[cd/lp, Miasmah/Konkurrent]
Het prestigieuze Miasmah label heeft aan de schaduwkant van het muzikale spectrum inmiddels een zekere naam opgebouwd met superieure releases van onder meer Kreng, Encre, Rafael Anton Irisarri, Greg Haines, Gultskra Artikler, Simon Scott, Juv, Kaboom Karavan, Gareth Davis & Frances-Marie Uitti, Marcus Fjellström, Jasper TX, FNS en Elegi. Ik noem ze nog maar eens, want ze hebben stuk voor stuk hoogwaardige releases uitgebracht. Deze artiesten opereren meestal aan de duistere en droefgeestige kant van de neoklassiek met elektronica, zonder dat ze op elkaar lijken. Achter dit label gaat Erik Skodvin schuil, die zelf ook muzikaal van zich laat horen in Deaf Center en Svarte Greiner. De geboren Noor woont tegenwoordig in het hippe Berlijn.
B/B/S/ is een nieuwe op het label, maar zodra je ziet waarvoor de namen staan ontstaat er spontaan een supergroep. De eerste B is namelijk die van ambient/drone metalspecialist Aidan Baker, die hier de baspartijen op zich neemt. Baker is het meest bekend van de groep Nadja, maar laat ook van zich horen in ARC en Mnemosyne (beide met zijn broer Richard), Infinite Light Ltd. (met Nathan Amundson van Rivulets en Mathew Sweet van Boduf Songs), Scythling en Whisper Room. Verder werkt hij met legio artiesten samen, onder wie bijvoorbeeld Tim Hecker.
De tweede B is die van experimenteel elektro-akoestisch artiest en drummer Andrea Belfi. Hij heeft met vele artiesten als Machinefabriek en David Grubbs samengewerkt, maar ik ken hem vooral van zijn solowerken. Een indrukwekkende muzikant, die hier de drums voor zijn rekening neemt.
De S is die van de eerder genoemde Skodvin zelf, die deze heren in Berlijn treft, waar ze alle drie regelmatig wonen dan wel werken. Skodvin wapent zichzelf met de gitaar en ik heb het vermoeden dat alle heren niet van de elektronica af kunnen blijven.
Het resultaat van hun samenwerking is zoals een Miasmah release betaamt van grote klasse. Er is naast het album Brick Mask ook een begeleidende 7” Half Moon. Ik beperk me nu echter tot het volledige album. De drie presenteren hierop vier langgerekte nummers met een geluid dat henzelf overstijgt. Daarmee bedoel ik niet dat de optelsom meer is dan de losse delen, als klopt dat eigenlijk ook wel, maar meer dat ze buiten hun straatje om muziek maken. Dat het een duister geheel zou worden is geen verrassing. De heren laten hier echter een nachtelijk, jazzy geluid horen dat ze versmelten met ruimtelijke ambient en zachte drones. Baker laat daarbij zijn bas schijnbaar op improvisatorische wijze een weg door de ruimte banen, terwijl Belfi hem op zachte maar virtuoze en dikwijls wezenloos snelle wijze op de hielen zit met de meest verrassende ritmes, van opzwepende tot subtiel acrobatische. Skodvin schept met zijn gitaar een gelaagd kader voor dit spektakel en is duidelijk de centrale man. Ze schuren met hun geluid wel aan tegen dat van Supersilent, maar brengen ook de minimale leftfield van Tape, de psychedelische ruimte van Pink Floyd, het improvisatorische drumwerk van William Hooker, de spanning van Kreng, de abstracte triphop van Antenne en de nachtelijke, gitzwarte jazz met metalneigingen van Bohren Und Der Club Of Gore. En toch past het nooit helemaal, want daarvoor is de muziek gewoonweg te ongrijpbaar en mede daardoor zo biologerend. Een verslavend, steengoed album dat doet hopen op vele vervolgen.
door Jan Willem Broek