[mcd, Avalanche Recordings/Bertus]
Eén van de eerste bands die op geweldige wijze metal en industrial laten samenvloeien is toch wel Godflesh, die geformeerd wordt door ex-Napalm Death en Head Of David lid Justin K. Broadrick (gitaar, zang). Samen met bassist Ben Green en de kenmerkende drumcomputer produceren ze een geluid dat lijkt geboren uit urgentie. Er is eind jaren 80 genoeg om tegen aan te beuken en dat doen de heren ook voortreffelijk. Hun gelijknamige debuut epee uit 1988 mag er wezen, maar het daarop volgende Streetcleaner (1989) heeft inmiddels een cultstatus bereikt. Ook Slavestate uit 1991 heeft die broodnodige desolate mokerslagen, die al het verval van de samenleving op kale en harde wijze blootgeeft. Daarna blijven ze prima albums maken, alleen voel ik er niet meer die essentie van het begin in. Na 8 albums gaat de groep in 2002 uiteen. Broadrick laat, zoals menigeen wel zal weten, veelvuldig van zich horen in projecten als Final en niet in de laatste plaats Jesu. Daarvoor maakt hij ook deel uit van groepen als God, Curse Of The Golden Vampire, Ice, Techno Animal en samen met Green ook Fall Of Because. Maar met zijn succesvolle experimentele postrock/shoegaze project Jesu timmert hij zo goed aan de weg, dat een reünie van Godflesh onwaarschijnlijk lijkt. Toch gebeurt dat voor een festival in 2009, met een live album als resultaat. Dat lijkt dan een eenmalige gebeurtenis.
En dan is er ineens nieuw materiaal en ploft de mini Decline & Fall op de mat. Broadrick en Green presenteren 4 tracks met een totale lengte van 20 minuten, die weer precies de essentie van de groep in hun beginjaren vangt. Bot, rauw, hard, vol buldervocalen en met een noodzaak. Of het de crisis is geweest of ander verval van de maatschappij is om het even, de beuk gaat erin. Ze weten namelijk weer een heerlijke bak desolate, monotone herrie te produceren die er niet om liegt. Hiermee trappen ze weer op de juiste tenen en weten ze de luisteraar in vervoering te brengen. Godflesh zoals Godflesh moet klinken. Een comeback die ertoe doet!
door Jan Willem Broek