Ons lijkt waterboarden lang niet zo leuk als wakeboarden. Maar enfin, voor nog meer subjectieve bevinden ga vooral eens kijken naar onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Aidan Baker w. Claire Brentnall, BeWider, Marcus Fjellström, FLeUR, Free Salamander Exhibit, Fufanu, Homeshake, Hypochristmutreefuzz, K. Leimer, Les Marquises, Minor Victories, Moon Duo, Svarte Greiner, Winter Family, Shannon Wright, Aafke Romeijn en Migos.
Jan Willem
Aidan Baker w. Claire Brentnall – Delirious Things (cd, Gizeh)
Het is haast niet te doen om de in Berlijn wonende Canadese multi-instrumentalist Aidan Baker bij te houden qua releases. Niet alleen solo brengt hij veel uit, ook met projecten als Nadja, Hypnodrone Ensemble, ARC, Mnemosyne, Infinite Light Ltd., Scythling, Whisper Room, Caudal en B/B/S is dat het geval. Goed tot zover de excuses waarom niet alles van de beste besproken en gevolgd wordt. Na Christine Ott, Anders Brørby en Æmaeth en is Adain Baker, hier samen met zangeres Claire Brentnall (Shield Patterns), de nummer 4 in de zogeheten “Dark Peak”-serie van het voortreffelijke Gizeh records. Hierop verschijnen duistere releases in een beperkte oplage van 175 cd’s. Op het album Delirious Things laat Baker zich inspireren door coldwave, shoegaze en synthpop, ofwel de muziek die hij in de jaren 80 leuk vond zoals die van de Cocteau Twins, This Mortal Coil, Durutti Column, Sectio 25 en Joy Division. Dit gaat uiteraard allemaal door een Baker-filter heen, maar hij creëert zijn muziek nu wel meer op de synthesizer. Hierbij zet hij zijn gebruikelijk gitaarpedalen in om zware lagen noise en drones over de beats, ritmische pulsen en toets- en baspartijen heen te gieten. Dit levert een steeds wisselende mix op van wave, ambient, shoegaze, experimentele muziek, postrock en droompop. Dat laatste deel komt mede door de prachtig etherische zang van Brentnall, die net zo’n dromerig en mysterieus uit de hoek kan komen als Elizabeth Fraser, Kate Bush en diverse This Mortal Coil-zangeressen. Als een sirene herrijst haar stem uit de mistige, soms stevige geluidsgolven van Baker, waardoor het ook allemaal goed doorwaadbaar blijft. Denk aan een duistere cocktail van de genoemde bands en The Sight Below, Slowdive en Jesu. Een magistale “dark peak”.
BeWider – Dissolve (cd, BeWider / Five Roses Press)
BeWider is een in 2013 opgericht elektronisch muziekproject van de Italiaanse muzikant Piernicola Di Muro, die daarvoor actief is in LadyGodiva’s Operation en Metalbox maar ook voor film en televisie muziek maakt. In 2015 laat hij het digitale album A Place To Be Safe van zijn nieuwe project het licht zien. Hierop laat hij een pakkende mix horen van pop, trip hop, synthwave en downtempo elektronica, waarbij diverse zangeressen de muziek opleuken. Nu is hij terug met de in eigen beheer uitgegeven cd Dissolve. Hierop brengt hij in 6 nummers van bij elkaar ruim 39 minuten weer die mix aan stijlen, alleen is zijn aanpak wat meer filmisch en orkestraal. De output is tevens meer melancholisch. Te gast zijn zangeres Francesca Amati (Amycanbe) en zanger Antonia Vitale (Jester At Work), al is het merendeel instrumentaal. Di Muro weet op pakkende, cineastische en speelse wijze ergens te eindigen tussen Lali Puna, Craig Armstrong, He Said en Röyksopp. Een ander hoort er wellicht volledig andere associaties in terug. Het moge duidelijk zijn dat dit wel een uitstekend project is om goed in de smiezen te houden!
Marcus Fjellström – Skelektikon (cd, Miasmah / Konkurrent)
Het is even geleden sinds de Zweedse componist en multimedia-artiest Marcus Fjellströmeen een volledig album heeft gefabriceerd. Na 3 albums, waarvan de laatste Schattenspieler uit 2010, volgt nog een “library music” album met bronmateriaal en twee mini’s. Dat heeft alles te maken met zijn werk voor de opera Boris Christ. Hij schrijft wel vaker voor ballet, toneel, multimedia events en andere performances. Op zijn reguliere albums brengt hij veelal een mix van abstracte elektronische muziek, neoklassiek en ambient. Nu is hij terug met Skelektikon. En hoe. De muziek wordt geboren uit dromen die verloren zijn gegaan en een pessimistische visie op de toekomst. Het zijn uitzinnige nog lucide verkenning van de verste en meest strijdige uithoeken van het hart, vol met verwarring, passie, en spookachtige schaduwen. Fjellström maakt nooit gangbare composities en ook hier zijn het ontstemde orkestraties, musique concrète achtige geluiden en allerlei spookachtige en jagende sounds, zoals suggesties van stemmen en plots opduikende schrikgeluiden, die de dienst uitmaken. Soms klinkt het net of skeletten met elkaar dansen op een graf en op andere momenten zijn het delirante beelden en paranoïde gevoelens die zich van je meester maken. Het is angstaanjagend, aangrijpend en adembenemend mooi. Liefhebbers van Jacaszek, Rafael Anton Irisarri, Kreng, Jasper TX, The Caretaker, Deaf Center, Angelo Badalamenti en bloedstollende thrillers worden op hun wenken bediend. Muziek waarbij je over je schouder blijft kijken. Magnifiek!
FLeUR – The Space Between (cd, Bosco Rec / Five Roses Press)
De naam FLeUR, weliswaar anders geschreven, komt nogal eens voor als je deze online probeert te vinden. In dit geval gaat het om het Italiaanse duo Francesco Lurgo (programmering, arrangementen) en Enrico Dutto (piano, casiotone, synthesizer, additionele programmering), die in 2014 de digitale epee Supernova, Urgent Star het licht hebben laten zien, waarop Fabrizio Modonese Palumbo (Larsen, (r), Blind Cave Salamander, XXL) te gast is. Dit om maar aan te geven dat de heren zich in het betere experimentele vaarwater bevinden. Nu is het dan tijd voor hun debuut The Space Between, uitgebracht op Daniele Brusaschetto’s Bosco Rec. Zelf is hij ook te horen als gastzanger naast Constanza Bellugi, al zijn 6 van de 8 tracks hier volledig instrumentaal. Ze brengen een lekker psychedelische mix van IDM, drones, allerhande experimenten, subtiele orkestraties en muziek die aardig de postrock kant opkoerst. Door hun eigenzinnige aanpak is er lastig de vinger precies op te leggen, maar denk aan een pakkende hybride van Leafcutter John, Telefon Tel Aviv, Giardini Di Mirò, Phylr en Larsen. Het is daarmee een uiterst biologerend debuut geworden.
Free Salamander Exhibit – Undestroyed (cd, Web Of Mimicry / Konkurrent)
De bands Idiot Flesh, Thinking Plague, Charming Hostess en Skeleton Key zijn de voorvaderen van Sleepytime Gorilla Museum. Deze compromisloze band beweegt zich van avant-garde en progrock, folk, noise en allerhande experimenten waarbij het bijzondere, brede instrumentarium en de typisch rauwe zang van kopman Nils Frykdahl (Idiot Flesh, Faun Fables, Charming Hostess) belangrijke elementen vormen. Tussen 2001 en 2007 brengen ze 3 sterke studioplaten uit. Daarna blijft het stil. Nu keren vier leden terug als Free Salamander Exhibit, aangevuld met Drew Wheeler (gitaar, klokkenspel, theremin, zang). Naast Frykdahl (zang, fluit, gitaar) zijn het Michael Mellender (gitaar, trompet, hoorn, zang), David Shamrock (drums, klokkenspel) en Dan Rathburn (bas, “sledgehammer dulcimer”, zang) die hier weer samenkomen om hun eersteling Undestroyed het licht te laten zien. Het klinkt als een lekker wild vervolg op hun laatste band, waarbij ze wederom die cocktail aan stijlen brengen, zij het vaker wat harder. Ze brengen 7 tracks waarin ze telkens weten te verrassen met onverwachte wendingen en inkleuringen. Het doet naast hun vorige band ook denken aan een mix van Grötus, Primus, Cop Shoot Cop, Tom Waits, The Double You en Zappa. Een uitstekende doorstart mag je gerust stellen. En een geweldig alternatief op het hedendaagse aanbod.
Fufanu – Sports (cd, One Little Indian/ Konkurrent)
In 2015 staat de heerlijk ontwapende IJslandse band Fufanu op, die een eigentijdse en eigengereide combinatie van post-punk, noise, cold wave, shoegaze en alternatieve rock laten horen. De link met Joy Division, New Order, Bauhaus en zelfs Kraftwerk is daarbij snel gelegd, zij het dat ze een frisse hedendaagse aanpak in huis hebben, wat vermoedelijk mede komt door het feit dat de leden Kaktus Einarsson (zoon van Sugarcubes lid Einar Örn) en Guðlaugur “Gulli” Einarsson (geen broers) ervoor als Captain Fufanu nog techno maken. Hun ommekeer naar de meer duistere muziek pakt zeer goed uit, getuige de in 2015 verschenen mini Adjust To The Light en album Few More Days To Go. Eindelijk is er het vervolg Sports, waarbij de misplaatste titel en cover mogelijk voor verwarring kan zorgen. Op basis van tofheid mag je ze gerust “sports” noemen, maar qua muziek zou je zomaar op voorhand een andere indruk kunnen krijgen. Echter, Kaktus (zang) en Gulli (gitaar, programmering) vervolgen met enkele anderen gewoon hun donkere pad. Hierbij nemen de elektronica wel een belangrijkere positie in. Dat zonder in te boeten aan hun kennelijke liefde voor de muziek uit de jaren 80. De zang past in de betere new wave dan wel post-punk band en de muzikale omlijsting sluit daarop aan, al hebben ze ook oog voor de dansvloer. Wat dat betreft vertonen ze wel enige overeenkomsten met New Order, al zitten er ook elementen van Wire, The Fall, Blur, Motorama en de andere, eerder genoemde bands in de muziek verscholen. Dat alles maakt hun sound ook zo verleidelijk en pakkend. Het bedient de liefhebber van de muziek van weleer, maar zal zeker die van nu gemakkelijk bereiken. Daarmee is hun tweede worp een meer dan geslaagde opvolger geworden en bepaald geen moeilijk te nemen horde. Voortreffelijke danswave!
Homeshake – Fresh Air (cd, Sinderlyn / Konkurrent)
Homeshake is sinds 2011 het project van de Canadese muzikant Peter Sagar, die daarvoor als Sans AIDS en Outdoor Miner muziek heeft gemaakt. In eerste instantie levert dat 2 cassettes op in 2013. In 2014 verschijnt zijn eerste cd In The Shower, die een jaar later een vervolg krijgt met Midnight Snack. Op beide werken laat hij een evenzo bijzonder als bevreemdend geluid horen. Aan de ene kant brengt hij namelijk een soort lo-fi indie, maar door zijn op Prince gelijkende zang en de elektronica krijgt de muziek ook een soul- en downtempo-achtige gloed. Op zijn derde worp Fresh Air gaat hij daar gewoon mee verder. Er zit weer een zekere mate van charmante kneuterigheid in zijn muziek besloten, maar qua sfeer en gevoel is het iedere keer groots en raak. Hij zingt daarbij nog altijd als Prince in slow motion, maar ook dat doet hij uitmuntend. Daarbij verrast hij met een ludieke, benevelde inkleuring, die juist uiterst verfrissend is. Het zal zowel fans van Mac DeMarco, Broadcast en Arthur Russell als Sade en Prince aanspreken. Een schitterend vreemde eend in de bijt.
Hypochristmutreefuzz – Hypopotomonstrosesquipedaliophobia (cd, Hypochristmutreefuzz / Bertus)
Degene die de naam voor de angst voor lange woorden heeft bedacht, moet toch over een goed gevoel voor humor hebben beschikt, want hippopotomonstrosesquippedaliofobie is de juiste benaming hiervoor. Maar liefst 35 letters! Het Belgische gezelschap Hypochristmutreefuzz mag er qua naam ook wezen, maar hun debuut Hypopotomonstrosesquipedaliophobia, van slechts 34 letters lang, overtreft dat met gemak. Eerder laten ze al van zich horen middels hun gelijknamige mini cd en een 7” split met hun fijne land- en tijdelijke labelgenoten It It Anita. Op hun nieuwe cd brengen ze in 10 nummers breed en 38 minuten lang, waarbij ze een niet simpelweg te duiden mix brengen van avant-garde, noise, post-punk, hip hop, experimentele en psychedelische muziek. Zelfs zeggen ze dat The Residents, The Birthday Party, Sonic Youth, Pere Ubu, Television, PJ Harvey, The Germans en Mauro & The Grooms tot de invloeden behoren, al kan je er ook Consolidated, Grötus, Big Black, Primus, Beastie Boys, Butthole Surfers en Cop Shoot Cop uithalen, zo divers en innovatief is hun geluid. Ramses Van de Eede (gitaar, zang), Jesse Maes (gitaar), Sander Verstraete (bas), Thijs Troch (synthesizers) en Elias Devoldere (drums) roeren wat dat betreft in een fijne pot met stijlen om er toch een geheel eigen sound mee op het menu te zetten. Een menu dat ze vooral recht in je gezicht smijten, waarbij de harde, psychedelische en meer absurdistische stukken elkaar op fraaie wijze afwisselen. Hier mogen ze rekenen op de meeslepende zang dan wel rap of het geschreeuw van Ramses. De onverwachte wendingen en invullingen zorgen dat je continu verrast wordt. Ik kan derhalve over de cd kortweg zeggen dat die gewoon steengoed is.
K. Leimer – The Grey Catalog (cd, Palace Of Lights / Konkurrent)
Normaal gesproken bespreek ik enkel muziek die net verschenen is, maar er zijn altijd uitzonderingen op die regel. Zo is de cd The Grey Catalog van de Canadese muzikant Kerry Leimer, kortweg als K. Leimer naar buiten tredend, al officieel in 2015 verschenen. Toch wordt dit album nu pas hier gedistribueerd door het immer verrassende Konkurrent. Leimer is tevens een genie dat ik pas veel te laat heb ontdekt, want de beste man is al aan het pionieren sinds de jaren 70. Deze autodidact houdt er tevens het label Palace Of Lights op na en heeft al menig avant-garde release het licht doen zien. Veelal van hemzelf maar ook van een artiesten als Marc Barreca, Roy Finch, Gregory Taylor, Anode en zijn vorige band Savant. Zelf brengt hij meestal iets dat tussen ambient, avant-garde, drones, neoklassiek en minimal music uitkomt. De ene keer uiterst experimenteel en op andere momenten meer toegankelijk. Op deze “nieuwe” cd brengt hij een meer toegankelijk geluid ten gehore, dat zowel filmisch als prachtig droefgeestig is. Met minimale klanken weet hij zoveel emotie over te brengen, dat zelfs mijn jongste dochter van 9 opmerkte dat dit zo triest klonk, hetgeen ze ook bijzonder vond door het ontbreken van de “echte muziek”. Papa had al bergen kippenvel op zijn arm, maar begreep precies wat ze bedoelde. Leimer weet als geen ander skeletachtige muziek te maken die een diepe indruk weet te maken. Hij genereert het hier met gitaar, percussie (onder meer Hang), bas, piano, veldopnames, synthesizers, effecten en gesamplede instrumenten (strijkers). Hierdoor krijg je een soort hybride van SPK, Richard Skelton, David Darling, Marc Barreca, Talk Talk, Bersarin Quartett en Brian Eno. Het is haast meditatief wat hij hier laat horen en zoveel beter dan veel van de artiesten die door hem beïnvloed zijn. Als het nu uitgegeven zou zijn is het direct jaarlijstjesmateriaal, maar daar kan ik twee jaar na dato niet mee aankomen. Het moge duidelijk zijn dat de schoonheid die hij brengt van een aparte klasse is.
Luister Online:
The Grey Catalog (albumsamples)
Les Marquises – A Night Full Of Collapses (cd, Ici D’Ailleurs)
Hoewel ze muzikaal gezien mijlenver van Jacques Brel afzitten, heeft de Franse multi-instrumentalist Jean-Sébastien Nouveau zijn project Les Marquises wel vernoemd naar het laatste en misschien wel beste album van deze chansonnier. Brel heeft zijn laatste jaren ook doorgebracht op één van de eilanden van de Markiezenarchipel. Nouveau, tevens opererend bij Immune, Colo Colo en Recorded Home, heeft met dit project al de mini Lost Lost Lost (2010) en het album Pensée’Magique (2014) uitgebracht. Hij brengt veelal een tijdloze mix, waarbij je veel flarden van associaties krijgt, van Can, Hood, Encre en Piano Magic tot The Third Eye Foundation, Talk Talk en The Notwist. Veelzijdig, intrigerend en mysterieus. Nouveau (zang, keyboards, bas, viool, gitaar, cello, drummachine) heeft weer de tijd genomen om zijn volgende wapenfeit A Night Full Of Collapses te presenteren. Net als op zijn vorige werk beschikt hij over een klein leger aan gastmuzikanten op cello, contrabas, drums, percussie, keyboards, marimba, piano, gitaar, trompet, viool en (achtergrond)zang. Voor die laatste rol heeft hij Matt Elliott en de overige muzikanten vind je onder meer terug bij Françoiz Breut, Dominique A., Colo Colo, Immune, Mamam Brigitte, Plein Soleil, Mansfield.TYA, Les Szgaboonistes, Frank!!! en The Married Monk. Dit om de spanwijdte van zijn instrumentarium en de invloeden maar te onderstrepen. Hij schept met de rijke arrangementen ook echt een nachtelijke atmosfeer. Veel orkestraties, tribale elementen en herfstige zang dragen daar zeker bij. He creëert in feite een soort twilight zone waar zowel tijd als stijlen door elkaar lopen. De muziek bevat elementen van de jaren 70 tot en met nu en laveert op biologerende wijze van jazz, chansons, filmmuziek en psychedelica naar post-rock, neoklassiek, tribal en minimal of nog vaker een kruisbestuiving van dat alles. Denk aan een caleidoscopische, door David Lynch geregisseerd mix van Joy Division, Bohren Und Der Club Of Gore, Labradford, Can, Encre, Omala, Talk Talk, Pink Floyd en Tarwater. Wat een onwaarschijnlijk meesterlijk tweede album.
Minor Victories – Minor Victories – Orchestral Variations (cd, Play It Again Sam)
Vorig jaar wordt er een ware supergroep geboren met Minor Victories. Het viertal bestaat namelijk uit Rachel Goswell (Slowdive, Mojave 3, The Pumpkin Fairies), gitarist Stuart Braithwaite (Mogwai, The Best-Ofs, The Sick Anchors, Aloha Hawaii), gitarist/toetsenist Justin Lockey (Editors, The British Expeditionary Force, Yourcodenameis:milo) en diens broer, filmmaker en bassist James Lockey (Fay Hield). Ze brengen op hun gelijknamige debuut een hybride van shoegaze, post-rock, elektronica, een scheutje bombast en prettige orkestraties, waarbij de bitterzoete zang van Goswell oorstrelend is. Nu is het niet de gedroomde optelsom der delen geworden, maar de uitkomst mag er meer dan wezen. Later dit jaar mogen we ons verheugen op een heus nieuw Slowdive album, maar eerst keert deze groep nog een keer terug met Minor Victories – Orchestral Variations. Hierop brengt Justin Lockey georkestreerde en puur instrumentale variaties van de originelen. Het maakt de muziek een stuk meer droefgeestig en bepaald niet gladder. Je moet nu meer denken aan Max Richter, Olafur Árnalds, Clogs, Clint Mansell, A Winged Victory For The Sullen en op de meer nachtelijke, jazzy momenten ook Bohren Und Der Club Of Gore. Een werkelijk adembenemend addendum op hun toch al mooie debuut.
Moon Duo – Occult Architecture Vol. 1 (cd, Sacred Bones / Konkurrent)
Ik heb het eerder gezegd, maar bij Moon Duo zie ik twee ontblootte billen voor me. Dat je de in 2009 opgerichte groep rond door Erik “Ripley” Johnson (Wooden Shjips) en zijn vriendin Sanae Yamada meer credits dan dat moet geven bewijzen ze wel op hun diverse albums. Ze laten doorgaans een uiterst psychedelisch geluid horen waarbij je moet denken aan Suicide, Neu!, Spacemen 3, Wire, Roy Montgomery, Magnog, The Velvet Underground en The Jesus And Mary Chain. En waarom een succesvol recept veranderen als het niet nodig is? Precies en daarom ligt hun nieuwste album Occult Architecture Vol. 1 gewoon in het verlengde van wat ze eerder hebben laten horen. Ze proberen alleen meer de balans en verbinding tussen alles te vinden, een soort zoektocht naar yin en yang, donker en licht en dergelijke. Dat dit een uiterst psychedelische trip oplevert zal niemand verbazen. Het is er wel weer één die je eenvoudig weet mee te slepen naar de fraaie uithoeken van het heelal. Dat ook zonder de eerder genoemde associaties overboord te gooien. Later dit jaar komen ze met een vervolg hierop, maar dit is al een trip die z’n weerga niet kent.
Svarte Greiner – Moss Garden (cd, Miasmah / Konkurrent)
De tegenwoordig in Berlijn wonende Noorse muzikant Erik K. Skodvin houdt er al jaren het innovatieve label Miasmah op na, waar veelal de meer duistere, droefgeestige, veelal elektronische en neoklassieke zijde van de muziek boven komt drijven. Hoewel het merendeel gedijt het best in het donker. Zelf heeft hij onder zijn eigen naam en als Xhale en Solitaire Albread heeft hij wel muziek gemaakt, maar zijn naam zal onlosmakelijk verbonden worden met het schitterende Deaf Center. Tegelijkertijd houdt hij er zijn soloproject Svarte Greiner op na en duikt hij op in B/B/S/. Met Svarte Greiner, dat als een doodenge ziekte klinkt, maar hij veelal gitzwarte dikwijls angstaanjagende ambient met drones, wat hij zelfs omschrijft als akoestische doom. Na goed drie jaar sinds zijn vorige album is het hoogtijd voor deze nieuwe Moss Garden. Hierop brengt hij twee langgerekte stukken. De eerste, “The Marble”, is een soundtrack voor de installatie “The Marble Index” die in 2016 in New York in de Rooster galerie heeft gestaan. De tweede, “Garden”, is de soundtrack voor de installatie “Sense Of Doubt” die in 2014 te Bergen is geëxposeerd. Beide bestaan ze uit duistere ambient vol allerhande experimenten, drones en veldopnames. Hiermee weet Skodvin je moeiteloos in de houdgreep te nemen. Fascinerend geluid, soms een tikkeltje eng, die zich ergens nestelt tussen Thomas Köner, Biosphere, David Toop/Max Eastley, William Basinski en Simon Scott. Overrompelende pracht. En een welkome terugkeer van deze meester der duisternis.
Winter Family – South From Here (cd, Ici D’Ailleurs)
In 2007 debuteert het Israëlische duo Winter Family met hun prachtige gelijknamige dubbel cd. Ruth Rosenthal (spoken word) en Xavier Klaine. Het is een mix van spoken word in het Hebreeuws, Frans en Engels, dat door Xavier op veelal zware en droefgeestige wijze begeleid wordt op piano, harmonium en pijporgel. Ook op hun tweede Red Sugar (2011) brengen ze samen met celliste Norsola Johnson (Godspeed You! Black Emperor, Molasses) weer een mix van ambient, neoklassiek, psychedelica en experimentele muziek is filmisch, betoverend en ontroerend. De thema’s zijn nooit al te vrolijk en hun muziek krijgt nog wel eens het stempel “death swing”, “weird wave” of “funeral pop” mee. Nu is hun officieel derde album South From Here uit en dat is even schrikken, want de instrumenten knallen er vol in, met een beat en een Ruth die naast spoken word zowaar ook zingt en schreeuwt. Daarna volgt weer een track die meer oude stijl is, zij het dat de geluiden doorgaans harder zijn en er meer details, zoals samples, in de muziek zitten. Naast de meer pessimistische stukken gloort er nu regelmatig hoop aan de horizon, al zit er zelfs in de uptempo stukken iets grimmigs door de harde sound. Soms zit het zelfs ergens tussen Suicide en Ministry in. Ik ben eigenlijk wel blij met dit andere geluid. De indringende emoties zitten er nog altijd in, maar ze hebben een goede manier gevonden dit innovatief te verpakken. IJzersterk, maar niet iets dat in de koude kleren gaat zitten. Klasse!
Shannon Wright – Division (cd, Vicious Circle)
Al ruim 20 jaar ben ik grote fan van Shannon Wright, hetgeen al start met haar band Crowsdell en erna solo. Door de jaren verandert haar sound wel steeds iets, maar ik ook en sowieso wordt ze bepaald niet minder. Het is ook dikwijls raak in de jaarlijstjes. Naast haar 9 solo albums heeft ze ook nog een sterke uitgebracht met Yann Tiersen. Vier jaar na haar laatste In Film Sound (2013), waar ze dikwijls een behoorlijk stevig geluid aan de dag legt, is nu terug met haar tiende solo cd Division. Shannon ( zang, gitaar, piano, keyboards, samples, drums, Wurlitzer, Hammond) wordt hier geholpen door David Chalmin (viola da gamba, keyboards) en Raphaël Séguinier (drums). De cd opent stevig met de prachtnummers “Division” en “The Thirst”, maar bezorgt direct ook bergen kippenvel. Dat komt naast de subtiele details en sterk opbouw mede door die geweldig honingzachte maar scherp gepeperde stem van Shannon. Daarna volgen er 3 songs, sober en piano gedreven, experimentele en met samples gevuld en zelfs elektronisch gestuurd zijn, die nergens inboeten aan intimiteit of melancholie, maar zo’n andere kant van Shannon Wright belichten. Overal heeft ze oog voor detail en weet ze toch haar emoties over te brengen. In de zesde track “Soft Noise” opent ze met stemsamples waarna de piano en even later viola da gamba volgt. Een wonderschoon lied tot ze plots weer naar het stevige overschakelt. Zoals veel op dit album is het bij de strot grijpend. Tot besluit volgen er nog twee hartverscheurend mooie tracks. Nina Nastasia, Cat Power, Lisa Germano, Shellac, Thalia Zedek Band, Yann Tiersen en Colleen samengevouwen en weer op eigenzinnige wijze uitgerold tot dit waanzinnig mooie album. Daar waar de liefde misschien wat vanzelfsprekend werd, is deze weer helemaal aangewakkerd.
Martijn
Aafke Romeijn Je Doet Je Best Maar
Beetje late ontdekking, ik kende haar eigenlijk alleen van haar aanwezigheid in het publieke debat en de geweldige cover van Huilend Naar De Club. Maar haar muziek is dus ook erg mooi, elektronischer en donkerder dan ik had verwacht en dat is een goede zaak. Zelfs als het ongemakkelijk wordt in Xoxo. Erg mooi dus, en bonuspunten voor het reppen van me státsie (dat park kom ik elke dag langs).
Migos C U L T U R E
Gehyped als een malle, door Noisey en props van Childish Gambino. De revelatie die zij ervan maken hoor ik er niet in, maar het is wel lekker. Ik keer er toch ook vaak naar terug deze week, dus wellicht komt het nog. Ik begin ook nog eens te wennen aan de alom aanwezige autotune (proces was al langer gaande, maar vandaag zelfs 808s & Heartbreak toch eens beluisterd – doet Aafke ook een mooie cover van – en dat beviel ook nog). Tenslotte weet ik wat te zeggen als iemand „Rain Drop” zegt, wellicht komt dat nog eens van pas.