Het schaduwkabinet: week 08 – 2024

Hier is een oppositie meer dan welkom. Bepaalde muziek mag wel naar de poolcirkel, maar niet die uit mijn lijstje uit het:

SCHADUWKABINET

Ik luisterde naar: Aziza Brahim, Kitchen Cynics & Grey Malkin, Kreidler, Ann O’aro en Sleepytime Gorilla Museum.


 

Jan Willem

Aziza Brahim – Mawja (cd, Glitterbeat / Xango Music Distribution)
Zangeres, actrice en activiste Aziza Brahim behoort tot het bedoeïenenvolk de Sahrawi en wordt geboren in een vluchtelingenkamp in Algerije, nadat haar ouders vanuit de Westelijke Sahara gedwongen in ballingschap moest leven. Daarna heeft ze op Cuba gestudeerd, maar woont nu al jaren in Barcelona. Toch houdt ze in haar muziek, die ze sinds 2009 naar buiten brengt, altijd vast aan haar roots. Maar ze incorporeert tevens altijd stijlen van andere culturen in haar muziek. Het is daarmee een mooie mix van traditionele en hedendaagse muziek, die overigens wel het dichtst bij de zogeheten “desert blues” aansluit. Maar ook vroeger in het vluchtelingenkamp luisterde ze urenlang naar de radio, waardoor de wereld naar haar toekwam. Dan veranderde ze regelmatig van golflengte. De radio heeft ze altijd meegenomen. De golf op de radio zou in haar moerstaal Mawja betekenen, hetgeen eveneens de titel is van haar nieuwe album; de vierde op Glitterbeat. Het wordt gekleurd door haar eigen reizen, haar persoonlijke diaspora en de muziek die ze via de luidspreker van haar transistorradio hoorde als kind. Ze zegt hierover: “Met muziek kun je je originele geluiden verrijken met anderen die je leert. Mawja weerspiegelt dat alles, het gaat om mij.” Het weerspiegelt wat ze op het Iberisch schiereiland heeft gehoord, vooral de ritmes en percussie instrumenten. Ze brengt veel fusies van instrumenten van meerdere continenten, zowel die van haar vaak vergeten volk als Spaanse of Cubaanse. Het golft heen en weer en de golven gaan ook dikwijls in elkaar over. Naar eigen zeggen maakt ze hier ook voor het eerst woestijnpunk en heeft voor de opnames naar The Clash geluisterd, maar haar muziek wordt nooit hard. Het album volgt na vier zware jaren en die intense ervaring hoor je wel door de melancholische muziek heen. Voor de rest sluit het wel aan op haar vorige albums. Ik denk dat liefhebbers van onder meer Souad Massi, Rokia Traoré, Orchestra Baobab, Oumou Sangare en Tamikrest hier ook wel raadt mee weten. Het echt een prachtig en werelds album geworden, dat gezaaid werd in haar geboortegrond maar geoogst is in het Westen.

 

Kitchen Cynics & Grey Malkin – We Are All Ghosts (cd, Fenny Compton)
In de underground van de folk gebeuren echt hele fijne dingen. Zo ook nu, wanneer Kitchen Cynics en Grey Malkin de handen ineenslaan. De eerste is het project van de Schotse multi-instrumentalist Alan Davidson, die al sinds 1988 bijzondere folk naar buiten brengt, al dan niet samen met artiesten als Micah P. Hinson, Margery Daw en Grey Malkin. Rond die laatste hangt altijd een zweem van mysterie. Het is namelijk onduidelijk of dit om één of meerdere personen gaat. Wel is bekend dat deze naam verbonden is aan de geweldige folk gezelschappen The Hare And The Moon, The Black Swan Triad, Embertides, Widow’s Weeds, Meadowsilver en Sedna Chronicles. Dat nog even los van de diverse samenwerkingsverbanden met onder meer Ashtoreth en Trappist Afterland. Op We Are All Ghosts zijn ze weer eens naast elkaar te horen. Ze brengen in 53 minuten 10 songs ten gehore, die je het beste onder haunted folk kunt scharen. Ze laten spook- en bovennatuurlijke folk-verhalen voorbijkomen. Alan (zang, bas, fluit, theremin, akoestische gitaar, 12-snarige en elektrische gitaar, citer, clarina, strijkbas) en Grey Malkin (elektrische gitaar, E-bow, keyboards, koorbehandelingen, piano, xylofoon, orgel, mandoline, muziekdoos, bellen, Mellotron, samples) vullen elkaar hier mooi aan. Ze krijgen nog hulp van Gayle Brogan (Pefkin, Meadowsilver) op viool en Margery Daw met spoken word. Het levert een bezwerend geheel op, waar liefhebbers van onder andere Ivor Cutler, Espers, Pearls Before Swine, Current 93, United Bible Studies, Bert Jansch en T. Rex hun hart aan kunnen ophalen. Indringende, licht bevreemdende pure schoonheid met een flinke scheut melancholie!

 

Kreidler – Twists (A Visitor Arrives) (cd, Bureau B / Mutante-inc)
Het in Düsseldorf gevestigde Kreidler viert dit jaar hun 30ste verjaardag. Deze innovatieve formatie blijft maar verrassen met afwisselende releases. De output gaat van postrock naar IDM, neoklassiek en met name de laatste jaren krautrock. Deze veranderingen komen ook doordat de samenstelling van de groep door de jaren heen nog wel eens wijzigt. Zo zijn ze van een kwartet nu gereduceerd tot het trio Alexander Paulick, Andreas Reihse en Thomas Klein, die hun veertiende studioalbum Twists (A Visitor Arrives) het licht laten zien. Ze brengen hier allerlei interessante lassen van abstracte elektronica, IDM, ambient en tevens hier en daar weer met de krautrockachtige motorik. Daarbij werken ze samen met vier gastmuzikanten, die elk in een ander nummer opduiken en zo 4 van de 9 tracks van een ander geluid voorzien met respectievelijk trombone, saxofoon, zang en spoken word plus zang. Daardoor tikken ze hier op losse wijze de synthpop en avant-garde zo nu en dan aan. Het pas allemaal mooi binnen het melodische maar verder strakke totaalplaatje dat Kreidler weer met architectonische precisie in elkaar heeft gezet. Je moet daarbij denken aan een kruisbestuiving van Autechre, Beaumont Hannant, To Rococo Rot, B. Fleischmann, Anne Clark en He Said. Het is weer een sterk album geworden, vol muziek waarmee ze nog jaren vooruit kunnen.

 

Ann O’aro – Blue (cd, Label Cobalt/ Buda Musique / Xango Music Distribution)
De Franse vlag wappert er naast een onofficiële vlag, La Marsellaise wordt gespeeld bij officiële zaken, ze rekenen er af met de euro, maar het ligt ten oosten van Madagaskar en ten westen van Mauritius. Het eiland Réunion is een Frans departement, waar bijvoorbeeld ook vliegtuigpionier en oorlogsheld Rolland Garos, schrijver Michel Houellebecq en voetballer Dimitri Payet vandaag komen. Ook zangeres Anne-Gaëlle Hoarau is er geboren, die als Ann O’aro albums uitbrengt; een gelijknamig album in 2018 en Longoz in 2020. Beide prachtalbums waarop ze over intieme, soms ook grimmige zaken zingt. De muziek leunt vaak tegen de mayola muziek aan, hetgeen een erfenis is van de muziek van Afrikaanse en Madagaskische tot slaaf gemaakten en Indiase contractarbeiders met ook kenmerkende instrumenten. Haar tweede album leunt wat meer op haar stem, die op zich ook al genoeg is om te overtuigen. Nu is ze terug met haar derde album Blue, waarop ze haar zang dikwijls begeleidt met haar pianospel. Of zang, het zijn soms meer stemkunsten, waarmee ze echt een diepe indruk weet te maken. Daarnaast zijn het weer Teddy Doris (trombone, koorzang) en Bino Waro (roulèr, sati, pikér, kayann, drums) die haar begeleiden plus nieuw bandlid Brice Nauroy, die met zijn machines weer nieuwe elementen toevoegt aan haar toch al intrigerende sound. Ze werkt weer veel met ritmes. Naast de piano is het opvallend hoe ze is gaan experimenteren, wat bijzonder goed uitpakt. Zo opent het album met de titeltrack, dat een fascinerend instrumentaal pianonummer is vol melancholische muziek. Links en rechts hoor je wel de trombone en wat percussiegeluiden. Naar het einde toe wordt dat omgedraaid en krijgt het nummer ineens een bloedstollend slot. In het daarop volgende “In Utero Militari” klinkt eerst de trombone als een soort dreigende misthoorn. Al gauw begint Ann ook op onheilspellende wijze te zingen, terwijl de machines van Brice een bijpassend decor erbij vormen. De toon is gezet. Ze brengen ook wel songs die meer aansluiten op de vorige werken, maar wat ze hier laten horen is van een andere orde. Het feit dat ze hier soms meer naar Soap&Skin en Øxn opschuiven is veelzeggend. Er zit veel spanning en dreiging in het geluid, omwikkeld met de nodige schoonheid. De zang in het Réunions Creools en Frans is ook naar een hoger niveau getild en maakt hier zowel a capella als met de instrumenten diepe indruk. Het is muziek die je bij de strot grijpt en die je niet snel van je af kan en wil schudden. Met 10 nummers van samen bijna 53 minuten laat Ann O’aro het allerbeste van zichzelf horen met een overrompelend en veelzijdig prachtalbum als resultaat.

 

Sleepytime Gorilla Museum – Of The Last Human Being (cd, Avant Night / Konkurrent)
Je hebt bands waar je niet precies de vinger op kunt leggen en je hebt er waarbij elke duiding steeds uit je handen glipt. Zo’n band als dat laatste is het Amerikaanse Sleepytime Gorilla Museum, dat in feite een supergroep is rond zanger Nils Frykdahl (Idiot Flesh, Faun Fables, Charming Hostess). Ze hebben één livealbum en drie studioalbums afgeleverd, waarvan de laatste in 2007. De band leek dan ook niet meer te bestaan en zeker niet toen Frykdahl in 2017 zijn nieuwe project Free Salamander Exhibit presenteerde. Het bleek echter een winterslaap van 13 jaar voor ze weer begonnen op te nemen. Hun muziek was voorheen dus lastig te omschrijven, maar een roulerend rariteitenkabinet vol metal, progrock, folk en avant-garde kwam in de buurt. Hoe het dan precies klinkt, moet je echt zelf beleven. Maar na 17 jaar is hun vier album Of The Last Human Being een heugelijk feit. Het is uitgebracht op Avant Night, dat gefaciliteerd wordt door Joyful Noise Recordings. Naast Nils zijn het hier drummer/percussionist Mattias Bossi (The Book Of Knots, Rabbit Rabbit, Ridiculon, Cosa Brava), multi-instrumentalisten Dan Rathbun (Idiot Flesh, Free Salamander Exhibit) en Moe! Staiano (Surplus 1980), violiste/accordeoniste en zangeres Carla Kihlstedt (Charming Hostess, 2 Foot Yard, The Book Of Knots, Tin Hat Trio, Cosa Brava, Rabbit Rabbit) en bassist/zanger Michael Mellender (Japonize Elephants, Free Salamander Exhibit). Ik zei toch al een supergroep? Dat nog los van de vele gasten als Thor Harris, Kitka en de inmiddels overleden Jewlia Eisenberg. In goed 65 minuten serveren ze hier 13 nieuwe songs, die (gelukkig) aansluiting vinden met hun vorige werk, waarbij het carrousel van de onvoorspelbaarheid weer op volle toeren draait. Ik vind dat ze misschien nog wel breder om zich heen grijpen, zowel in het hard als in het zacht. Funk theater is een term die ze noemen. Het zal. De muziek is weer een heerlijke blend aan de genoemde stijlen, die fans van Tom Waits, Mike Patton, The Residents, Kayo Dot, Katzenjammer, Zappa, Cardiacs en Estradasphere wel zullen waarderen. Wat een waanzinnig goede comeback!

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.