelukkig krijgen ze deze weer terug en niet veel later is UR een feit. Het vormt samen met de bandnaam “colour” (één keer zo’n woordgrapje mag wel), waarmee ze ook kleur hopen te geven met hun muziek. Het staat ook voor “your”, verwijzend naar de luisteraar die de moeite neemt hen te beluisteren. Op fluisterende wijze brengen ze vintage sythesizergeluiden, analoge delay en allerhande elektronica. Hiermee maken ze licht mysterieuze, rijk gedetailleerde muziek, die het midden houdt tussen rudimentaire beats, chillwave, dubstep, IDM, industrial, leftfield en ambient, aangevuld met akoestische percussie-instrumenten en de zachte falsetzang van Nick Smith. Door dat laatste moet je dikwijls aan James Blake denken, maar muzikaal vind ik het anders en spannender. Hun grootste invloeden zouden Jean-Michel Jarre en Kate Bush zijn, die je er deels ook wel uithaalt. Maar door de bijzondere combinatie van organische en experimentele sounds plus de licht bevreemdende atmosfeer komt ook Arthur Russell bovenborrelen, met het abstracte van Kangding Ray, al is het totaalgeluid van Colo warm. Een sterke nieuwe naam in elektronicaland is geboren.
Crippled Black Phoenix – White Light Generator (cd, Mascot Music/Cool Green Recordings)
Multi-instrumentalist Justin Greaves (Iron Monkey, Teeth Of Lions Rule The Divine, The Varukers) trekt voor zijn project Crippled Black Phoenix steeds andere muzikanten aan, met een kleine harde kern. Voor zijn zevende cd White Light Generator werkt hij met zanger/gitarist Daniel Änghede (Astroqueen, Hearts Of Black Science), gitarist Karl Demata, toetsenist Mark Furnevall, bassist Christian Heilmann, drummer Ben Wilsker, pianiste/zangeres Daisy Chapman, zangeres Belinda Kordic (Stabb, Killing Mood), violiste Chrissie Caulfield, trompettist Martin Horsfall, gitarist Ewan Davies en zanger Billy Clarke. Met dit bonte gezelschap brengt hij een gevarieerde mix van post-rock, progrock, bluesrock, pop en stoner, die van rustig naar hard uiteenwaaiert. De zang van Änghede is sterk en krijgt soms bijval van de andere muzikanten of zoals in het geweldige “Northen Comfort” door samples van Le Mystère Des Voix Bulgares. De cd opent zoet met een akoestische cover van Ricky Nelson’s “Sweeter Than You”. Hierna worden de vertrouwde geluiden uit de kast getrokken, zij het dat het psychedelische aspect wat achterwege blijft. Het is meer melancholisch, steviger en ook een tikje beter. Dat komt mede door de sterke zangpartijen. De muziek weet je hierdoor goed bij de lurven te grijpen. De brede en goed gedoseerde instrumentatie doet de rest. Denk aan een mix van Grails, Mark Lanegan, Steve Von Till, Her Name Is Calla, Blueneck, Doomed Bird Of Providence, Pink Floyd en A Whisper In The Noise. Geweldig nieuw album dus van een evenzo project!
DVA – Nipomo (cd, DVA Label HomeTable)
Uit het grote muziekland Tsjechië, want geloof me dat is het, komt ontzettend veel gevarieerde en bo
venal eigenzinnige muziek. De groep die qua eigenzinnigheid wel de kroon spant is het duo DVA, niet te verwarren met de DJ met dezelfde naam. DVA betekent twee en met zoveel zijn ze ook, bestaande uit het echtpaar Jan (gitaar, banjo, loops, samples, zang, ukelele, melodica, drums, balafoon) en Barbora (zang, saxofoon, klarinet, melodica, speelgoedpiano, muziekdoos, balafoon). Ze brengen doorgaans een elektro-akoestische maar bovenal speelse mix van freakfolk, experimenten, loops en zang. Met deze aanpak hebben ze al 3 cd’s en 2 cd-r’s afgeleverd die er allemaal mogen wezen. Ook is er een volslagen maf mp3-album die vooral uit ringtones bestaat. Nu komen ze met hun nieuwste cd Nipomo aanzetten. Of dit een fantasiewoord is of verwijst naar het kleine, gelijknamige Californische plaatsje, wie zal het zeggen? De muziek is weer een wilde potpourri van jazz, folk, Afrikaanse muziek, avant-garde, rock en meer. Ze proppen zoveel geluiden in één nummer dat alleen dat al weet te fascineren. Dat hier nog lekkere chocolade uit komt rollen is bonus. Ergens tussen Islaja, Psapp, CocoRosie, Monty Python, Paavoharju, Lau Nau, Klimperei, Cake Like, Solex, Deerhoof, Wildbirds & Peacedrums, Cibo Matto, The Ex, Hjaltalín, Stereolab, Sigur Rós en Shogu Tokumaru vind je hun prettig gestoorde avontuurlijke muziek terug. Zelf luisteren is gewoonweg het beste.
Evil Blizzard – The Danger Of Evil Blizzard (cd, Louder Than War)
Het vijfkoppige Britse Evil Blizzard is gehuld in maskers en de bandleden hebben ook allemaal bijnamen. Een link met The Residents is snel gemaakt, waarmee ze ook wel het bevreemdende aspect van hun muziek delen. Side (drums, zang), Prowler (bas), Filthydirty (bas, keyboards), Kay (bas) en Stomper (bas) zijn degenen die het hem hier doen. Vier bassisten en een zingende drummer, een verdubbeling ten opzichte van Nomeansno en wederom een dikke associatie erbij. De groep brengt stevige avant-rock gehuld in een merkwaardige atmosfeer, die van nu maar ook jaren geleden kan zijn. Naast de eerder genoemde bands komen ook Birthday Party, Grotus, Primus, Godheadsilo, The Editors, Deep Purple en PiL bovendrijven in hun geweldige sound. Neemt niet weg dat ze dit alles op hedendaagse wijze ten gehore brengen. Er zit een soort apocalyptische paranoia in hun geluid besloten, die weet te intrigeren. Gevaarlijk goed!
Kangding Ray – Solens Arc (cd, Raster-Noton)
De Franse, tegenwoordig in Berlijn woonachtige artiest David Letellier heeft een bijzonder elektronische sound in huis. Op zijn drie albums Stabil (2006), Automne Fold (2008) en OR (2011) brengt hij een steriele en tevens gruizige en ritmische mix van techno, IDM, glitch en dubstep. Hierbij flirt hij regelmatig met de popmuziek, waarbij zelfs de zang (door gastzangers) niet ontbreekt. Na 2011 volgen er nog enkele epees, maar meer ook niet. Nu is er eindelijk weer de full length Solens Arc. Hier gaat hij weer op zijn typische gruizige wijze aan de slag, maar nu met een iets meer abstracte benadering. Zoals het label zelf omschrijft: een steen werpen, enkel om deze te zien vliegen of een projectiel lanceren met als enige doel het ballistische traject door de lucht te beschrijven. Vertaald naar de muziek kan je stellen dat Letellier geen muziek met kop en staart maakt, maar enkel de schoonheid van het omhoog gebrachte geluid wilt brengen, waarbij de landing er niet zo toe doet. Hij laat je op tot de verbeelding sprekende wijze meevliegen met zijn bijzondere geluid. Dat doet hij op pakkende wijze met zachte beats, IDM, glitch, ambient, industrial, minimale techno en filmische elementen. Tijdens de vlucht verandert de muziek langzaam van karakter; een vrije val of toch juist weer een opwaartse kracht door een toevallige bries, het kan allemaal. Op rustieke wijze dein je mee op de vakkundig gecreëerde geluidsgolven. Het is een meer bezinnend album geworden, met als altijd een ongrijpbare atmosfeer. Black Lung, Oval en Alva Noto komen onder meer als invloeden bovendrijven. Een ijzersterk, genietbaar, spannend, intrigerend en toch goed te volgen abstract album met vele adembenemende stukken.
The Ministry Of Wolves – Music From Republik Der Wölfe (cd, Mute)
Hier een heuse supergroep die de theaterproductie Republik Der Wölfe van Claudia Bauer van een soundtrack voorziet, gebaseerd op de sprookjes van de gebroeders Grimm. Het zijn namelijk Alexander Hacke (zang, bas, gitaar, percussie, banjo, elektronica) van Einstürzende Neubauten, Sprung Aus Den Wolken en Crime & The City Solution, Mick Harvey (zang, drums, orgel, percussie, piano, gitaar, vibrafoon, bas) van Nick Cave & The Bad Seeds, The Birthday Party, The Boys Next Door en Crime & The City Solution, Paul Wallfisch (zang, piano, orgel, speelgoedpiano, omnichord, klokkenspel, kalimba, vibrafoon, bas) van Firewater en Botanica en de Hacke’s vrouw Danielle De Piciotto (zang, draailier, autoharp, viool, elektronica, klokkenspel) van de recente Crime & The City Solution incarnatie die hier acte de présence geven. Diverse sprookjes komen nu op fraaie wijze tot leven met muziek die in het avant-gardistische spectrum uitkomt van de groepen waar de diverse leden zich op hebben gehouden. Gooi daar nog wat dark cabaret en alternatieve rock overheen en het duistere beeld is compleet. Feeërieke, betoverende pracht waarbij de boze heks regelmatig langskomt voor de spanning en vuile geluiden.
Radůza – Gaia (cd, Radůza Records)
Radůza is een geweldige zangeres en muzikante met een stem als een klok en een goed geval om pakkende muziek te maken. Nadat ze op straat is ontdekt, speelt ze al gauw met grote Tsjechische muzikanten. Ze zingt meestal in het Tsjechisch, maar heeft ook al liederen in het Frans, Pools, Russisch en op haar laatste cd Ocelový Město ook in het Maleisisch. Hierbij begeleidt ze zichzelf op uiteenlopende instrumenten als accordeon, gitaar, piano, mondharmonica, panfluit, Franse hoorn en een kleine doedelzak. Het resultaat omvat vrijwel altijd energieke muziek met een melancholische ondertoon. Net als op haar vorige album werkt ze op haar nieuwe cd Gaia, wederom uitgegeven op het eigen label waar ook Zrní zit, samen met een handvol gastmuzikanten die haar afwisselend ondersteunen met op bas, contrabas, viool, cajon, banjo, mandoline, drums, elektrische, steelgitaar, arrangementen en zang. In het begin laat ze een steviger rockgeluid horen, later weer een meer folkloregeluid en daarna klinkt het weer zoals vaker. IJzersterk, oprecht, geen onnodige opsmuk en gewoonweg wonderschoon. Gaia, de godin van de natuur, werd afgebeeld als een mollige vrouw, vaak oprijzend uit de grond, altijd eraan verbonden. Zo staat Radůza ook een paar keer afgebeeld, om aan te geven dat met beide voeten op de grond staat. Met haar wisselend opzwepende en ontroerende melancholische pracht heeft ze weer helemaal ondersteboven gebracht. Geweldige artieste!
Luister Online:
Gaia (albumfragmenten)
Selofan – Verboten (cd, Mecanica)
Duo uit Griekenland dat vorig jaar op het Fabrika label hun debuut Verboten het licht laten zien. Ik ben wel blij dat ik ze nu pas tegenkom via de compilatie A Visual And Auditory Reminder Of The Beauty Of Life op het Seja label. Vorige maand is de cd namelijk heruitgegeven met maar liefst 6 extra tracks, waardoor het totaal nu op 19 komt en ruim 63 minuten duurt. Ze brengen een heerlijk onderkoelde mix van minimal elektronica, post-punk, gothic en wave. Kille analoge klanken die argeloos naar buiten lijken te sijpelen maar als stevige hamers vol melancholie op je inhakken en waar ook een meezuigende desolaatheid in zit. Iedereen die van bands als Clan Of Xymox, Anne Clark, Wumpscut (de rustige stukken dan), Xmal Deutschland, Cassandra Complex en The Vyllies kunnen hier hun nostaligische hart ophalen.
Standish/Carlyon – Deleted Scenes (cd, Felte)
Ik ben me helemaal op het Felte label aan het storten, dat zich op interessante in de meer duistere hoek van de muziekwereld beweegt, waarmee ik de post-punk, wave, 4ad geluiden en dergelijke bedoel. Conrad Standish (bas, zang) en Tom Carlyon (gitaar, elektronica), beide afkomstig uit de Australische artrock/indieband Devastations, slaan hier als duo een heel andere weg in. Ze brengen een mix van post-punk, synthpop en dubstep. Hiermee zitten in dezelfde vaarwateren als HTRK (waarin de vrouw van Standish zit) en Lost Animal. Maar ook duistere tapijten als die van Burial en Mika Vainio klinken erin terug. Op de meer melodieuze momenten integreren ze ook discogeluiden en andere muziek van weleer in hun bijzondere sound, waardoor ook zo maar Gang Of Four, Level 42, A.R. Kane, Kajagoogoo en (de latere) The Wolfgang Press de revue kunnen passeren. Op de momenten dat het wat meer gelikt zorgt de ongemakkelijke atmosfeer dat het blijft boeien. Alweer een sterke op Felte en een bijzonder goede doorstart van 2/3 Devastations.
Alex Monk – Indiscreet Mirror (lp, Smeraldina-Rima, 2013)
Indiscreet Mirror is een prachtig vervolg van de Engelse muzikant Alex Monk op zijn The Safety Machine. Met zowel akoestische als elektronische instrumenten creëert hij een bijzonder soort experimentele folkmuziek, een geluid dat evenzo dichtbij de natuur licht als bij een stedelijk landschap. Zijn ontspannen, tegelijkertijd melancholische stem en de spirituele klanken van een Vietnamese zither zorgen voor veel warmte en een bijna pastorale sfeer. Toch biedt dit album (op marmer-kleurig vinyl) ook genoeg voor de luisteraar die wat meer uitdaging zoekt, met regelmatig psychedelische en uit de structuur vallende composities. Een mooie selectie gastmuzikanten helpt Alex Monk daarbij. Een blijvertje op de draaitafel.
Hellvete – Ode (lp, Deep Distance, 2014)
Daar waar dronemuziek vaak uitblinkt in donkerte, was Hellvete’s hoogtepunt van 2013 – Sint-Denijs – een zonnestraal die voor persoonlijke verlichting zorgde. Hoewel Ode eigenlijk eerder werd opgenomen, is een album in diezelfde stijl een meer dan welkome nakomer. Deze twee nummers blinken wederom uit in rustgevend uitdijende drones gemaakt met onder andere een harmonium, waarbij verandering een proces is dat gerust een minuut of twintig kan duren. Je volledig concentreren is de enige optie; een warm lentegevoel het resultaat.
Wild Beasts – Present Tense
Muziek luisteren is ook een ritueel, en in moderne tijden moet je soms een handje helpen. Ik kocht het nieuwe album van Wild Beasts ‘onbeluisterd’, en ging op een zorgvuldig afgewogen moment klaarzitten om me dik veertig minuten te laten overrompelen. Dat was in elk geval de bedoeling, want ik had de negens en tienen heus wel gezien. Een pittige uitdaging (noem het gerust een Grote Test) voor de band. Zelf afgedwongen met het geweldige Smother. Veelbetekenende stilte… Helaas, hier gaan ze onderuit. Hate to be the naysayer, maar eigenlijk klinkt het album best gewoontjes. Tig Nederlandse en Vlaamse indiebands – waarvan ik de namen me niet eens herinner – gingen de Beasts al voor. Hipsters achter de Korgs en de drummachines, de synthpop anno nu vertolkend. Is Beach House de grootste aanstichter? Of toch The xx? Gelukkig hebben de Beasts dan altijd nog de vocalen. ‘Sing lungs sing!’ Fleming en Thorpe blijven een unieke combinatie. Alsof ze één en dezelfde zanger zijn, op 33 en 45 toeren. Ze vullen elkaar zo perfect aan dat ze gedurende het album versmelten. Toch zijn ook geweldige vocalen (en een topproductie van Leo Abrahams) niet genoeg om deze sjokkende schetsjes boven zichzelf uit te doen stijgen. Geen emoties. Geen extase. Soms zelfs wat monofoon en gemakzuchtig in de gekozen oplossingen. Begrijp me niet verkeerd, Present Tense scoort nog altijd een dikke voldoende. Liedjes als Wanderlust, Past Perfect en Palace grooven sexy. Maar een meesterwerk, kom nou. De gekte van de eerste plaat is totaal verdwenen. Daar had Thorpe zijn stoere statement ‘Don’t confuse me with someone who gives a fuck’ vast laten volgen door ‘Don’t confuse me with someone who’s lost his glove.’
Crumbsuckers Turn Back Time: The Early Years 1983-1985
Een collectie demo’s van de pioneers van wat toen nog crossover heet (een term die later nog meer betekenissen kreeg maar toen stond voor de mix van heavy metal en hardcore/punk). Nu ben ik een metalhead en mijn favoriete plaat is Beast On My Back waar de nadruk op metal lag. Toch kan ik Life Of Dreams ook wel waarderen en deze drie kanten vinyl bevatten de demo’s die naar dat debuut toewerkten. Het is geen hi-fi en het vroegste werk is nog wat melig (The Twist) maar ik ben fanboy genoeg om het toch een leuk document te vinden. Er zit nog een live-cd bij en kant 4 is een zeefdruk, leuk hebbedingetje.
Zom Multiversal Holocaust (7″)
Zom Demo MMXI
Teitanblood Death
Drassige lofzangen aan de duistere goden, gitzwart en op orkaankracht. Niet opgepoetst, niks geen breakdowns, geen romantische intermezzo’s maar een moeras van riffs, blastbeats en gierende gitaarsolo’s, naar lichtende voorbeelden als Beherit en Blasphemy. Op de grens van chaos maar ook daaroverheen. Zom uit Ierland knoopt het allemaal aan elkaar met creepy samples uit films, maar het Spaanse Teitanblood beheerst het op hun tweede album net een tikje beter. Allebei de bands zijn echter essentieel als je van bruut houdt.