[cd/lp/digitaal, Stylobrique/Les Disques De Plomb/Whosbrain/Differ-Ant/Five Roses]
Anthony Laguerre (drums, zang) en Emilie Weber (viool, zang) formeren in 2007 te Nancy de band Filiamotsa, ook wel eens als FiliaMotSa geschreven. In hun beginjaren treden ze vooral met z’n tweeën op als drum en elektrische vioolduo, wat hen ook prima afgaat. In 2009 debuteren ze na enkele demo’s met hun lp Tribute To KC, waarop ze een tribute brengen aan hun grote voorbeeld King Crimson. De groep heeft een duidelijke voorliefde voor een onconventionele, dikwijls improvisatorische aanpak in hun muziek, die ergens tussen avant-garde, prog rock, krautrock en psychedelische rock uitkomt. Toch hoor je hun grote invloed er niet direct in terug. Op hun tweede album Filiamotsa Soufflant Rhodes zijn ze uitgegroeid tot een vijftal met extra blazers en keyboardspeler en veranderen ze de bandnaam derhalve ook in Filiamotsa Soufflant Rhodes. Hierna volgt in datzelfde jaar nog de ep Wreckhouse en een split met de groep Trunks. Alleen dat doen ze weer als Filiamotsa, omdat ze nu weer als trio opereren. Philippe Orivel (viool, toetsen) is hier de derde man.
Ze zitten onderwijl niet stil en komen alweer met hun volgende werk Sentier Des Roches op de proppen, waar ook de 2 tracks van hun splitalbum terug te vinden zijn. De blazers zijn dan wel uit beeld, maar het geluid heeft er niet bepaald onder te lijden en klinkt rijker dan ooit. Met z’n drieën weten ze een overrompelend rockgeluid aan de dag te leggen, hetgeen best opmerkelijk is met hoofdzakelijk drums en violen. Anthony laat nu voor het eerst ook op zang van zich horen, wat hem goed afgaat en prima bij de muziek past. De nummers zijn ongepolijst, experimenteel, dynamisch, dikwijls behoorlijk hard en zitten vol bijzondere improvisaties. Het loopt uiteen van bedwelmende, meer sfeervolle stukken tot heftige erupties. Ze vertonen wel overeenkomsten met de experimenten van Bästard, maar de noise van de voorloper Deity Guns komt ook in beeld. Daarbij krijg je de tribale avant-garde van Savage Republic, de energie van Zu, de ijzingwekkende vioolklanken van Tuxedomoon en de ritmische, wereldse rock van L’Étrangleuse. In het nummer “4QSO” is de halfzang van voormalig The Ex kopman G.W. Sok te horen, wat natuurlijk altijd een plus is. The Ex heb ik op hun vorige cd ook als invloed aangeduid en ook hier zijn er raakvlakken, zeker met de cd’s die ze met cellist Tom Cora hebben gemaakt. Verder is ook het Franse combo L’Archipel Nocture te horen in “Montroyal”, die nog eens extra strijkers en percussie in de strijd gooien. In de slottrack “La Porte De La Fontaine” is ook Chapelier Fou, het alias van de geweldige Franse artiest Louis Warynski, te gast die zorgt wat elektronische verstrooiing. Tussendoor mengt Orivel er ook allerlei elektronische klanken en pianopartijen doorheen, die nog een extra dimensie toevoegen. Het is een meeslepend, verslavend, bloedstollend en prachtig werk geworden. Van kippenvel tot kakofonie. Hun allerbeste album tot nu toe. Groots!
door Jan Willem Broek