Tussen alle albums die je bijblijven zitten soms ook eendagsvliegen. Nu zijn er zat artiesten waarvan je alleen maar kunt hopen dat ze na één plaat stoppen, maar dat heeft natuurlijk een andere reden. En er zijn ook weinig artiesten die meteen een meesterwerk afleveren. Toch zou je het album Skipper van de Ierse multi-instrumentalist Daniel Figgis daar best toe mogen rekenen.
Daniel Figgis begint ooit in de industrialgroep Princess Tinymeat, waar hij zich nog Haa Lacka Binttii noemt. Daarvoor heeft hij overigens nog even gedrumd bij de Virgin Prunes, onder de naam Binttii. En op een compilatie later levert hij nog een nummer onder de naam Daniel Binttii.
Uit niets blijkt nog dat hij in 1994 plots met zijn geweldige Skipper aan komt zetten. Hij moet op een dag zijn wilde haren in het doucheputje hebben gevonden en de drang te hebben gehad om een groots en meeslepend album af te leveren. Figgis legt zelf veelal de basis met harmonium en tape, maar brengt ook mellotron, klokken, snaardrum, diverse gitaren, feedback, piano, triangel, flessen, trappen, radiator, bel, draaitafel, misthoorn en meer. Dat laat hij door een klein leger aan gasten afwisselend aanvullen met violen, diverse gitaren, contrabas, altviool, fluit, trompet, cello, hobo, harmonica en eenmaal ook met een Afrikaans zangtrio. Het is even ongrijpbaar als wonderschoon. De muziek lijkt een ongeforceerde hybride aan stijlen. Zo is het ambient maar zonder dat zwevende, neoklassiek maar dan niet met de academische ernst, folk maar niet landerig of pastoraal, experimenteel maar doorwaadbaar, avant-garde maar op popachtige wijze en dan ook vol drones, psychedelica, wereldse elementen, allerhande elektronica en effecten. Eigenlijk net zo mysterieus en mistig als de hoes. Alsof Brian Eno & David Byrne, Talk Talk, Hood, Richard Skelton, United Bible Studies, Rachel’s en Vieo Abiungo een frivool samenwerkingsverband zijn aangegaan. En inderdaad, een deel ervan maakt in die tijd nog geen muziek. Maar zo tijdloos en geniaal is het wel wat Figgis hier laat horen. Muziek die je haast kunt voelen. Deze trek ik nog regelmatig uit de kast.
Nieuwer werk toont aan dat de man best nog een album had mogen maken. De volgende track is afkomstig van zijn nooit uitgebrachte album emptyeverinthing (met een andere cover).
Ook de dubbel cd When It’s Ajar, waarop allemaal bewerkingen staan van zijn beide albums door andere artiesten, toont aan dat er waardering en draagvlak is voor zijn muziek. Hij maakt nog altijd muziek voor films, theater, opera’s, installaties en dergelijke, maar dat bereikt zijn luisterpubliek niet. In 2000 wordt Skipper opnieuw uitgegeven op het Blackburst label. Dat is mooi, want een album als dit mag niet verdwijnen en zeker niet uit het geheugen.