[cd, Staubgold/Konkurrent]
Onbevreesd, niet categoriseerbaar en open minded zijn wellicht de beste woorden om elektronicaspecialist Ekkehard Ehlers te duiden. Hij experimenteert er sinds het begin van deze eeuw op los, zowel solo (soms als Ferdinand Ehlers) maar ook in projecten als Auch, Betrieb, März, Schwabbinggrad Ballett en Autopoieses laat hij op innovatieve wijze horen geen enkel experiment uit de weg te gaan. Altijd weet hij er iets bijzonders van te maken of het nou om pop of avant-garde gaat. Na zijn schitterende Plays-serie (2002), waarin hij diverse hommages brengt aan verschillende artiesten en zelfs samenwerkt met de Red Hot Chili Peppers, heeft hij de cd Politik Braucht Keinen Feind (2003) uitgebracht, waarop de stukken geschreven zijn voor basklarinet en cellokwintet. Ehlers bewerkt de instrumenten met zijn laptop waardoor er een heel orkest aan het werk lijkt. Fascinerende muziek! Daarna komt hij in A Life Without Fear (2006), waarop hij nog minder conventioneel uit de hoek komt met overigens conventionele ingrediënten. Hij haalt nu namelijk bluessongs, waaronder enkele traditionele, door zijn laptop. Dit heeft een uiterst bevreemdend, maar beklijvend effect. Tussendoor en erna verschijnen er van zijn andere projecten en samenwerkingsverbanden, zoals in 2009 met Paul Wirkus het album Ballads, nog diverse werken. Ehlers werkt daarnaast nog aan stukken voor ballet en theater en tevens organiseert hij onder meer het “Lux Aeterna” festival in Berlijn. Het is dan ook geen wonder dat een nieuw soloalbum even op zich heeft laten wachten. Dat is er nu, al is Adikia een mini album met slechts één track van bijna 27 minuten. Uiteraard is het geen doorsnee compositie geworden. In feite heeft hij een soort supergroep gecreëerd, waarbij hij zelf vooral de rol van componist, producer en elektronicaleverancier op zich neemt. De rest wordt ingevuld door Eva Reiter (viola da gamba, subcontrabas recorder), Kai Fagaschinski (klarinet), Werner Dafeldecker (contrabas), Paul Wirkus (percussie), Bjorn Gottstein (altviool) en Todosch (zang). Hij schept een beklemmende, tot de verbeelding sprekende soundscape waar improvisatie de boventoon voert. Elke betrokken muzikant levert een persoonlijke inbreng die zorgt dat er in deze 27 minuten zoveel gebeurt, dat de relatief korte duur van het album ruimschoots gecompenseerd wordt. De track begint met drone-achtige muziek, waarbij de klarinetimprovisaties al snel hun intrede doen. Het is een David Lynch-achtig geheel, met de avant-gardistische inslag van Philippe Petit. Dan treden ineens de violen op de voorgrond die even later bijval krijgen van de contrabas. Je krijgt je een melancholisch stuk die zo past bij de muziek van Nick Cave & Warren Ellis. En zo wisselen allerlei fragmenten, gefabriceerd met de diverse instrumenten, elkaar op spannende en caleidoscopische wijze af. Als Todosch in het laatste deel begint te zingen en prevelen ben je even aan de grond genageld. Ehlers laat horen voor niets en niemand te buigen en komt weer ongrijpbaar uit de hoek met soms gepriegel op de vierkante millimeter en soms met grootse ontladingen. In de Griekse mythologie is Adikia de godin en personificatie van onrecht. Ze is een afschuwelijke figuur die het continu in de clinch ligt met Dike, de godin van rechtvaardigheid. In dit abstracte klanklandschap vertaalt die zich naar een intrigerende strijd tussen kakofonie en harmonie. Het levert al met al een imponerend intrigerend hoorspel op voor de mensen met zitvlees.
Luister Online:
Adikia
door Jan Willem Broek