Het schaduwkabinet: week 01 – 2017

Allereerst de beste wensen voor 2017! Dat het een mooi, gelukkig en gezond jaar mag worden vol muziek en dingen. Op de toekomst! Toch ontkomen we er niet aan (deels) nog wat kliekjes van vorig jaar te presenteren in onze lijstjes uit het:

SCHADUWKABINET

We luisterden naar: Alder & Ash, Anari, Erik Arnaud, Iva Bittová & Čikori, Croatian Amor, Orso Jesenska, Gone Bald, Mica Levi, Matthieu Malon, Okada, Rutger Zuydervelt, Camp Lo, Pilot, Hexa en Elodie.

 

Jan Willem

Alder & Ash – Psalms For The Sunder (digitaal, Alder & Ash)
Alder & Ash is het alterego van de Canadese cellist Adrian Copeland. Hij werkt hoofdzakelijk met dit schitterende instrument, maar gebruikt wel allerhande elektronische effecten om zijn muziek vorm te geven. Op zijn debuut Psalms For The Sunder presenteert hij 7 nummer die net onder het halve uur klokken. Zoals de titel al suggereert is dit een studie naar de ondergang en ineenstorting geworden. Het werk verkent de grenzen, de verlatenheid en wanhoop, tussen de randen van dingen die niet meer ongedaan gemaakt kunnen worden. In die spanning en ruimte vindt het niet alleen kakofonie, geweld en verval plaats, maar ook stilte en rust. Nu is de cello sowieso al mijn favoriete instrument maar wat er hier mee wordt gedaan is onbeschrijflijk heftig en mooi. Aan de ene kant hoor je de neoklassieke pracht van Julia Kent, David Darling, Guy Gelem en Hildur Guðnadóttir, maar anderzijds koerst hij ook richting de metal, doom, jazz en ambient. Hierdoor komen ook Bohren Und Der Club Of Gore en Helen Money in beeld. Ik heb een hekel aan het digitale medium en hopelijk krijgt dit album ooit een fysieke versie, maar dit is gewoonweg te mooi om niet naar buiten te brengen.

 

Anari – Epilogo Bat (mcd, Bidehuts)
De Baskische singer-songwriter Anari, voluit Ana Rita Alberdi, is een volslagen unicum. Haar muziek weet rauwheid, melancholie en schoonheid op natuurlijke wijze ineen te vlechten. Haar emotioneel geladen folkrock is zeker geen lichte kost, maar wel intens en echt wonderschoon. Ondanks dat ze in het Baskisch zingt, waar ik werkelijk geen klap van versta, denk ik haar muziek te begrijpen door de universele emoties die eruit voortkomen. Na haar vijfde album Zure Aurrekari Penalak (2015) komt ze nu met de mini Epilogo Bat. Hierop staan 6 nieuwe nummers van bij elkaar 25 minuten, die helemaal aansluiten op haar vorige werk. En dat is goed nieuws. Stuk voor stuk heerlijk onversneden melancholische songs waarbij Anari (zang, gitaar) begeleid wordt door muzikanten op drums, gitaar, piano, Hammond, rhodes en bas plus nog diverse gasten op accordeon, zang, banjo, gitaar, Hammond en viool. Haar pure getormenteerde zang en muziek gaat ondanks de taalbarrière door merg en been. Liefhebbers van Thalia Zadek en Shannon Wright doen er goed aan deze mini eens te beluisteren. Een wonderschoon kleinood.

 

Iva Bittová & Čikori – At Home (cd, Pavian / Xango Music Distribution)
Een nieuwe van de Tsjechische zangeres/violiste Iva Bittová gaat er hier altijd wel in. Nu treedt ze voor de derde keer aan met de band Čikori, die enkel op haar cd’s Bílé Inferno (1997) en het album Čikori (2001) acte de présence geven en zelf geen cd’s maken. Na Bittová zijn het de gitarist Vladimír Václavek (Dunaj, Klar, E, Rale, Pustit Musíš) en bassist/contrabassist Jaromír Honzák en de nieuwe Slowaakse jazztrompettist Oskar Török. Hoewel nieuw, de twee laatst genoemde heren zijn ook al te horen op Zvon (2012). Verder schuiven onder meer haar zoon Antonín Fajt (toetsen), zang Ivo Viktorin (AG Flek) en de legendarische Amerikaanse drummer Hamid Drake aan. Bittová laat zich hier meer van een jazzy kant horen. De muzikanten nemen tevens de tijd om de nummers op te bouwen, waardoor het ook heel sfeervol en tot de verbeelding sprekend is geworden. Bittová’s zang en zangkunsten blijven een lust voor het oor, maar deze krijgt hier ook nog eens een schitterende, zachte maar nachtelijke omlijsting. Haar favorietenrol maakt ze mij weer helemaal waar.

Luister Online:
At Home (albumsamples)

 

Croatian Amor – Love Means Taking Action (cd, Alter)
Loke Rahbek is een Deense muzikant die in vele bands terug te vinden is en tevens één van de medeoprichters van het Posh Isolation label is. Wellicht ben je zijn naam ook al tegengekomen bij het fijne darkwave gezelschap Lust For Youth. Hoe dan ook houdt hij er al 3 jaar het project Croatian Amor op na, dat doorgaans middels cassettes en lp’s de weg naar het buitenlicht vindt, zij het dat het meeste van wat hij uitbrengt behoorlijk duister is. Dat geldt zeker voor zijn nieuwe album Love Means Taking Action, dat op vinyl verschijnt op zijn eigen label en de cd op Alter. Hierop koppelt hij op adembenemende wijze dubstep, IDM, ambient en industrial. Hierbij overheerst de ambient en zijn de overige genres waar hij zijn muziek mee lardeert. Veelvuldig hoor je een vrouwelijke zang dan wel stem, waarbij ik niet kan vinden of dit gesampled is dan wel echt gezongen voor de gelegenheid of zijn eigen vervormde zang (sorry). Voor het uiteindelijke resultaat doet het er wellicht ook minder toe. Dat blijft namelijk allemaal uiterst intrigerend, duister en mysterieus en houdt het midden tussen Holly Herndon, Mushy, Aïsha Devi, Fatima Al Qadiri, Locust, His Name Is Alive en The Field. Hiermee levert Rahbek een geweldig nieuw werk af, dat best in de betere releases van 2016 vernoemd had mogen worden.

 

Gone Bald – The Expiration Date (digitaal, Gone Bald)
Als je mij vraagt wat één van de beste noisegroepen ooit is, zal ik zonder met de ogen te knipperen Gone Bald antwoorden. De groep start als trio in 1994 te Zagreb en lift uiteindelijk naar Amsterdam om daar hun werk voort te zetten. Overigens is nu enkel de enigmatische kopman Razorblade Jr. (alias van Ivica Košavić) nog over van de originele bezetting. Deze muzikant is trouwens nog terug te vinden in Ha Det Bra, Bite, Achtung Dichtung, Blisters, Pink Noise Quartet en De Reizende Verkoper. Hetgeen Gone Bald zo uniek maakt is dat ze niet alleen over een uniek geluid beschikken, maar ook lak hebben aan hypes, commercie en andere conventies. Ruim 20 jaar je eigen muziek maken en blijven vasthouden aan je principes is een redelijk unicum in het soms verrotte muziekklimaat, waar het aantal verkopen blind boven de kunst gaat. Dat maakt ook dat, geloof het of niet, Gone Bald na al die jaren labelloos is. Ze hebben nota bene het podium, veelal op grandioze wijze, gedeeld met bands als The Ex, Jesus Lizard, Butthole Surfers, Don Caballero, Sebadoh, Flying Luttenbachers, Today Is The Day en Chinese Stars. Doe ze dat maar eens na! Eigenlijk maakt zoiets me gewoonweg woedend, hetgeen altijd goed te kanaliseren en weg te werken is door weer een Gone Bald album op te zetten. Het hangt er een beetje vanaf hoe je telt, maar na hun cassettes hebben ze inmiddels 9 studioalbums gemaakt, waarvan er geen één onder doet voor de ander. De groep is gereduceerd tot een duo en bestaat naast Razorblade Jr. (gitaar, zang) tegenwoordig uit drummer Professor Lutz. Die presenteren nu hun nieuwe album The Expiration Date, dat enkel digitaal is uitgebracht (al kan een goed label daar wellicht nog verandering in brengen?). Dat er geen grote bezetting nodig is om een groots geluid neer te zetten bewijzen ze hier andermaal. Ze krijgen weliswaar nog rugdekking in 2 nummers van een bassist en een saxofonist, maar de rest doen ze allemaal zelf op overtuigende wijze. Razorblade Jr. brengt zijn emotioneel geladen zang en geschreeuw en venijnig, hoekig gitaarwerk, terwijl Professor Lutz de boel flink aanzweept, maar er soms ook een avantjazz-tintje aan weet te geven. Naast de imposante geluidsmuren die ze weten op te trekken is er ook ruimte voor bezinnende stukken. Hier kunnen de euforische adrenalinespiegels weer even naar normale waarden terugkeren. Even uitblazen. En dan weer verder. Maar het is duidelijk dat ze tijd hebben genomen de tracks op gevarieerde en relatief rustige wijze op te bouwen, met veel tempo- en ritmewisselingen en andere verrassende wendingen. Uit alle poriën sijpelt een pure, rauwe emotie naar buiten. Zelfs in de instrumentale stukken lijken ze te spreken met hun instrumenten. Ze delen de ene na de andere goed gemikte uppercut uit, die je graag incasseert. Je moet dit dan ook echt zoeken in de orde van grootte van Superunit (Zeni Geva + Steve Albini), Jesus Lizard, Godheadsilo, Shellac, Today Is The Day, Unsane, The Flying Luttenbachers, Karate en Don Caballero. Mocht mijn betoog je niet overtuigen, luister dan gerust zelf via onderstaande link. Deze noise-goden zijn nog lang niet aan hun houdbaarheidsdatum.

 

Orso Jesenska – Les Variations D’Ombre (cdep, Monopsone)
Matthieu Malon – Peu D’Ombre Près Des Arbres Morts (cdep, Monopsone)
Erik Arnaud – Golden Homme (cdep, Monopsone)
Ik veeg nooit graag releases op één hoop. Maar het unieke Franse label Monopsone brengt nu eenmaal met enige regelmaat bijzondere series uit, die je niet los van elkaar kunt zien. Ook nu brengen ze 3 mini’s uit, gelimiteerd op 12” en wat uitgebreider op cd. Het thema is de befaamde, grootste duin van Europa “La Dune du Pyla”, ook wel “La Dune du Pilat” geheten. Door onder meer menselijk handelen lijkt deze steeds verder af te brokkelen. Fotograaf Stéphane Merveille legt dit proces op poëtische en profetische wijze vast met zijn camera. Drie artiesten leveren in de nieuwe serie 3ep een soort soundtrack geïnspireerd door zijn beelden met elk 6 nummers.
De eerste is de voor mij nieuwe artiest (Julien) Orso Jesenska, die eerder al de door Marianne Dissard geproduceerde lp Effacer La Mer (2015) het licht laat zien. Hierop laat hij een prettige mix van folk en chansons horen. Dat laat hij wederom horen op de krap 16 minuten durende mini Les Variations D’Ombre, ofwel de variaties van de schaduw. Hij brengt stemmige singer-songwritermuziek, die vrij minimaal is en weer een verfijnde combi van folk en chansons laat horen. Akoestische gitaar, piano, subtiele percussie en herfstige zang maken de dienst uit. Naast zijn eigen zang hoor je ook soulvolle en engelachtige vrouwelijke zang, die zijn toch al mooie zang fraai van franje voorzien. Je moet qua referenties denken aan Encre, Half Asleep, Dominique A, Gareth Dickson, T. Rex, Tim Hardin, Nick Drake en Orla Wren. Die laatste met name door de microdetails die zijn muziek rijk is. Breekbare pracht!
De tweede in de serie, Matthieu Malon, is dan weer een goede bekende. Niet alleen heeft deze beroeps melancholicus menig fraai album onder zijn eigen naam uitgebracht, ook als het meer elektronisch georiënteerde Laudanum brengt hij al diverse sterke releases. Veelal ergens tussen pop, rock, elektronica, synthpop en wave in. Zijn bijdrage in de serie is de mini Peu D’Ombre Près Des Arbres Morts, wat zoiets betekent als “een beetje schaduw dichtbij de dode bomen”. Alleen zo’n titel is al van een schoonheid. Muzikaal gezien pakt hij het iets uitbundiger aan dan bovenstaande collega, zij het dat het allemaal van een heerlijke droefgeestigheid is. Hij laveert hier van indierock en synthpop naar chansons en wave. Hij levert sterke songs, die bijna 28 minuten duren. Ik zou hier ook weer diverse namen kunnen noemen ter referentie, maar Malon heeft echt een unieke sound in huis. Als je weet dat zijn “Reviens Et Reste” een interpretatie is van een song van Paul Young en hij tevens een voorliefde heeft voor Depeche Mode, Pixies en Joy Division weet je ongeveer waar je het moet zoeken. Ook Malon levert een tot de verbeelding sprekende bijdrage aan deze bijzondere serie.
Het drieluik wordt afgesloten met de mini Golden Homme van de Franse muzikant Erik Arnaud, die na een goede 21 minuten finisht. Hij timmert al behoorlijk lang aan de weg met zijn eigenzinnige indierock, maar verwent ons niet al te vaak met zijn releases. Nu komt hij met zijn tot de verbeelding sprekende muziek, die ook op melancholische wijze het verval op de kaart zet. Iedere liefhebber van de betere Franse muziek komt hier aan z’n trekken. Hij brengt hier verder nog twee fijne covers van Broken Social Scene en Daniel Balavoine ten gehore. Hij presenteert zich hier als de Franse evenknie van Devendra Banhart, T. Rex, The Notwist en Dinosaur Jr.. Maar het is bovenal een op en top Franse aangelegenheid, waarbij Arnaud zich onderscheid door zijn intieme aanpak. Een mooi slot op dit drieluik.
Hoop doet leven!

 

Mica Levi – Jackie (cd,Milan)
Bij de klassiek geschoolde Britse muzikante Mica (Michaela) Levi is het altijd weer een verrassing wat haar volgende stap is. Zo kan ze abstract, experimenteel en zelfs klassiek uit de hoek komen met de bijzondere rockgroep Micachu & The Shapes, waarbij ze telkens een intrigerend geluid aan de dag weet te leggen. Vorig jaar brengt ze ook een fascinerende cd uit met Oliver Coates. In 2014 komt ze solo met de soundtrack Under The Skin en toont ze aan ook een sterke en eigenzinnige componiste te zijn. Dat doet ze wederom aan met haar score voor de film Jackie van Chileense regisseur Pablo Larraín (Tony Manero, No, El Club). Ze heeft een stemmig en ingetogen geheel gecreëerd, waarbij haar 14 stukken door een 23 koppig orkest worden uitgevoerd. Haar aanpak is hier klassieker dan ooit, maar ze komt er goed mee weg. De muziek blijft ook zonder beeld stevig overeind. Hoewel ze hier minder exotisch uit de hoek komt, brengt ze nog altijd een bijzonder geluid voort. Degene die de betere soundtracks waarderen, zullen hier ook aan hun trekken komen.

 

Okada – Division Of Self (cd, Fluttery)
Begin vorig jaar brengt het Amerikaanse label Fluttery al het gelijknamige digitale debuut uit op cd. Het album stamt uit 2014. In dat jaar verschijnt ook het nieuwe werk Love Telepathic, dat de opvolger is van Impermanence (2015). Nu is ook zijn tweede album Division Of Self, eveneens in 2014 digitaal uitgebracht, aan de beurt om op cd te verschijnen. Zoals altijd brengt hij 4 langgerekte tracks, die veelal bestaan uit een combinatie van dark ambient, neoklassiek, trip hop en lichte experimenten. De etherische zang door dit geheel maakt het allemaal nog eens heerlijk dromerig en mysterieus. De zwoele beats kabbelen de nacht in en zorgen voor een fijne melancholische atmosfeer. Voor liefhebbers van The Field, Gas, Nicolette, Lisa Gerrard, Burial, Talvihorros en William Basinski. Zeer spoedig verschijnt alweer zijn vijfde cd Floating Away From The World. Maar voor nu is het een groot goed om deze pracht op een fysiek medium te hebben.

 

Rutger Zuydervelt – Astroneer (cd, System Era Softworks/ Rutger Zuydervelt)
Nadat mijn zoon al gamend een keer aan mij vroeg of ik Nine Inch Nails ken verbaast me op game gebied eigenlijk niets meer. Nu ja, dat was totdat klasbak Rutger Zuydervelt aka Machinefabriek met een heuse soundtrack voor een game, te weten Astroneer, komt aanetten. Astroneer is spoedig te verschijnen PC game van ontwikkelaar System Era Softworks. De speler wordt in een 25ste-eeuwse goudkoorts geplaatst, waar ze de grenzen van het heelal met gevaar voor eigen leven verkennen. De speler gebruikt middelen uit de ruwe omgeving om de rijken te kunnen verslaan. Andere resources worden gewonnen uit planeten, asteroïden en manen, die vervolgens weer verhandeld kunnen worden. Met dit gegeven in het achterhoofd moet je gaan luisteren naar de muziek van Zuydervelt. De 16 losse nummers (plus 10 digitale tracks van nog eens 26 minuten) laten namelijk sciencefictionachtige geluiden horen die met name bestaan uit melodieuze, luchtige maar dwingende synthesizerpartijen; terug naar zijn roots (Jongere Jaren) maar dan verder en voor je gevoel ergens in de toekomst. Voor de spelers is de luisterervaring anders, want daar verandert het geluid bij de actie van de speler. De muziek zorgt eveneens dat het voorstellingsvermogen geprikkeld wordt en is van een surreële schoonheid. Ook zonder game, of misschien juist zonder, is dit een speels en op zichzelf staand unicum van hoog niveau geworden. Ware toekomstmuziek.

 


 

Martijn

Camp Lo On The Way Uptown
Een archiefuitgave van de demo’s waar hat illustere rapduo hun platendeal mee scoorden eind jaren negentig. Natuurlijk staan er tracks en bars op die je al kent van het debuut Uptown Saturday Night, maar er is toch ook veel onbekend gebleven werk. Bovendien is het echt hip hop van de allerhoogste kwaliteit, ruim twintig jaar oud maar nog steeds fresh.

Pilot Damar
Een groep virtuozen die zich toelegt op flitsende covers van westerse pop maar op hun debuutalbum exclusief Turkse hits. Meestal vrij zoetsappige „arabesk”, al doet een titel als Ben Ne Biçim Serseriyim, grofgezegd „Ik was een klootzak” (van Arif Sağ, niet de De Jeugd van Tegenwoordig), anders vermoeden. Instrumentaal is het echter spierballenwerk: rock, jazz/fusion en dubstep, waarin ze flink aan ’t flexen zijn, maar dat went snel. Van een echt album kwam het niet, het is gewoon als playlist op Youtube gezet.

 

Sietse

Hexa – Factory Photographs (Room40)
In 2015 was er in Gallery of Modern Art in Brisbane, Australië een expositie met werk van David Lynch genaamd “Between Two Worlds”. Voor deze expositie zijn Lawrence English en Jamie Stewart (Xiu Xiu) gevraagd om een soundtrack te maken, en zo doende hebben de heren de handen in elkaar geslagen. Als inspiratie hebben ze de werken genomen die over het passeren van het industriële tijdperk gaan, dit omdat hier een zeer grote fascinatie van Lynch ligt.
In de muziek is dit ook terug te horen in de industriële klanken die het duo hebben gemaakt. En terwijl ik de kunstwerken niet heb gezien moet ik wel veel aan Lynch zijn films denken en dan met name Eraserhead waar deze muziek direct een soundtrack voor zou kunnen zijn. Het ademt dezelfde donkere angstige sfeer uit en is daarmee zeker een geslaagd werk geworden.

Elodie – Le Manteau d’Étoiles (Faraway Press)
Het duo Timo van Luijk (Af Ursin / Noise Maker’s Fifes) en Andrew Chalk (Mirror) maakt nu alweer een jaar of 5 a 6 samen muziek als Elodie. En net zoals met hun solo projecten en de vele andere samenwerkingen gaat dat in rap tempo. In 2016 bijvoorbeeld drie albums waarvan Le Manteau d’Étoiles nu dus mijn platenspeler heeft bereikt. Met hun muziek lijken ze een zoektocht te maken langs verschillende varianten van minimale ambient met invloeden van uit de jazz. Dat laatste is op dit album echter ver te zoeken. Hier krijgen we alleen verstilde dromerige ambient te horen. Dit doen ze op deze plaat in samenwerking met Tom James Scott op Piano en Jean-Noël Rebilly op clarinet. Een fijne ontspannende plaat die soms wel doet denken aan Brian Eno, maar dan eigenlijk gewoon beter.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.