Slovenië is een wat schizofreen land. Eeuwenlang tussen habsburgers en sultans. Westers in de ogen van de midden- en oost-Europese landen, oosters in de ogen van Europa. Deel van „De Balkan”, feitelijk niet meer dan een gebergte in Bulgarije, maar voor Europa een afscheiding van de achtergebleven oriënt en een ander woord voor corruptie en etnische spanningen. Behalve Griekenland, dat is de bakermat van onze democratie. En een bende corrupte profiteurs.
Een uitstekende positie voor Laibach uit Trbovlje, maar vernoemd naar de Duitse naam voor de Sloveense hoofdstad Ljubljana. De band is vanaf dag één (in 1980) politiek en controversieel. De begindagen zijn grimmig, industrieel, militaristisch, soms bijna onluisterbaar en zeer conceptueel. Na de dood van Tomaž Hostnik wordt een wat toegankelijker richting gekozen niet in het minst door het bewerken van westerse pophits wat ze in combinatie met het gebruik van totalitaire symbolen in de ogen van velen een ironische act maakte. Reacties variëren van gruwelend afdoen als neo-nazi’s tot „lache jonge!”.
Niets is minder waar, zoals landgenoot Slavoj Žižek stelt: Laibach is bloedserieus. Ze nemen bijvoorbeeld One Vision van Queen – een ogenschijnlijk onschuldige oproep tot vrede – en brengen het sluimerende fascistische aspect naar de voorgrond. Kijk als oefening bijvoorbeeld ook eens door die bril naar Imagine van John Lennon of lees The God Delusion van Dawkins. Sinds ik begon te luisteren is Laibach altijd stof tot nadenken geweest, een onflatteuze spiegel voor eenieder die opgegroeid is met het westerse vrijheidsdenken. Hooguit grappig als een boer met kiespijn.
De documentaire over het WAT album uit 2003 is de eerste keer dat ik ze op ironie betrapte, onder andere in de vorm van het supervette „Russian spy”-accent van de voice-over. Er is ook directere kritiek op de Amerikaanse hegemonie. Uit de muziek van Laibachkunstderfuge BWV 1080 valt niet veel te herleiden maar de tekst „It’s easy to play Bach: all you have to do is open the right program on the right computer and Bach will play itself” op de hoes verschaft uitleg (verlichting heeft slechts een druk op de juiste knop nodig). Magertjes, maar die muziek was voor een installatie, dus wellicht was het Gesamtkunstwerk interessanter.
Nog altijd intelligenter dan de nogal platte en afgezaagde Eurokritiek aan het adres van Amerika in de Finse film Iron Sky, de film waarvoor Laibach de muziek maakte. Samen met de wat obligate Greatest Hits optredens in het Tate Modern, flauwe woordspelingen als Volkswagner en de wat corny merchandise als de Schwitz Aus!-zeep begon ik denken dat het spel uit was, al wil ik in die zeep nog best Nietzsche’s Umwertung aller Werten zien.
À propos Nietzsche, hij duikt op in de eerste nieuwe song sinds Volk uit 2006 See That My Grave Is Kept Clean. Ze spellen het nogal uit maar het stemde wel hoopvol voor het toen nog aankomende album Spectre, aanleiding voor dit artikel. Daarop wordt de lijn van WAT doorgezet. Er is nu wel wat ironie te bespeuren al is het gelukkig nog steeds geen met nazisme flirtende novelty-act geworden. Neem Koran, waar ze de idealen van islamisten ontmaskeren als de eerste de beste Eurovisie-songtekst.
Europese idealen ten prooi aan nationalisme, alles gereduceerd tot vermaak voor de verlichte massa, Idolskolonialisme in de vorm van r’n’b-uithalen, de alomtegenwoordige sexiness, ja, ze zijn er weer. Muzikaal is het kitscherig en pompeus maar meer dan ooit popmuziek. Het hapt heerlijk weg, is spik en span geproduceerd en je kan het conceptueel zo zwaar maken als je zelf wil. Op die manier kan dit album interessant blijven op de lange duur zoals ouder werk ook soms vele jaren later door voortschrijdend inzicht van mijzelf zijn geheimen prijsgaf. Shit is aan!