Nederland fascistisch? Dat weten we na morgen toch pas? Er valt in elk geval weer genoeg te kiezen in onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Adamennon, Armandinho, Byul.org, Allison Crutchfield, Endless Melancholy, Fink, Jacaszek, Kangding Ray, Laura Marling, Needle Into A Bug, The Nile Project, Poppy Nogood (2x), Planning For Burial, Sorority Noise, Tagubu And Klimperei/ Klimparag, Tamikrest, Xiu Xiu, Zebra, Zivania Ensemble, Children Of Alice, Aafke Romeijn en Murs.
Jan Willem
Adamennon – Le Nove Ombre Del Caos (cd, Boring Machines)
Adamennon is in 2006 gestart als het black ambient project van ene Italiaanse artiest Adam Van Maledict, die zich ook nog wel eens Khraal noemt. Naast Adamennon is hij in verschillende industrial drones ambient, hardcore, black ritual ambient, horror dark ambient en black metalprojecten te vinden als Liturgia Maleficarum, Sswiissh!, Locomotor Mortis, Tormental, Black Temple Below, Habitantibus In Terra, Sacrestia del Santissimo Sangue en Dörchæ. Tevens runt hij de SFR Studio’s. Nu komt deze bezige zwarte bij met de cd Le Nove Ombre Del Caos, wat de denkbeeldige soundtrack voor een nooit geschoten horrorfilm is geworden. Als boekje krijg je ook de vermeende filmposter erbij. Het album opent meteen overdonderend sterk. Adam brengt zware orgelpartijen die wel wat weg hebben van een nog spannender versie van Bach’s “Toccata and Fugue in D minor”. Daar gaat hij in de tweede track nog eens overheen met sacrale zang, grunten en stevige bas- en drumpartijen. De horror-toon is gezet. Hij brengt naast orgel verder strijkers (machine), bas, modulaire synthesizers, drums, schreeuwen en grommen. Maximilian Bloch begeleidt hem met piano, zang en synthesizer. Op het ene moment krijg je zeer duistere ambient of klassiek getinte stukken maar van daaruit gaan het wisselend uiteen van industrial, gothic en experimentele muziek tot drones, doom en black metal. Om een idee te krijgen moet je naast Bach denken aan wisselende hybriden van Arcana, Elijah’s Mantle, Will, My Dying Bride en Deafheaven. Zelfs Ludovico Einaudi lijkt nog even om de hoek te kijken. En alles met dat unheimische gevoel erachter en die licht sacrale en gotische geluiden. Wat een adembenemend geheel dit geworden. Eng goed!
Armandinho – O Génio da Guitarra Portuguesa (cd, Tradisom / Xango Music Distribution)
De fado, het Portugese levenslied met die typische “saudade” (een soort melancholisch verlangen), is voor puristen geen fado zonder de Portugese gitaar, die verwant is met de luit. Daarom maakt bijvoorbeeld Madredeus officieel geen fado. De Portugese gitarist en tevens fado componist Armando Augusto Salgado Freire (1891-1946), die voor het gemak de artiestennaam Armandinho krijgt, is een toonaangevende meester op het instrument. Daar waar Amália Rodrigues de koningin van de fado is, is Armandinho de koning op de gitaar. De Portugese gitaar vormt ook een genre op zichzelf, hetgeen iets is dat deze meester heeft beheerst als geen ander. Hij is voor de fado net zo belangrijk geweest als Robert Johnson voor de blues. Nu is José Moças van het Tradisom label bezig om 6 cd’s uit te brengen onder de noemer “arquivos do fado”, ofwel “de archieven van de fado”, waarvan A Diva Do Fado van Rodrigues de eerste is. Het gaat om de periode van 1945-1952, haar beginjaren. Net na Armandinho zou je kunnen stellen, al heeft deze componist zeker een enorme invloed op haar en vertolkt ze ook werk van zijn hand. De tweede in de serie komt van Armandinho zelf en heet terecht O Génio da Guitarra Portuguesa, hetgeen je ook zonder Portugees wel kunt vertalen. Hiervoor zijn oude opnames weet mooi opgepoetst. Je krijgt maar liefst 23 instrumentale nummers, waarvan er 14 fado in de titel dragen. En hoe goed hij is wordt hier al snel evident. Hij weet enkel met zijn gitaar dat heerlijk melancholische fado gevoel over te brengen, wat zeer knap is met zo weinig middelen. Maar liefst 65 minuten lang weet hij je in een zachte houdgreep te nemen, die je toch echt niet meer loslaat. Dit voegt zelfs meer toe dan de toch al fraaie nieuwe generatie fado makers.
Byul.org – Selected Tracks For Nacht Dämonen (cd, Alien Transistor / Konkurrent)
Byul.org (모임 별) is een groep uit Zuid-Korea die al ruim 15 muziek maakt, maar hier nog geen echte bekendheid geniet. Ik heb wel hun compilatie Secret Stories Heard From A Girl In An Opium Den (2012), maar daar blijft het ook bij. Ze zeggen beïnvloed te zijn door Brian Eno, Aphex Twin, The Cure, Joy Division en Kraftwerk, wat je er maar ten dele in muziek terughoort. Ze zitten met hun elektronische sound wel ergens in het midden al koersen ze ook wel eens op eigenzinnige wijze richting OMD. Markus Acher (The Notwist, Tied & Tickled Trio, Lali Puna, 13 & God, Alles Wie Gross, Village Of Savoonga) van het Alien Transistor label heeft nu het verzamelalbum Selected Tracks For Nacht Dämonen, die gelukkig geen doublures kent met de andere genoemde cd. Sterker nog, de muziek verschilt nogal as dag en nacht van elkaar en doet de titel wel eer aan. TaeSang Cho (computer, synthesizer, stem), Yu Hur (stem), YoungSang Cho (gitaar, computer), YunYi Yi (synthesizer) en SuhnJoo Yi (bas, stem) laten in deze tracks, die uit de periode 2001-2007 stammen, een kaal, nachtelijk, experimenteel en haast spookachtig geluid horen. Het is als je het zo hoort inderdaad muziek voor de nacht en het geestenrijk. Daar waar The Caretaker put uit geluiden van weleer klinkt Byul.org meer van deze tijd, zij het parallel eraan. Wellicht ligt het echt aan de keuze van Acher, maar ik vermoed dat de groep ook deze kant echt in zich heeft. De tracks van de latere periode (2006 en 2007) zijn duidelijk melodieuzer dan die ervoor. Het is hoe dan ook een fascinerend en uniek geheel geworden.
Allison Crutchfield – Tourist In This Town (cd, Merge / Konkurrent)
Voor Allison Crutchfield aan haar solocarrière begint is ze eerst nog te horen in de groepen Screamin’, Dear Marje, P.S. Elliott en Bad Banana. Die laatste twee heeft ze met haar zus Katie Crutchfield (Great Thunder, Waxahatchee). Na een mini in 2014 komt Allison Crutchfield dit jaar met haar volwaardige debuut Tourist In This Town. Crutchfield is naast zang te horen op de synthesizer, piano en gitaar. Ze wordt flink geholpen met synthesizers, drummachine en programmering door producer Jeff Zeigler. Daarnaast zijn het gitarist/bassist/zanger Sam Cook-Parrott (Radiator Hospital, The Afterglow), drummer Joey Doubek (Danke, Mass Movement Of The Moth) en haar zus Katie (zang) die de rest inkleuren. De muziek varieert van indiepop tot synthpop en post-punk, waarbij ik haar als ze die laatste twee laat horen een stuk meer waardeer. Dan klinkt ze wisselend als OMD of New Order met pakkende vrouwelijke zang dan. Maar ook The Courtneys en haar vorige werk is nooit heel ver weg. Hoewel de onderwerpen bepaald niet altijd vrolijk makend zijn, is de muziek dat wel. Prima debuut!
Endless Melancholy – Music For Quiet Mornings (cd, Preserved Sound)
In 2012 verschijnt op het piepjonge label Preserved Sound de debuut cd Music For Quiet Mornings van Endless Melancholy. Daar heb ik vijf jaar geleden het volgende over geschreven:
“Het is het project van de Oekraïense pianist Oleksiy Sakevych die na een paar digitale releases nu ook op cd debuteert. Hij schept een soort mix van ambient, minimal music en neoklassiek, waarbij de piano overheerst. Hij voegt daar op uiterst subtiele wijze elektronica, glitches en effecten aan toe, zodat het er een zacht aaneen geregen geheel ontstaat ondanks de pauzes tussen de pianoklanken. De droefgeestige stukken kabbelen langzaam voort en hebben daardoor een filmisch karakter. Het is muziek ter overpeinzing, muziek om bij te dagdromen, muziek om intens van te genieten, muziek als fraai achtergronddecor en muziek om aangenaam bij wakker te worden. Muziek die herinneringen oproept aan de meer pianogerichte werken van artiesten als Dustin O’Halloran, Library Tapes, Dakota Suite, Peter Broderick, Nils Frahm, Erik Satie, Sylvain Chauveau, Ólafur Arnalds en Greg Haines. Met weinig middelen weet hij een immense sfeer te creëren en dat is buitengewoon knap. En nog veel belangrijker, ook verbluffend mooi! Dit alles onderstreept nog maar eens de grote kwaliteit van die jonge en meer dan veelbelovende label.”
En zo is het maar net. Dit prachtalbum was stijf uitverkocht, maar is nu opnieuw uitgebracht. Mis het niet!
Fink – Fink’s Sunday Night Blues Club, Volume 1 (cd, R’COUP’D / Ninja Tune)
Fin Greenall ofwel Fink start zijn carrière nog als DJ pur sang. Maar al snel laat hij de elektronica varen en kiest voor de stemmige singer-songwritermuziek. In totaal heeft hij zes albums uitgebracht, waarvan de laatste Horizontalism uit 2015 weer een hoop elektronica rijk is. Dit jaar komt er nog een regulier studioalbum van hem uit, maar eerst vindt hij het tijd om zijn liefde voor de blues eens naar buiten te brengen. Dat zit altijd wel ergens in zijn muziek verscholen, maar nu roept hij er een waar project voor in het leven. Officieel is Fink’s Sunday Night Blues Club waarvan nu volume 1 is verschenen op het dochterlabel R’COUP’D van Ninja Tune daar de naam van, maar ik koppel het toch gewoon aan zijn oorspronkelijke artiestennaam Fink. De muziek blijft mede door zijn zang dichtbij Fink, maar de inkleuring is wel echt anders. Veel vult hij in met enkel zang en gitaar en wat percussie, maar hij mag ook rekenen op steun van klasbak Colin Stetson (saxofoon) plus wat gasten op percussie, contrabas, bas, gitaar, harmonica en keyboards. Het merendeel is vrij kaal maar weet diepe snaren te raken. De typische Fink-stempel blijft maar de uitwerking is anders. Gewoon weer een heel fijn ander gezicht van deze geweldige, veelzijdige muzikant.
Jacaszek – Kwiaty (cd, Ghostly International / Konkurrent)
De Poolse componist Michał Jacaszek, kortweg opererend onder de naam Jacaszek, heeft inmiddels een aardige reputatie opgebouwd als het gaat om experimentele melancholische muziek met een veelal filmische inslag. Hij heeft inmiddels 7 albums op de teller staan, inclusief die met Miłka en Kwartludium, die op labels als Gusstaff, Miasmah en Ghostly International uitkomen. Daarnaast is hij (tot nu toe) eenmalig terug te vinden in Rimbaud. Nu presenteert hij zijn achtste cd Kwiaty, hetgeen Pools is voor “bloemen”. Dat alles begint met een boek van de 17de-eeuwse dichter Robert Herrick. Zoals Jacaszek zegt: “Ze gingen over de dood, pijn, verlangen en eenzaamheid, maar een of andere manier deze stukken brachten hoop, troost en vrede.” Veel van de nieuwe stukken hebben ook een bloem in de titel en bevatten delen van de poëzie van Herrick. Deze worden op aangrijpende wijze gebracht door Hania Malarowska (Hanimal, Heart & Soul, Brooks Was Here), die rugdekking krijgt van Joasia Sobowiec-Jamioł en Natalia Grzebała. Het is daarmee zijn meest vocale album geworden tot nu toe. Jacaszek omlijst alles met zijn typerende combinatie van akoestische instrumenten en elektronica, die een duistere, spookachtige mix van neoklassiek, industrial, drones, experimentele elektronica en jazz opleveren. Het is een bij de strot grijpend droefgeestig en wonderschoon geheel geworden. Denk aan een biologerend midden tussen Encre, Deaf Center, Bersarin Quartett, The Revolutionary Army Of The Infant Jesus, Birds Of Passage, The Caretaker en Rafael Anton Irisarri, waar je gewoon van het ene machtig mooie in het andere valt. Dit is misschien wel zijn allerbeste album tot nu toe.
Kangding Ray – Hyper Opal Mantis (cd, Stroboscopic Artefacts)
Sinds 2006 weet de in Berlijn woonachtige Fransman David Letellier als Kangding Ray te verrassen met innovatieve elektronische muziek. Hij brengt veelal steriele, kale beats die hij steeds weer op een andere wijze inkleurt. Hij komt ergens uit tussen minimale techno, IDM, glitch, dubstep, electro en flarden popmuziek. Op zijn alweer zesde cd Hyper Opal Mantis heeft hij zijn album in deze drie “hoofdstukken” ondergebracht. “Hyper” telt drie tracks die een behoorlijk uptempo geluid laten horen, die op een abstracte manier richting EBM koersen. De beats worden voorzien van subtiele details, waarin ook weer glitch, IDM en techno voorbijkomen. In “Opal” ligt de nadruk meer op de IDM en glitch, waar hij in 4 nummers een dwingende en intrigerende sound aan de dag legt. Ze zijn wat mysterieuzer dan de 3 ervoor. In “Mantis”, dat 3 stukken telt, neemt de percussie en het aantal geluiden per vierkante seconde toe. Hier komt hij wat meer tribaal uit de hoek en voegt hij tevens ambient en synthpop toe aan het geheel, zonder dat het een breuk vormt met de rest van de muziek. Met een nummer als “Saudade” verwijst hij naar de fado, al deelt het hoogstens het melancholische gevoel met dat genre. Dit alles houdt op eigengereide en toegankelijke wijze het midden tussen Autechre, Seefeel, Black Lung, Disjecta en Oval. Het is weer een prachtig nieuw wapenfeit van deze meester.
Laura Marling – Semper Femina (cd, More Alarming/ Kobalt Label Services)
Met haar net 27 jaar is de Britse singer-songwriter Laura Marling in feite nog altijd piepjong. En dan te bedenken dat Semper Femina toch alweer haar zesde album is in 9 jaar tijd. Ze heeft door de jaren heen een eigen plek ingenomen tussen Nancy Elizabeth, Fran Rodgers, Joanna Newsom, Suzanne Vega, Essie Jain en zelfs Nick Drake. De zangeres/gitariste omringt zich op haar nieuwe schijf met de Amerikaanse violist/arrangeur Rob Mooise (Anthony And The Johnsons), bassist Sebastian Steinberg (Soul Coughing, Neil Finn), gitarist Blake Mills en drummer Matt Chamberlain (Edie Brickell, Pearl Jam, Slow Music Project) plus bassist Nick Pini, drummer Matt Ingram en gitarist Pete Randall. De Amerikaanse inbreng is geen hang naar meer populariteit over de grens of een knieval voor de commercie, want ze blijft vasthouden aan haar melancholische sound en klinkt zelfs weer wat meer introvert dan op haar vorige album. Dat valt alleen maar te prijzen. Ze brengt gewoon weer 9 eigenzinnige songs vol folk en blues, die haar nog altijd dichtbij de bovengenoemde artiesten brengt maar haar ook haar eigen tijdloze en unieke sound eens te meer onderstreept. Misschien iets minder uitschieters dan voorheen, maar wel van een constant hoog niveau. Een vrouw naar mijn hart!
Needle Into A Bug – Stolen Dream Songs (cd, Reverb Worship)
Van Needle Into A Bug kom je zowel online als met de nieuwe release Stolen Dream Songs, uitgebracht op het altijd fijne Reverb Worship in een editie van 40 stuks, maar heel weinig te weten. Het enige dat bekend is dat het een artiest (groep?) uit Rusland is. Maar het gaat om de muziek natuurlijk. En die mag er wezen. Deze bestaat namelijk uit een spookachtige mix van ambient, neoklassiek, folk, avant-garde en minimale gothic met Barokke elementen. Veel percussiegeluiden die goed gedijen op een de duistere ondergrond, waar ook samples van etherische vrouwenzang zo nu en dan opduiken. Het zorgt er wel voor dat er een onheilspellende maar tevens uiterst intrigerende atmosfeer ontstaat. Aan de ene kant krijg je het bevreemdende van The Residents, maar lijken anderzijds de meer gotische invloeden van Omala, de avant-garde van Coil en de neoklassiek met industrial van Nouvelles Lectures Cosmopolites van invloed te zijn geweest op de muziek. Hoe het ook zij, het is van een biologerende pracht allemaal. Een schitterende soundtrack voor de nacht en al haar demonen.
The Nile Project – Jinja (cd, Zambaleta/ Nile Project / Xango Music Distribution)
Net buiten de stad Jinja in Oeganda ontspringt de rivier de Nijl, dat afhankelijk hoe je de lengte meet de langste dan wel de één na langste rivier op aarde is. En deze stroomt naast Oeganda door Soedan, Zuid-Soedan, Ethiopië, Rwanda, Tanzania, Kenia, Burundi, Eritrea, Congo-Kinshasa en Egypte waar de Nijl weer eindigt. Elf landen die door deze zeer belangrijke waterbron met elkaar verbonden zijn. Daaruit is ook de groep The Nile Project ontstaan, die naast een internationaal collectief ook bijdragen aan onderwijs middels een Universiteitsnetwerk. Ze inspireren, informeren en sluiten burgers lang de Nijl zo op elkaar aan om hen te helpen samen te werken om de duurzaamheid van hun rivier te cultiveren. In 2013 brengen ze de live cd Aswan, vernoemd naar een Egyptische plaats langs de Nijl, uit. Het is hartverwarmend te horen hoe de diverse Afrikaanse stijlen daar harmonieus samenvloeien. Er zijn ondertussen uit 10 van de 11 landen, waarvan Oeganda en Egypte hoofdleverancier zijn, wel 37 muzikanten betrokken bij dit project. Ze komen nu met hun tweede cd Jinja, waarop ze 10 nieuwe songs presenteren die wederom een prachtige kruisbestuiving van verschillende Afrikaanse muziek en instrumenten is geworden. Dat loopt uiteen van “desert-blues”, Arabische muziek, typische Ethiopische jazz en de meer poliritmische stijlen van rond het Victoriameer. Gemene deler is denk ik de universele melancholie, maar voor de rest wordt je steeds weer op iets anders getrakteerd, zij het dat ze er een behoorlijk consistent geheel van hebben weten te smeden. De muziek loopt net zo natuurlijk in elkaar over als de rivier die hen verbindt. Dat levert niet alleen zinnenstrelende muziek op, het geeft ook hoop voor de toekomst in een verdeelde wereld.
Poppy Nogood – Music For Mourning (cd, Preserved Sound)
Poppy Nogood – Mood Paintings (cd, Preserved Sound)
Poppy Nogood (echte naam of ontleend aan Terry Riley?) is een Amerikaanse multi-instrumentalist/componist die met viool, piano, elektrische gitaar, synthesizers, keyboards en laptop fraaie composities maakt. Beter later dan nooit, maar vorig jaar verschijnt het debuut Music For Mounrnings al op het prestigieuze Preserved Sound. In vijf stukken van bij elkaar bijna een half uur lang brengt hij breekbare, droefgeestige muziek die tussen neoklassiek, drones en ambient uitkomt. Hierbij krijgt hij in de openingstrack nog hulp van cellist Alex Chong. Hij schetst fraaie klanklandschappen vol intense emoties schetst en subtiele details, die de luisteraar volledig weet absorberen. Ook op de momenten dat het tempo even omhoog gaat of de complexiteit toeneemt is het van een biologerende pracht. Daarmee bedient hij liefhebbers van zowel Max Richter en Steve Reich als die van Kreng en Bersarin Quartett.
Op zijn tweede album Mood Paintings, dat net verschenen is, brengt hij slechts 4 composities maar die duren samen ruim 38 minuten. Naast zijn eigen uitgebreide instrumentarium zijn het wederom cellist Alex Chong plus klarinettist Will Gottsegen en hoboïst Eron Smith die hier hun bijdrage leveren. Nogood gaat meer minimalistisch te werk met veel repeterende minimal music, drones en ambientgeluiden, waarbij de akoestische instrumenten mooi ingebed worden. Het levert een melancholische en vooral ook duister filmisch geheel op, dat je stevig in de houdgreep neemt. De muziek is ietsjes minder toegankelijk en abstracter dan de voorganger en leunt meer op de sfeer dan kop- en staartmuziek. Toch zullen liefhebbers van de ene schijf deze ook weten te waarderen. Een heerlijk album vol bezinnende, diepgravende pracht.
Planning For Burial – Below The House (cd, The Flenser / Konkurrent)
Planning For Burial is sinds 2010 het project van de Amerikaan Thom Wasluck, die naast de albums Leaving (2010) en Desideratum (2014) meer dan 15 mini’s en splitalbums heeft uitgebracht. Hij brengt doorgaans een gitzwarte mix van shoegaze, postrock, slowcore, doom en experimentele muziek. Hij fröbelt dat allemaal zelf in elkaar, ook live, met akoestische en elektrische gitaren, 6-snarige bas, versterkers, allerhande machines, tape loops, piano, klokkenspel, drums, synthesizers en zang. Als hij in 2014 van New Jersey weer verhuisd naar zijn ouderlijke huis in de bergen van Pennsylvania. Hij gaat ook in de familiezaak werken en de monotonie van het dagelijkse leven ligt aan de basis van zijn derde album Below The House. Het levert 9 persoonlijke tracks op, die weer hier een kruisbestuiving vormen van shoegaze, post-metal, doom, drones, slowcore en noisepop. De ene keer pakt dat wat grimmiger en meer verstild uit dan op andere momenten, al is algehele atmosfeer behoorlijk duister. Toch weet dit alles, mede door het intieme karakter, je ook behoorlijk bij de strot te grijpen en zijn veel stukken gewoonweg wonderschoon. Luister alleen maar eens naar het hartverscheurende “Dull Knife Pt. II”, waar hij zachtjes zingt over zijn thuis, al lijkt hij vooral ontheemd. Je krijgt een dwarsdoorsnede van My Bloody Valentine, Jesu, Have A Nice Life, Wreck And Reference, Red House Painters, 40 Watt Sun en Boduf Songs. Wat een sublieme combinatie van kracht en pracht.
Sorority Noise – You’re Not As _____ As You Think (cd, Big Scary Monsters / Bertus)
Het Amerikaanse Sorority Noise is in 2013 ontstaan uit de bands Old Gray en Two Humans. De groep bestaat uit Cameron Boucher (zang, gitaar), Ryan McKenna (bas, zang), Adam Ackerman (gitaar, zang) en Charlie Singer (drums). Ze maken veelal een eigenzinnige combinatie van alternatieve rock, postrock, emo en indierock. En daar gaan ze “vrolijk” en vooral hard mee verder op hun derde album You’re Not As _____ As You Think. Op hun typische wijze brengen ze een combinatie van de genoemde stijlen, de ene keer venijnig hard en op andere momenten emotioneel geladen en rustig. Daar zit ook wel een zekere punkattitude achter, dus kijk niet vreemd op als je van Idaho, 40 Watt Sun, Songs:Ohia en Red House Painters plots overstag gaat naar Chokebore, Explosions In The Sky en Thursday. Want dat is precies de diversiteit die ze bieden in hun muziek. Van uiterst opzwepend naar bezinnend, zij het dat de zang van Boucher altijd wel iets warms en droefgeestigs heeft. Het enige wat jammer is dat het feest van 10 nummers al na een goed half uur weer voorbij is. Maar ja als dat het enige puntje van kritiek is…..
Tagubu And Klimperei – I Don’t Remember The First Time (cd, In Poly Sons)
Klimparag – Rags (cd, Le Label Beige)
De Franse muzikant Christophe Petchanatz ken ik vooral van zijn project Klimperei, waarmee hij al ruim 30 jaar verrassende albums maakt vol speelgoed gevulde, avant-gardistische kamermuziek. Hij zit in dezelfde vaarwateren van Pierre Bastien, Pascal Comelade en voorheen ook Yann Tiersen, zij het allemaal op eigengereide wijze. Bij Klimperei spat de humor is dikwijls vanaf. Door de jaren heen participeert hij ook in de projecten Al & Del, Deleted, DeNTs, Die Wunde, Guaranteed Gang, Los Paranos, Klimparag en Totentanz en maakt hij albums met Pierre Bastien, Sebastian Gandera, Frank Pahl, Palo Alto, Don Simón y Telefunken, Grimo en Eric Chabert. Nu komt hij met de voor mij volslagen onbekende Franse toetsenist/zanger Tabugu. Hij schrijft al reizend met de trein, terwijl hij naar Tom Waits luistert, Engelse teksten van dingen die in hem opkomen. Die teksten gaan naar Petchanatz die er muziek omheen maakt. Dit resultaat verschijnt nu op de cd I Don’t Remember The First Time. Tagubu zingt zijn teksten op charmant nonchalante wijze, soms is het bijna meer praten dan zingen. Er gaat wel een zekere poëtische kracht vanuit, maar het is ook duidelijk dat je het niet bloedserieus moet nemen allemaal. Klimperei bouwt er fijn gammele lo-fi en bluesachtige muziek omheen, uiteraard met een groot deel met speelgoed. Het levert een zeer genietbaar en stiekem erg goed geheel op dat je ergens moet zoeken tussen Robert Wyatt, The Residents, Blixa Bargeld & Teho Teardo, Steven Brown en Bill Callahan. Heerlijke en pure rammelplaat!
Zoals gezegd maakt Christoph Petchanatz ook deel uit van Klimparag, dat hij er samen met Sylvain Santelli (Pan Parag) op nahoudt. Die laatste is ook wel eens te gast bij Klimperei en samen zijn ze eveneens terug te vinden in DeNTs. Vorig jaar al hebben ze het albums Rags uitgebracht, die ik pas hebt ontdekt. Ze brengen hierop 11 tracks, die net zo bevreemdend als biologerend zijn. Met allerhande instrumenten, elektronica en speelgoed produceren ze namelijk tribale en avant-gardistische ritmes, geluiden en deuntjes, waarbij je de ene keer het gevoel hebt ergens midden in Afrika te zijn beland en elders of je een science fiction film bent binnengewandeld. Af en toe zingen ze er op minimale wijze bij. Het is allemaal skeletachtig, rudimentair en toch zorgt het voor maximaal luisterplezier.
Video van de song “Eh Yeux Te”
Video van de song “Faille Voeux”
Tamikrest – Kidal (cd, Glitterbeat / Xango Music Distribution)
In 2010 krijgt Tinariwen er een geduchte concurrent bij als het gaat om Toeareg-muziek. Die groep is a sinds 1982, maar krijgt pas na de eeuwwisseling pas de aandacht met de bijbehorende releases. Tamikrest debuteert dan op overtuigende wijze met Adagh en weet met hun woestijnblues me meer te overtuigen dan hun illustere voorgangers. Dat heeft zeker te maken met de melancholie die overal doorheen verweven zit. De Toearegs zijn een Berbervolk, die zich meestal met hun veeteelt ergens ophouden in de Sahara en Sahel. Met Tinariwen hebben ze een stem gekregen en voor mij met Tamikrest ook echt fraaie blues. De band uit het Noorden van Mali brengt vier jaar na hun vorige album nu hun vierde cd Kidal uit, hetgeen de naam van een regio en plaats is ten Noordoosten van Mali waar vooral Toearegs wonen. Het is tevens de plaats waar Tamikrest als groep bij elkaar is gekomen. Het is een hommage aan de plaats geworden maar ook een schreeuw om waardigheid. Voor de Toeareg staat het gebied met de woestijn voor vrijheid, dat bedreigd wordt door mensen die het zien als verkoopwaar voor multinationals, die er resorts willen bouwen of anderszins plannen mee hebben. Wellicht dat hierdoor de stemming wat meer droefgeestig is dan normaal bij de groep rond zanger/gitarist Ousmane Ag Mossa. Hij wordt hier omringd door Aghaly Ad Mohamedine (djembe, achtergrondzang), Cheick Ag Tiglia (bas, gitaar, achtergrondzang), Paul Salvagnac (gitaren) en Nicolas Grupp (drums, percussie). Ook al zal de gemiddelde luisteraar de taal niet verstaan, de emoties zijn universeel. Het is echt wonderschoon wat ze hier laten horen. De muziek, die grofweg het midden houdt tussen Ali Farka Toure, Boubacar Traoré, Youssou N’Dour en Tinariwen, past zo op één van de drie befaamde Desert Blues compilaties. Een wereldplaat die diep onder de huid weet te kruipen.
Xiu Xiu – Forget (cd, Altin Village & Mine)
Jamie Stewart neemt na zijn vorige groepen Ibopa en Ten In The Swear Jar al meer dan 15 jaar een bijzondere positie in met zijn geweldige experimentele project Xiu Xiu. Nooit doet hij concessies en telkens weten hij en de zijnen te verrassen met eigenzinnige muziek, die immer voorzien wordt van zijn hoge, licht ontstemde, dreigende maar pakkende zang. Maar ook andere groepen waar hij opduikt mogen er wezen, zoals XXL (met de band Larsen), Former Ghosts (met Zola Jesus), Teen Plaque (met Tim The Mute), Blue Water White Death (met Jonathan Meiburg), Hexa (met Lawrence English) en 7 Year Rabbit Cycle (met Ches Smith, Rob Fisk, Miya Osaki) plus de samenwerkingsverbanden met Eugene S. Robinson, Grouper, Carla Bozulich, Devendra Banhart, Father Murphy, John Dieterich (Deerhoof) en Merzbow. Kort na zijn cd Plays The Music Of Twin Peaks plus legio digitale releases is hij alweer terug met Forget. Naast James (zang, gitaar, orgel, modulaire synthesizers, programmering) en de vaste leden Angela Seo (synthesizer, orgel, percussie) en Shayna Dunkelman (percussie, orgel, synthesizers) krijg je de indrukwekkende gastenlijst met gitarist Kristof Hahn (Swans), multi-instrumentalist Greg Saunier (Deerhoof), de legendarische minimalist Charlemagne Palestine (hier op carillon), drag-artiest Vaginal Davis (zang), zangeres Chiara Lee (Father Murphy), contrabassist Devin Hoff (7 Year Rabbit Cycle), zanger Federico Zanatta (Father Murphy) en zangeres Tanisha Hall. De bedoeling van Forget is dat het een palliatief middel is voor een traumatisch verleden maar ook de knagende pijn van het verval van een mooi iemand. Hoe dan ook pakt hij hier extroverter uit dan ooit. Er komen raps, luide beats en grillige avant-garde sounds naar boven, die zelfs de doorgewinterde Xiu Xiu fans even versteld doen staan. Het is een op en top Xiu Xiu album geworden, maar wel één met extremen. Een album om niet te vergeten.
Zebra – Tango (cd, Zebra / Five Roses Press)
Zebra komt nogal eens voor als bandnaam, maar het is sinds 2014 ook verbonden met een trio uit Italië. Dan laten de drie, waar de namen even van ontbreken, ook hun eerste mini Homo Habilis het licht zien. Hierop laten ze een zeer melodieus post-punk geluid horen, waarin ook psychedelische en alternatieve rock elementen opduiken. Dat pad vervolgen ze op hun nieuwe mini Tango, dat 5 nummers rijk is en ruim 23 minuten duurt. Op uiterst frisse en vooral eigenzinnige wijze weten weer die bovenbeschreven melange te brengen, waar melodieën en sterke ritmes weer voorop staan. De zanger heeft die fijne jaren 80 echo in zijn stem, hoewel hij halverweg ook even een soort halfrap laat horen. Ze komen dan ook ergens uit tussen Pinback, Xiu Xiu, Peter Kernell, Maps & Atlases en The Sound. Het is een gevarieerd en veelbelovend album geworden.
Luister Online:
Tango (album)
Zivania Ensemble – Zivania And Tsamarella (2cd, Eastern Gate / Xango Music Distribution)
In de verschillende regio’s van Griekenland tref je steeds andere muziek aan. Er zijn natuurlijk genoeg deelgebieden, maar het verschilt echt wel of je iets uit Kreta, de grote steden of bijvoorbeeld Cyprus voorgeschoteld krijgt. Traditie heeft een sterke invloed. Over voorschotelen gesproken, de groep Zivania Ensemble uit Cyprus en onder leiding van Yannis Saoulis (bouzouki, bağlama, gitaar, luit, zang, mandoline, mandola, ukelele) heeft zichzelf vernoemd naar de locale brandy. Nu kan je kijkend naar Cyprus goed voorstellen dat er ook Turkse invloeden hoorbaar zijn in de muziek. Maar dat is niet het enige dat hoorbaar is op hun imponerende dubbelluik Zivania And Tsamarella. Tsamarella is overigens weer een lunchmaal met geitenvlees dat op zowel het Turkse als Griekse deel van het eiland gegeten wordt. Het is een beetje als je een Nederlandse band hebt die jenever en broodje frikandel als albumtitel neemt, zij het dat hetgeen deze Grieken je bieden een stuk smakelijker is; niet alleen de muziek maar ook het genoemde drankje en eten. Een grotere handreiking naar verbroedering is er bijna niet. En als ze dat niet te drinken of eten vinden dan is nog altijd de muziek. Ze brengen namelijk op smakelijke wijze traditionele muziek uit Cyprus, de Egeïsche zee en Klein Azië in combinatie met rembetika en Byzantijnse hymnen. Maar liefst zes mannelijke en vijf vrouwelijke vocalisten plus acht muzikanten op akoestische/klassieke gitaar, violen, klarinetten, tanbur en de genoemde instrumenten van Saoulis dragen hier bij aan dit bijzondere, tijdloze geheel. In 19 nummers met een totale lengte van 77 minuten, die op zich ook op één schijf hadden gepast, weten ze op schitterende de wijze diverse bronnen tot één consistent geluid te smeden. Soms met solozang, maar dikwijls ook met prachtige haast polifonische samenzang. De invloed van zowel Turkse als Griekse muziek is in alles hoorbaar, maar het zal de luisteraar ook soms richting de Balkan duwen. Veel belangrijker is dat dit van een grenzeloze pracht is. Het geheel is ook nog eens gestoken in een heel fraai digipack met Griekse en Engelse teksten.
.
Martijn
Children Of Alice
Twee ex-Broadcast-leden (James Cargill en Roj Stevens) en Focus Group (Julian House) betreden een wonderland samples en spooky ambiance. Een carousel die we inmiddels wel kennen van met vooral Roj en Focus Group, ietsje rustiger qua tempo dan die projecten.
Aafke Romeijn Versplintering Op Rechts
Een actueel EP’tje met vijf nummertjes coole/koele synthpop en een mooie pianoballade, met spitsvondige teksten van politiek dier Romeijn. Fraai!
Murs Captain California
Nieuw album van de rhyme animal van de westkust, iets meer traditionele hip hop dan ze vorige maar nog steeds fresh. Murs is zo’n rapper die je gelijk zijn verhalen intrekt en voor je het weet ben je veertig minuten verder..