Het schijnt dat wij ook behoorlijk afgeluisterd zijn, maar dat komt vooral door die te gekke muziek in onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Al’Tarba, Billions Of Comrades, Josy & The Pony vs The Poneymen, My North Eye, OP3 (2x), Polska, Porter Ray, Rolling Blackouts Coastal Fever, sir Was, Snowapple, Le Ton Mité, Trio Mediæval & Arve Henriksen, Pentagram, Syd en Quelle Chris.
Jan Willem
Al’Tarba – La Nuit Se Lève (cd, I.O.T. Records)
De uit Parijs afkomstige muzikant Jules Rigaud (tevens in Droogz Brigade, Planet X) heeft met zijn project Al’Tarba al meer dan 10 jaar een bijzondere troef in handen. Zijn muziek bouwt hij veelal op samples van oude, klassieke en traditionele muziek, maar ook straatgeluiden en fragmenten van de radio en uit films passeren de revue. Deze weet hij in een bijzondere setting van hip hop, jazz, soul, drum’n’bass, Oosterse muziek en spookachtige illbient te plaatsen. Op zijn vierde album La Nuit Se Lève pakt hij het helemaal duister en nachtelijk aan. Veel geluiden van de straat met dichtstedelijke elementen als paria’s, zwervers, gewapende gangleden en dergelijke in de hoofdrol. Hij schetst een grimmig beeld van het nachtelijke en buitenleven. Hierbij brengt hij wederom originele samples, van Oost-Europese tot Oosterse en van straatgeluiden tot films en cartoons, die hem compleet anders maakt dan welke hip hop act dan ook. Diverse gasten zorgen nog voor sterke raps en zang. Zo brengt ene Bonnie Li hem in de buurt van CocoRosie, dat terwijl je bij de rest van zijn muziek eerder moet denken aan Public Enemy, Dälek, DJ Shadow, House Of Pain, Eminem en DJ Spooky. Ik ben eigenlijk geen grote hip hop fan, maar wat Al’Tarba keer op keer laat horen is gewoonweg te goed en meeslepend.
Billions Of Comrades – Rondate (cd, Black Basset / Five Roses Press)
De Belgische band Billions Of Comrades debuteert in 2013 met het album Grains. De groep, dan nog een achttal maakt synthesizergedreven muziek die ze omlijsten met mathrock, lichte experimenten en pakkende zang. Inmiddels zijn ze gereduceerd tot de kerngroep Arnaud Larcier (bas, zang), Damien Hendrichs (drums), Chris Thienpont (gitaar, zang) en Johnathan Manzitto (Tenori-on, zang). Ze komen nu met hun tweede worp Rondate, waarop ze een puntiger en rauwer geluid laten horen. Het draait nu vaak om de inventieve math-, post- en indierock die aangevuld wordt met de innovatieve synthesizerpartijen en allerhande experimenten. Daarmee manoeuvreren ze zich door bands Bloc Party, 65daysofstatic, Suuns, Trans AM, Can en Animal Collective. De krachtige zang zit juist weer ergens tussen Robert Smith (The Cure), Jamie Stewart (Xiu Xiu), Kele Okereke (Bloc Party) en Ian MacKaye (Fugazi) in; niet loepzuiver maar wel karakteristiek en zeer pakkend. Dat alles maakt dat dit tweede album steengoed is geworden en het wachten meer dan waard is.
Josy & The Pony vs The Poneymen – Hippodrone Club (cd, Rockerill Records / Freaksville Music / Five Roses Press)
In 2015 verschijnt de gelijknamige 7” van Josette Ponette & The Poneymen. Hierop brengen de Belgen een mix van surf en rock, her en der aangedikt met psychedelica en blazers. Voor hun nieuwe debuutalbum Hippodrone Club neemt Josette Ponette (zang, orgel) het alias Josy & The Pony aan. The Poneymen heeft de volgende muzikanten in de stal: Bobby Poney (gitaar), Ponitalian Stallone (gitaar), Poney Manfred (gitaar), Poney Jr. (bas, achtergrondzang), Poney MegaGrossbeat (drums), Poney Noir (percussie, bas, achtergrondzang) en Akim Poney (gitaar, samples). Daarnaast doet er weer een blazerssectie mee en zijn er nog wat gastzangers. In basis brengen ze nog altijd die geweldige surfrock, maar ze draven soms ook richting garagerock, psychedelische pop, punk, noise en chansons. Daarbij vergalopperen ze zich nergens en bedden dit keurig in een coherent geheel in. Toch moet je denken aan een continu wisselende kruisbestuivingen van Messer Chups, Deerhoof, Serge Gainsbourg & Jane Birkin, The Shadows, Inspiral Carpets, Katzenjammer en B-52’s. Het is energiek, meeslepend en gewoonweg erg goed. Vast en zeker het paradepaardje van het Rockerill label.
My North Eye – II (cd, Reverb Worship)
De Franse muzikant Yann Lafosse (gitaar, zang) maakt vanaf 2001 samen met Benjamin Daubeuf (drums, programmering, samples) en Mirjam Tautz (viool, cello) deel uit van het fijne postrock trio Dirge, waarbij ze hevig geïnspireerd zijn door Mogwai, Tindersticks, Arab Strap en Godspeed You! Black Emperor. Na 3 albums houden ze het na 2010 voor gezien. Het bloed kruipt echter waar het niet gaan kan en Lafosse gaat solo verder als My North Eye. Hij is onder meer te horen op digitale tributen aan Troy Von Balthazar en Dominique A. en de 7” Gospel (2011), maar debuteert met zijn gelijknamige debuut in 2014 op het prestigieuze Reverb Worship. Lafosse begeeft zich hier meer op het terrein van de folk en drones, al zitten lo-fi en postrock er ook doorheen gemengd. Hij keert nu terug met zijn tweede cd II, wederom uitgebracht op Reverb Worship. Met Engelstalige zang, akoestische en elektrische gitaar, harmonium en percussie brengt hij 7 indringende, intieme songs, die wederom het midden houden tussen de genoemde genres. Op bezwerende en biologerende wijze weet hij zijn muziek aan de man te brengen. Daarbij houdt hij het midden tussen Smog, Kiss The Anus Of A Black Cat, Twinsistermoon, The Velvet Underground, Vic Chesnutt, Richard Youngs en Tyrannosaurus Rex. Het is echt een bij de strot grijpend geheel geworden.
OP3 – Hope (cd, Fluttery)
OP3 & Runes – AWSS (mcd, Fluttery)
Omega Project 3, kortweg OP3, is een Griekse groep rond Dimitris Mitropapas (programmering) en Andreas Bogas (piano) plus nog een paar muzikanten waarvan de info ontbreekt wat hun rol precies is. Ze debuteren vorig jaar al met de cd Hope, uitgebracht op het prestigieuze Fluttery label, waarop ze een adembenemende mix laten horen van ambient, neoklassiek en filmische muziek. Op uiterst melancholische wijze ontvouwen de met elektronica gelardeerde stukken zich en voeren je op cineastische wijze mee naar desolate, maar prachtige gebieden. Je hoort stemmige soms jazzy pianopartijen, zinnenstrelende strijkpartijen, flarden koorzang en fluweelzachte beats. Daarbij roepen ze herinneringen op aan Leitmotiv, Heinali, Clint Mansell, Ólafur Arnalds, Venetian Snares, Eleni Karaindrou en Bersarin Quartett, zonder dat dit nu per se één op één past. Hoopgevende en bovenal wonderschone droefheid.
Bij hun nieuwste worp AWSS (Autumn, Winter, Spring, Summer) ben ik er wel als de kippen bij. Hier werkt Dimitris Mitropapas (programmering) samen met Runes, wat het alias is van de in Manchester woonachtige Griek Harry Selevos. Ook Andreas Bogas (piano) geeft in één van de vijf tracks weer acte de présence. Het gaat over het passeren van de seizoenen door middel van een verhaal over liefde, pijn, verlies en herstel. Vijf liedjes, één jaar, één verhaal en vele stemmen. OP3 levert zoals altijd een droefgeestige mix van pianomuziek, neoklassiek, folk en filmische muziek. Runes, die graag met een androgyn uiterlijk voor de dag komt, brengt falsetachtige zang die ergens tussen Ben Christophers, Ronan Quays en Antony uitkomt. Het past als een hoes bij de muziek van OP3. Ze starten en eindigen bij de herfst, maar ook in de andere seizoenen/nummers lijkt het verval, zij het prachtig vertaald in muziek, zich al aan te kondigen. In slechts 21 minuten weten een bij de strot grijpend geheel af te leveren.
Polska – Ścieźki Tańca | Spår | Dance Paths (cd+dvd, Wszystkie Mazurki Świata)
De Zweedse “polska” dans schijnt z’n oorsprong in de Renaissance in Polen te hebben. Nu een paar eeuwen verder herontdekken zanger/violist Janusz Prusinowski (bekend van zijn Trio), schrijver/violist Magnus Gustafsson (Sågskära) en leraar/violist Jonas Hjalmarsson hun gemeenschappelijke wortels. Daarvoor is de Pools-Zweedse joint venture Polska in het leven geroepen en de cd Ścieźki Tańca | Spår | Dance Paths, wat tevens de titel van de film is die er op de dvd bijzit. Ze trommelen al hun groepen bij elkaar en vormen een heus elftal. Violen, zang, citer, harmonium, fluiten, doedelzak, cello, bas en percussie-instrumenten worden ingezet om dit geschiedkundige feest van hun vertolkingen te voorzien. Je kunt horen dat ze van beide landen wel iets in zich hebben en ook wel dat het oude muziek is, maar de intepretaties hier met de vele klassieke en elektronische instrumenten is bijzonder mooi. Daarbij is de zang van diverse dames ook zinnenstrelend. Alles zit ook fraai verpakt met een dik boekwerk waarin je ook veel over de achtergrond van het project te weten komt. In alle opzichten een ontzaglijk kunstwerk.
Porter Ray – Watercolor (cd, Sub Pop / Konkurrent)
Porter Ray Sullivan is een MC uit Seattle, die dan kortweg Porter Ray als artiestennaam gebruikt. Hij is ontdekt door stadgenoot Ishmael Butler van Shabazz Palaces en is als gast eerder te horen bij THEEsatisfaction. Op zijn debuut Watercolor laat hij een heel naturelle wijze van rappen horen, samen met diverse gasten als producer/DJ AyoB (Brian Ovalles, voorheen B-ROC), Black, Stasia Irons (THEEsatisfaction), Dez Anthony, Jaycee Coleman (KMTK), DJ El Grande en meer. Hoewel de muziek op de achtergrond ambientachtig en gevoelig klinkt staat de hip hop duidelijk op de voorgrond met soms harde teksten over zijn vader die is vermoord, zijn broer die er niet meer is en andere zaken die zijn leven en dat van zijn vrienden heeft beïnvloed. Als je dat er allemaal bijneemt vormt de muziek op de achtergrond ineens een spookachtig decors. Het is allemaal heel direct en komt door de rustige wijze van brengen ook goed binnen. De verschillende vocalisten en samples (van de straat) zorgen ook voor veel variatie. Het maakt dit tot een ijzersterk statement.
Rolling Blackouts Coastal Fever – The French Press (mcd, Sub Pop / Konkurrent)
De Australische groep Rolling Blackouts debuteert met de zeer goed ontvangen mini Talk Tight (2015). Maar omdat er in Engeland ook al een groep met die naam bestaat wijzigen ze deze snel in Rolling Blackouts Coastal Fever, waarbij ze dat laatste vaak als C.F. afkorten. Tom Russo (gitaar, zang), Fran Keaney (akoestische gitaar, zang), Joe White (gitaar, keyboards, zang), Marcel Tussie (drums) en Joe Russo (bas) brengen een recept dat doet denken aan de betere rockbandjes uit de jaren 80 en 90 maar steken dat in een fris jasje, hetgeen zeer vertrouwde en aanstekelijke songs oplevert. Dat doen ze andermaal op hun tweede mini The French Press, waarop 6 nieuwe songs in 23 minuten voorbijkomen. Als een stel jonge honden laten ze weer de muziek van weleer op een stekelige en moderne manier terugkomen. Het heeft iets zonnigs al is de aanpak toch punkachtig. Als een knikkerpartij tussen Motorama, New Order en The Go-betweens, speels maar toch serieus te nemen. Onweerstaanbare lekkernij!
sir Was – Digging A Tunnel (cd, City Slang / Konkurrent)
De Zweedse muzikant/producer Joel Wästberg is voorheen een jazz saxofonist en duikt het afgelopen decennium op in groepen als Klabbes Bank en Samuel Hällkvist Center. Tevens is hij een graag geziene gast in diverse andere groepen. Ondertussen heeft hij ook eigen materiaal op de plank liggen, hetgeen hij 15 jaar niet naar buiten durft te brengen. Vorig jaar is er eindelijk een demo en 7”, maar nu is zijn debuut Digging A Tunnel eindelijk een feit. Dit doet hij onder het pseudoniem sir Was. Helemaal passend bij deze tijd brengt hij een blend aan stijlen. En met goede blends is net als bij whisky helemaal niets mis. Wästberg laat een laidback geluid horen dat van trip en hip hop naar soulvolle elektronica en pop gaat. Dat kleurt hij samen met zijn gasten op bijzondere wijze in met unieke instrumentatie, alwaar de doedelzak uitaard niet mag ontbreken. Daarbij zingt hij dikwijls met een licht verhoogde stem bij, maar ook raps passeren de revue. Daardoor kan het klinken alsof James Blake met Massive Attack duelleert maar ook Tame Impala met J Dilla, Tunng met Beck en zo kan ik er nog wel wat roepen. Het is inderdaad alsof je door een tunnel vol verschillende genres loopt en dat levert een zeer aangename wandeling op.
Snowapple – Tracks (cd, Snowapple/ Debt/ ZIP)
Mijn eerste kennismaking met zangeres Una Bergin is meteen een zeer aangename als ze in 2009 opduikt in het Frans/Nederlandse gezelschap Waiting For Eve. Ze zingt tevens in de band van haar vader Sean Bergin’s New Mob. Deze geweldige saxofonist is helaas in 2012 overleden. In 2013 vormt deze van oorsprong Zuid-Afrikaanse met Laurien Schreuder en Fanny de Ruiter de bijzondere groep Snowapple. Bijzonder omdat ze uit verschillende muzikale windrichting komen aanvliegen. Una Bergin als getalenteerde jazz zangeres, Laurien Schreuder als operazangeres, tevens werkend in een zigeunerpunkgroep en Fanny de Ruiter als klassieke zangeres en ook opererend in de Balkanband Amariszi. Ze beschikken allen over gouden strotten, die je zo zou willen inlijsten. Hun gelijknamige debuut uit 2013 mag er dan ook wezen en bevat een prachtige, pakkende en bovenal originele mix van folk, pop en indie, dat zowel sereen als uiterst melancholisch is. Als Fanny de Ruiter het iets rustiger aandoet versterkt de Letse componiste, folk- en moderne jazz zangeres Laura Polence (How Town) hen op de tweede cd Illusion (2015). Ze begeleiden zichzelf en met de hulp van gasten op diverse instrumenten en brengen daarmee een verfijnde en sepiakleurige kruisbestuiving van jazz, folk en pop, maar ook klassiek, krautrock, zigeunermuziek en subtiele experimenten komen aan bod. Daarbij springen die hemelse vocalen er zoals altijd natuurlijk wel uit. Keurig weer twee jaar later ligt Tracks op de mat. Voor een groot deel gaan ze gewoon verder met hetgeen ze eerder al zo succesvol doen, maar het is allemaal meer een coherent geheel geworden. Lees dat niet als saaier of eenvormig, maar eerder meer sober en soulvol. Hierdoor leunt alles nog meer op de zang, wat er voor zorgt dat deze ook behoorlijk binnenkomt. Toch wordt er met gitaar, bas, drums, percussie (hang), piano, mandoline, fluiten, trompet, viool en extra zang wel voor een fraaie, stemmige omlijsting gezorgd. Het elixer is hier meer een mengelmoes van soul, jazz, folk en pop geworden, zonder aan hun wonderschone keurmerk, die hemelse samenzang in het Engels en Frans, te sleutelen. Liefhebbers van That Dog, Blackie & The Oohoos, The Be Good Tanyas, Jane Birkin en The Unthanks kunnen er hun hart aan ophalen. Een betoverend album vol diepgang en grensoverstijgende klasse.
Le Ton Mité – Passé Composé Futur Conditionnel (cd, Crammed Discs)
Crammed Discs is het Belgische langlopende (sinds 1981) en misschien wel het beste een meest toonaangevende label ooit dat gerund wordt door Marc Hollander en Hanna Gorjaczkowska. Het leuke is dat ze naast de new wave en avant-garde ook allerlei sublabels hebben waarmee ze bijvoorbeeld ook wereldmuziek brengen. Een ander sublabel is Made To Measure, dat ze reserveren voor artiesten waaraan anderen zich kunnen spiegelen of meten. Natuurlijk is dat deels wel subjectief, al kan je bij de meeste artiesten in de serie wel zien dat ze daadwerkelijk het verschil hebben gemaakt. Eentje die ik niet snel aan zag komen is de Belgische groep Le Ton Mité rond de Amerikaanse expat McCloud Zicmuse (Frog Eyes, Hoquets), die samen met Belgische inboorlingen en Heather Trost (A Hawk And A Hacksaw) em John Dieterich (Deerhoof) muziek maakt. En dat is niet omdat de muziek niet bijzonder is, maar meer omdat deze artiest voorheen ergens in de vijver hengelt waar Rake, Pascal Comelade, Klimperei en de Residents ook aan het vissen zijn, zij het dat ze met uitbundige blaaspartijen ook echt wel wat anders laten horen. Maar eerlijk is eerlijk, als je de nieuwe cd Passé Composé Futur Conditionnel hoort duwen ze je wel in een parallelle realiteit met hun eigengereide collages van artrock, avant-garde, chansons, pop, brass en folk. Daarnaast duren de meeste van de 50 songs (!) ergens tussen de 30 seconden en 2 minuten. Het is de soundtrack geworden van McCloud die na een afwezigheid van 15 jaar weer zijn thuisland opzoekt en allerlei plekken langs gaat die hij nooit eerder heeft gezien. Een vaderland dat nooit meer de zijne zal worden bekeken met Europese ogen. Dat verklaart wellicht ook het bevreemdende aspect van zijn muziek. Enerzijds een nostalgische trip en anderzijds één vol nieuwe werkelijkheden en een gericht op een ander leven. Als verhalenverteller en navigator loodst hij je door de het ludieke en fraaie landschap dat hij zelf schetst met titels in het Nederlands, Engels en Frans. Na bijna 68 minuten snap je ook ineens waarom deze vreemde eend in de bijt helemaal thuishoort bij Made To Measure. Een geweldig tijdloos album dat werkelijk in geen hokje past!
Trio Mediæval & Arve Henriksen – Rímur (cd, ECM)
Het Noorse combo Trio Mediæval is in 1997 opgericht door Linn Andrea Fuglseth (zang, shruti box), Anna Maria Friman (zang, Hardanger viool) en Torunn Østrem Ossum (zang). Die laatst genoemde verlaat in 2013 de groep en wordt vervangen door Berit Opheim (zang). Maar hoe de samenstelling ook is, ze halen hun inspiratie uit de muziek van het verleden die ze in het hier en nu laten herleven. Nu ze maar liefst 20 jaar bestaan komen ze met Rímur, samen met de legendarische trompettist Arve Henriksen (Food, Supersilent). Rímur is een term uit de IJslandse poëzie, maar raakt ook de landen er omheen. De muziek hier is dan ook gebaseerd op zang, hymnen, songs en improvisaties uit IJslandse, Noorse en Zweedse bronnen. De drie dames brengen hemelse traditionele zang en hun spaarzame instrumentaties ten gehore, terwijl Henriksen daar een bijpassend jazzy sausje overheen giet. Die combinatie pakt geweldig uit en laat verschillende historische en toekomstige tijden op een wel heel fraaie en genre overstijgende wijze in elkaar overlopen. Ze brengen een adembenemende trip door tijd en stijlen heen, die zowel tijdloos als zinnenstrelend is.
Luister Online:
Rímur (album)
Martijn
Pentagram Akustik
Zoals de titel al verklapt: de grootste „hits” akoestisch, met hulp van oude zangers Murat İlkan en Ogun Sanlısoy en een gastrol van Şebnem Ferah in Anatolia. Op zich geen verrassingen natuurlijk maar wel een lekker plaatje, want de nummers staan ook akoestisch als een huis.
Syd FIN
Syd (tha Kid) van The Internet, nu alweer toe aan een solo-effort. In veel opzichten vergelijkbaar (avontuurlijke, beetje understated, R&B) en misschien net ietsje beter dan Ego Death.
br>
Quelle Chris Being You Is Crazy, I Wish I Could Be You More Often
Leuke alt.rap van Quelle Chris, met old school production values, lekker mellow, dat goed zal vallen bij de liefhebber van boom bap en andere thinking man’s rap.