In mijn topvijf van meest tragische (of meest lachwekkende: gaat vaak samen) politici doet Rita Verdonk het onverminderd goed. Ze hoeft tegenwoordig maar iets op televisie te zeggen of mijn armen rijzen automatisch naar de hemel, en haar hoge notering wordt nog verder geconsolideerd. Verdonk speelt een belangrijke rol in De leugen, de documentaire-plus van Robert Oey over de zaak Hirsi Ali.
Een voorbeeldige documentaire is het geworden. Spannend, hoewel je het meeste al weet. En opvallend evenwichtig, hoewel je je mening erdoor niet zult herzien. Er zitten key players in, en asielzoekers. En er zijn liedjes. Voor het laatste heeft de documentaire de meeste aandacht gekregen in de pers. Nawijn, Halsema en Verdonk die een gevoelige strot opzetten. Ik ben er nog steeds niet uit of ik het ‘goed’ vind, maar innovatief en functioneel is het. Zoals je in een speelfilm documentairebeelden kan snijden in een poging de echtheid te verhogen, zo kun je in een documentaire juist de artificialiteit verhogen, in een poging de talking heads uit hun normale rol te krijgen. Bijzonder vind ik ze niet, die liedjes, maar ze laten een weemoedig gevoel achter.
Want ja, de grootste impact van De leugen is niet de innovatie, maar de laag weemoed die voor mij uiteindelijk als een Hollandse wolkendeken boven de film hangt, een gevoel dat door de muziek niet veroorzaakt, maar slechts versterkt wordt. Komt het door het Hollandse landschap, of door de radiostemmen van bellende luisteraars die hun afschuw uitspreken over Hirsi Ali? Is het de eerlijkheid van Femke Halsema? Of het beeld van Verdonk in een snackbar? Het komt een beetje bedacht over, die scène, net als die met Nawijn die in een restaurant vrolijk praatjes maakt met de allochtonen in de keuken. Maar op de juiste manier bij elkaar geharkt maakt het totaal toch indruk op me. Het kan zijn dat ik Nederland op dit moment gewoon niet zo’n prettig land vind en dat De leugen mij voor anderhalf uur een toekijker maakt. Het is voor mij dezelfde weemoed die het debuut van Spinvis oproept. Bij langdurig verblijf in het buitenland kan een liedje als Bagagedrager een ware mokerslag zijn. Maar dit keer is het geen prettige weemoed.
Ik verlaat bedroefd de bioscoopzaal zonder dat ik bedroefd ben om een van de politici, of om de asielzoekers. Ik ben bedroefd zoals een speelfilm je droevig kan stemmen. Alleen is het dit keer een documentaire die dat voor elkaar krijgt.
olafk