[cd, Touch/Konkurrent]
Geir Jenssen heeft altijd beweerd geen snelle werker te zijn. Sinds 1991, daarvoor noemt hij zich nog Bleep en nog verder terug zit hij in Bel Canto, heeft hij met zijn Biosphere alias, inclusief de samenwerkingsverbanden met Deathprod en Higher Intelligence Agency, zo’n 11 cd’s uitgebracht. Daarnaast houdt hij er het gelegenheidsproject The Fires Of Ork (met Pete Namlook) op na, doet hij her en der een soundtrack, wat productiewerk en houdt hij het label Biophon erop na. Nee, lui kan je de man uit Tromsø bepaald niet noemen, wel bedachtzaam, zorgvuldig en een ware pionier. Zijn muziek evolueert langzaam van briljante, zelf ontwikkelde ambient techno naar misschien nog wel betere vorm van ambient techno met filmische en jazz elementen. Zijn geluid wordt meer en meer organisch en krijgt haast een menselijk karakter. Hij blijft altijd zijn eigen geluid houden en wordt hoogstens een referentiekader voor andere artiesten. Dropsonde uit 2006 is Geir’s laatste studio album. Een jaar later geeft hij een concert in Bristol, waarbij Chris Watson aan de opnameknoppen zit en BJ Nilsen aan de mixtafel voor de finishing touch (oei, maak ik zowaar een woordgrap) mag zorgen. Die twee zullen behoorlijk genoten hebben, want het resultaat dat nu is uitgebracht op Wireless is verbluffend. Zelf heb ik één keer Biosphere live mogen zien, maar wegens het volslagen saaie gebeuren op het podium, heb ik de ogen gesloten en ben volledig weggedreven toen. Vergeleken met toen heeft Geir een enorme ontwikkeling doorgemaakt en is dit gewoonweg een wereld van verschil. Zoveel beter! En dan is het startpunt al van zo’n kwaliteit geweest. Terug naar Bristol, ik dwaal nu al af, want daar gaat het nu over. Geir laat hier een uitstekende mix van ouder en meer recent werk horen. Hij weet ze allen zo te brengen dat het een consistent geheel vormt. Het is eigenlijk een levendiger, menselijker versie van een studio album. Je hoort zo nu en dan mensen hoesten, maar dat past eigenlijk wonderwel bij deze muziek. De (bio)sfeer is melancholisch, zwoel duister en vol fascinerende, hypnotiserende en ongrijpbare pracht. Maar toch sluit ik weer de ogen en droom weg…
door Jan Willem Broek