“Mrs., Mrs. Jones… Well it’s time for us to be leaving. It hurts so much – it hurts so much inside. Now she’ll go her way ..And I’ll go mine.” Over naar de aardse zaken in onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Michel Banabila, David Bowie, Climat, Clara Engel, Matt Epp, Krokofant, Francesca Lago, Marble Sounds, Mogwai, Ennio Morricone, Schonwald, Susanne Sundfør, Hate Eternal, Ash Koosha en Arallu.
Jan Willem
Michel Banabila – Tapu Sampler 2016 (2cd, Tapu Records)
Ik heb het al vaker geroepen, maar de in Amsterdam geboren en tegenwoordig in Rotterdam wonende componist, muzikant en producer Michel Banabila is niet alleen toonaangevend, het is ook een artiest om te koesteren. Een unicum die een waanzinnig uitgebreid arsenaal aan stijlen in huis heeft. Dat gaat van wereldmuziek, ambient en filmmuziek tot aan musique concrète, jazz en experimentele muziek. Dat al zo’n 33 jaar! De laatste paar jaren zit hij meer in de elektronisch hoek, al is die eveneens breed en bepaald niet dichtgespijkerd. Wat hij ook maakt, het weet allemaal tot de verbeelding te spreken en roept vrijwel zonder uitzondering beelden op. Veel van zijn werk komt op zijn eigen Tapu label uit, hetzij digitaal of op cd, waarvan de cd’s hier met enige regelmaat de revue passeren. Nu brengt hij de compilatie Tapu Sampler 2016 uit, een dubbel cd met daarop muziek van cd’s en digitale werken die hij sinds 2005 op Tapu het licht heeft doen zien, zowel van soloplaten als samenwerkingsverbanden met Machinefabriek (elektronica), Oene van Geel (altviool), Mete Erker (klarinet), Joshua Samson (percussie) en Salar Asid (viool). De gastenlijst met Anton Goudsmit (gitaar), Joost Kroon (drums), Ernst Reyseger (cello), Hannes Vennik (elektronica) en Eric Vloeimans (trompet) mag er ook wezen. Banabila presenteert een fraai stemmig patchwork van zijn muziek. Een deel had ik natuurlijk al, maar aangezien ik niets met digitale muziek doe staat er ook veel nieuws op zoals het wonderschone “Amal” dat hij samen met Asid heeft gemaakt, de sterke nummers van Jump Cut, Viewpoint en In Other Words plus de 41 minuten durende livetrack “Gorlice 2014” zijn wat dat betreft pure bonus. Maar al zou je wel alles hebben, dan nog is de samenstelling hier dusdanig dat het voor een nieuwe ervaring zal zorgen. Kortom een prachtig, kwalitatief hoogwaardig overzicht van een unieke klasbak.
David Bowie – Blackstar (cd, Iso/ Sony)
Eén van mijn grote muzikale helden is toch wel David Bowie, geboren als David Robert Jones (1947). Sinds 1967 weet hij eigenzinnige muziek naar buiten te brengen en incorporeert door de jaren heen alles wat hij goed vindt in zijn muziek. De periode dat hij een knieval voor de popmuziek maakt, vind ik minder, maar Bowie weet door de jaren heen telkens te verrassen en blijft een avant-gardist in hart en nieren. De Syd Barrett meets The Beatles nummers evolueren tot drum’n’bass, experimenten en zelfs Nine Inch Nails-achtige muziek in de jaren 90. En met zijn geweldige band Tin Machine koerst hij zelfs richting de metal. Maar eigenlijk behoeft de man geen introductie; google maar Berlijn-periode en dergelijke, u vindt uw weg wel. In 2013 komt hij na een stilte van 10 jaar plots met een nieuw album The Next Day. Hierop klinkt hij nog even soepel, eigenzinnig en experimenteel als de jaren ervoor. Voor de fan is het een fijn album, maar het levert geen verrassingen op, behalve dat hij terug is, wat misschien na zo’n periode te betreuren valt. Welnu, de verrassing komt op zijn 69ste verjaardag (8 januari) dan toch met Blackstar. Hij brengt een amalgaam van zijn betere popmuziek, drum’n’bass, wilde beats, experimenten en jazz. Dat laatste komt onder andere door het veelvuldig terugkerende saxofoonspel van Donny McCaslin. Niets is gemaakt om het brede publiek te pleasen, hij gaat zijn eigen gang. En dat is wat je het liefst hebt bij Bowie. Zo hoor je zijn bekende croonende en licht dramatische zang, maar doet hij op sommige momenten ook een “Scott Walker”-tje. Slechts 7 tracks, maar wel met een totale lengte van 41 minuten. Lange nummers, waar veel gebeurt en de hitpotentie laag is. Oude gloriedagen herrijzen en worden gehuld in een mystieke, hedendaagse sfeer die ongrijpbaar lijkt. Bowie is terug-er dan ooit, maar helaas ook weg-er dan ooit, want hij is plotseling (voor de buitenwereld) overleden na een lange strijd tegen leverkanker. Dat geeft het dramatische “Lazarus” nog een extra lading. Een herbeluistering maakt de woorden zwaarder en de beleving nog intenser. Een zelf geregisseerd requiem. Een fenomenaal album is het afscheid geworden van deze onvoorspelbare, maar mooie held. Rust zacht!
Climat – Iccopoc Papillon (cd, Syncope Management/ Sonic Rendezvous)
Climat is sinds 2010 een Frans kwartet dat een breed palet aan rockmuziek ten gehore brengt. Ze zijn dan ook beïnvloed door label als Dischord, Kill Rock Stars, Temporary Residence, Constellation, Drag City, Robotic Empire, Hydrahead, Rock Action en tevens 4ad, Creation en Warp. U plakt er zelf de bands wel aan. In 2013 debuteren ze sterk met S. Abran, waarop ze een gevarieerd en energiek geluid ten gehore brengen. David Lechat (drums), Benoît Lhermitte (bas), Julien Mary (gitaar, zang, handgeklap) en Guillaume Camus (gitaar, theremin, handgeklap, regenstok, didgeridoo) zijn nu terug met Iccopoc Papillion. Hierop schieten ze behoorlijk stevig uit de startblokken met mathrock en noise. Vanaf de derde track komt er weer meer nuance en laten ze ook met enige regelmaat dromerige stukken horen. Naast mathrock en noise passeren ook post-rock, hardcore, post-metal en droomrock de revue, waarbij de hardere muziek overheerst. Maar ook in de luidere stukken laten de heren over genoeg creativiteit te beschikken om daar een interessant en afwisselend geluid uit te persen. De muziek gaat daarbij van Fugazi, Don Caballero, Drive Like Jehu, Godheadsilo, Mogwai en Isis tot Dif Juz en Robin Guthrie. Het is een sterk dynamisch en opzwepend werk geworden, waarbij ook oog is voor momenten van bezinning. Zo horen de betere rockalbums te klinken.
Clara Engel – Visitors Are Allowed One Kiss (cd, Paradigms)
De Canadese zangeres Clara Engel brengt haar werk veelal in eigen beheer uit of op obscure labels. En soms ook enkel digitaal. Het is jammer, want haar muziek verdient echt een groter publiek. Met haar getormenteerde, licht androgyne zang gaat ze door merg en been. Daarbij is de muziek, die zoveel leed met zich meedraagt, ook altijd van hoge kwaliteit. Ze weet dikwijls ook prima muzikanten om zich heen te verzamelen en een pakkend geheel neer te zetten. Haar album The Bethlehem Tapes (2013) eindigt heel hoog in mijn jaarlijst. Visitors Are Allowed One Kiss is haar nieuwe cd, ditmaal op Paradigms uitgebracht. Slechts 5 nummers telt de schijf, maar wel met een totale lengte van ruim 30 minuten en een impact voor 3. Engel (zang, gitaar) kan rekenen op een waar leger aan gastmuzikanten vanuit de hele wereld, waaronder gitarist Aidan Baker, multi-instrumentalist Thor Harris (Shearwater, Swans), elektronicadame Heidi Harris, violiste Meg Mulhearn (US Christmas) en nog 10 anderen op gitaar, drones, saxofoon, autoharp, percussie, synthesizer, theremin, veldopnames en meer. Het resultaat is een overrompelende hybride van apocalyptische folk, folk noire, experimentele muziek, drones en avant-blues. Daarbij zingt ze op Jarboe-achtige en gedragen wijze haar indringende teksten en wordt daarbij soms met prachtige samenzang ondersteund. Ze maakt altijd diepe indruk met haar muziek, maar dit slaat werkelijk alles. Bij de strot grijpende emoties en schoonheid, die echt van een andere, buitengewone pure klasse zijn. Schandalig mooi!
Matt Epp – Ready In Time (cd, Matthew George Epp / It’s All Happening)
De Canadese singer-songwriter Matt Epp, voluit Matthew George Epp, is voor de Europese markt nog een verborgen parel. In eigen land heeft hij gewoon al 8 albums uitgebracht. Ik zal niet de wijsneus uithangen om te vertellen hoe die zijn, want ook voor mij is hij een volslagen onbekende. Echter ook een prettige verrassing, blijkens zijn nieuwste wapenfeit Ready In Time. Hierop presenteert hij 8 nieuwe songs van bij elkaar ruim 27 minuten. Epp (zang, gitaar) beschikt over een prettige, pakkende stem waarmee hij zijn verhaal goed weet over te brengen. Hij krijgt hier rugdekking van vijf muzikanten uit bands als Imaginary Cities, Royal Canoe, The O’Darling, Vesely Couture en The Undecided op gitaar, piano, Hammond orgel, Rhodes, trompet, waterglazen, percussie, zang, bas, drums en viool. Het levert een stemmig geheel op, dat laveert van Americana, folk en indierock tot singer-songwritermuziek en pop. De muziek zal zowel de ultieme popliefhebber als de fan van de meer tot de verbeelding sprekende melancholische muziek aanspreken. Hij brengt iets tussen The Beatles, Ryan Adams en Fink in. Het is hoog tijd dat het grote publiek Matt Epp hoort.
Krokofant – Krokofant II (cd, Rune Grammofon / Konkurrent)
Flap, klap en maak de mooiste wilde dieren. Ontdek het olipaard, de zeger, de krokobra, de panger en nog veel meer spannende wezens. De meest bizarre is natuurlijk de Krokofant, wat tevens de naam van een populair Noors kinderliedjes is en natuurlijk het jonge Noorse powercombo bestaande uit Tom Hasslan (gitaar), Jørgen Mathisen (saxofoon) en Axel Skalstad (drums). Mathisen is ook terug te vinden in The Core, Marc Lohr & GERÄT7, Shagma en Trondheim Jazz Orchestra. In 2014 bundelen ze hun krachten en brengen hun gelijknamige cd uit. Het wordt een overdonderende, deels geïmproviseerde mix van jazzrock, freejazz, progrock, hardcore en avant-garde. Ronduit sensationele en bovenal creatieve herrie. Nu is er hun tweede cd Krokofant II, de albumtitels zijn duidelijk minder spannend, waarop ze gewoon verder gaan met hun energieke en intrigerende geluid, dat soms weer aardig kakofonisch uit de hoek kan komen. Zes nummers lang en 44 minuten breed brengen ze een enorm avontuurlijke luistertrip, die haast meer weg heeft van een ritje in de achtbaan. Daarbij weten ze op eigenzinnige wijze een kruisbestuiving van Terje Rypdal, Peter Brötzmann, Henry Cow, King Crimson, Shining, Jaga Jazzist, John Zorn, Guapo, William Hooker en Motorpsycho af te leveren. Luisteren is geloven. Wat een waanzinnig werk.
Francesca Lago – Mirrors Against The Sun (cd, Urtovox/ T3 Records / Galileo)
Francesca Lago is een geweldige Italiaanse zangeres/gitariste, die mondjesmaat muziek uitbrengt. Dat begint al in 1994 met de punkband The Wrongside en het album Marmalade. Daarna debuteert ze in 1997 solo met Mosca Bianca en verschijnt ze in 2009 pas weer ten tonele met de mini The Unicorn. Het duurt maar liefst tot 2011 eer haar tweede cd Siberian Dream Map het licht ziet. Een album dat heel anders is dan haar vroegere materiaal en op geweldige wijze laveert van rock en noise naar pop en folk, van stevig naar ingetogen en van droefgeestig 4ad materiaal naar het hedendaagse. Dat alles met haar pakkende zang erbij plus een cellist en een drummer. Een hoge eindnotering in mijn TOP20 geeft aan hoe geweldig ik dit vind. Nu is ze terug met Mirrors Against The Sun, met nog altijd Zeno Gabaglio (cello) en Leziero Rescigno (drums, piano, synthesizers, gitaar) aan haar zijde. Het is zonder twijfel haar meest ingetogen en melancholische werk geworden tot nu toe, al zorgt ze door de nodige variatie in tempo en volume altijd voor voldoende lucht. Toch druipt de fijne droefgeestigheid er vanaf en weet ze tevens een heerlijk nostalgische en tegelijk fris ontwapende sfeer te creëren. Het is emotionele muziek die behoorlijk binnenkomt, maar waarvan je ook intens kunt genieten. De noise is wat meer naar de achtergrond en de shoegaze, singer-songwritermuziek, wave en droompop meer naar de voorgrond verschoven. Daarbij moet het ergens zoeken tussen Blonde Redhead, The Breeders, Cat Power, Shannon Wright, Stereolab, Warpaint en Red House Painters. Dat klinkt haast te mooi om waar te zijn. Haast, inderdaad. Er zit gewoonweg geen zwakke schakel tussen deze tien songs en is daarmee de gedroomde opvolger.
Marble Sounds – Tautou (cd, Zeal / Konkurrent)
Marble Sounds is de Belgische band rond zanger/pianist/toetsenist Pieter Van Dessel (tevens Plastic Operator), die start als een soloproject. De groep debuteert in 2010 sterk met Nice Is Good, waar ze op ingetogen en melancholische wijze muziek maken die ergens tussen The Notwist, Eels, Pinback, The Go Find en Isbells past. Met die laatst genoemde band delen ze ook gitarist Gianni Marzo. In 2013 komen ze met de sterke opvolger Dear Me, Look Up, waarop ze verder groeien en Americana, indierock, wave en singer-songwritermuziek tot één sterk geluid weten te smeden, waarbij de eerder genoemde associaties overeind blijven. Marble Sounds wordt gecompleteerd door bassist Frederik Bastiaensen (ex-General Mindy), toetsenist Brecht Plasschaert en percussionist/vibrafoonspeler Mattijs Vanderleen ([sic], Tommigun, Sunday Bell Ringers). Dit vijftal komt nu met hun derde wapenfeit Tautou en opent 2016 voor het prestigieuze Zeal label op geweldige wijze. Ze brengen hier 10 nieuwe songs met een totale lengte van ruim 40 minuten die er behoorlijk inhakken. De emotioneel geladen sound, die ze altijd al in huis hadden, wordt hier nog eens extra geaccentueerd. Dat terwijl het geheel misschien nog meer ingetogen, melancholisch en intiemer dan ooit is. Toch wordt de groep wordt geruggensteund door diverse gasten op zang (waaronder “onze” Kim Janssen), trompet, hoorn, klarinet, fluit en een kamerorkest. Meer, maar ten dienste van de eenvoud, de emotie en het liedje. Dat is wat Marble Sounds uitademt op dit tot de verbeelding sprekende werk. De titel kan ik niet verklaren, het doet me enkel denken aan de actrice Audrey Tautou uit “Le fabuleux destin d’Amélie Poulain”. Ook zij wist in de film van de kleine of niet bestaande dingen uit het leven iets moois te maken. Dat is een prachtig gegeven en geeft een fijn gevoel, net als dit album. Minder rock, maar meer diepgang. Hun voorlopige magnum opus.
Mogwai – Central Belters (3cd, Rock Action)
Het Schotse Mogwai leer ik kennen in 1997 via hun epee compilatie Ten Rapid, die me totaal weet te overrompelen. Nieuwe, jonge helden zijn geboren en vallen de jaren erna nooit tegen. Ze zijn voor mij de belichaming van de gitaargerichte post-rock geworden, die ervoor toch echt meer in de elektronische hoek zat. Met name die verwoestende uithalen zijn kenmerkend en voor vele bands erna een voorbeeld, wat ook heel slechte imitators oplevert. Als je dan alles hebt zit je als fan van het eerste uur niet per se op een overzichtswerk als Central Belters te wachten, ook al is het geweldig dat ze al 20 jaar meedraaien. De eerste twee cd’s bevatten namelijk alles van hun reguliere albums, epee’s en soundtracks, die ik al heb. Een prima compilatie als je niks hebt en hun betere tracks op een rij wilt hebben. Maar die derde schijf, waar ik dan zo’n 5 van de 10 nummers niet van heb, dat steekt wel een beetje. Gelukkig bestaat er een zekere onwetende keten, al zijn ze toch zeker niet gek, waar ze dit werk dan voor dik onder de 10 euro hebben liggen. Ja, dan ben ik ook niet gek en maak ik mijn verzameling compleet. Ik had voor een overzicht als dit wellicht nog wat andere keuzes gemaakt, bijvoorbeeld hun werk uit de “Travels In Constants”-serie erbij al is exclusiviteit ook wel eens heilig, maar verder is dit een waardig feest geworden. Gezien hun leeftijd kunnen ze zo nog eens 20 jaar mee. Hulde!
Ennio Morricone – The Hateful Eight (cd, Decca)
Quentin Tarantino heeft ooit geroepen dat hij 10 films zal maken. “The H8ful Eight” is zijn achtste en is een onvervalste western, maar dan wel in de typische Tarantino-stijl. Nog twee te gaan van deze uiterst eigenzinnige filmmaker dus. Hij blinkt naast zijn manier van filmen, de befaamde dialogen en cartooneske geweld ook altijd uit in de keuze voor de muziek. Meermaals heeft hij vergeten artiesten uit de vergetelheid gehaald, waaronder zelfs de George Baker Selection. Maar een western schreeuwt natuurlijk om de Godfather van de filmmuziek Ennio Morricone. De inmiddels 87 jarige (!) meester heeft dan ook de soundtrack The Hateful Eight gecomponeerd voor deze hamburger-western. Hij is natuurlijk beroemd om zijn spaghettiwesterns van zijn goede vriend en oud-klasgenoot Sergio Leone (1929-1989), maar heeft in zijn beginjaren ook menig soundtrack voor pornofilms gemaakt. Toch zal dit zijn eerste cd zijn die het label “Parental Advisory Explicit Content” krijgt, maar dat komt vooral door de dialogen uit de film die tussen zijn composities staan. De beste man heeft overigens een discografie die vele malen groter is dan die van Machinefabriek, The Residents en Frank Zappa samen. Zijn nieuwste werk klinkt vertrouwd en toch verfrissend nieuw. Naast de diverse dialogen krijg je ook nog nummers van The White Stripes, Jennifer Jason Leigh, David Hess en Roy Orbison, maar 17 van de 28 tracks zijn van de hand van Morricone. En de hand van de meester blijft onverminderd goed. Het levert een meeslepend klassiek werk op, zoals alleen hij kan maken en Tarantino kan uitkiezen. Een geweldige twee-eenheid.
Schonwald – Between Parallel Lights (cd, Anywave/ Manic Depression)
Ondanks dat ik heel veel bands in de smiezen houd, mis ik ook een heleboel; niets menselijks is mij vreemd. Zo heb ik ook de derde cd Between Parallel Lights van het Italiaanse duo Schonwald volledig gemist vorig jaar. Alessandra Gismondi en Luca Bandini, die eerder ook in (P)itch en Shad Shadows te horen zijn, presenteren hier weer 10 nummers die het fijne midden tussen post-punk, elektro, darkwave en shoegaze houden. Ze brengen de melancholisch sfeer van de oude 4ad, Fiction en Factory labels helemaal terug naar het hier en nu. En ja er zijn genoeg gedateerde details te horen, maar deze twee weten dat op zo’n smaakvolle en sterke wijze te doen, dat dit nooit storend is. Qua referenties moet je het zoeken in de hoek van Xmal Deutschland, The Cure, Joy Division, Mushy, Siouxsie & The Banshees, Cocteau Twins en My Bloody Valentine. Inderdaad, vooral muziek van weleer. En toch weten ze je volledig in te pakken met hun kille, desolate sound. Het is muziek voor de liefhebbers van de duistere jaren 80 sound, maar ook voor degenen die droefgeestigheid hoog in het vaandel hebben. Ouderwets genieten.
Susanne Sundfør – Ten Love Songs (cd, Kobalt Label Services)
Deze vijfde cd Ten Love Songs, of eigenlijk vierde cd (de eerste 2 bevatten dezelfde nummers, maar zijn totaal verschillend uitgevoerd), van de enigmatische Noorse zangeres en toetseniste Susanne Sundfør is afgelopen jaar helemaal langs mij heen gegaan. Gelukkig zijn er genoeg jaarlijstjes om ook deze vis uit de grote muzikale zee te hengelen. Susanne (zang, vleugel, synthesizers, gitaar, autoharp, harmonium, celesta, klavecimbel, drumcomputer, Rhodes, percussie) presenteert hier weer op eigenzinnige wijze 10 prachtige songs, waarbij haar ijzingwekkende stem weer de dienst uitmaakt. De muziek bestaat uit een mengelmoes van synthpop, elektro, avantpop, wave, singer-songwritermuziek en klassieke elementen. Ze krijgt daarbij hulp van een waar leger aan gastmuzikanten op heel veel strijkinstrumenten, drums, gitaar, synthesizers, bas, klavecimbel en allerhande elektronica. Onder hen ook Lars Horntveth (Jaga Jazzist), Røyksopp, Anthony Gonzales (M83), Morten Qvenild (Susanna) en een Trondheims orkest. Daarmee weet ze weer een pakkend en toch bevreemdend, mysterieus onaards geheel neer te zetten. Meestal heel sereen en ingetogen, maar soms ook uitbundig en haast dansbaar. Denk daarbij aan een mix van Anna Von Hausswolff, Bel Canto, Jenny Hval, Kate Bush, Soap&Skin, Visage en de vroege Talk Talk. Een magisch en innemend goedje.
Martijn
Hate Eternal Infernus
Erik Rutan ploegt voort met zijn Hate Eternal. Niet altijd even toegankelijk maar zijn muziek is altijd lekker driftig met altijd zijn lyrische gitaarsolo’s als baken van rust in het geweld. Op Infernus valt alles echter nét iets beter samen dan op eerder werk. Jarenlang schaven en poetsen heeft geen klinisch gebeuren opgeleverd maar gewoon het beste wat in deze stijl van wervelende blastbeats mogelijk is. Tot nu toe natuurlijk, want je weet uiteindelijk maar nooit.
Ash Koosha GUUD
Nog even wat achterstallig onderhoud: dit album kwam vorig jaar uit maar was er nog niet toe gekomen goed te luisteren. Het is een erg goed album: fijne experimentele elektronica met af en toe een subtiele verwijzing naar de Iraanse achtergrond van Ashkan Kooshanejad, zoals zijn volledige naam luidt. Zoals in Harbour, wat gebouwd is op het ‚bandari’-ritme, een type muziek van de zuidkust van Iran, vernoemd naar het Perzische woord voor haven: bandar (بندر).
Arallu Geniewar
Arallu is een Israëlische metalband met een ex-Melechesh-lid die ook kwistig met oosterse (‚mizrahi’) invloeden strooit in hun muziek. Vrij extreem in teksten en visuals (zie video hieronder), muzikaal niet het heftigste wat er is, maar wel lekker, door de lokale melodieën en ritmes. Ook nemen ze de pseudo-oriëntaalse klassieker Powerslave (van Iron Maiden) leuk onder handen.