De dag van de liefde. De liefde voor muziek in elk geval, getuige het lijstje uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Arovane, Dobbeltgjenger, The Golden Dregs, R. IWANSKI, King Ayisoba, Mowgli en The Psychotic Monks.
Jan Willem
Arovane – Sinter (cd, Laaps)
Laat ik beginnen te zeggen dat haastige spoed weer eens goed is, want van het nieuwe album van Arovane zijn er nog maar een paar verkrijgbaar. Arovane is het lang lopende IDM project van de Duitse muzikant Uwe Zahn, die wat mij betreft tot de grotere van het genre behoort. Naast zijn soloalbums brengt hij ook werken uit met Phonem, Hior Chronik, Taylor Deupree, EMHO en Porya Hatami. Hoewel hij ooit naast Autechre en Aphex Twin paste met zijn muziek, koerst hij dikwijls meer richting de abstracte ambient. Dat is ook het geval op Sinter, waarop hij 12 nieuwe tracks brengt. Deze bestaan uit gruizige ambient met vaak repeterende patronen, die op subtiele wijze weer boordevol details zitten, waaronder ook veldopnames. Zeker met de koptelefoon op ontdek je een microwereld aan losse geluidjes, die toch een mooi samenhangend geheel vormen. Daarbij weet hij er ook een fijn melancholisch gevoel doorheen te wevene. Van begin tot het eind weet hij je in de houdgreep te nemen met deze onthaastende pracht.
Dobbeltgjenger – The Twins (cd, Apollon Records / Creative Eclipse PR)
Wat ze in het drinkwater of andere producten van de Noren stoppen weet ik niet, maar er komen zoveel goede en uiteenlopende groepen en artiesten vandaan. Neem bijvoorbeeld het kwartet Dobbeltgjenger, dat doorgaans een dynamische mix van alternatieve, psychedelische en progrock laat horen. Dat geldt ook weer voor hun vierde album sinds 2016 The Twins, waarop ook funk te horen is. In de 13 tracks van samen bijna 48 minuten lang lijken ze hevig geïnspireerd te zijn door groepen als Simple Minds, Genesis, Motorpsycho, Queens Of The Stoneage, Red Hot Chili Peppers, INXS en Talking Heads. Daarmee grabbelen ze aardig in het verleden, zij het dat ze dit alles op frisse en moderne wijze aaneen lijmen. Het levert een feest der herkenning op, dat toch volkomen nieuw aandoet. Lekker album derhalve! Maar of je erop kunt djensen weet ik niet.
The Golden Dregs – On Grace & Dignity (cd, 4AD)
Sinds 2017 is The Golden Dregs het project van de Britse multi-instrumentalist Ben Woods (Lost Dawn). Met zijn zware, herfstige baritonzang weet hij te functioneren als een knapperend haardvuur, maar de muzikale omlijsting op zijn twee voorgaande album, die wel oké zijn verder, vind ik dan vaak wat te lichtvoetig, waardoor het nog wel eens in een spagaat gaat voor mij. Dat is compleet anders op het derde album On Grace & Dignity. In plaats van wat energiekere krijg je hier stemmige muziek met een donker randje, die ergens tussen altcountry, Americana en alternatieve rock zit, wat beter aansluit bij zijn donkere zang en deze fraai onderstreept. Toch wemelt het ook van de subtiele details en geintjes, waardoor het ook weer niet heel zwaar op de maag ligt allemaal. Het soulvolle album is uitgebracht op 4AD en ook dat past weer eens prima. Denk aan een kruisbestuiving van Lambchop, Thomas Feiner & Anywhen, John Grant, Bill Callahan, Micah P. Hinson, Eels en Leonard Cohen. Machtig mooie muziek voor de nachtelijke uurtjes.
R. IWANSKI – Transformations I (cd, Gusstaff / Xango Music Distribution)
De Poolse muzikant Rafał Iwański drukt aardig zijn stempel op de Poolse underground muziek. Hij is namelijk te vinden in legio projecten als Voices Of The Cosmos, Hati, Innercity Ensemble, Alameda 5, Kapital, P.H.A.S.T.I. en PRSZR en solo ook als X-NAVI:ET. Hij laat daarbij in vele genres van zich horen. Nu is deze veelzijdige muzikant terug als R. IWANSKI met het album Tranformations I. Het album is een “in memoriam” aan Jon Hassell en dat is ook wel in de muziek terug te horen. Met veel etnische en andere instrumenten als sanza, kalimba, sansula (drie soorten duimpiano’s), ratels, claves, buizen, gongs, bellen, metalen objecten en synthesizers, moog en andere toetsinstrumenten creëert hij zijn eigen soort Fourth World muziek, zij het wel op eigengereide wijze. In de basis is de muziek een soort mengelmoes van ambient en drones waardoor al die instrumenten gebruikt worden om het verder op ludieke wijze in te kleuren. Het levert een bijzondere juxtapositie van hedendaagse en traditionele muziek op, die je haast in trance weet te brengen. Tegelijkertijd heeft hij er ook best wat emoties in verwerkt, waardoor het aanvoelt als één van zijn meest persoonlijke werken. En dat is knap in deze licht bevreemdende, onaardse setting. Een buitengemeen knap en meeslepend album.
King Ayisoba – Work Hard (cd, Glitterbeat / Xango Music Distribution)
De Ghanese muzikale explosie, traktatie en koning van de zogeheten Kologo Power (gebaseerd op e gitaar die ze gebruiken) King Ayisoba is na bijna 6 jaar weer terug met het nieuwe album Work Hard. Sinds 2006 treedt Apozora Ayisoba met deze artiestennaam naar buiten, waarmee hij 5 albums naar buiten brengt, waarop hij altijd met interessante muzikanten samenwerkt. Zijn sound is energiek en uniek. Naast een virtuoos op de kologo is hij ook een sterke zanger met een dynamisch en fel stemgeluid. Dat blijkt eens te meer op zijn nieuwste album, die op twee plaatsen duizenden kilometers uit elkaar tot één fraai coherent geheel is gesmeed. King Ayisobi mag weer rekenen op productionele en instrumentale bijdragen van Zea, ofwel Arnold de Boer (The Ex). Daarnaast geven ook Ayuune Sule, Awilo One, Atamina, O.C. Akomfem & Shiallo, Bush Man, Gulkanates, Adortanga en producer Francis Ayamga in wiens studio in Bongo een groot deel is opgenomen. En er is in de Katzwijm studio te Voorhout ook een nummer opgenomen en een deel gemixt. Het levert 9 heerlijk wilde tracks op, die de kologo sound mixen met de FraFra sound (etnische groep, taal en muziek) en wulpse beats, zowel elektronische als die met de djembe en bembe worden geproduceerd. Het plezier maar ook de speelsheid spat er op energieke wijze vanaf, waardoor de muziek je eenvoudig weet mee te sleuren in het Afrikaanse gedruis. De koning is terug met misschien wel z’n beste album tot nu toe. En dat zegt in zijn geval heel veel!
Mowgli – Gueule De Boa (cd, BMC Records / Creative Eclipse PR)
Het Franse trio Mowgli, er bestaat overigens meer bands met deze naam, heeft zich bewust vernoemd naar het karakter uit Kipling’s “The Jungle Book”. Mowgli ontdekt namelijk een leven aan de rand van de menselijke samenleving en bloeit op tussen nieuwe metgezellen en zo waagt het Franse trio zich ook waar je het misschien niet verwacht. Saxofonist, fluitist en metallofoonspeler Ferdinand Doumerc (Pulcinalla, Initiative H, Stabat Akish, Nude), keyboards- en metallofoonspeler Bastien Andrieu (Reco Reco, Parti Collectif) en drummer Pierre Pollet (Pulcinalla, Initiative H) hebben allen wel een ruime ervaring in de jazz en free jazz, maar zoeken in deze samenstelling ook de rock en improvisaties op. Dat deden ze in 2015 al eens op hun digitale album Ivre De La Jungle, waar ze echt alle kanten uitgingen op hun ondergrond van jazz. Nu zijn ze terug met Gueule De Boa, hetgeen “de bek van de boa” betekent, maar fonetisch (gueule de Bois) betekent het ook “kater” (als in teveel gezopen). Alleen is het in het geval van hun muziek nog net het stadium ervoor, namelijk waar je nog van alles tot je neemt en ook door elkaar. Daarbij baan je kriskras een weg door de muzikale jungle, waar de wortels van de bomen nog uit (free) jazz bestaan, maar de rest uit caleidoscopische en geïmproviseerde hybriden van avant-garde, alternatieve rock, progrock en jazz rock. Eigenlijk brengen ze een muzikale equivalent van het hedendaagse hectische leven. Het is spannend, onvoorspelbaar en soms heel chaotisch, maar ook bezinnend, filmisch en bezwerend mooi. En met die kater erna valt het reuze mee, zeker als je gewoon weer even een nieuw shotje van dit album neemt.
The Psychotic Monks – Pink Colour Surgery (cd, Vicious Circle)
Frankrijk heeft een rijke geschiedenis als het gaat om uitstekende noisebands. Hint, Diabologum en Deity Guns of de vervolgen Bästard en Zërö, zijn daar een paar goede voorbeelden van. In dat rijtje mag je ook gerust het uit Parijs afkomstige The Psychotic Monks toevoegen. Hun in eigen beheer uitgegeven Silence Slowly And Madly Shines uit 2017 heb ik helaas gemist, maar hun tweede Private Meaning First (2019) is mijn instapalbum geworden. De muziek daarop is een experimentele en eigengereide mix van de genoemde bands met Sonic Youth uit de vroegere jaren. Dat is na bijna 4 jaar later op het derde album Pink Colour Surgery toch wel iets anders. Arthur Dussaux (zang, gitaar), Clément Caillierez (drums), Martin Bejuy (gitaar) en Paul Dussaux (keyboards, bas) zijn meer gaan experimenteren en koersen nu ook dikwijls richting de post-punk, artrock en avant-garde. Minder nummers met kop en staart en dat is een gewaagde stap na twee albums vol pakkende en makkelijker te omarmen noise. Toch pakt dit heel goed uit en weten ze op intrigerende wijze je een goede 50 minuten in de houdgreep te nemen. Ze gaan echt behoorlijk de diepte in, waar wellicht ook de productie van Daniel Fox (Gilla Band) een aandeel in heeft. Daarnaast laten ze af en toe ook wel die fijne noise uitbarstingen van weleer horen; luister maar eens naar het overdonderende “All That Fall”. Omdat ze echt een eigen sound in huis hebben, die melancholisch, kaalgeslagen en urgent is, heb ik de genoemde artiesten niet vet gedrukt zoals ik nog wel eens doe, maar tel er ook Birthday Party, Suicide, Xiu Xiu en In Camera bij op. Ze hebben hier een meesterzet gedaan van grootse klasse.