Misschien worden er hier geen records gebroken, maar het staat wel bol van de “records” in het lijstje uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Meg Baird, Big Brave, Brandkommando, Bria, Death Valley Girls, Faten Kanaan, Molly, Mui Zyu, The Notwist, Anna B Savage, Phil Tomsett & Aaron Martin en Wickerbird.
Jan Willem
Meg Baird – Furling (cd, Drag City)
De Amerikaanse muzikante Meg Baird is toch wel een heldin geworden als het gaat om het maken van de betere hedendaagse folkmuziek. Zowel solo als met Espers, The Baird Sisters, Trollslända, Clock Strikes 13, Helena Espvall, Sharron Kraus en Mary Lattimore. Ze is nu terug met haar album Furling, waarop ze 9 nummers serveert van samen een goede 43 minuten lang. Hoewel dit voor haar muziek natuurlijk niet ter zake doet, moet ik altijd denken aan Greg Weeks, waarmee ze vroeger veel samenwerkte en die hevig gemist wordt in muziekland. Maar Baird zelf kan er ook wat van! Haar zang is een soort folk-variant van Elizabeth Fraser. Sowieso hangt er hier wel een 4AD-sfeertje, want ook Red House Painters en Tarnation hoor ik er wel een beetje doorheen. Daarnaast zijn ook Nancy Elizabeth, Espers en Bel Canto niet ver weg, maar Baird vaart toch vooral haar eigen koers met prachtig serene songs als resultaat.
Big Brave – Nature Morte (cd, Thrill Jockey / Konkurrent)
Op de Canadese groep Big Brave, ook wel als BIG | BRAVE geschreven, staat echt geen maat. Ieder album weten ze zulke rake klappen uit te delen, dat er enkel diepe respect voor kunt hebben. Het zijn geweldenaars met een boodschap een sterke muziek, die bestaat uit een (mee)slepende hybride van noise, metal, postrock, drones en experimentele muziek. Daar komt de krachtige, desperate zang van de enigmatische zangeres/gitariste van Robin Wattie nog eens overheen. De groep bestaat verder uit Mathieu Bell (gitaar, zang) en Tasy Hudson (drums, percussie), al doet hun geluid dikwijls vermoeden dat het om een veel grotere formatie gaat. Dat is ook niet anders op hun zesde album Nature Morte, hetgeen Frans is voor “stilleven” en als je het letterlijk neemt “dode natuur” betekent. Dat laatste lijkt thematisch ook meer aan te sluiten met de thematiek die ze hier aanboren. Want de groep creëert in hun 6 tracks van samen 43 minuten een lucht van schoonheid in verval, die over diverse thema’s uitgesmeerd worden; pijn, dwaasheid van hoop, de gevolgen van trauma, de onderwerping van vrouwelijkheid in al haar veelvouden en ga zo maar door. Dikwijls wordt dit snoeihard gebracht maar tegelijkertijd zorgt het eveneens voor meer contemplatieve momenten. En dat laatste zeker als het stof weer is neergedaald en de woedende muziek even tot rust komt. Maar dan volgt er altijd weer zo’n verpletterende uitbarsting waarbij ze hun diepste emoties weer opgraven en naar buiten smijten. Liefhebbers van Esben & The Witch, Made Out Of Babies, Chelsea Wolfe, Sunn O))), Swans, Amenra en Emma Ruth Rundle doen er goed aan dit album eens te beluisteren. Wat een overdonderend pracht- en krachtwerk!
Brandkommando – 1989 (cd, Zoharum)
Sinds 2005 is Brandkommando één van meest belangrijke Poolse power-elektronica projecten. Het is het eenmansproject van Karol Wachowski, die meestal conceptalbums maakt en een overdonderend geluid in huis heeft waar zijn elektronica dikwijls gemengd worden met noise, industrial en abstracte muziek. Hij is terug met zijn nieuwe album 1989, het jaar dat ik echt losging met muziek verzamelen. Gek genoeg heeft hij het dus niet daarnaar vernoemd, maar naar de situatie in Roemenië dat het einde van dictator Nicolae Ceauşescu inluidde en ook het communisme in het land. Dat betekende een heftige ommekeer. Het is derhalve niet verwonderlijk dat de muziek hier behoorlijk grimmig is. In 4 tracks van samen ruim 33 minuten werkt Karol zijn concept op imponerende wijze uit. Het is soms behoorlijk kakofonisch, maar daarmee schetst hij juist op indrukwekkende wijze hoe de situatie destijds geweest moet zijn. Soms lijkt het alsof je naar Skinny :Puppy luistert, maar dan bedolven onder het puin. Andermaal toont Brandkommando aan heer en meester te zijn in het brengen van indrukwekkende muziek waar ook een zekere urgentie vanuit gaat.
Bria – Cuntry Covers Volume 2 (mcd, Sub Pop / Konkurrent)
Ik zou liegen als mijn hart sneller gaat kloppen voor country muziek, al zijn er uitzonderingen en is het aanpalende altcountry en Americana genres weer wel iets waar ik veel van heb. Het kan verkeren, om maar eens met een wijs man te spreken. Ook de Canadese zangeres Brianna Salmena heeft daar een geheel eigen kijk op, getuige ook het vorig jaar verschenen Cuntry Covers Vol 1.. Ze is eerder te horen is bij het post-punk gezelschap FRIGS en gaf acte de présence gaf bij Bambara, Daniel Romano’s Outfit en Orville Peck. Samen met multi-instrumentalist Duncan Hay Jennings uit FRIGS en van Orville Peck brengen ze als Bria daar country en Americana songs op een ietwat andere manier naar buiten. Met haar bitterzoete zang baant ze zich een weg door klassiekers uit het genre, maar laat er licht gothic lampje op schijnen en voorziet ze samen met Duncan verder van Americana en David Lynch-achtige pop. Dat is eigenlijk niet anders op Cuntry Covers Volume 2, waar Gillian Welch, Paula Cole, Mary Margaret O’Hara, Robert Lester Folsom, Glenn Campbell en wijlen Loretta Lynn er aan moeten geloven. Voor de Glenn Campbell cover “By The Time I Get To Phoenix” haalden ze overigens hun inspiratie uit de cover van dit nummer door Nick Cave & The Bad Seeds uit 1986 (van het geweldige album Kicking Against The Pricks). Dat zegt denk ik ook wel wat over de insteek van de muziek hier. Het doet met soms meer aan een landerige versie van Siouxsie denken dan aan de originele artiesten. En dat maakt het ook zo mooi en geeft tevens aan hoe sterk de originelen zijn, aangezien ze ook in een andere setting overeind blijven. Klasse!
Death Valley Girls – Islands In The Sky (cd, Suicide Squeeze / Konkurrent)
Al zo’n 10 jaar lang weet het muzikale gezelschap Death Valley Girls uit Los Angeles de luisteraar te trakteren op een lekker tegendraads rockgeluid. Is dat op hun vijfde album Islands In The Sky anders? Natuurlijk niet! Naast bandoprichtster Bonnie Bloomgarden (zang, gitaar, orgel), drumster Rikki Styxx, gitarist Larry Schemel en de nieuwe bassiste/zangeres Samantha Westervelt; zo wisselen de bandleden op meesterbrein en songwriter Bonnie nog wel eens. Daarnaast mogen ze rekenen op allerlei voorname gasten op keyboards, synthesizers, saxofoon en percussie. Voorheen gebruikten ze hun muziek als middel om gebruik te maken van een gemeenschappelijke kosmische energie. De zielsverpletterende banaliteit van de moderne samenleving namen ze daarbij ook op de schop en ze vierden de magische oneindigheid. Op dit nieuwe album is de muziek een gids voor Bonnie om spirituele heling te vinden. Wees gerust, dat klinkt zweveriger dan de muziek. Ja er is wel een flink deel psychedelische geluiden en krautrock sounds bijgekomen, die de boel wat weten te verheffen. Voor de rest is het gewoonweg genieten van hetgeen je van deze geweldige groep gewend bent. Zoek het ergens tussen Starcrawler, Velvet Underground, Bikini Kill, Bleached, Vivian Girls, La Luz en Siouxsie & The Banshees. Ook Iggy Pop is fan, dus!
Faten Kanaan – Afterpoem (cd, Fire / Konkurrent)
Faten Kanaan is een Amerikaanse toetseniste, die vooral werkt met analoge synthesizers. Ze heeft al 4 albums uitgebracht die doorgaans een mengelmoes zijn van ambient, experimentele muziek, avant-garde en neoklassiek. Op haar vijfde album Afterpoem brengt ze 13 vrij korte tracks, die na 34 minuten al finishen. Dat neemt niet weg dat ze je even helemaal weg weet te nemen uit de realiteit met haar mysterieuze muziek waar ambient, noise, minimal music en Barokke elementen op alsmaar variërende wijze om elkaar heen kringelen. De algehele sfeer is behoorlijk melancholisch gestemd, maar dat maakt de muziek eigenlijk alleen maar fraaier. Het straalt allemaal wel een zekere warmte uit, wat ze op knappe wijze doet. Ik denk dat fans van Christina Vantzou, Demen, Sarah Davachi, Kali Malone, Leitmotiv en Oliver Coates dit ook wel de moeite waard vinden. Je krijgt even een inkijkje in haar eigen wereld vol bijzondere zielenroerselen. En daar is het fijn toeven, zeker met zulke prachtmuziek.
Molly – Picturesque (cd, Sonic Cathedral)
In 2019 debuteerde het Oostenrijkse duo Lars Andersson en Phillip Dornauer op overtuigende wijze als Molly met hun album All That Ever Could Have Been. Ze maakten hierop een lekkere mix van shoegaze, post-rock en droompop. Daarmee gaan ze ook lekker mee door op hun tweede wapenfeit Picturesque. Hierop staan slechts 6 nummers, maar wel met een totale lengte van 46 minuten; de kortste track is net boven de 4 en de langste ruim boven de 12 minuten. Ze bouwen hun zorgvuldig op en weten je al snel te narcotiseren met hun dromerige muziek, waarbij je soms even opschrikt door de spontane en goed getimede uitbarstingen, die overigens meer als een warme fontein aandoen. Bij dit alles moet je het ergens zoeken tussen Sigur Rós, Slowdive, Hammock, Power Of Dreams, The Notwist, Spiritualized en de vroegere Brett Anderson. Dat om een idee te krijgen, want Molly toont hier echt wel een eigen smoel. Ze leveren een sterk en eigenzinnig album af.
Mui Zyu – Rotten Bun For An Eggless Century (cd, Father/Daughter / Konkurrent)
Soms vraag ik me af of een alias wel handiger is dan de originele naam, maar goed er zijn meerdere redenen om voor een andere naam te kiezen. Zo is Mui Zyu het alias van de Brits-Hongkongse Eva Liu, die eerder deel uitmaakte van het artrocktrio Dama Scout. Zoals ze zelf zegt navigeert ze door het lastige gebied van de steeds veranderende identiteit, waarbij fantasie en folklore samensmelten om een podium te creëren voor zelfacceptatie en bevrijding. Dus dan valt Mui Zyu nog mee. Maar alle gekheid op een stokje, haar debuut Rotten Bun For An Eggless Century mag er wezen. Ze laat in ruim 38 minuten 12 nummers op je los, die je verwonderd achter zullen laten. Op eigenzinnige wijze brengt ze iets dat je nooit helemaal kunt plaatsen, want ze past nooit helemaal in een bepaald genre. Misschien is de rode draad een soort droompop, maar daarbij gebruikt ze ook industriële elementen, jazz, veldopnames, avant-garde, speelse elektronica en tevens Chinese ingrediënten door het instrumentarium met erhu en guzheng. Dan beland je vanzelf in een plek in het universum waar je nooit eerder bent geweest. En het is er net zo donker, al doet het niet zo aan door haar fluweelzachte zang. Het is muziek die wellicht ook geschikt is voor liefhebbers van Maria BC, Hail, Lucinda Chua, Hana Vu, Barrie en Lisa Germano. Wat een subliem debuut.
The Notwist – Vertigo Days Live From The Alien research Center (cd, Morr Music / Konkurrent)
Eén van de bands die ik heel, heel hoog heb zitten is The Notwist. De in 1989 opgerichte Duitse band rond de broers Micha en Markus Acher heeft mij muzikaal heel veel gebracht. Niet alleen doordat ze zelf van een hardcore tot een groep die via avant-garde, wave en postrock tot een meer jazz en elektronisch georiënteerde indie band van nu zijn geëvolueerd, ook hun vele andere zijprojecten als Village Of Savoonga, Lali Puna, Ms. John Soda, 13 & God, Tied+Tickled Trio, Ogonjok, Alles Wie Gross, Potawatomi, Rayon, Orgon, Monoton, A Million Mercies, Console, Hochzeitskapelle, Alien Ensemble, Spirit Fest en 3 Shades Of Blues hebben veel gebracht. En dat allemaal gewoon van hoge kwaliteit; vroeger al en ook zeker nu. Dan heb ik het nog niet eens gehad over hun liveoptredens, die eigenlijk altijd iets anders brengen dan wat ze op hun albums brengen. Dat hebben ze voor het eerst ook op cd al laten horen met hun Your Choice Live Series (1994) en later ook op de compilatie Superheroes. Ghostvillains + Stuff (2016). Twee jaar geleden hebben ze hun briljante album Vertigo Days uitgebracht, dat zeer hoog eindigde in mijn jaarlijst. Vorig jaar heb ik ze live gezien in de mooiste club van Nederland, de Vera, waar ze echt een onwaarschijnlijk goed optreden gaven. Sprakeloos was ik er haast van. Ze voegden zoveel toe aan hun laatste album, waar ze vooral nummers van hebben gespeeld. En ik zeg het nog maar eens, ik ben geen grote fan van livealbums omdat ik er nu eenmaal liever zelf live bij ben. Maar in hun geval maak ik een terechte uitzondering, omdat het een andere beleving is en zo ontstellend goed. Nu is Vertigo Days Live From The Alien research Center verschenen en daarop krijg je echt die sensatie van de band live terug (en gelukkig zonder dat irritante geklap en gekuch tussendoor). Als je in het kort wil horen welke bijzondere afslagen ze nemen live, met je gewoon enkel de track “Into Love/ Stars” maar eens luisteren. Ook de rest is van dit niveau en alles gaat naadloos in elkaar over. Micha en Markus Acher plus derde bandlid Cico Beck (Spirit Fest, Joasihno, Aloa Input), die samen zang gitaren, bas, drums percussie, keyboards, elektronica, platenspeler, pedalen en meer voor hun rekening nemen, worden live bijgestaan door voormalig bandlid Max Punktezahl (gitaar), Andi Haberl (drums) en Karl Ivar Refseth (vibrafoon, percussie), beide van de Andromeda Mega Express Orchestra. Net als op het studioalbum hebben ze hun sound doordrenkt met krautrock en wave elementen en avontuurlijke, speelse elektronica. Het is een schitterende herbeleving van één van hun geweldige optreden, maar brengt voor wie er niet bij was ook echt iets nieuws naast het album uit 2021. Drie kwartier lang nemen ze je stevig in de houdgreep om je intens te laten genieten. Helden zijn het!
Anna B Savage – In|Flux (cd, City Slang / Konkurrent)
Zo nu en dan staan er weer van die originele singer-songwriters op, die je direct weten te grijpen. Dat is ook het geval met de Britse muzikante Anna B Savage. Wellicht verwacht je door die naam een wilde tante, maar als je haar debuut A Common Turn (2021) kent, weet je wel beter. Ze brengt uiterst emotionele songs, die ze voorziet van haar prachtige bitterzoete zang. De muziek houdt daarbij het midden tussen jazz, pop, folk, trip hop en nachtelijke indierock met elektronische invloeden. Op uiterst gevoelige wijze weet ze haar bezielende pracht naar buiten te brengen. Dat is ook het geval op haar nieuwe album In|Flux, die daar met dezelfde ingrediënten gewoon overheen gaat. Het is allemaal nog gevoeliger en meer droefgeestig. Daarbij moet je denken aan een kruisbestuiving van Antony & The Johnsons, Jesca Hoop, Jarboe, Nadine Shah, Beth Gibbons, Nick Drake en Anna Calvi. Ja sorry hoor, mooier dan dit kan ik het ook niet maken!
Phil Tomsett & Aaron Martin – At Sea (2×3”cd+boek, Fluid Audio)
Op het Britse Fluid Audio label verschijnt niet alleen geweldige muziek van artiesten uit de drones, elektronische, experimentele en neoklassieke of combinaties ervan, ook de artwork is vaak van een ongekend niveau; zelfs voor de cd’s die er hoofdzakelijk op verschijnen, waar menig vinyluitgave nog een puntje aan kan zuigen. Nieuw op het label is het dubbele mini album At Sea van de Britse multi-instrumentalist Phil Tomsett (The Inventors Of Aircraft) en de Amerikaanse cellist Aaron Martin (From The Mouth Of The Sun, Black Vines, The Cloisters, Winter’s Day), een combinatie die eigenlijk gezien hun muzikale output, nog even los van de vele samenwerkingsverbanden met andere artiesten, volkomen logisch is. De titel suggereert dat het met de zee is begonnen, maar het startte in de huiskamer van een vriend van Tomsett uit Londen. Pas daarna verhuisde hij daadwerkelijk naar de zee aan de zuidoostkust van Engeland. Toen had hij al wat opnames gemaakt, die hij kon inzetten voor dit nieuwe album. Daarbij werd de zee en de wandelingen erlangs wel een directe inspiratiebron voor het voltooien ervan, net als het boek “To The Lighthouse” van Virgina Woolf (die in hetzelfde deel van Engeland heeft gewoon en gewerkt). Daarna heeft Tomsett ook zijn eigen teksten geschreven, die hier door Lizzie McPhee als spoken word worden gebracht in sommige stukken van de muziek. Tomsett (accordeon, gitaar, synthesizers, veldopnames, productie) heeft zijn muzikale makker Aaron Martin toen gevraagd om zijn cello in de muziek te weven. De titel verwijst overigens zowel naar de psychologische toestand van “niet op stabiele grond zijn” als naar de prachtige, allesverslindende omgeving waar de inspiratie werd gevonden. Op de eerste schijf krijg je een zinnenstrelende mix van neoklassiek, drones, veldopnames en spoken word, die uitgesmeerd worden over 7 tracks in een kleine 25 minuten. De tweede schijf van 6 nummers lang en ruim 19 minuten breed sluit daar wel op aan, maar is een tikje abstracter. Mijn enige kritiek zou zijn dat dit prima op één schijf had gepast, wat nu eenmaal één van de voordelen van de cd is. Maar goed, het is ook bijzaak want de muziek is echt van een uitzonderlijke pracht. Denk aan een hybride van A Winged Victory For The Sullen, Richard Skelton, Ben Chatwin, David Darling, Celer, Hildur Guðnadóttir en Olan Mill. Dat alles is ook nog eens gestoken in een vintage zakboek en voorzien van allerlei fraaie extra’s, als ansichtkaarten, een dia en meer. Een machtig mooi totaalkunstwerk!
Wickerbird – The Sea Weaver (cd, Lost Tribe Sound)
Wickerbird is het langlopende project van de Amerikaanse singer-songwriter Blake Cowan, die in 2012 debuteerde met het fraaie met folk geïnjecteerde debuut The Crow Mother. Daarna volgde er nog een EP en een digitaal album. Na al die jaren is er nu eindelijk een vervolg met The Sea Weaver, dat is uitgebracht op het prestigieuze label Lost Tribe Sound, waar je ook geestverwant William Ryan Fritch vindt. In ruim 51 minuten laat hij 14 songs de revue passeren. Het is in basis folk, maar er zit ook wel een DYI kamerpop en droompop element doorheen. De songs worden opgebouwd met zijn fijne gitaargetokkel en lekker lijzige zang, waar soms extra zang en additionele synthesizers aan worden toegevoegd om de boel van een ijle sfeer te voorzien. Naast William Ryan Fritch moet je ook denken aan Nick Drake, Gareth Dickson, Raoul Vignal, Bon Iver, Peter Broderick en Devics. Het levert een buitengewoon innemend, meeslepend en bezinnend prachtalbum op!