[cd, Tin Angel/Sonic Rendezvous]
Bij het vorige, zevende album I Love You, Go Easy van de 31 jarige Canadese Devon Sproule heb ik over haar stem gezegd dat ze een timbre heeft dat tijd en plaats doen vervagen en dat ze altijd de overgang tussen nazomer en herfst lijkt in te luiden. Het kan dan ook geen toeval zijn, dat er uitgerekend nu een nieuw album verschijnt. Ditmaal samen met Mike O’Neill.
Devon Sproule is opgegroeid in een hippie commune in de VS en heeft, met ongetwijfeld allemaal bloemetjes in het haar, kleurrijke jurken, kruidige luchten en vrij van geest, op eigen houtje haar eigenzinnige weg in de muziekindustrie gevonden. Op jonge leeftijd begint ze daar al mee, wat de indrukwekkende discografie verklaart. Meestal brengt ze een goed uitgebalanceerde mix van jazz, folk en indie, waar altijd wel een countryrandje aan zit. Haar vorige album is haar meest ingetogen en verstilde geworden, maar door haar magistrale stem en sfeerkleuringen weet ze de aandacht volledig vast te houden. Adembenemende schoonheid produceren met weinig middelen, dat is niet voor iedereen weggelegd.
Mike O’Neill is een Canadese singer-songwriter die eind vorige eeuw actief is met de uitstekende indierockband The Inbreds. Een paar jaar terug is hij te vinden in The Lodge, waarmee hij wederom smakelijke indierock maakt. Daarnaast heeft hij twee soloalbum waar de singer-ssongwriter in hem meer naar voren komt, al blijft de indie hem dierbaar en dus nooit veraf.
Devon’s (zang, gitaar) achtste album Colours heeft ze dus samen met Mike (zang, gitaar, synthesizer, percussie, marimba) gemaakt, wat voor beide een nieuwe stap is. Devon schuift namelijk meer de indierock kant op en Mike waagt zich op het folk-pad. Toch klinkt het zo natuurlijk, dat het lijkt alsof deze twee al jaren samenwerken. Daarbij blijven ze het dichtst bij de zalvende muziek van Sproule, waardoor het geheel een zachtaardige mix van folk, singer-songwritermuziek, jazz, lichte blues, altcountry en een beetje indierock is geworden. Beide bezitten over een heerlijk zoetgevooisd stemgeluid en nemen je als vanzelf aan de hand mee naar vertederende en romantische, nachtelijke taferelen. De muziek wordt door divers gasten verrijkt met synthesizers, zang, gitaar, Rhodes, contrabas, drums, trombone, tenortuba en banjo. Onder hen ook de befaamde Sandro Perri (Polmo Polpo, The Great Lake Swimmers, Glissandro 70, Dott Wiggin). Alles levert een bijdrage aan de fijne landerige en nachtelijke sfeer die de twee hier neerzetten. Met name de stemmige blaaspartijen zijn van grote waarde, maar ook de rest weet net die subtiele maar ertoe doende franje aan de muziek te geven. Denk aan een verstilde kruisbestuiving van The Innocent Mission, Pinback, The Unthanks, Kaat Hellings, Suzanne Vega en The Cinematic Orchestra. Tot de verbeelding sprekende muziek, die warm is als een knapperend haardvuur. Hiermee kom je de herfst wel door. Breekbaar prachtalbum.
door Jan Willem Broek