De stemming zit er weer goed in. In elk geval in het lijstje uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Amp, CVC, Death And Vanilla, Dez Dare, Frédèric D’Oberland, Pamplemousse, Kae Tempest. en The Veils.
Jan Willem
Amp – Echoesfromtheholocene (cd, Ampbase)
De Britse muzikant Richard Walker maakte halverwege de jaren 80 nog deel uit van de groepen Flying Saucer Attack, Skree en The Third Eye Foundation, alvorens definitief in 1990 zijn eigen vleugels uit te slaan met zijn Amp. Hij brengt hiermee, ook als A.M.P. en A.M.P. Studio, meestal een mysterieuze, ongrijpbare en toch zo beklijvend mooie mix van ambient, softnoise, shoegaze en drones. Dit alles is verschenen op labels als Kranky, Darla, Ochre, Enraptured, SpaceAge, Third Stone, Very Friendly en het eigen Ampbase. Op die laatste is nu het album Echoesfromtheholocene verschenen in een zeer beperkte oplage van 100 stuks. Richard (gitaar, keyboards, programmering, percussie, veldopnames) en Karine Charff (zang) serveren in ruim 52 minuten 9 uiterst mistige tracks, die een reactie vormen op de voortdurende ecologische en politieke crash waar we heden ten dage getuige van zijn. Het is tevens een klaagzang van de toekomst naar het verloren ecosysteem. Hoewel de muziek grotendeels bestaat uit een redelijk rustieke mix van ambient, drones, shoegaze, glitches, post-rock en allerhande experimenten, voel je de grimmigheid en bovenal de droefgeestigheid in alles. Ze brengen een soort schoonheid, die naar boven borrelt uit de puinhopen van de mensheid. Dit toch redelijk contrasterende gegeven maakt dit album ook biologerend spannend. Soms heeft het zelfs wel wat weg van een alternatieve variant op de symfonie der klaagzangen van Henryk Górecki. Het is hoe dan ook een indrukwekkend prachtalbum geworden.
CVC – Get Real (cd, CVC Recordings / Konkurrent)
CVC heeft misschien de schijn wat tegen met de naam. Het staat voor Church Village Collective, maar is vernoemd naar het ten noorden van het Welshe Cardiff gelegen Church Village. Op hun debuut Get Real maken ze wellicht muziek die wat aan de veilige kant lijkt te zitten; zelfs ietwat gedateerd. En toch treedt de muziek je tegemoet als een goede vriend, die je al veel te lang niet meer hebt gezien en je meteen omarmt. De 11 tracks die ze hier in zo’n 40 minuten voorbij laten komen zijn dan ook behoorlijk nostalgisch. Het zestal schijnt familiebanden te hebben met onder meer Shirley Bassey en James Dean Bradfield (Manic Street Preachers), maar daar hoor je dan weer niet iets van terug, zij het dat CVC wel aardig soulvol uit de hoek kan komen. Hoe langer je naar hun muziek luistert, des te meer deze onder je huid kruipt. Ze voelen als een reünie, waar goede herinneringen de vervelende overstijgen. Daarbij moet je denken aan een cocktail van Bodies Of Water, The Last Shadow Puppets, Chris Isaak, The Carpenters, Beach Boys, Kiwi Jr. en Alvvays. En dat smaakt prima!
Death And Vanilla – Flicker (cd, Fire / Konkurrent)
Het Zweedse Death And Vanilla, dat al in 2009 is opgericht, heeft inmiddels ruimschoots bewezen dat het niet eenvoudig te categoriseren is. Ze zijn begonnen duo, maar inmiddels uitgegroeid tot trio, dat bestaat uit Marleen Nilsson, Anders Hansson en Magnus Bodin. Ze zetten graag vintage instrumenten in om hun sound enige nostalgie maar tevens warmte mee te geven, waar de bitterzoete zang van Nilsson mooi bij aansluit. Dat maakt dat hun muziek ook altijd wel wat mysterieus klinkt en toch geheel uniek. Dat is wederom het geval op hun nieuwe album Flicker (ho ho, ik bedoel dit goed!). De 9 nummers, die na een goede 36 minuten finishen, zijn weer diep geworteld in de jaren 60 en 70, maar passen wel helemaal in het hier en nu. Hun combinatie van droompop, krautrock, chansons en psychedelische rock weten ze op zo’n heerlijke wijze aan de dag te brengen, dat je er je vingers bij aflikt. Er zit ook een soort minimalisme doorheen verweven, wat het allemaal extra charmant maakt. De muziek weet tot de verbeelding te spreken, hetgeen ook verklaart waarom ze al eens voor een soundtrack zijn gevraagd. Daarbij moet je denken aan een kruisbestuiving van Stereolab, Pram, Mazzy Star, Broadcast, Cocteau Twins, Air en Spiritualized. Het is wederom een uiterst geslaagd album geworden. Ze flikken het gewoon weer!
Dez Dare – Perseus War (cd, CH!MP Records / Creative Eclipse PR)
Thee Vinyl Creatures, Warped, The Sound Platform, Low Transit Industries en Toad zijn allen bands waar de in Australië geboren maar in Engeland gevestigde Dez Dare te vinden is. Overigens heet hij eigenlijk Darren John Smallman. Al die groepen had hij al even achter zich gelaten, tot het in 2020 weer begon te jeuken en hij met zijn nieuwe alias naar buiten is getreden. Hij laat op de albums die volgen een lekkere, ongepolijste mix horen van garage-, psychedelische en alternatieve rock en punk. En daar gaat hij op Perseus War gewoon mee verder. In een krappe 36 minuten laat hij 10 nieuwe tracks de revue passeren, die weer heerlijk ongeremd en rauw zijn. Het rockt en groeft als een malle, waarbij hij vuistdik uit de muzikale grabbelton van de jaren 60, 70 en 80 lijkt te grijpen. Daar weet hij vervolgens zijn eigen, energieke muziek mee te fabriceren, waarbij je moet denken aan een eclectische en steeds variërende hybride van Butthole Surfers, Wipers, Wire, Ween, Dead Moon, Chrome en Trupa Trupa. Daar kan je wel mee voor de dag komen dacht ik zo. Heel leuk en sterk derde wapenfeit!
Frédéric D. Oberland – Solstices (cd, ZamzamRecords)
Als de Franse autodidact multi-instrumentalist en fotograaf Frédéric D. Oberland ergens bij betrokken is, zit ik al op de punt van mijn stoel. Hij opereert op uiterst gevarieerde wijze in de experimentele hoek en brengt sinds 2007 zijn solowerken naar buiten. Daarnaast is hij ook betrokken bij The Rustle Of The Stars, Oiseaux-Tempête, Le Réveil Des Tropiques, Farewell Poetry en Foudre!, waarvan enkele releases ook op zijn eigen NAHAL Recordings uitkomt. Zijn nieuwste soloalbum Solstices, die volgt na het schitterende Même Soleil (2021), heeft hij live opgenomen. Er staan tussen de 5 nummers twee bewerkingen van dat laatste album, maar die pakken toch anders uit. Overigens duurt het album ruim 52 minuten. Met buchla, modulaire synthesizers, microkorg, bellen, drummachine, bellen en allerhande andere elektronica creëert hij zijn muziek, die ergens tussen drones, krautrock, industrial, noise, ambient en tribal uitkomt. Dit levert een uiterst fascinerend klankspel op, dat je stevig in de houdgreep weet te nemen. Het gaat van heel mooie, toegankelijke geluiden tot intrigerende kakofonische stukken. Alleen in het slotstuk krijgt hij hulp van Awled Fayala op de zoukra (Lybische doedelzak) en percussie instrumenten. Het is voer voor liefhebbers van de betere experimentele muziek en artiesten als Muslimgauze, Jerusalem In My heart, Sam Shalabi en zijn andere projecten. Overdonderende muziek van de heerlijke buitencategorie.
Pamplemousse – Think Of It (cd, A Tant Rêver Du Roi)
Ten oosten van Madagaskar reken je af met euro’s. Klinkt wellicht gek, maar dat komt omdat daar het eiland Réunion ligt, dat nog altijd een Frans departement is. Naast Ann O’aro ken ik qua muziek enkel de band Pamplemousse van daar. Hoewel, je kan zo maar een artiest van dat eiland voor een Franse verslijten, want ook Pamplemousse sluit met hun geluid aan bij de Franse noise. Nu het geografische deel duidelijk is ga ik verder met het biografische. Pamplemousse heeft het gelijknamige debuut in 2017 uitgebracht, waarop hun intenties meteen duidelijk worden. Dat is namelijk het maken van noise in de beste tradities van de jaren 90, die je doorgaans op labels als als Amphetamine Reptile, Kill Rock Stars en Touch And Go tegenkwam. Op hun tweede album High Strung (2019) gaat het dan nog drietal daar gewoon op eigenzinnige wijze mee verder. Inmiddels bestaat de groep enkel nog uit zanger/gitarist Nicolas Magi en drumster Sarah Lenormand (tevens tweede stem). Zij brengen nu het derde album Think Of It uit. Hierop brengen ze in een goede 36 minuten 9 nieuwe nummers, die bepaald niet doen vermoeden dat het slechts om twee mensen dan wel instrumenten gaat. Ze zetten hun lekker lawaaiige pad gewoon op superkrachtige wijze voort. De jagende drums, de scheurende gitaren en uitzinnige zang blijken meer dan genoeg om te overtuigen. Nog altijd kunnen ze zich meten met artiesten als Unsane, Chokebore, godheadsilo, Fugazi, Drive Like Jehu, Gone Bald en de vroegere Pixies. De energie spat er vanaf en muziek als deze wordt echt niet veel meer gemaakt en zeker niet zo goed. Geweldige band om eens te checken, denk er aan!
Kae Tempest – The Line Is A Curve (cd, Fiction/ American Recordings)
Ik zeg het wel vaker, maar ook ik mis ondanks de vele releases die ik wel onder ogen krijg nog een hoop. Soms laat ik het daar bij, maar er zijn dan toch ook weer van die releases waar ik gewoonweg niet omheen kan. Zo heeft Kae Tempest, voorheen nog Kate geheten, het album The Line Is A Curve uitgebracht in 2022. Deze Britse is al meermaals in de prijzen gevallen, maar potverdikkie wat is dit album goed en beter dan alles ervoor. Drie kwartier lang weet Tempest je te trakteren op een weergaloze trip, die leunt op de hip hop, trip hop en spoken word, maar ook rock in huis heeft. Samen met diverse gasten kleurt ze boel verder fraai in. Het heeft wel wat weg van een rappende Anne Clark. Ze levert hier een sensationeel album af, om keer op keer intens te van genieten! Dat wilde ik toch nog maat even kwijt.
The Veils – …And Out Of The Void Came Love (cd, Ba Da Bing / Konkurrent)
The Veils is het succesvolle project rond de Nieuw-Zeelandse zanger/gitarist Finn Andrews, zoon van XTC en Shriekback toetsenist Barry Andrew, die met zijn getormenteerde zang en intense muziek al jaren diepe indruk weet te maken. Hij heeft ook lang vanuit Engeland geopereerd, maar is inmiddels weer terug in zijn thuisland. Het is ondertussen alweer 7 jaar geleden dat zijn laatste album is verschenen. De verhuizing, zijn pols breken, vader worden en noem het maar op hebben daar ongetwijfeld allemaal een rol gespeeld. Maar nu is de groep terug met …And Out Of The Void Came Love, dat 15 nummers telt en ruim 56 minuten lang is. Hierop klinkt de groep herboren, zonder dat heerlijke melancholische gevoel kwijt te zijn geraakt. Andrews (zang, gitaar, piano, orgel, minimoog omringt zich met meer dan 15 muzikanten op bas, contrabas, piano, mellotron. Gitaar, lap steel, synth-gitaar, minimoog, orgel, wurlitzer, drums, percussie, viool, altviool, cello en zang. Dat laatste onder andere door de groep Smoke Fairies. Maar Andrews lijkt weer bevlogen en spuwt met emotioneel vuur. Op uiterst gevarieerde wijze brengt hij zijn mix van alternatieve rock, droompop en indie naar buiten. Daarbij zit de nodige gepaste dramatiek bij, die het geheel weer van de nodige snik voorziet. Qua emotionele impact zit hij wel in hetzelfde vaarwater als Antony And The Johnsons, maar muzikaal koerst hij meer richting Nick Cave & The Bad Seeds, The Gun Club, The Waterboys, Adam Green, Woven Hand en Matt Elliott. Het moge duidelijk zijn dat The Veils terug nee meer terug is dan ooit. De urgentie spat er vanaf, maar veel belangrijker dan dat is dat de muziek van een ongekende prachtige klasse is. Het gaat van charmante chansons tot rauwe rocksongs, waarbij een goede balans is gevonden. Je krijgt echt het ene na het andere hoogtepunt voorgeschoteld. Een subliem album, dat een ode aan de liefde in de breedste zin van het woord is geworden.